Om de kaart te vergroten a.u.b. op het vakje in de linkerbovenhoek klikken! De grotere kaart opent op een nieuwe pagina.
31 juli 2017
Eigenlijk zijn de bergen het ware kunstwerk…
Al enkele weken geleden had Monika mij een bericht gestuurd over de kunsttentoonstelling “Arte Albigna” in het Val Bregaglia, in het Duits het Bergell. Dit is een dal in het Italiaanssprekende gebied in Zwitserland, grenzend aan het westelijke deel van het (Ober)Engadin, met een duidelijk zuidelijk karakter. Een bezoek aan dit dal stond ook al lang op mijn verlanglijstje!
Dergelijke kunstevenementen worden sinds 2010 regelmatig georganiseerd in het Bergell. Ditmaal is het Albigna-stuwmeer uitgekozen als decor om kunstwerken van gerenommeerde kunstenaars te laten zien tegen de machtige bergcoulissen.
Vanwege de lange reis (bijna 3 uur met trein en Postauto vanaf Scuol naar Vicosoprano, Pranzaira/Albigna) ontmoette ik Monika en haar man Olivier al vroeg op het station van Scuol om de trein van 07.41 uur te nemen. De tocht ging door het gehele Engadin, eerst per trein naar het mondaine St. Moritz. Daarna reden we met de Postauto langs de mooie meren van Silvaplana en Sils met uitzicht op de besneeuwde toppen van de Bernina berggroep naar Maloja. Daar had ik een moment van blijde herkenning. Op de wandelborden was het logo van de Via Alpina te zien: hier eindigt Etappe R79 (Chiareggio naar Maloja) en begint de etappe R80 (Maloja naar Juf). Dit keer nam ik de kortste route – mooi, maar wel een beetje gemakkelijk! Ik verheug me op de veel langere tocht van de Via Alpina, die de wandelaar over de route ten zuiden van het Bernina bergmassief voert.
Vanaf Maloja gaat de weg over de Maloja Pas met vele haarspeldbochten steil naar beneden, het Bergell dal in.
In het Bergell aangekomen zagen we al snel hoog boven ons, enigszins dreigend, de stuwdam van het Albigna Meer opdoemen. De halte van de Postauto was vlakbij de in augustus 2016 vernieuwde zweefbaan naar het eindpunt, net onder de stuwdam. Er kunnen 8 personen in de cabine, maar omdat vele kunstminnende mensen op het evenement waren afgekomen, ontstond er een lange wachtrij. We hadden dus de tijd om de folder van de tentoonstelling te lezen en in verwondering omhoog te kijken naar de hoge, bijna verticaal oprijzende berghellingen van graniet.
Het Albigna stuwmeer is in opdracht van het elektriciteitsbedrijf ewz van de stad Zürich aangelegd en in 1959 opgeleverd. Door de aanleg van het stuwmeer kwam er een einde aan de verwoestende overstromingen die het Bergell dal regelmatig teisterden. Als je de steile hellingen en de diepe kloven hierin ziet, dan kan je je wel een voorstelling vormen van de gevaren. Nu verzamelt het water van de Albigna-gletsjer zich in het meer en dient voor de elektriciteitsopwekking van de stad Zürich.
Vanaf het eindstation was het toch nog een steile klim naar de eigenlijke stuwdam, maar eenmaal boven aangekomen hadden we opnieuw een fantastisch uitzicht, zowel over het Val Bregaglia als over het stuwmeer met rondom ruige bergtoppen, zoals de Cima d’Albigna met de Albigna-gletsjer en de Bondasca berggroep.
We liepen over de dam, die zo’n 700 meter lang is. We moesten wel lachen om enkele kunstuitingen: zo hing er halverwege de stuwdam aan de dalzijde een blauw driewielig bestelautootje (een Piaggio) en stond er op de borstwering van de dam een groot buisklokkenspel met echte klauwhamers dat het publiek door het draaien aan een wiel kon bespelen. Toch vond ik dat de natuur de winnende kunstenares was…
De tocht naar de Albigna Hut ging over een steil pad waarbij we van steen op steen moesten stappen – een duidelijk alpiene wandeling. Maar met iedere pauze om even op adem te komen werden we beloond met schitterende vergezichten of juist mooie bloemen. Sommige kunstwerken onderweg zijn ons niet opgevallen; andere werkten erg vervreemdend, zoals drie lantaarnpalen tegen een berghelling. Maar ook nu weer kwam voor mij de natuur op de eerste plaats…
Een uurtje na vertrek van het begin van de stuwdam kwamen we aan in de Albigna Hut, die in 1956 was herbouwd op deze plek. Daarvan getuigt een plakkaat aan de muur van de hut.
In de gezellige berghut genoten we niet alleen van het bijzondere uitzicht met de steeds wisselende kleurcontrasten door zon en wolken.
We genoten ook van een “Bergeller Platte”, met allerlei regionale en andere Zwitserse lekkernijen, zoals gerookte vleeswaren en een kaasspecialiteit, de Sbrinz (uit te spreken als “Sbri-ènz“). Dit is een zoutige, pittig-kruidige harde kaas uit Midden-Zwitserland (omgeving van Luzern), die het beste te vergelijken is met Parmezaanse kaas. Dit alles vonden we een beloning voor de inspanningen van de steile, alpiene tocht naar boven over de grote steenbrokken.
Na een aangename rustpauze met gezellige gesprekken zijn we nog even iets verder de berg opgelopen om (nog meer!) foto’s te maken en om door de verrekijker te kijken naar de echte bergbeklimmers die op de scherpe graniettop van de tegenoverliggende berg La Fiamma (2.446m) stonden…
De terugweg was qua inspanning minder zwaar, maar qua concentratie niet. Toch zag ik nog genoeg interessante en soms vertederende dingen, zoals planten die zich in deze toch onherbergzame leefomgeving dapper weten te handhaven.
Tegen half zes waren we weer terug in Scuol. We sloten deze bijzondere en avontuurlijke dag af op het terras in de tuin van Hotel Altana met een glas Fläscher Chardonnay en lekkere paprikachips (en een karaf water).
Met deze tocht is een einde gekomen aan mijn verblijf in Zwitserland. In de nabije toekomst zal ik graag verder gaan op de weg die ik heb ingeslagen – die van de Via Alpina!
Dag Pauline, wat een belevenissen. ! Je hebt de smaak van de Zwitserse bergen te pakken ! Je moet wel heel sterk en gezond zijn om zulke tochten aan te kunnen en daar ben ik wel een beetje jaloers op. Hoewel, … ik mag met mijn bijna 83 jaren op deze aarde ook niet klagen. Het gaat ons goed en wij beleven op onze manier ook bizondere zaken,maar dan in de sfeer van bizondere ontmoetingen met prachtige mensen. Ze zijn voor ons een voorbeeld. Zo gaat iedereen ,afhankelijk van leeftijd en omstandigheden zijn eigen levenspad. Het jouwe gaat letterlijk en figuurlijk bergopwaarts.
Ik wens je van harte een boeiende tocht en verrijkende ervaringen.
Je “oude” buurvrouw, in vriendschap Tonny.