Om de kaart te vergroten a.u.b. op het vakje in de linkerbovenhoek klikken! De grotere kaart opent op een nieuwe pagina.


18 december 2023

Mooi havengebied en een indrukwekkend “National War Memorial

Vandaag heb ik het Noordereiland verlaten: na een verblijf van drie nachten in Wellington ben ik met de ferry de Strait Cook overgestoken naar het Zuidereiland, waar ik nu in Kaikoura aan de Stille Oceaan ben aangekomen – bekend terrein na mijn bezoek in december 2019! De afgelopen dagen heb ik deels rust genomen (zaterdag was een regendag) en deels rondgewandeld: op zondag over een brede beboste heuvelrug die het zuidelijke gedeelte van de stad scheidt van het noordelijke gedeelte en vanochtend (toen scheen de zon uitbundig!) ook nog even langs Wellington Harbour. Hierdoor kwam ik erg in tijdnood om de veerboot te halen, maar uiteindelijk liep alles toch goed af!

Naast Auckland is de stad Wellington, die in het zuidwestelijkste gedeelte van het Noordereiland ligt, en Christchurch op het Zuidereiland derde in het lijstje met grootste conglomeraties van Nieuw-Zeeland. De stad is sinds 1865 de hoofdstad van Nieuw-Zeeland – van 1840 tot 1865 was Auckland de hoofdstad geweest. De stad is vernoemd naar de Eerste Hertog van Wellington (in Engeland) Arthur Wellesley (1769–1852), die ook wel “De IJzeren Hertog” werd genoemd, mede vanwege zijn kwaliteiten als militair strateeg: hij versloeg in 1815 Napoleon in de Slag bij Waterloo…

Volgens de Māori overlevering zou Nieuw-Zeeland zijn ontdekt door het mythische personage Kupe, een ontdekkingsreiziger uit Polynesië. Kupe zou ook op de plek van de huidige stad hebben geleefd. De Māori noemen de plek “Te Whanganui-a-Tara” (de Grote haven van Tara): deze naam heeft betrekking op de grote natuurlijk baai van Wellington. Voor de definitieve komst van de Europeanen waren er al wel contacten geweest met de Māori, maar die waren beperkt gebleven tot handelaren en walvisvaarders. Toen rond 1839 de Europese settlers zich hadden gevestigd in een gebied verder naar het noorden langs de Baai van wat nu Wellington heet, bleek al snel dat dit gebied te moerassig was – ook overstroomde het gebied te vaak…. Daarom viel de keuze op de huidige, hoger gelegen plek.
Veel gelegenheid om de stad echt te verkennen heb ik mezelf niet gegeven, behalve vanochtend toen ik naar het Wellington Waterfront ben gegaan. Daar staat vlak bij het Museum of New Zealand Te Papa Tongarewa, het nationale museum dat vaak wordt afgekort tot Te Papa (Māori voor “schatkist”) sinds januari 2022 op het Wellington Waterfront een wel heel opvallend en kleurrijk kunstwerk: de naam van Wellington in grote letters, waarbij de “i” ontbreekt: Well_ngton. De bedoeling is dat de bezoeker die op het plateau van de ontbrekende letter gaat staan het woord compleet maakt en op deze manier een fotomoment creëert! Het is een groot kunstwerk: de letters zijn meer dan 2 meter hoog en het woord bijna 9 meter lang. Elke letter weegt tussen de 80 en 120 kg. De letters zijn in primaire kleuren geschilderd. Het is ontworpen om het slechtste weer van Wellington te doorstaan, er zijn technieken gebruikt uit de scheepsbouw en de met speciale polysterverf gecoate letters zijn inwendig met staal versterkt om de krachten te verdelen. Het is wel een kunstuiting waarover niet iedereen even enthousiast is… – deels omdat men vindt dat het bedrag (omgerekend toch zo’n €100.000) beter aan andere zaken had kunnen worden besteed. In het stralende zonlicht zag het er best uitnodigend uit.

20231218_104759 (2)
Wellington (NZ): zicht op het grote kunstwerk bij de haven “Well_ngton”, waar in de naam van de stad de “i” bewust is weggelaten voor fotomomenten!

Er staan nog meer kunstwerken op de kade, zoals het kunstwerk Solace in the wind uit 2008 van de Britse kunstenaar Max Patté (*1977): het is een 2 meter hoog gebruineerd gietijzeren beeld van een naakte man die met z’n ogen dicht voorover lijkt te vallen, maar in feite tegen de (hier altijd aanwezige) wind leunt. Het is een geliefd fotopunt: soms krijgt het manspersoon een hoed op of kleren aan! Op de website van de kunstenaar staat een fotorapportage over hoe het beeld tot stand gekomen is. Een ander kunstwerk is het Kupe-statue, dat in de jaren 1939–1940 is gemaakt door de Nieuw-Zeelandse beeldhouwer William Trethewey (1892–1956). Het beeld was oorspronkelijk gemaakt van “Plaster of Paris” (gips) en vormde een onderdeel van een 30 meter lange fries die was gemaakt ter gelegenheid van het 100-jarige bestaan van Nieuw-Zeeland, de New Zealand Centennial Exhibition. In deze fries werd de vooruitgang van het land weergegeven: groepen pioniers, leeuwen in Art Deco stijl, een grote fontein en een beeld van Kupe die op de boeg van zijn kano staat – alleen het laatste beeld bestaat nog. Via een fundraising kon het in gips uitgevoerde beeld in brons gegoten worden. Sinds 2000 staat het beeld op het Wellington Waterfront. Zoals hiervoor al kort is aangegeven was de mythische personage Kupe een ontdekkingsreiziger uit Polynesië die volgens de Māori overlevering als eerste Nieuw-Zeeland heeft ontdekt. Kupe heeft naar men meent echt bestaan, ook al is dit moeilijk te bewijzen. Hij is geboren in het mythische land Hawaiki: zijn vader zou afkomstig zijn van een van de Cook Eilanden en zijn moeder van een eiland in de buurt van Tahiti. Hij zou een aan het Tahitiaans verwante Māoritaal hebben gesproken. Zijn levensgeschiedenis varieert per Māoristam, maar steeds komt – naast de ontdekking van Nieuw-Zeeland – wel de legende terug van zijn jacht op en het doden van een monsterlijk grote inktvis… Hij zou zo’n 800 tot 1000 jaar geleden samen met zijn vrouw Kuramārōtini, de grote strijder Ngahue en nog ongeveer 20 anderen aan boord zijn gegaan van een grote, volledig uitgeruste en zeegaande kano en uiteindelijk Nieuw-Zeeland hebben ontdekt… Op een plaquette bij deze beeldengroep wordt uitgelegd wat het voorstelt: “Kupe te Raiatea, the explorer, his wife Hine te Aparangi and Pakahourangi the Tonhunga sight Aotearoa, New Zealand, from their canoe Matahoura”. Ook staat er bij dat de beeldengroep in het jaar 2000 als een millenniumproject op de kade is geplaatst en is opgedragen aan all who have come to these shores. Dus ook een beetje aan mij – waarvoor mijn dank!

Vanaf de Wellington Waterfront was er een mooi uitzicht naar het noorden over de vele plezierjachten in de oude haven. In de verte lag ook een groot, wit cruiseschip afgemeerd: hierdoor werden de zeilscheepjes wel tot notendopjes gereduceerd!

20231218_104257 (2)
Wellington (NZ): zicht naar het noorden vanaf de Wellington Waterfront over de plezierjachten in de haven

Langs de waterkant stonden en lagen nog meer “monumenten” die aan de scheepvaart gerelateerd waren. Een op het eerste oog wat haveloos werkschip, de Hikitia, uitgerust met een enorme kraan, ligt aan de kade. Het historische schip is voor zover bekend de enige drijvende kraan in Australazië die nog geheel op stoomkracht werkt. Zij is in 1926 gebouwd in Schotland en is na een zeereis van 83 dagen in Wellington aangekomen. Haar totale lengte is bijna 50 meter en haar diepgang is tegen de 3,5 meter. De kraanarm is bijna 16 meter lang… Ze kan met gemak 80 ton tillen. In de achterliggende bijna 98 jaar kan ze terugzien op een lange, bewogen geschiedenis – ook tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen ze o.a. in 1943 een lading vliegtuigrompen moest weghalen van een brandend munitieschip van de Amerikaanse Marine (het Liberty ship John Davenport). Niet alleen de hoge scheepskraan valt op: ook een groot scheepsanker dat op het dek ligt. Nu ziet het er fraai uit, maar dat was zeker niet steeds het geval! Op een informatiebord staat een foto van een geheel roestig en pokdalig stuk metaal: het werd ontdekt in 1995 op een plek in het water in de buurt van de Hikitia. Het was een hele klus om al dat roest te verwijderen – daartoe heeft een vrijwilliger-conservator anodes, gemaakt van oude aluminium duiktanks, aan het anker bevestigd, dat weer terug in het zoute water werd gelaten. Door het zout werd tussen de beide metalen een elektrische stroom opgewekt: hierdoor werd de buitenste laag aanslag met succes verwijderd. Over dit 7 ton wegende anker is inmiddels wel iets bekend: op de bouwtekeningen voor een drijvend dok dat van 1931 tot 1988 in de haven van Wellington dienst heeft gedaan, staat de aanwijzing voor een soortgelijk anker. Op het anker zelf staat een merkteken dat kan worden herleid tot twee ankersmeden uit Engeland. Men heeft destijds dit anker gebruikt om het dok op zijn plaats vast te leggen. Nu ligt het te pronken op het dek!

Over de brede voetgangerskade was het aangenaam flaneren in de zomerse zon. Ik kwam langs een gemetselde muur met vele grote, bronzen plaquettes, die herinnerden aan gebeurtenissen vóór, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog, zoals een dank voor de hulp die de Nieuw-Zeelanders hebben geboden tijdens de Spaanse Burgeroorlog (“For Spain and Humanity“), ter herinnering aan de Amerikaanse Marine divisions die vanuit Nieuw-Zeeland opereerden in “the Pacific Theatre of War” of ter herinnering aan de militaire bijdragen van Nieuw-Zeeland aan het handhaven van “the principles of the charter of the United Nations” in de jaren 1950 tot 1957. Indruk maakt ook de plaquette met het opschrift “Polish children of Pahiatua 1944–2004“. Daarop wordt uitgelegd dat op 31 oktober 1944 een schip van de Amerikaanse Navy in Wellington aankwam met aan boord een groep van 733 Poolse kinderen en hun 105 begeleiders, die door de Duitse invasie van Polen in 1939 iedereen en alles waren kwijtgeraakt. Zij zijn opgevangen in Nieuw-Zeeland waar ze een nieuw bestaan hebben kunnen opbouwen. De plaquette is 60 jaar na de aankomst in het nieuwe land onthuld.
Boven op de muur met de plaquettes staat de scheepsmast van de op 10 april 1968 gezonken veerboot Wahine. Hier is nog een verband met de drijvende kraan Hikitia, die ook aan het Wellington Waterfront afgemeerd ligt: de Hikitia heeft nog geholpen bij de berging van de veerboot… Een plaquette uit 1990 herinnert aan deze tragedie. Het was de grootste scheepsramp in de geschiedenis van Nieuw-Zeeland: 51 opvarenden verloren hun leven.
Wat een gewone oversteek van het Zuidereiland naar het Noordereiland had moeten zijn liep uit op een onbeschrijflijk drama. De moderne veerboot Wahine (die op 4 juli 1965 in de vaart was genomen) had op 9 april 1968 de haven van Lyttleton bij Christchurch op het Zuidereiland verlaten met 610 passagiers en 123 bemanningsleden. Er was wel gewaarschuwd voor storm, maar er was geen aanleiding om te menen dat deze zwaarder zou zijn dan de gebruikelijke sterke winden in de Strait Cook, de zeestraat tussen de twee Eilanden. Toen de Wahine in de vroege ochtend van 10 april in de buurt van de havenmond van Wellington was gekomen, waren de windsnelheden al toegenomen tot tussen de 130 en 150 km per uur. Deze superstorm was ontstaan doordat boven Wellington een cycloon vanuit het noorden en een andere zware storm vanuit het zuiden, vanaf Antarctica, op elkaar waren gestoten. Daaruit was één grote storm ontstaan, juist op het moment dat de veerboot Wahine de haven van Wellington wilde binnenvaren. Toen het schip bijna ter hoogte was van het meest oostelijke punt van de Baai waren de windsnelheden al opgelopen tot 160 km per uur en was het zicht zeer beperkt geworden. De radar bleek te zijn uitgevallen. Een enorme golf bracht de Wahine uit haar koers, waardoor zij recht op de beruchte Barrett Reef klippen (waar in de loop van de jaren al zovele schepen zijn vergaan…) in het midden van de havenmond afstevende, terwijl de kapitein niet meer in staat was de koers te wijzigen. Een poging om het schip te wenden en weer terug te laten keren naar volle zee leek aanvankelijk te lukken, maar de Wahine werd teruggedreven naar het rif. Op dat moment werkten geen van de scheepsmotoren meer. Het schip raakte steeds meer op drift – pogingen van inmiddels te hulp geschoten sleepboten mochten niet baten (de sleepkabels braken af). Uiteindelijk strandde zij op het Barret Reef. Om kwart over één in de middag gaf de kapitein het bevel om het schip te verlaten. De passagiers die al hun reddingsvesten droegen, moesten naar de reddingsboten gaan, die in de nog steeds razende storm in zee werden gelaten… Sommigen sprongen zelf overboord in het koude water. Rond half drie kapseisde de Wahine volledig. Tegen die tijd waren de eerste schipbreukelingen al op verschillende punten aan vaste wal gekomen. Van de 733 opvarenden kwamen 51 mensen om het leven – de meeste van hen waren op leeftijd – door verdrinking of onderkoeling, dan wel doordat zij tegen de rotsen werden geslingerd. Het schip was een total loss.
Een onderzoekscommissie werd ingesteld, die in augustus 1968 met een rapport kwam: er waren inschattingsfouten gemaakt aan boord van de ferry en aan de wal, maar de commissie benadrukte dat de omstandigheden destijds zwaar en gevaarlijk waren geweest. De hoofdoorzaak van het vergaan van de Wahine was dat het schip uit koers was geraakt in een van de zwaarste stormen die ooit in Nieuw-Zeeland was geregistreerd, het daardoor stuurloos was geworden en op het Barret Reef was gestrand. De reden dat de veerboot uiteindelijk is gekapseisd, was het vollopen van het autocompartiment. De commissie kwam evenwel tot de slotsom dat naar alle waarschijnlijkheid meer levens verloren waren gegaan als het bevel tot schipverlaten eerder of later was gegeven: door de kracht van de storm zouden reddingwerkers niet in staat zijn geweest om de opvarenden veilig te helpen als dat bevel vóór half één was gegeven. Hoewel nog pogingen zijn ondernomen om de Wahine in haar geheel te bergen, is het schip door latere stormen in stukken gebroken.
Dit alles wist ik natuurlijk pas later – en nog niet toen ik daar in de zon en met een kalme zee op de achtergrond bij de scheepsmast en de plaquette stond…! Achteraf gezien was dit best een kippenvelmoment…

Het uitzicht naar het noordoosten over de Wellington Harbour was ook mooi en wijds: in de verte was het kleine eiland Matiu/Somes Island zichtbaar, dat van oudsher een toevluchtsoord is geweest voor Māori, maar dat later ook vele andere bestemmingen heeft gehad, zoals interneringskamp voor vijanden, plek voor mensen (en dieren) met besmettelijke ziektes (quarantainestation) en nu een habitat voor met succes geïntroduceerde inheemse planten en dieren. Het eiland is vernoemd naar Matiu, een van de dochters van de legendarische Māori ontdekkingsreiziger Kupe, waarvan ik het standbeeld eerder had gezien. De Engelse naam Somes is afgeleid van de Britse reder en (conservatief) politicus Joseph Somes (1787–1845). Een ander klein eiland, het Mākaro/Ward Island ligt verder in de Wellington Harbour – daar ben ik vandaag met de veerboot langs gevaren. De Māori naam refereert aan Mākaro, de andere dochter van Kupe, de ontdekkingsreiziger.

20231218_105642 (2)
Wellington (NZ): zicht naar het noordoosten over de natuurlijke haven van Wellington met in de verte het eiland Matiu/Somes Island
Onderweg van het Tongariro National Park naar Wellington

Aan het daar op de kade staan met het mooie, zonovergoten uitzicht over de Baai van Wellington ging natuurlijk wel een lange reis vanuit het Tongariro National Park vooraf! Ik vertrok uit mijn vakantiepark tegen half negen. Het was een zonnige, maar koele ochtend. Ik stopte nog even om te tanken en extra mineraalwater te kopen (niet overal is het drinkwater lekker…!).
Mijn tocht van bijna vijf uur zou mij langs hoogtepunten van infrastructuur uit de voorbije eeuwen leiden: langs spoorbruggen en langs verkeersbruggen. Na ongeveer een kwartier vanaf mijn tankstop bereikte ik een knalrood geverfde spoorbrug, het Makatote Viaduct. Dit viaduct is een vitaal onderdeel van de North Island Main Trunk spoorlijn en is als laatste onderdeel tot stand gekomen. Het viaduct overbrugt de Makatote rivier, die ontspringt op Mt. Ruapehu. Vanaf hier is het nog 335 km naar Wellington (ik had dus nog wat kilometertjes af te leggen…). De bouw van dit viaduct, dat eerst het grootste in Nieuw-Zeeland was en nu het op drie na grootste is, duurde drie jaar: van 1905 tot 1908. Het is 79 meter hoog en 262 meter lang. Op een informatiebord staat dat tot aan die tijd het gebied rond de vulkanen, het Central Plateau, nagenoeg niet toegankelijk was voor Europanen, waardoor de ontwikkeling van het gebied vrijwel onmogelijk was. Ook dit viaduct is een ontwerp van de bekende, oorspronkelijk uit Schotland afkomstige spoorwegarchitect Peter Seton Hay (1852–1907). Hij heeft de voltooiing net niet meegemaakt: hij stierf aan pleuritis in april 1907… Bij de bouw van dit viaduct traden vele problemen op: van winters weer en overstromingen tot gebrek aan gekwalificeerde werkers. Het benodigde staal werd niet aangevoerd van elders, maar in een speciaal ingerichte werkplaats op locatie gemaakt. Een aardige bijkomstigheid was dat de werkplaats ook diende als restauratie voor passanten! Het feit dat de brug nog steeds vrijwel ongewijzigd functioneert geeft wel aan hoe goed het ontwerp was. In 1920 en 1980 zijn enkele kleine aanpassingen geweest om het rijden met zwaardere locomotieven mogelijk te maken. In 1982 en 2007 zijn de twee middelste pijlers versterkt. De brug ligt in een uiterst kwetsbaar natuurgebied met een aantal zeldzame vissen en de inheemse Blue Duck of Whio (Hymenolaimus malacorhynchos), waardoor de spoorwegmaatschappij KiwiRail steeds in overleg is geweest met het Department of Conservation, de plaatselijke Māori gemeenschappen en de Nieuw-Zeelandse organisatie voor monumentenzorg: in 2016 is o.a. de loodhoudende verf vervangen door een rode epoxy coating die milieuvriendelijker is.

20231215_084318 (2)
Ten zuiden van het Tongariro National Park: zicht op het Makatote viaduct uit 1905-1908 van de North Island Main Trunk spoorlijn dat 262 meter lang en 79 meter hoog is

Op het informatiebord staan ook twee zwart-witfoto’s van de bouw van het Makatote-viaduct. De eerste foto van het viaduct dat nog maar net in aanbouw is, terwijl een man met paard en wagen langsrijdt geeft wel een beeld van vooruitgang! Wat er zoal kan veranderen in een periode van iets meer dan een eeuw… Bij de tweede foto zijn de werkzaamheden al redelijk gevorderd.

20231215_084429 (2)
Ten zuiden van het Tongariro National Park: op een informatiebord bij het Makatote viaduct uit 1905-1908 van de North Island Main Trunk spoorlijn staat een zwart-witfoto van het viaduct in aanbouw terwijl een man met paard en wagen voorbijrijdt
20231215_084425 (2)
Ten zuiden van het Tongariro National Park: op een informatiebord bij het Makatote viaduct uit 1905-1908 van de North Island Main Trunk spoorlijn staat een zwart-witfoto van het viaduct in aanbouw

Tien minuten later wees een bord mij naar een volgend interessant punt: een klein monument met een plaquette uit 2008 om stil te staan bij het feit dat honderd jaar daarvóór de laatste klinknagel was geslagen in de rails van de North Island Main Truck Railway! Het gedenkteken voor “The Last Spike” staat voor de voltooiing van deze spoorlijn. De idee van een spoorlijn die de twee grootste steden op het Noordereiland, Wellington en Auckland, met elkaar zou verbinden werd voor het eerst gelanceerd in 1870: dat zou betekenen dat ongeveer 322 kilometer aan spoor zou moeten worden aangelegd tussen de plaatsen Marton (zo’n 160 km ten noorden van Wellington) en Te Awamutu (zo’n 30 km ten zuiden van Hamilton) – de tracés van Wellington naar Marton en dat van Hamilton naar Auckland waren al klaar. De bouwwerkzaamheden begonnen in 1885, maar doordat er de nodige technische “uitdagingen” lagen in het bergachtige landschap rondom Mt. Ruapehu (zoals bij het Makatote-viaduct) was het project pas in 1908 voltooid. Om dit moment luister bij te zetten werd een ceremonie gehouden waarbij de toenmalige Prime Minister Sir Joseph Ward de laatste klinknagel in de rails dreef: daarmee waren de twee spoortracés en ook de twee grote steden met elkaar verbonden. Dit was wel een beetje schone schijn, want er moest nog veel werk verricht worden… Toch was deze gebeurtenis reden om een monumentje op te richten, een eenvoudige betonnen obelisk met een marmeren plaquette, als erkenning voor de voltooiing van de spoorlijn, maar ook voor hetgeen dit heeft betekend voor de ontwikkeling van de verstandhouding tussen de blanken en de Maori, landpolitiek en handel. Het monumentje vraagt ook aandacht voor de impact die deze verbindende spoorlijn heeft gehad op de geschiedenis van het land.
Een tweede plaquette is in 2008 op het monumentje bevestigd toen het 100 jaar geleden was dat de laatste klinknagel was geplaatst. Met deze plaquette wordt ook beoogd om de inspanningen van de mensen die hebben meegewerkt om dit belangrijke deel van het spoornet van Nieuw-Zeeland tot stand te brengen.

Om 9 uur kreeg ik een mooi vergezicht over grazige graslanden op Mt. Ruapehu met zijn sneeuwkappen! Ik zette even de auto stil om ervan te genieten. Hier herinnerde ik mij weer het fragment in de video van de Māori carver Hayz Isherwood, waarin hij het gevoel van thuiskomen beschrijft als hij vanuit het zuiden komend “zijn” bergen weer ziet. Ook vanaf het zuiden is het zicht op de vulkanen zeker overweldigend! Hiermee nam ik afscheid van “De Bergen” van het Noordereiland.

20231215_090345 (2)
Ten zuiden van Tongariro National Park (NZ): zicht naar het noorden op de met sneeuw bedekte vulkaan Mt. Ruapehu

De State Highway nr. 1 slingerde zich vervolgens door een groen en bergachtig landschap in de Manawatu-Whanganui Region, een regio waarbinnen ook het district van de vulkanen en het Tongariro National Park valt. De weg volgt in grote lijnen de grillige loop van de Rangitīkei Rivier. Na een uurtje bereikte ik weer een infrastructureel interessant punt: de Mangaweka Cantilever Bridge brug. Eigenlijk zijn het twee bruggen: op 30 meter naast de oude brug die dateert uit 1904 ligt een nieuwe brug die in 2020 is geopend. De vervanging van de oude brug was noodzakelijk, omdat in 2016 bij een inspectie ernstige gebreken aan die brug waren geconstateerd. In een video wordt in time-lapse de bouw van de nieuwe brug getoond: het is interessant om te zien hoe de bouw vordert in een tijdsbestek van iets minder dan 4½ minuut! De brug is op vele vlakken van belang: niet alleen van algemeen historisch belang, omdat hij ontworpen is door een destijds beroemd ingenieursbureau, maar ook van lokale betekenis, omdat hij aan de ontwikkeling van land- en bosbouw in deze streek heeft bijgedragen. Dat de rol van de brug voor de gemeenschappen nog steeds groot is, bleek in 2016: vanwege de gebreken wilde men de brug slopen, maar de mensen hebben zich toen – met succes! – sterk gemaakt om de brug te behouden.
Uit bouwkundig oogpunt is deze brug ook bijzonder: het is de eerste en de enige stalen ophaalbrug die in Nieuw-Zeeland is gebouwd. Twee Māori stammen hebben zich in de loop van de eeuwen in deze streek gevestigd, maar toen de blanken in de 1860er jaren land begonnen te kopen voor landbouw en veeteelt en de infrastructuur (zoals de North Island Main Trunk spoorlijn) uit te breiden, werd de noodzaak van een goede oeververbinding steeds groter. Omdat het gebied erg overstromingsgevoelig is, heeft men gekozen voor een ontwerp van een brug zonder pijler in het midden van de rivier en voor een plek waar al eerder oversteekplaatsen waren geweest. De oude brug is een stalen vakwerkbrug van ongeveer 141 meter lang met drie bogen. Er is één rijbaan met een houten wegdek. Aan de brug is sinds de oplevering in 1904 nauwelijks iets veranderd, op kleine reparaties na. Pas in 2016 kwamen bij een veiligheidsinspectie grote gebreken aan het licht, waardoor de bouw van een nieuwe brug noodzakelijk werd. Vreemd genoeg is destijds de oude brug nooit officieel geopend! Bij de oplevering van de nieuwe brug heeft ook de opening van de inmiddels voor voetganger en fietsers bestemde brug plaatsgevonden…
Toen ik een eindje over de brug gewandeld was, zag ik dat tussen een van de plankieren een fraai plantje groeide: het stond daar stilletjes met lila bloemen te bloeien. Het is duidelijk een composiet uit de Asterfamilie, maar wat het precies is heb ik niet met zekerheid kunnen achterhalen: is het nu een Wild cineraria (Senecio elegans) of toch een Waterdistel (Senecio glastifolius)? Beide soorten komen oorspronkelijk uit Zuid-Afrika, maar zijn inmiddels helemaal in Nieuw-Zeeland ingeburgerd. Mogelijkerwijs is het toch de Australische madelief (Brachyscome iberidifolia), die in dat land inheems is… Hoe dan ook: het was een mooi gezicht om dit leuke plantje fleurig te zien groeien in zo’n “technische” omgeving!

Het landschap is hier heel indrukwekkend: de rivier stroomt door een diepe kloof, waarbij aan beide oevers hoge rotswanden van grijzig gesteente oprijzen. De rotsen bestaan uit een soort sedimentaire klei uit de lang vervlogen tijden dat het gebied nog onder de zeespiegel lag – deze soort klei komt maar zelden voor in Nieuw-Zeeland! Bij de grijzige kleur van de rotsen paste de wittige bloesem van de grote Mānuka-struiken erg goed.

20231215_101426 (2)
Ten noorden van Hunterville: zicht op de steile rotswanden langs de Rangitīkei River met de nieuwe brug en een bloeiend Mānukaboom op de voorgrond

Bij de nieuwe brug staat sinds mei 2022 een pou, een rijkelijk bewerkte houten paal die normaal gesproken grenzen in het land aanduidt of een plek van betekenis markeert. Dit Māori-kunstwerk van de hand van de Nieuw-Zeelandse ontwerper Maiki Potaka, die van Māori-afkomst is, staat hier ook op een bijzondere plek: aan de Rangitīkei rivier die de grens vormt van het leefgebied van twee Māori stammen. Hij heeft hiermee de eeuwenoude verbindingen tussen de twee stammen willen benadrukken en de werken van hun beroemde voorouders willen tonen. In de pou zijn prachtige motieven verwerkt die allemaal uit legenden voorkomen en daarmee een speciale betekenis hebben. Traditioneel zou zo’n pou van hout zijn, maar nu heeft de kunstenaar Cortenstaal gebruikt: hij zegt erover dat het materiaal niet alleen erg weersbestendig is, maar dat het ook “an organic feel to it” heeft.

20231215_101832 (2)
Ten noorden van Hunterville (NZ): bij de nieuwe Mangaweka Brug over de Rangitīkei rivier staat sinds 2022 een pou (een traditionele Māori markeringspaal) van Cortenstaal, ontworpen door Maiki Potaka, die de verbinding tussen twee Māoristammen wil benadrukken

Het landschap rond deze bruggen deed me sterk denken aan de Rheinschlucht ten westen van Chur in Zwitserland, waar ik op 21 september 2018 langsgereden ben met de trein: daar heeft de nog jonge Rijn een bedding uitgesleten in het kalkrijke gesteente! Over uitslijten gesproken: ik zag vanaf de brug dat hier zgn. “potholes” in de rotsen van de rivierbedding waren ontstaan! Deze potholes (die niet verward moeten worden met gaten in wegen!) komen tot stand doordat gedurende heel lange tijd (kiezel)stenen door de waterstromen rondgeslagen worden en op deze manier de bedding uitschuren.

Niet lang nadat ik beide bruggen en het mooie Māori kunstwerk achter me had gelaten, bereikte ik het kleine stadje Hunterville, waar ik een koffiestop maakte. Ik zette de auto neer vlakbij een gazon met een bronzen beeld van een energieke, wat ruig ogende hond die op een groot rossig rotsblok stond en dartel een voorpoot had opgetild. Met dit beeld uit 1998 werd een eerbetoon gebracht aan de Huntaway hond – op een bronzen plaquette stond: “A tribute to the New Zealand Huntaway dog – a farmer’s best friend“. Een Huntaway dog is een type herdershond dat gespecialiseerd is in het drijven van schapen en dat doet met zijn blaf. Er zijn maar een paar eisen waaraan zulke honden moeten voldoen: ze moeten groot, zwaar gebouwd, intelligent, maar ook wendbaar zijn, ze moeten dagen lang kunnen werken in steil en ruig terrein en grote schaapskuddes over lange afstanden kunnen drijven. Ze moeten een zware blaf hebben en dit blaffen lang kunnen volhouden. De meeste Huntaway dogs hebben een zwart met bruine vacht. Ze kunnen gladharig, ruwharig of langharig zijn – het maakt niet uit, als ze maar goed in hun werk zijn! Hoewel dit type hond al sinds de 19e eeuw is “doorgefokt” op die specifieke kenmerken, heeft de New Zealand Kennel Club het ras pas in 2013 erkend als een echt (Nieuw-Zeelands) ras. Dat het standbeeld als eerbetoon in Hunterville staat is niet vreemd: ieder jaar wordt hier een speciaal festival rond de Huntaway dogs georganiseerd!
Een ander eerbetoon wordt gegeven aan “all animal companions – pet and mascots“: op een bronzen plaquette die vlakbij het Oorlogsmonument van Hunterville tegen een heg staat, wordt uitgelegd dat dieren (honden, katten, duiven) in de harde omstandigheden van oorlog door hun niet aflatende toewijding en trouw de mensen een soort gevoel van normaliteit en vrede hebben gegeven. Daarvoor worden deze dieren nu geëerd!

Ook hier is “oorlog” niet ver weg… Maar eerbetoon evenmin: een geel bordje met een rode “poppy” erop geeft aan, dat het grasveldje vlak naast de plaquette voor de “pet and mascots” een “Field of Remembrance” is, dat is opgedragen aan de gevallenen tijdens Nieuw-Zeelands militaire operaties. Daar weer vlakbij staat het Hunterville War Memorial. Dit oorlogsmonument bestaat uit een ereboog van wit pleisterwerk met het opschrift “For King and Country” en een uit grijs hardsteen gehouwen, slanke obelisk op een sokkel. Het oorlogsmonument voor de gevallenen in de Eerste Wereldoorlog werd in 1923 onthuld. Op zwarte plaquettes aan de staanders van de ereboog staan de namen van de gevallenen, afkomstig uit Hunterville – de lijst is lang en bevat vaak meerdere mannen met dezelfde achternaam… Een wit smeedijzeren hek geeft toegang tot de obelisk. De inscriptie op de sokkel luidt: “Sacred to the memory of the men who laid down their lives for freedom’s cause in the wars 1914– 1918“. Daaronder staat: “They died that we might live“. Op de voet van de sokkel staan de namen van hen die in de Tweede Wereldoorlog (en daarna) zijn gevallen.

Na de koffiestop in een restaurantje vlakbij het oorlogsmonument (met mijn favoriete long black) vervolgde ik tegen 11 uur mijn tocht. Naarmate ik verder naar het zuiden reed, werd het landschap minder boeiend en het weer helaas ook minder zonnig. Op zeker moment kon ik ervoor kiezen om even naar de kust te rijden, maar dat heb ik niet gedaan: ik zag in het westen nogal wat mist hangen… Tegen een uur of een reed ik de stad Wellington in, waar ik door kleine en vooral drukke straatjes mijn weg moest zoeken naar mijn appartementje. Toen bleek mijn overigens erg behaaglijke auto, de Toyota RAV4, hier en daar wel wat breed voor deze stad – maar ik bereikte met alle spiegels er nog aan veilig mijn bestemming. Bij het uitstappen merkte ik ook meteen waarom de stad haar bijnaam “Windy” had gekregen: wat stond er een wind!

Korte wandeling door Wellington

De wind trotserend heb ik een verkennende wandeling door de hippe uitgaanswijk gemaakt, waar ook mijn goed geoutilleerde appartement was. Ik zag een wat merkwaardig opgetuigde kerstboom met vreemde ornamenten (het waren wel cones, maar niet zozeer in de zin van dennenappels maar eerder ijshoorntjes…!). Het oogde desondanks feestelijk: op de “sokkel” waren ook gestileerde bloemen van de overal bloeiende Christmas Trees afgebeeld en behalve het Merry Christmas stond er ook dezelfde wens in Māori: “Meri Kirihimete“! Verderop was een groot mozaïek van een vis in het plaveisel gemaakt – het blauwe vissenoog deed me denken aan de indringende blik die de ogen van de beelden hebben die de Māori carvers maken!

Tussen de kerstboom en het mozaïek staat sinds 1999 het beeldhouwwerk Le Mouana – De Zee. Het beeld is gemaakt van Kairuru marmer, afkomstig uit Tāraka in de Nelson Region op het Zuidereiland. De beeldhouwer is Logan Shipgoods, waarover niet veel bekend is. Hij heeft in het beeld vele aspecten en levensvormen van de zee verwerkt. Op zeker moment leek het alsof het zeemonster een feesthoedje op had, maar dat was de top van de kerstboom op de achtergrond!

In de binnenstad van Wellington staan mooie en bijzondere gebouwen. Een voorbeeld hiervan is het uit 1937 stammende en in Jugendstil dan wel in Art Deco-stijl gebouwde Central Fire Station. Het staat nu te midden van nieuwe gebouwen, zoals flats en supermarkten. Er is wel aandacht besteed aan het doel van het gebouw, want de vuurrode accenten op de voorgevel zijn wel grappig! Het gebouw heeft inmiddels een andere bestemming gekregen.

20231217_152127 (2)
Wellington (NZ): in het centrum van de stad staat de historische, voormalige brandweerkazerne uit 1937 met mooie Art Deco/Jugendstilaccenten

Ook recentelijk zijn imposante gebouwen neergezet, zoals de Grieks-Orthodoxe kerk met haar karakteristieke koepel. De plaquette op de muur geeft in gouden letters aan dat de eerste steen op 22 november 1970 is gelegd en dat het gebouw in 1971 tot stand gekomen is. Op een andere, marmeren plaquette staat dat het land op Kerstdag 1940 geschonken is door een echtpaar van Griekse komaf. Op deze plek heeft van 1947 tot 1970 een oudere kerk gestaan, die feitelijk niet meer was dan een omgebouwde Amerikaanse legerbarak die door de Nieuw-Zeelandse overheid was aangekocht.

20231217_151114 (2)
Wellington (NZ): zicht op de Grieks-Orthodoxe kerk uit 1970 staat op de plaats van een oudere kerk op een in 1940 geschonken grondstuk
Zondagse wandeling naar Mt. Victoria en Mt. Albert

Op zondag was het nog steeds erg bewolkt en winderig, maar de regen was in ieder geval opgehouden. Ik besloot om de wandelschoenen maar eens aan te doen en een wandeling te maken naar Mt. Victoria, een 196 meter hoge heuvel ten noorden van de wijk, waar ook mijn verblijf ligt. Deze bergtop vormt een onderdeel van een Groene Band (de Wellington Town Belt) die van noordwest naar zuidoost loopt en aan de noordzijde van de binnenstad ligt. Het bijzondere vind ik dat de groenstrook wordt beschermd door een echte wet: de Wellington Town Belt Act 2016! Oorspronkelijk heette de heuvel “Tangi Te Keo”: deze Māori naam was gebaseerd op een legende waarin twee taniwha (monsters) probeerden te ontsnappen uit de baai van Wellington die toen nog een afgesloten meer was. Toen de ene taniwha strandde en doodging, veranderde zijn ziel in een vogel, Te Keo. De vogel vloog naar de heuveltop en rouwde (tangi). De andere naam die naast de Engelse naam op het welkomstbord aan het begin van het park staat is “Matairangi”, wat “de hemel bestuderen” betekent.

20231217_104602 (2)
Wellington (NZ): overzichtskaart van de Wellington Town Belt, de strook met parken die zich van noordoost naar zuidwest door de stad uitstrekt met o.a. Mt. Victoria

Hoewel het een populaire wandeling is, ontmoette ik op deze zondagochtend niet veel mensen. De route voerde langs smalle paden over de dichtbeboste helling: hier en daar waren er ook trappen. Het was best een klimmetje, maar hier en daar was er een mooi, maar bewolkt vergezicht op de stad. Ik zag in het westen wel al de klokkentoren van het National War Memorial staan – daar wilde ik in de loop van de middag ook nog heen! Eenmaal boven op de heuveltop was het uitzicht door de bewolking niet erg scherp – bovendien stond er nog een stevige wind, waardoor ik nogmaals begreep waarom de stad echt haar naam eer aandeed: inderdaad “Windy Wellington“!

Behalve de dikke bomen in het bos zag ik natuurlijk ook weer vele planten – sommige soorten zijn inheems en anderen zijn geïmporteerd. Indrukwekkend waren de enorme varens waarvan de nieuwe bladeren zich juist aan het ontrollen waren! Ook zag ik een heester met deels nog groene, maar ook al rijpe vruchtdozen, die rond waren en bezet met stekels. Deze heester heet in Māori Whau en in het Engels New Zealand Mulberry (Entelea arborescens, de Nieuw-Zeelandse moerbei). Het is echt een plant die vol in de zon moet staan en geen bladerdek boven zich verdraagt. Hij komt ook steeds dicht bij de zeekust voor. Het hout is heel licht van gewicht: de Māori gebruikten het voor dobbers, boeien en vlotten.

Ergens stond een lange laan met hoge bomen waarvan de bloemen nog net niet bloeiden. Toen ik dichterbij kwam, herkende ik hen als de Christmas Tree (in Māori Pōhutukawa, met de Latijnse naam Metrosideros excelsa), maar dan de cultivar met gele bloemen! Een andere kleurrijke inheemse plant is de Poroporo (Solanum lanciatum), die in het Engels ook wel Kangaroo apple wordt genoemd: deze tot de nachtschadefamilie behorende grote rankende plant heeft bloemen van een prachtig paarse kleur, met een heldergeel “snuitje” als stamper en meeldraden. De vruchtjes zijn eivormig en lijken wat op pruimtomaatjes. In december waren ze natuurlijk nog groen – in het najaar (hier dus in maart, april!) rijpen ze af tot goudgeel.

Niet-inheemse soorten zag ik ook. In de berm groeide het uit Zuid-Afrika afkomstige Capeweed dat familie is van de zonnebloem – het bloeide met miniatuur-zonnebloemen: stervormige, zachtgele bloemblaadjes stonden parmantig rond een donker hart. Ook hier stond op een vochtige plek in de schaduw de grote witte Aronskelk (Arum) in volle bloei! Het gaf wat licht aan deze toch wel sombere dag.

Ik liep steeds verder over de groene heuvelrand van de Wellington Town Belt naar het zuiden. De route van de Southern walkway leek eerst een steile helling op te leiden, maar de pijlen wezen naar een pad zonder veel hoogteverschillen. Op deze manier bereikte ik het Mausoleum van Truby King en de omringende tuinen. De van origine Britse arts Frederic Truby King (1858–1938) en zijn vrouw Isabella (1860–1927) hebben veel betekend voor de gezondheidszorg rondom moeder en kind. Zij richtten de Plunket Society op, vernoemd naar Lady Victoria Plunket (1873–1968) met als doel om op praktisch vlak de doelgroep te dienen door het opleiden van vroedvrouwen en het bevorderen van gezonde leefomstandigheden. Het was duidelijk dat de impact van het werk van Frederic Truby King groot was: hij kreeg in 1938 als eerste niet-politicus een staatsbegrafenis.

20231217_121202 (2)
Wellington (NZ): zicht op het Mausoleum van Frederic en Isabella Truby King, die zich in het begin van de 20e eeuw hebben ingezet voor een betere gezondheidszorg voor moeder en kind
20231217_120950 (2)
Wellington (NZ): eerbetoon op het Mausoleum voor Frederic en Isabella Truby King vanwege hun inzet voor een betere gezondheidszorg voor moeder en kind

Net als in de andere metselwerken is er een bijzondere soort roodglanzend baksteen verwerkt in een plantenbak met daarin een imposante Steenbreek die uitbundig bloeide. De rossige kleur van de hartjes van de bloemen kleurde mooi bij de warme gloed van de stenen. Vlakbij stond een Koolpalm (Cordyline australis), die ook in bloei was. Deze boom is inheems in Nieuw-Zeeland en behoort tot de Aspergefamilie! Deze Koolpalm heeft ook voor de Māori veel betekend: zij gebruikten de scheuten en wortelstokken om er een natuurlijke zoetstof van te koken of geneesmiddelen van te maken en de vezels uit de lange bladeren voor het maken van ankertouwen (omdat de vezels bestand zijn tegen vooral zeewater), matten en andere gebruiksvoorwerpen. Nu wordt de boom vooral aangeplant als sierplant.

Een herinnering aan de goede werken van het echtpaar Truby King vormen de bronzen medaillons bij het Mausoleum: een moeder houdt een baby koesterend op de arm – ik zag haar op de rug. Rondom was het opschrift: “To help the mothers and save the babies“. Het Mausoleum en het Park maakten vroeger deel uit van een groter geheel: er zijn nu meerdere gebouwen in dezelfde stijl die niet allemaal toegankelijk zijn, omdat ze in andere handen overgegaan zijn. Ergens zag ik ook een bouwwerk in dezelfde rossig-glanzende baksteen waar een traliehekwerk voor stond; op een bord werd gewaarschuwd dat het een earthquake prone building was, dat onderzoek gaande was (ook naar asbest…), maar dat het dus verboden terrein was.

Vanaf het Mausoleum vond ik mijn weg naar een ander hoog punt op de Southern Walkway, de Mt. Albert, op 182 meter hoogte. Hier had ik wel het mooie, vrije uitzicht over de stad, het vliegveld en de zee, dat ik bij Mt. Victoria had gemist. Er was een zendmast voor TV etc. en een “trigstation“, een baken voor geodesie, het bewaken en het in kaart brengen van ’s lands oppervlakte.

Het was inmiddels aardig weer geworden en ik genoot van het uitzicht: naar het zuiden over de woonwijken naar de zee en naar het oosten waar ik het vliegveld zag liggen. Ik stond daar on top of the world!

20231217_131022 (2)
Wellington (NZ): uitzicht vanaf Mt. Albert (182m) op de Wellington Town Belt naar het zuiden over de stad en de zee
20231217_131123 (2)
Wellington (NZ): uitzicht vanaf Mt. Albert (182m) op de Wellington Town Belt naar het oosten op het vliegveld

Op de terugweg keek ik nog even om: daar zag ik op de top van Mt. Albert het geodetische teken staan, maar ook de rijke groene begroeiing en de hier en daar bloeiende Mānuka-struiken. Wonderlijk hoe zo’n grote stad toch zoveel groen kan hebben en via wetgeving kan koesteren!

20231217_131706 (2)
Wellington (NZ): op de terugweg een blik achterom naar Mt. Albert (182m) met groene begroeiing als onderdeel van de Southern Walkway
Het National War Memorial Park

Vanaf het uitkijkpunt op Mt. Albert liep ik weer een gedeelte van de mij nu bekende weg terug in de richting van de stad, op weg naar het National War Memorial Park. Op een van de groene hellingen stonden grote en oude naaldbomen, maar er was ook plek voor jonge inheemse boompjes: hier was een herinneringsbos aangelegd voor de veteranen van de New Zealand Defence Force, de Nieuw-Zeelandse krijgsmacht, bestaande uit de Marine, Landmacht en Luchtmacht. Een plaquette op een omgezaagde boom vermeldde het opschrift “Matariki Tu Rākau“, waarbij Matariki behalve voor de sterrencluster van de Plejaden (het Zevengesternte) staat, ook voor het moment van het Māori Nieuwjaar is en Tu Rakau de Nieuw-Zeelandse overheidsinstantie voor bosbeheer. Daaronder stond dat ook dit bos onderdeel was van een landelijk project waarbij overal in Nieuw-Zeeland dergelijk bosbestand wordt aangelegd om stil te staan bij de verdiensten van lokale leden van de krijgsmacht – nu en in het verleden. Het project is van start gegaan in 2018, honderd jaar na het einde van de Eerste Wereldoorlog. Hier waren op 15 juni 2018 veertig inheemse Tōtara (Podocarpus totara) coniferen geplant. Na 5½ jaar stonden ze er mooi bij!

20231217_134259 (2)
Wellington (NZ): op een helling met oude bomen zijn in juni 2018 jonge inheemse Tōtara coniferen (Podocarpus totara) geplant als eerbetoon aan Nieuw-Zeelandse militaire veteranen

Na een voettocht van krap een halfuur door steile en drukke straten kwam ik uit bij het National War Memorial Park, dat in de jaren voorafgaande aan 2015 rondom het oorspronkelijke War Memorial uit 1932 was ingericht. De officiële naam luidt: Pukeahu National War Memorial Park. De plaats heeft voor de Māori een gewijde betekenis: pukeahu betekent “sacred hill“. Rond 1350 na Chr. was deze heuvel ingenomen door de Māori. Toen de Europeanen kwamen, werden hier Britse militaire bases ingericht en later een gevangenis die veracht werd door de inwoners van Wellington en uiteindelijk in 1931 werd afgebroken.
Het National War Memorial Park is op 18 april 2015 geopend – als herinnering aan de Eerste Wereldoorlog, die 100 jaar daarvoor heeft gewoed, de First World War centenary en ook op tijd voor de herdenking dat het 100 jaar geleden was dat de landing in Gallipoli plaatsvond. Het 50 meter hoge National Memorial Building en de klokkentoren (Carillon Tower) zijn een vast onderdeel van de skyline van de stad sinds de opening op ANZAC Day 1932. Er zijn door acht landen met wie Nieuw-Zeeland een militaire verleden deelt, gedenktekens geschonken die verspreid over het park staan: Australië, Turkije, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, de Verenigde Staten, België, Duitsland en de Eilanden in de Stille Oceaan.
Ook de beplanting in het park is ook een “levend gedenkteken” voor de militaire geschiedenis van Nieuw-Zeeland. De Rengarenga lilies (Arthropodium cirratum) met hun witte bloemtrossen staan voor de op Armistice Day bereikte vrede. Rozemarijn symboliseert de herinnering aan allen die zijn overleden. De rode bloemen van de New Zealand Christmas Trees verbeelden het bloed van Tāwhaki, een Māori vooroudergeest die de weg wijst van de aarde naar de hemel. Ze stonden nu in volle bloei, dus ik had niet op een beter moment kunnen komen… Olijfbomen zijn een universeel symbool voor vrede en vriendschap.

20231217_141945 (2)
Wellington (NZ): ingang van het National War Memorial Park – Pukeahu staat voor de heuvel waarop het park ligt

Een duidelijke plattegrond geeft aan wat waar is. Daarop is ook te zien dat het ANZAC Square plein over de State Highway nr. 1 is aangelegd: het is de 130 meter lange tunnel, de Arras Tunnel, vernoemd naar de Franse stad als eerbetoon aan de in die stad verrichte inspanningen van de Nieuw-Zeelanders in de Eerste Wereldoorlog. De tunnel werd geopend op 29 september 2014. Door deze ondertunneling is het gebied van het National War Memorial Park één groot geheel geworden.

20231217_143357 (2)
Wellington (NZ): bij de ingang van het sinds 2015 ingerichte National War Memorial Park staat een overzichtelijke plattegrond
Andere monumenten en gedenktekens

Bij het binnentreden van het Park vallen niet alleen het National Memorial monument en de Bell Tower uit 1932 op, maar zeker ook het op 20 april 2015 onthulde Australisch-Nieuw-Zeelands monument. Dit monument was het eerste monument voor een vreemde mogendheid. Het staat voor de lange en innige relatie tussen de volkeren van Australië en Nieuw-Zeeland. De 15 rode kolommen van zandsteen staan voor het hart van Australië. Elke kolom staat op een strook van rode steen. De stroken van grijze steen daartussen staan voor het Nieuw-Zeelandse landschap. De verstrengeling van de contrasterende stroken symboliseert de nauwe band tussen de twee staten. De centrale kolom bevat een zwarte strook met de afkorting ANZAC (het acroniem voor “Australian and New Zealand Army Corps”) In de zwarte platen op zeven van de rode kolommen staan de namen vermeld van de belangrijkste plekken waar Australiërs en Nieuw-Zeelanders zij aan zij hebben gediend. Zeven andere kolommen tonen kunstwerken van de oorspronkelijke volkeren van beide landen. De Aboriginal and Torres Strait Islander art door een ontwerpstudio uit Sydney laat culturele kunst en aspecten van oorlog en vrede zien. De kunstwerken door de Nieuw-Zeelandse kunstenaar Jacob Manu Scott zijn gewijd aan de gebruiken (tikanga) van de Māori: de Wairuatanga (dat staat voor spiritualiteit), Whanaungatanga (verwantschap en familiezin) en Kaitiakitanga (bescherming, “rentmeesterschap”).

20231217_142112 (2)
Wellington (NZ): zicht op het Australisch-Nieuw-Zeelands monument uit 2015 bij het National War Memorial Park

Het Turkse monument herinnert aan de gemeenschappelijke geschiedenis in conflicten, maar ook aan de langjarige vriendschap tussen Turkije en Nieuw-Zeeland. Het gedenkteken bestaat uit een roodbruin, gepolijste betonnen plint, waarin stenen van de stranden bij Gallipoli zijn verwerkt. Daarop liggen twee hoofddeksels liggen, een Nieuw-Zeelandse en een Turkse. Op de staande wand met bronzen plaquette zijn de halve maan en de ster opengewerkt. Daaronder staat de beroemde en ontroerende tekst van de toenmalige leider van Turkije, Mustafa Kemal Atatürk, waarin hij de moeders van de Nieuw-Zeelandse mannen geruststelt: hun jongens liggen vreedzaam op Turkse bodem – zonder onderscheid of ze nu Johnnie of Mehmet heten. Hij vraagt de moeders om hun tranen te drogen, want zij die gesneuveld zijn, worden ook zonen van Turkije en ze zijn daarom veilig…
De tekst luidt:
Those heroes who shed their blood and lost their lives, you are now lying in the soil of a friendly country.
Therefore rest in peace.
There is no difference between the Johnnies and the Mehmets to us where they lie side by side in this country of ours.
You, the mothers who sent their sons from far away countries wipe away your tears, your sons are now lying in our bosoms and are in peace.
After having lost their lives on this land they become our sons as well.

Veel luchtiger in design, maar niet minder intens is het Engelse monument: het zijn twee boomsoorten die samengevlochten zijn: een Britse eik en een Nieuw-Zeelandse Christmas Tree: het gesloten, veelkleurig bladerdek waarin eikenblad in alle kleuren groen en rode bloemen van de Pōhutukawa samen komen, lijkt bescherming te geven! Daarom luidt de titel van dit monument “Whakaruruhau“, dus Shelter. Hoe licht het kunstwerk ook lijkt: het is gebouwd om bestand te zijn tegen de harde wind in Wellington – gebruikte materialen zijn koolstofstaal, brons en polycarbonaten. Hierbij weegt het “bladerdak” van 7 meter lang 2½ ton en de boomstammen 1,7 ton!

Niet ver van het Engelse monument ligt het Franse monument, dat weer heel anders van sfeer is: op asymmetrisch geplaatste blokken van Frans hardsteen staat een gedicht van Guillaume Apollinaire (1880-1918), “Le Calligramme“.

20231217_143226 (2)
Wellington (NZ): het Franse monument in het National War Memorial Park is een gedicht van Guillaume Apollinaire (1880-1918) op natuursteen

Het Belgische herdenkingsmonument ligt in het oostelijke gedeelte van het Park. Het heet de Laurel Memorial Wreath (de herdenkingslaurierkrans, in het Maori  Te Rau Puapua Whakamaumaharatanga) – in dit uit weersbestendig Cortenstaal gemaakte kunstwerk worden Belgische en Nieuw-Zeelandse aspecten met elkaar verweven om zo de gemeenschappelijke banden te tonen. De krans is gemaakt van olijfbladeren, een internationaal erkend vredessymbool. De “poppies“ en inheemse bladeren komen terug in het hart van de krans. Twee bekende Belgische kunstenaars hebben dit monument ontworpen – het lijkt op het kunstwerk dat in Merelbeke, Oost-Vlaanderen staat, een stad die in de Tweede Wereldoorlog zwaar gebombardeerd werd. Het werd in september 2017 onthuld – 100 jaar na de Slag om Passchendaele (ook wel de Derde Slag om Ieper genoemd).

20231217_145619 (2)
Wellington (NZ): het Belgische monument uit 2017 in het National War Memorial Park dat een herdenkingskrans van olijfbladeren in Cortenstaal vormt

Het Pacific Islands Memorial heet in het Māori Te Reo Hotunui o Te Moana-nui-a-Kiwa“, “The deep sigh of the Pacific” (De diepe zucht van de Pacific). Met dit monument wordt de voortdurende vriendschap tussen Nieuw-Zeeland en de eilanden in de Stille Oceaan weergegeven en de bijdragen die de bewoners van deze eilanden hebben geleverd ter ondersteuning van Nieuw-Zeeland in de twee Wereldoorlogen en latere conflicten. Het ontwerp toont een grote bronzen schelp van een zeeslak (de conch), die van grote symbolische waarde is binnen de cultuur van de volkeren in het gebied van de Stille Oceaan. De buitenzijde is geheel bedekt met ingegraveerde ”poppies”.

In het National War Memorial Park was ook plek voor Māori-elementen: zo staat er een bronzen sculptuur van de kuia, een vrouwelijke voorouder (Hinerangi) paraat voor “de” oproep (de karange). De figuur staat op een speciale plek: ze kijkt naar het Graf van de Onbekende Soldaat, maar ook naar de berg Araoki/Mt Cook op het Zuidereiland. In de traditie van de Māori gaan de zielen van de overledenen over de heuvels van hun voorouders om eer te betonen aan hen die nog in de “echte” wereld achterblijven voordat zij terugkeren naar het noorden… Het beeld is van de hand van de uit de omgeving komende kunstenaar Darcy Nicholas (*1945). Er naast ligt een van de drie stenen, die onderdeel zijn van van het tuinproject “Ngā Tapuwae o te Kāhui Maunga”(The Footsteps of the Ancestors). Hiermee wordt aangegeven hoe belangrijk de plek van het National War Memorial en het park voor de Māori is.

Dan het oorspronkelijke National War Memorial en de Bell Tower uit 1932: deze gebouwen steken overal bovenuit. De nu bloeiende Christmas Trees en daarboven de dreigende wolkenluchten verlenen de omgeving wel wat dramatische kracht…

20231217_143437 (2)
Wellington (NZ): zicht op het National War Memorial Park met de uit 1932 stammende Bell Tower
20231217_143919 (2)
Wellington (NZ): zicht op de muur van het oorspronkelijke gedenkteken uit 1932 in het National War Memorial Park

De Bell Tower is een indrukwekkend gebouw. Het carillon heb ik niet gehoord, maar dat moet ook erg indrukwekkend klinken. Het gebouw heeft mooie details, zoals gestileerde rozetten. Op het plein voor de toren staat het bekende bronzen beeld van The Man with a Donkey als eerbetoon aan de medics die tijdens de Eerste Wereldoorlog met gevaar voor eigen leven zo goed mogelijke medische zorg verleenden.

In 2004 is het kunstwerk “Graf van de Onbekende Soldaat uit de Eerste Wereldoorlog” onthuld bij het National War Memorial. Deze Onbekende Soldaat is een van de kwart miljoen Nieuw-Zeelanders die gediend hebben in overzeese oorlogen Hij is een van de 30.000 soldaten die gesneuveld zijn en een van de meer dan 9.000 gesneuvelden die geen bekend graf hebben of wier stoffelijk overschot niet is gevonden. De naam en de rang, het regiment, het ras, het geloof en nog andere details van deze soldaat zijn onbekend: hiermee staat hij, als eerbetoon, voor alle Nieuw-Zeelanders die in oorlog niet meer bij hun families konden zijn. De Commonwealth War Graves Commission heeft in 2004 gekozen voor het niet-geïdentificeerd stoffelijk overschot van een Nieuw-Zeelandse soldaat in een graf op de Caterpillar War Cemetry in het Franse Longueval. Daar had in 1916 de Nieuw-Zeelandse divisie gevochten. Op 10 november 2004 heeft de Onbekende Soldaat opgebaard gelegen in het Parlementsgebouw, waarna hij de volgende dag, op Armistice Day, met militaire eer naar het National War Memorial werd overgebracht – meer dan 100.000 mensen stonden langs de route.
Het graf is gemaakt van marmer, graniet, pounamu (de groene Nieuw-Zeelandse jade) en brons. De basis is van zwart graniet en is ingelegd met kruizen van lichtgrijs Tākaka marmer. Deze kruizen staan voor de kameraden die deze Onbekende Soldaat achterliet en die eveneens in dienst van hun land gevallen zijn. Ook symboliseren zij een met sterren bezaaide hemel, waarmee de afstand die hij heeft afgelegd wordt aangegeven. Rondom deze basis staat een tekst van een karanga (een groet) in het Engels en in Māori, waarmee de soldaat teruggeroepen wordt naar zijn vaderland:
The great pain we feel
Is for you who were our future.
Come back, return home.
We have waited for you
Through the long years
You were away. Sorrow
Aches within me.

Het graf is afgedekt met een bronzen plaat met daarop slechts de woorden
An Unknown New Zealand Warrior
He Toa Matangaro No Aotearoa
”.
De blauwe hemel met de witte wolken werden hierin mooi weerspiegeld…

20231217_144028 (2)
Wellington (NZ): bij de Bell Tower in het National War Memorial Park is het graf van de Onbekende Nieuw-Zeelandse soldaat die gesneuveld is in de Eerste Wereldoorlog

Achter het National War Memorial en de Bell Tower rees het grote, imposante gebouw op, dat het derde onderdeel is van het gehele complex: het Dominion Museum. Vanaf 1936 tot 1998 was hier de nationale kunstcollectie ondergebracht. Toen is de kunstcollectie verhuisd naar het Museum of New Zealand Te Papa Tongarewa (kortweg Te Papa) bij het Wellington Waterfront. Nu is in het gebouw een gedeelte van een Universiteit ondergebracht.

20231217_144704 (2)
Wellington (NZ): achter het National War Memorial en de Bell Tower staat het gebouw van het Dominion Museum uit 1936, waarin nu een gedeelte van de Universiteit gevestigd is

Teruglopend kwam ik nog langs een ander bijzonder gebouw: het voormalig Mount Cook Police station politiebureau uit 1894, dat een strenge uitstraling heeft. Voor de bouw zijn bakstenen gebruikt die destijds door gevangenen zijn gemaakt… Nadat de politie in 1956 verhuisde naar het nieuwe politiebureau in de buurt, werd het een opslagruimte voor het museum dat er vlakbij lag. Het is nu in particuliere handen overgegaan, maar wel een beschermd monument geworden.

20231217_145359 (2)
Wellington (NZ): het voormalige politiebureau uit 1894 op de heuvel naast het National War Memorial

Iets verderop, aan de meest oostelijke kant van het park, staat een oud maar liefdevol gerestaureerd gebouw uit 1914, het “Home of Compassion Crèche“, de eerste kinderopvang in het land dat speciaal hiervoor gebouwd was. Hierin is sinds 2016 het educatieve centrum Queen Elizabeth II Pukeahu Education Centre gevestigd, waar schoolkinderen en andere bezoekers informatie kunnen krijgen over Nieuw-Zeelands ervaringen in de oorlog en daarmee de herinnering daaraan levend houden.

20231217_150046 (2)
Wellington (NZ): aan de oostzijde van het National War Memoriaal Park staat het Queen Elizabeth Education Centre met informatie over de Nieuw-Zeelandse geschiedenis rondom oorlog

Nu had ik weer een mooi uitzicht op Mt. Victoria, waar ik in de ochtend was gestart – uit de donkere wolken kwam geen regen!

20231217_144759 (2)
Wellington (NZ): zicht vanuit het National War Memorial Park op Mt. Victoria met dreigende luchten

Uiteindelijk was het bezoek aan het National War Memorial Park de hoofdreden om Wellington te bezoeken. Ik vond het geheel erg indrukwekkend en een mooi eerbetoon aan hen die zo ver van huis – letterlijk vanuit het andere einde van de wereld – hun leven hebben gegeven voor onze vrijheid in Europa. Dat stemt tot nederigheid en ook tot nadenken over wat echt van belang is: vrede en vooral vriendelijkheid naar elkaar…