Om de kaart te vergroten a.u.b. op het vakje in de linkerbovenhoek klikken! De grotere kaart opent op een nieuwe pagina.
24 september 2017
Een mooie wandeling ter afsluiting van het wandelseizoen
Vandaag heb ik meegedaan aan de 12e “Bündner Wandertag“, een jaarlijkse happening die nu al voor de twaalfde keer wordt georganiseerd door de vereniging “Bündner Arbeitsgemeinschaft für Wanderwege“, afgekort tot Bündner Wanderwege (BAW).
Dit jaar was Scuol uitgekozen als plaats van waaruit men aan één van de vijf verschillende wandelingen kon deelnemen. Dus voegde ik mij om half tien bij een grote groep van meer dan 100 enthousiaste wandelaars, die op het stationsplein stonden. Ik had gekozen voor “Het onbekende dal – Val Clozza“, en met mij nog 25 anderen. Vanaf het station liepen we eerst door het oude deel van Scuol dat hoog boven het Inndal ligt met de fraaie Engadiner huizen, tot aan de bergbeek Clozza, waar het eigenlijke beginpunt van onze wandeling was. Zodra we de verharde weg en het dorp achter ons gelaten hadden, moesten we meteen over het redelijk steile bergpad flink klimmen… In ganzenpas liepen we in twee groepen achter de gidsen Albert en Ruedi aan door de kloof, waardoor de Clozza zich met veel geruis een weg baant naar het dal. Het was fris en herfstig weer, dus heerlijk om te wandelen.
Onze gids Ruedi maakt ons opmerkzaam op een rots langs ons pad, waaruit water langzaam druppelde: dit had in de loop van de tijd voor prachtige druipsteenformaties geleid, met geschubde rondingen en kleine stalactieten. Dit komt door het koolzuurhoudende water dat door de kalkrijke gesteenten sijpelt. Een mooie verrassing!
In de folder van deze wandeling stond al aangegeven dat we 700 hoogtemeters moesten overwinnen – en dat was ook wel duidelijk te merken! We liepen door schemerige, dichte bossen, dan weer over smalle, stenige paden, maar steeds met het geklater van de Clozza in onze oren. Af en toe werd er een pauze ingelast om even iets te eten of te drinken, want de meesten van ons hadden al een lange reis achter de rug om in Scuol te komen. Op een gegeven moment stonden mensen opgewonden te roepen en te wijzen: een gems aan de andere kant van het dal! Het dier was nauwelijks te onderscheiden tegen de achtergrond van de steile, brokkelige berghelling, maar met enige moeite konden we het opgeschrikte dier ontdekken. Het klauterde heel wat behendiger dan wij dat zouden kunnen, snel de helling op en verdween uit het zicht. Met enig geluk hebben we toch nog een paar fotomomenten gehad – we waren helemaal blij !
Na ongeveer 2 uur klimmen kwamen we lichtelijk buiten adem bij Flöna aan, een berghut uit de 19e eeuw, die nog steeds bewoond is. Het uitzicht is geweldig en het weer op dat moment ook!
Ook hier weer een korte pauze om daarna over een wat minder steil pad naar Nalains te gaan, vlak onder het tracé van de kabelbaan Scuol–Motta Naluns, waar we ons lunchpakket zouden opeten. De gids vertelde onder anderen dat dit deel van het Unterengadin een van de droogste gebieden in Graubünden is en dat er jaarlijks maar 750 mm regen valt, terwijl in Klosters aan de noordkant van de grote bergketen zo’n 1.250 mm. De meeste neerslag komt niet uit het zuidwesten (richting St. Moritz), maar vanuit het noordwesten. Dat leek mij ook nu het geval:
Er bloeiden niet veel bloemen meer, maar er groeiden wel veel paddenstoelen, waaronder deze prachtige vliegenzwam. Het voegde wel veel sfeer toe aan dit “Betoverde Bos”…
Hoger op de helling kregen we weer een indrukwekkend uitzicht over de Piz Pisoc aan de westzijde van het Val S-charl. Bovenop de top ligt de grens van het Zwitserse Nationale Park, waar de jacht verboden is. Het schijnt dat het wild dat weet: eind augustus, begin september trekken de gemzen, reeën en herten zich terug achter die “veilige” grens!
We kwamen rond half één bij het hoogste punt van de wandeling, Nalains aan, een open gebied op de alpenweiden. Het was tijd om uitgebreid te rusten en te eten. Helaas werkte het weer niet zo mee, want er trok wat mist binnen en af en toe viel er een spatje. Maar dat stoorde ons niet erg: het gedeelte van de tocht dat fysiek het zwaarste was, hadden we achter de rug. Maar wat was dat indrukwekkend geweest…
Om een uur of één vertrokken we weer. Vanaf Nalains liepen we over een brede, gemakkelijke weg die ons terugleidde naar Scuol. Omdat we blijkbaar aardig ons tempo hadden gehouden, hadden de gidsen de tijd om het een en ander te vertellen over de omgeving. Het meeste was mij wel bekend, maar het was toch weer interessant om het nog een keertje te horen. Vooral het buitengewoon ingewikkelde geologische verschijnsel van het Engadiner Venster, in het Duits “Unterengadiner Fenster“) werd duidelijker verteld dan dat ik het kan navertellen…
Toen we in Scuol aankwamen en naar het schoolplein liepen, was de zon weer doorgebroken.
Daar stond ik dan weer op het schoolplein, niet om mijn lessen Vallader te volgen, maar om na de wandeling te genieten van een hapje en een drankje, het beloofde “Zvieri”, het “vieruurtje”. De sfeer was geweldig: de zon scheen en iedereen was blij om even te kunnen zitten na de toch best pittige tocht en van lekkere dingen uit het Engadin te genieten, zoals Engadiner Nusstorte, Birnenbrot, gegrilde worstjes met mosterd, verschillende soorten kaas, gedroogd rundvlees, de specialiteit van Graubünden – het Bündnerfleisch, en andere (gedroogde) vleeswaren. Er was swingende volksmuziek van het kwartet “Chapella Jünaiver” (een naam die ik meteen associeerde met “jenever”…) uit Scuol. Er stonden ook nog diverse informatiestandjes over het wandelen in Graubünden en Scuol.
Na nog wat informatie te hebben uitgewisseld met mijn medewandelaars en met de gids Ruedi nam ik afscheid en verliet het feestterrein. Wat was dit een mooie afsluiting van deze wandelvakantie en daarmee ook van het wandelen in de Alpen in het jaar 2017! Ik hoop volgend jaar opnieuw op pad te gaan voor een vervolg van dit grote avontuur…
Geef een reactie