Om de kaart te vergroten a.u.b. op het vakje in de linkerbovenhoek klikken! De grotere kaart opent op een nieuwe pagina.
29 juli 2017
Een traject van de Bündner Camino: S-charl naar Lü
Na een leerzame week in de schoolbanken was het nu weer tijd om van de buitenlucht te genieten. Ik verheugde mij erop om de bergen in te gaan. Het weer kon niet beter zijn: stralende zon en een aangename temperatuur. De wandeling van vandaag zou ook mooi worden.
Vandaag wilde ik weer eens het traject S-charl – Lü lopen, niet alleen een bekende, oude verbindingsroute te voet van het Unterengadin door het Val S-charl naar het Val Müstair, maar ook één van de etappes van de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella die door het Kanton Graubünden gaat. Ik liep de etappe in omgekeerde richting.
Met de Postauto ging ik opnieuw naar S-charl en verbaasde mij ook nu weer over de merkwaardige geologische omstandigheden van het gebied: vanuit het Engadin, een breed dal met de Inn die diep in een kloof stroomt en met aan weerszijden hoge bergen komt men door een diepe kloof met steile hellingen die onder inwerking van erosie zijn bedekt met fijn en grover bergpuin uiteindelijk in een vriendelijk, breed, glooiend en groen komdal met veel licht. Ik liep het dorp S-charl uit langs de Clemgia beek en keek af en toe achterom. Het was er stil, zelfs het “Gebimmel“, zoals het geluid van koebellen wordt genoemd in het Duits, vervloog snel.
De tocht ging steeds verder het dal in. Eén van de bijzonderheden onderweg is het Tamagur Bos (in het Rhätoromaans “God da Tamagur“), dat als hoogstgelegen bergdennenbos (Arvenwald) van Europa wordt beschouwd. Begin 20e eeuw was dit bosgebied in verval: het vee kon er onbegrensd doorheen lopen en grazen en het hout kon zonder beperking worden gekapt en weggehaald. Nu men enkele decennia geleden besloten heeft om een graas- en kapverbod in te stellen in en rond het bos, heeft de natuur zich inmiddels verbazend snel hersteld. Het Bos heeft sinds 2007 de status van beschermd bosgebied.
Het Tamagur Bos en zijn verval hebben ook de dichter Peider Lansel (1863–1943) uit het Unterengadin geïnspireerd tot het schrijven van een gedicht over de teloorgang van het Bos en de daaraan gekoppelde teloorgang van de Rhätoromaanse taal. Uit dit gedicht, Tamangur, luidt de relevante strofe als volgt:
“Al veider god, chi pac a pac gnit sdrüt
sumeglia zuond eir nos linguach prüvà,
chi dal vast territori d’üna jà
in usché strets cunfins uoss’es ardüt.
Scha’ls Rumanschs nu fan tuots il dovair lur,
jaraj’a man cun el, sco Tamangur.”
In de Duitse vertaling:
“Dem alten Wald, der nach und nach zerfällt,
gleicht sehr unsere liebe Sprache,
die aus dem einstigen, weiten Raum
in die heutigen, engsten Grenzen zurückgedrängt ist.
Wenn die Rumantschen nicht alle ihre Pflicht tun,
wird es mit ihr aus sein, wie mit Tamangur.”
Niet officiële Nederlandse versie:
Het oude bos dat stukje bij beetje in verval raakt
lijkt heel erg op onze geliefde taal
die vanuit de eens zo wijde ruimte
tot binnen de huidige, smalste limieten is teruggedrongen.
Als de Rhätoromanen niet doen wat in hun vermogen ligt,
zal het met de taal net zo slecht aflopen als met Tamagur.
Maar anno 2017 lijkt het gevaar dat zowel het Tamagur Bos als het Vallader zouden kunnen verdwijnen, grotendeels te zijn geweken: het Bos wordt inmiddels beschermd en jaar na jaar wordt de cursus “Vallader” in Scuol door meer dan 130 enthousiaste mensen (zoals ik…) bezocht.
Een andere bijzonderheid in dit dal is de Piz Amalia (2.918m). Deze oorspronkelijk naamloze bergtop is o.a. door de Gemeente Scuol vernoemd naar Prinses Amalia ter gelegenheid van haar geboorte in 2003. Met dit gebaar heeft de gemeente de vriendschapsbanden tussen het Unterengadin en het Koningspaar willen benadrukken. De berg kan worden beklommen – maar dat is voor een andere keer!
Verder lopend over een gemakkelijke weg met aan weerszijden weiden met eindeloos veel bloemen kwam ik bij de alpenhut op Alp Astras, waarna de weg zich splitst: het steile, rotsige bergpad naar rechts gaat naar de Ofen Pas, het steile, rotsige bergpad naar links gaat naar Lü. Hoewel beide routes door indrukwekkende landschappen leiden, koos ik toch voor de weg naar Lü vanwege het licht en het uitzicht.
Dit smalle bergpad wordt niet alleen door wandelaars gebruikt, maar ook steeds meer door mountainbikers. Vele wandelaars storen zich hieraan, maar ik denk dan maar “Laat iedereen zijn plezier hebben” en laat ze vriendelijk voorbijgaan. Op een gegeven moment zag ik twee joggers aankomen – ook een sportieve optie! Tot mijn grote verbazing bleken zij Andrea, mijn leraar Vallader van de afgelopen week, en zijn vrouw te zijn die hardlopend vanuit het Val Müstair, waar ze wonen, naar Scuol gingen om hun auto op te halen… Wat een toeval! We hadden een gezellig gesprek, gevoerd in het – ja zeker! – Vallader. Helemaal vloeiend ging het natuurlijk niet, maar ik troostte mij stiekem met de gedachte dat mijn Vallader in ieder geval beter was dan Andrea’s Nederlands…
Op de Pass da Costainas (2.251m en letterlijk “Pas met de steile hellingen”) aangekomen, het hoogste punt van de wandeling, had ik een prachtig uitzicht over het Val Müstair. Vanaf hier was het nog ongeveer anderhalf uur lopen naar Lü. De omgeving lijkt veel op het Val Avigna, het stille dal met de steile afdaling naar Taufers i.M., waar ik doorheen ben gelopen op 13 juni jl. en waarvan ik toen erg genoten heb. Er zit dan ook maar één bergketen tussen, met de Piz Terza (of ook Urtirolaspitze genaamd, 2.909m) en de Piz Starlex (3.066m).
Verder afdalend in de richting van Lü kwam ik weer in een “berengebied”. Sinds enige jaren zijn er opnieuw bruine beren gesignaleerd in dit gedeelte van Zuidoost Zwitserland. Zij zijn afkomstig uit het Nationale Park Stelvio – Stilfserjoch, net over de Italiaanse grens.
Lü is gelegen op een naar het zuiden gerichte bergschouder met een weids uitzicht over het Val Müstair, zeker naar het westen in de richting van de Ofen pas.
Het dorp ligt ook onderaan een steile helling van de Piz Terza. Een monumentje herinnert aan een tragisch lawine-ongeluk in 1951, waarbij vier personen die meehielpen met de opruimwerkzaamheden, omkwamen.
Ik kwam net op tijd om de mini postauto naar Fuldera te halen. Vlakbij had de boer zijn auto geparkeerd voor zijn boerderij om te gaan eten; achterin de auto zag ik twee hooiharken en een bladblazer. Ik heb al een paar keer gezien dat in dit gebied de bladblazer wordt gebruikt om op steile hellingen het hooi op regels te blazen!
Onderweg in de minibus gaf de enthousiaste buschauffeur toeristische informatie over het gebied. Daarom weet ik nu dat de naam van een rij opvallend afgeplatte bergtoppen boven het dorp Fuldera, de eindbestemming van deze buslijn, de Piz Turettas is.
Ik kon nog net even een glaasje Apfelschorle drinken op het terras van Hotel Staila voordat ik de Postauto naar Zernez nam en vandaar uit de trein naar Scuol. Het was weer een geweldige dag in een prachtig natuurgebied.
Op diezelfde avond en in de daaropvolgende nacht heeft een verwoestend onweer in het Unterengadin gewoed: het Val S-charl is zwaar getroffen met grote aardverschuivingen over de enige toegangsweg. Bewoners en gasten zijn met helikopters geëvacueerd. Twee jaar geleden (eind juli 2015) was dit ook al het geval en nu dus opnieuw… Het dal zal zeker een week niet toegankelijk zijn. Dit toont eens te meer aan hoe verraderlijk de weersomstandigheden in de bergen kunnen zijn.
Dag lieve Pauline, wat een ongelooflijke indrukken laat je ons zien en lezen !
Hartelijke groet,
Tjeerd en Kees