De Via Alpina als leidraad

Tarasp en Vulpera: herfstwandelingen in het Engadin

Om de kaart te vergroten a.u.b. op het vakje in de linkerbovenhoek klikken! De grotere kaart opent op een nieuwe pagina.

>


10 oktober 2023

Een weekend wandelen in de zon!

Het afgelopen lange weekend was ik weer even in het Engadin. Ik had afgesproken om daar mijn vrienden Monika en Olivier uit Zürich te ontmoeten: zij hadden herfstvakantie, dus dan zouden zij daar zijn. Helaas hoorde ik op vrijdag dat er aan hun kant iets tussen was gekomen, waardoor zij niet naar Tarasp konden reizen. Dat vond ik erg jammer, maar ik heb natuurlijk in de daaropvolgende dagen wel veel kunnen wandelen – en Monika op de terugreis in Zürich nog kunnen spreken bij de lunch. Dat was goed, dierbaar en gezellig.

Mijn treinreis verliep voorspoedig. Het landschap werd natuurlijk pas echt mooi en interessant vanaf Landquart, waar ik overstapte op de smalspoorlijn van de Rhätische Bahn in de richting van Scuol-Tarasp. Bijna bij ieder station had ik wel een herinnering. Boven het station van Grüsch ligt het plaatsje Seewis im Prättigau waar in het voorjaar de witte narcissen in groten getale bloeien – ik was daar op 9 juni 2019. Vervolgens passeert de trein de plaats Schiers: daar ben ik op 30 juli 2022 naar een bijzondere brug gelopen – een wereldmonument uit 1930, de Salginatobelbrücke. Vanuit het station van Küblis heb ik meerdere wandelingen ondernomen: naar St. Antönien, vanwaar een etappe van de Via Alpina naar het Oostenrijkse dorp Gargellen leidt. Op 10 juni 2019 heb ik het eerste gedeelte afgelegd, maar omdat er toen nog teveel sneeuw lag in de hogere regionen, heb ik de tocht op 1 augustus 2022 afgemaakt. Vanaf het station van Klosters ondernam ik op 22 september 2018 een boeiende wandeling over de boven deze plaats gelegen Saaser Alp met vele “bovennatuurlijke krachten” bij oude vuurplaatsen en een Heilstein! Op vrijdag jl. bracht die Kleine Rote, zoals de treinen van de Rhätische Bahn liefkozend genoemd worden, mij vervolgens naar vertrouwd terrein: het treinstation Scuol-Tarasp, vanwaar ik de Postauto nam naar het buurtschap Vulpera bij Tarasp. Ik had ervoor gekozen om daar te overnachten. Het ligt aan de rechteroever van de Inn met uitzicht op Scuol en bestaat in feite uit één lange straat van zo’n twee kilometer. Deze plek leek mij handig dan in Scuol te blijven, omdat Monika en Olivier een appartement hebben in Tarasp, dat zo’n beetje op loopafstand ligt. Ik zat in Hotel Villa Post, waar ik een gezellige kamer had met veel Arven-hout en een prachtig uitzicht over Scuol en de bergen aan de overkant van het dal.

20231006_175921 (2)
Vulpera (GR): zicht vanuit Hotel Villa Post op Scuol en de bergen ten noorden van het Inndal
Geschiedenis van Vulpera als kuuroord

Het buurtschap Vulpera behoorde van 1464 tot 1803 samen met het naburige Tarasp aan Oostenrijk toe. Het gebied werd Zwitsers toen in 1803 Graubünden tot het Zwitserse Eedgenootschap toetrad. Pas echt grote bekendheid kreeg Vulpera rond 1880 toen het vanwege de geneeskrachtige mineraalbronnen een interessante toeristische bestemming werd. In die tijd werden de grote hotels gebouwd. De Eerste Wereldoorlog maakte aan deze lucratieve branche een einde. In het midden van de jaren 1920 nam het toerisme weer toe: een golfterrein (1923) en een openluchtzwembad (1930) werden aangelegd. Het zwembad in Vulpera was het derde “Freibad” dat in de Zwitserse Alpen werd geopend (na Gstaad en Engelberg). De minerale bronnen zijn er nog steeds, maar de bij het buurtschap behorende “Trinkhalle” en “Kurhaus” worden niet meer als zodanig geëxploiteerd, waarover later meer. De tijden van het destijds zo populaire “kuren” lijken definitief voorbij. Op de schutting rond het nu voor de winter gesloten buitenbad hingen enkele grote zwart-witfoto’s uit de begintijd van het zwembad. De omgeving is nu veel meer volgebouwd – de bergen zijn nog hetzelfde!

20231007_090857 (2)
Vulpera (GR): een oude foto (1930) met zicht op het openluchtzwembad vanuit het westen
20231007_090844 (2)
Vulpera (GR): een oude foto (jaren-1930) met zicht op het openluchtzwembad vanuit het zuiden – Hotel Villa Post staat er ook op (rechts midden)

Een van de weinige hotels die nu (en in deze tijd van het jaar) nog open zijn is het Hotel Villa Post uit 1901, dat oorspronkelijk het postkantoor van Vulpera was en waar ook de met de gasten meereizende dienstboden en butlers konden verblijven. Het is een gezellig, kleinschalig hotel “met vele authentieke stijlelementen”, zoals dat zo mooi heet. De sfeer is er hartelijk en ik verheugde mij dan ook op een paar plezierige dagen.

20231007_151754 (2)
Vulpera: zicht op het Hotel Villa Post uit 1901 dat oorspronkelijk als postkantoor dienst deed

De zaal die nu als ontbijtzaal in gebruik is was destijds de wachtruimte, waar de gasten konden wachten op de postkoetsen. In deze zaal staat nog steeds de authentieke kachel met de wit-geglazuurde aardenwerken tegels.

20231009_075221 (2)
Vulpera: in de ontbijtzaal van Hotel Villa Post staat nog de authentieke kachel uit de tijd dat deze ruimte de wachtkamer van het postkantoor was

Vanaf de jaren 1880 kwam het kuren met mineraalwater in zwang. Bij de ontwikkeling van het kuurtoerisme in Vulpera speelden de broers Duri en Caspar Pinösch (1845–1923 resp. 1856–1913) uit het stroomopwaarts van de Inn gelegen plaatsje Ardez een grote rol: zij hadden in 1883 een pension met de naam Waldhaus gekocht en lieten dit bescheiden onderkomen uitbouwen tot het Grandhotel Waldhaus, dat in de jaren 1896–1897 tot stand kwam naar ontwerp van de beroemde Zwitserse architect uit Chur, Nikolaus Hartmann sr. (1838–1903). Deze architect heeft veel betekend voor de (hotel)architectuur in Graubünden en vooral in het Engadin. Het Grandhotel Waldhaus werd een van de meest toonaangevende nieuwgebouwde hotels, mede door het toepassen van de Neorenaissance-stijl en de Sgraffito-techniek (het in het nog vochtige stuuk aanbrengen van gestileerde figuren en symbolen, een techniek die nog steeds belangrijk onderdeel vormt van de Heimat-stijl in dit gedeelte van Graubünden). Het hotel werd het kenmerk voor de kuur- en badcultuur in dit gedeelte van het Engadin. Het gebouw overleefde vele (economische) ups-and-downs in de iets meer dan 90 jaren van zijn bestaan: het einde van dit roemruchte hotel kwam op 27 mei 1989, vlak voor het begin van het zomerseizoen: toen ging het gebouw geheel in vlammen op – men vermoedde brandstichting, omdat er twee brandhaarden zijn gevonden. Tot op heden heeft men de daders niet kunnen opsporen. Later komt deze ironie van het lot nog ter sprake…!

Lower Engadine Vulpera and Fetan Grisons Switzerland
Vulpera: zicht op het Grandhotel Waldhaus met het dorp Ftan op de achtergrond (rond 1900)
commons.wikimedia.org/wiki

Het terrein waar Grandhotel Waldhaus gestaan heeft is sinds 2004 ingericht als “Kurpark“: er zijn elementen van het oude hotel teruggeplaatst, zoals de Griekse zuilen, die eerst de hall van het hotel sierden. Het mooi groene park is ruimtelijk opgezet en straalt mede door de bloembakken met veelkleurige geraniums nog wel iets van de grandeur van destijds uit. Het nodigt uit tot flaneren en tot diep doorademen van de koele berglucht…

20231007_153748 (2)
Tarasp-Vulpera: zicht naar het noordoosten over het Kurpark op de plaats waar tot 1989 het vroegere Grandhotel Waldhaus gestaan heeft

De laatste directeur van Grandhotel Waldhaus, Rolf Zolliger, heeft een boek samengesteld onder de titel “Keine Ostergrüsse mehr“, waarin o.a. onderstaande foto van de vestibule van Grandhotel Waldhaus is opgenomen. De gietijzeren pilaren die nu in het park staan opgesteld vormden wel een blikvanger…

Vulpera (GR-CH) hal van hotel Waldhaus 384100264_913639700121598_5860447318203597168_n

Verder geeft het genoemde boek ook inzicht in de wereld van de gefortuneerde gasten uit alle windstreken. Er werd in een kaartsysteem minutieus bijgehouden wie te gast waren in het hotel. Na de brand is dat kaartsysteem geheel compleet teruggevonden. Dit systeem bevatte niet alleen de persoonsgegevens van de gasten, maar ook nog vele gedetailleerde en persoonlijke aantekeningen over de betrokkenen, zonder enige schaamte of gêne genoteerd door de mensen achter de balie van de receptie. Dat zou in onze tijd echt niet meer kunnen zonder veroordeeld te worden voor grove schending van de privacyregels. Vooral in de tijden van het opkomende nationaalsocialisme in de Alpenlanden waren er in de kaartsysteem schrijnende voorbeelden van antisemitisme… De titel van het boek (“Keine Ostergrüsse mehr“) refereert ook naar deze situatie.

Tegenover Hotel Villa Post staat een klein gebouwtje met het opschrift “Hotel Waldhaus – Museum & Café“. Dit kleine museum is in het zomerseizoen geopend en wordt gerund door het Hotel: er is een ruimte waar men iets kan drinken – en met mooi weer is er ook een uitnodigende tuin met tafeltjes en stoeltjes.

20231007_152503 (2)

Daarnaast zijn er nog twee ruimten waar voorwerpen worden getoond die gered konden worden uit het brandende hotel of die daarna teruggevonden zijn. Er hangen vele ingelijste foto’s uit de glorietijd van het hotel en mooie authentieke (reclame)posters, maar er worden ook ontwerptekeningen getoond van hoe het hotel er uit moest zien.

In vitrinekasten staan serviesgoed en zilverwerk uitgestald. Dat serviesgoed kon goed te pas komen bij de uitgebreide diners die in de loop van der tijden in het hotel werden gehouden: er is een collage opgehangen van menu’s die geserveerd werden in het Grandhotel Vulpera, maar ook in Hotel Schweizerhof, dat tot hetzelfde hotelbedrijf behoorde. In een vergulde schilderijlijst zijn de menu’s opgeprikt: van 1939 en van 1945, maar ook het menu van een galabuffet dat op 25 augustus 1962 in het Waldhaus werd gehouden en dat het water in de mond doet lopen! Er is ook een “wildmenu” opgeprikt, dat op 26 juni 2000 werd geserveerd in het meer nar het westen liggende Hotel Schweizerhof dat door hetzelfde bedrijf werd gerund. Aan een andere muur hangt nog het fraai vormgegeven uiteinde van een dakgoot. De ontwerptekening hangt eronder. Het is mooi om te zien hoe in die tijd over alles tot in de kleinste details werd nagedacht. Niemand kon toen bevroeden hoezeer later zulke details door de Geschiedenis zouden worden wegvagen, maar het is mooi om te zien wat voor krachtig gereedschap “herinnering” is!

Zoals al genoemd is nu een mooi vormgegeven “Kurpark” ingericht op de plek waar het oude Waldhaus-hotel gestaan heeft gestaan. Naast de Griekse zuilen die herinneren aan de hall van het hotel is er ook nog het witte Paviljoen. Vanuit de binnenkant is de “hemel” goed zichtbaar – vooral het hert met het majestueuze gewei is fraai!

20231007_153005 (2)
Vulpera: zicht op de kleurrijk gedecoreerde “hemel” van het (originele) paviljoen in het Kurpark op de plek waar tot 1989 het Grandhotel Waldhaus heeft gestaan

Ook de lichtblauwe fontein is nog een overblijfsel van het oude hotel en is opgesteld in het Kurpark. In dit jaargetijde werkte hij niet meer.

20231007_153052 (2)
Vulpera: in het Kurpark staat op de plek van het Grandhotel Waldhaus een grote hemelsblauwe fontein

Er was in 1886 naast het pension Waldhaus een groot houten gebouw in chaletstijl tot stand gekomen, dat eerst simpelweg aangeduid werd met Dependance. Toen in de zomer van 1894 onze toen nog Prinses Wilhelmina een maand in dit chalet verbleef, werd het chalet naar haar vernoemd: “Villa Wilhelmina“. Het gebouw staat er nog steeds, maar is nu in privébezit. Vanuit het Kurpark heeft men een goed zicht op de bijbehorende muziektent in de tuin van die Villa. Op foto’s vanaf de berghelling is de omvang van het gebouw ook goed te zien – zeker vanaf de plek waar het “Bankje van Dürrenmatt” staat, waarover later meer.

20231007_153337 (2)
Vulpera: zicht vanuit het Kurpark op de theekoepel van de uit 1886 daterende Villa Wilhelmina

Een andere bezienswaardigheid in het Kurpark is een stijlvol gebouwtje met daarin de elektriciteitscentrale van het buurtschap! Vanaf 1894 tot 1979 heeft deze centrale gewerkt. Daarna werd Vulpera aangesloten op het “gewone” net dat vanuit de waterkrachtcentrale bij het buurtschap ten oosten van Scuol, Pradella, wordt gevoed. Door de ruit heen is de grote wisselstroomdynamo goed te zien.

20231007_153429 (2)
Vulpera: het gebouwtje met de elektriciteitscentrale voor het buurtschap, die in bedrijf is geweest van 1894 tot 1979
20231007_153532 (2)
Vulpera: zicht op de wisselstroomdynamo van de voormalige elektriciteitscentrale van het buurtschap

In het Kurpark staan ook nog plaquettes en beelden als eerbetoon aan de pioniers van het kuuroord en de medische ondersteuning. Op een mooie brok natuursteen staat in een bronzen reliëf het gezicht van de oudste van de broers Pinösch, Duri (1845-1923), met zijn lijfspreuk “Perserveranza maina success” (Reto-Romaans voor: Volharding leidt tot succes) en verderop in het park staat op een hardstenen sokkel het bronzen hoofd van Dr. Med. Emil Lenz (1886–1933), die van 1918 tot 1933 Kurarzt in Vulpera is geweest. Een ander, wat versleten monument staat was verscholen onder een boom en is gewijd aan een andere kuurarts, Dr. M.S. Meier (1910–1985), die na Dr. Lenz werkzaam was: van 1940 tot 1981. Er staan twee Latijnse maximes boven zijn naam: “Medicus curat, natura sanat” (de arts behandelt, de natuur geneest) en “Fortiter in re, suaviter in modo” (krachtig wat de zaak zelf betreft, maar zacht in de wijze van uitvoering).

Vulpera vormt samen met Tarasp een rooms-katholieke enclave in het verder protestantse Engadin: een erfenis uit de tijd dat dit gebied onder de heerschappij van de Habsburg-familie stond. In 1876 is een kleine kapel gebouwd, de St. Johannes Kapel, die binnen in de loop van de jaren wel wat moderner is geworden: een mozaïek boven het altaar en fleurige glas-in-loodramen.

Wandelen op zaterdag: over de Punt Gurlaina brug in de richting van de Clemgia-Kloof

Op zaterdagochtend besloot ik eerst nog wat boodschappen te gaan doen in Scuol – daartoe nam ik de bus die mij in een paar minuten bij het station en vandaar naar het dorp bracht. Leuk om er weer te zijn! Mijn aanvankelijke plan was een wandeling van Scuol naar S-charl in het gelijknamige dal, het Val S-charl. Deze wandeling is wel een beetje symbolisch voor mij, want zij vormt Etappe 67 van de Rode Route van de Via Alpina, zoals zij gold toen ik die op 12 juni 2017 heb afgelegd. Daartoe moest ik vanuit het dorp over een meer dan 100 jaar oude smeedijzeren brug gaan over de in een diepe kloof stromende rivier de Inn. Dat de zon in deze tijd al veel later boven de bergtoppen uitkwam, was duidelijk te zien aan de prachtige waaiers van licht die in het dal vielen.

20231007_093544 (2)
Scuol: de eerste zonnenstralen vallen langs de Piz Lischana over het dorp en het dal van de Inn – de kerk en de houten brug zijn goed te zien

De brug is een paar jaar geleden gerestaureerd en zag er weer erg mooi uit! Mijn oog viel op de slagboom met de borden van alles wat niet mag: verboden voor gemotoriseerd verkeer en voor paarden. Voor mij nieuw was het bord met de vraag “Verzweifelt?” en de aanmoediging om in dat geval te praten met mensen van een hulpverlenende stichting. Vanaf de brug is er een prachtig uitzicht op de snelstromende rivier diep beneden met aan de oostzijde het zicht op de op een hoge rots gelegen St. Georgkirche en dieper gelegen de houten, overdekte brug over de rivier. Hier wordt wel duidelijk waaraan deze plaats haar naam ontleent: Scuol is een verbastering van het Latijnse woord scopulus, dat “scherpe rots” betekent! In dit ochtendlicht ziet het landschap er betoverend uit.

Het uitzicht op de Piz Pisoc die boven Vulpera uittorent was ook prachtig. De jagers zeggen dat het wild “weet” wanneer het jachtseizoen begint: dan trekken ze zich terug in de hogere regionen van de berg Piz Pisoc, want die valt onder het oudste Zwitserse Nationalpark en daarmee onder het jachtverbod! Daar zijn ze zogezegd “buut“!

20231007_094759 (2)
Scuol: zicht vanaf de Punt Gurlaina brug stroomopwaarts van de Inn met de hoog optorende Pic Pisoc

Bij Gurlaina waren aan het grote witte gebouw van het Frostamt, het Groen- en Bosbedrijf van de gemeente Scuol, twee panelen vastgemaakt: op de ene stond de vertrouwde kaart van de Via Alpina en een beschrijving van de route, en op de andere stond de brug, de Punt Gurlaina, afgebeeld op een fraaie tekening uit de begintijd met de vermelding (in twee talen) dat de brug in 2005 een eeuw bestond. Het viel op hoe weinig bebouwd het gebied destijds was. Grappig was dat een kleine nachtvlinder op een hoekje van het paneel zat – ook zwart-wit!

20231007_095022 (2)
Scuol: op het gebouw van de Gemeentewerken van Scuol is een paneel bevestigd met een afbeelding van de Punt Gurlaina brug uit 1905

Toen ik om de hoek van het gebouw kwam, stond daar een grote aanhangwagen waarvan de zijkanten opengeklapt waren en daardoor een ingenieuze machine onthulde: het was een mobiele pers om appelsap te maken! Grote kratten met appelen waren voor de machine gestapeld – het rook er heerlijk naar appelen en naar versgeperst sap! Een vader met kleine kinderen was geïnteresseerd aan het kijken. Achter de kar namen mensen hun flessen met sap in ontvangst – ze leken blij te zijn met hun wintervoorraad.

20231007_095119 (2)
Scuol: in Gurlaina aan de rechteroever staat een mobiele persmachine waarmee mensen hun appeloogst kunnen laten persen voor sap

Vlakbij stond ook al een sneeuwschuiver in de berm paraat naast een wagentje van de gemeente dat in precies dezelfde herfstkleuren was gespoten als de bomen. De zon scheen nu op esdoorns die langs de weg stonden, waardoor deze in vuur en vlam leken te staan. Verder lopend zag ik – hè?! – een grote hoop sneeuw liggen! Die sneeuw was natuurlijk niet gevallen, maar was afkomstig van de ernaast gelegen kunstijshal, waar de ijsschuurmachine haar werk blijkbaar goed gedaan had!

20231007_095154 (2)
Scuol: bij het gebouw van Gemeentewerken in Gurlaina staan de machines voor de winter (sneeuwschuiven) al klaar
Wandeling naar het Gasthaus Avrona

Nog voordat ik bij de Clemgia-beek aankwam hoorde ik het water al luid ruisen. De kans om door deze indrukwekkende kloof te lopen achtte ik nu ook weer klein: in de laatste jaren is er steeds weer schade aan de wandelpaden aangericht bij heftig noodweer met stortbuien waardoor het volume van de beek sterk toeneemt en alles meesleurt op zijn weg. Bij een eerdere wandeling op deze route (op 15 juni 2019) schreef ik over het noodweer dat op 29 juli 2017 zoveel schade had aangericht:
Toen zijn er zulke grote watermassa’s door het Val S-charl geraasd, dat in de nauwe Clemgia-Kloof met het grote verval de gehele infrastructuur van de wandelpaden en de bruggetjes is weggevaagd. De Gemeente Scuol heeft serieus overwogen om de uit toeristisch oogpunt belangrijke wandelroute weer te herstellen, ook al zou het een kostbare aangelegenheid worden. Uiteindelijk heeft men besloten dat het een zinloze operatie zou zijn: de berghellingen in een groot gebied stroomopwaarts van de Kloof zijn dermate geërodeerd, dat het te verwachten was dat bij een eerstvolgend noodweer er weer grote schade zou ontstaan… Dat dit een wijs besluit is geweest blijkt wel uit de omstandigheid dat, toen ik vorig jaar op 1 augustus weer in Scuol was, het toen opnieuw helemaal raak was: na een enorm “stationair” onweer moesten er ook toen weer mensen met helikopters geëvacueerd worden vanuit S-charl… Daarom is de Clemgia-Kloof nu definitief gesloten…
De Kloof is nu nog steeds afgesloten. De beek heeft in haar bovenloop meer ruimte, waardoor bij heftige regenval minder schade op, omdat het water daar in de brede gruizige bedding wel zijn weg kan vinden. Er is destijds een alternatieve route aangelegd: die verloopt langs de steile helling boven Vulpera (boven de plek waar mijn hotel is) en vervolgens langs Gasthaus Avrona weer naar beneden, naar de bedding van de beek. Die volgde ik nu – er was nu zelfs een wegwijzer met de vermelding Clemgia Schlucht. Hier en daar zijn kruisingen van wandelpaden: o.a. terug naar Vulpera, of verder naar het westen, naar Tarasp. Ergens zag ik een pijl staan naar de “Banc di Dürrenmatt” – die had ik nog niet eerder gezien. Zaterdag heb ik niet de tijd genomen om daarheen te gaan, maar op zondagochtend wel.

De beroemde Zwitserse schrijver Friedrich Dürrenmatt (1921–1990) heeft vaak in het Grandhotel Waldhaus gelogeerd en er zelfs inspiratie opgedaan voor meerdere van zijn absurdistische vertellingen. Zoals hiervoor al aangegeven had hij het hotel een prominente rol gegeven in één van zijn romans, Durcheinandertal, dat in 1989 verscheen: ironie van het lot wilde dat, net als in het boek, het hotel afbrandde…! Paaltjes met bordjes waarop zijn handtekening staat geven de richting aan naar de plek waar hij graag kwam. Daar is nu een monumentje opgericht met een zitbank en een Dürrenmatt-Gedenkstein met plaquette. Op het deksel van een metalen boekenkist staan vier fragmenten uit zijn omvangrijke semi-autobiografisch werk “Turmbau“, waarin hij, behalve veel over zichzelf, ook de wordingsgeschiedenis weergeeft van vele van zijn werken. In deze vier fragmenten komen het Grandhotel Waldhaus en de bergomgeving steeds weer terug. Hij noemt het hotel “gespensterhaft” – in goed Nederlands spooky!

Het Bankje zelf staat op een geëgaliseerd plateautje op een uitstekende rand van de berghelling omringd door dennenbomen. Dit herdenkingspunt is in 2021 door de stichting Pro Tarasp ingericht: in de honderdste geboortejaar van de schrijver.

20231008_092713 (2)
Boven Vulpera: zicht op een boekenbox met teksten van Friedrich Dürrenmatt als onderdeel van de herdenkingsplaats die in 2021 voor hem is ingericht op de helling boven het dorp

Het uitzicht vanaf het bankje is indrukwekkend: onderaan de helling zijn de Villa Wilhelmina en het oostelijk gedeelte van het Kurpark zichtbaar. De verkeersbrug is ook vol in beeld: vanaf deze afstand lijkt zij heel rank. Het dorp Ftan aan de overzijde van het dal gaat nét schuil achter de bomen.

20231008_092531 (2)
Boven Vulpera: zicht vanaf de herdenkingsplaats voor Friedrich Dürrenmatt op Villa Wilhelmina, het Kurpark, de verkeersbrug en de overzijde van het Inndal

Het echte seizoen voor bloemen was natuurlijk wel voorbij, maar er groeiden en bloeiden toch nog best wat planten op de donkere en vochtige berghelling. Nadat ik de gedenkplek voor Friedrich Dürrenmatt had verlaten en ik verder liep, zag ik een bijzondere soort mos, waarvan sommige plantjes bloeiden met een opvallende toorts: het was de Stekende Wolfsklauw (Lycopodium annotinum). In Nederland staat het op de Rode Lijst, maar hier groeide en bloeide het uitbundig!

Verder stonden er kleine paddenstoeltjes van diverse soorten – uit sommige hoedjes waren kleine hapjes genomen. Ergens bloeide – geheel onverwacht in deze tijd! – nog een Vossenbes (Vaccinium vitis-idaea) met kleine witte bloemetjes die eruitzagen als klokrokjes. Kleine blikvangertjes in de natuur!

Bij mijn tocht van zaterdag naar het Gasthaus had ik af en toe een prachtig vergezicht naar het oosten, stroomafwaarts van de Inn. Het dorp Sent lag al volop de zon! Hoe vaak ik dat ook zie, ik krijg er geen genoeg van…

20231007_103506 (2)
Tussen Vulpera en Gasthaus Avrona: zicht naar het noordoosten over het Inndal met het dorp Sent op de zuidhelling

Na de laatste hoogtemeters door het bos krijgt men een open grasvlakte te zien met in de verte het Gasthaus. Tot dan toe was ik nog niemand tegen gekomen – heerlijk rustig. Na nog even heerlijk in de zon te hebben gelopen kwam ik bij Avrona aan, waar ze net het terras aan het inrichten waren.

20231007_104817 (2)
Boven Vulpera: zicht op het Gasthaus Avrona met een aangenaam terras en mooi uitzicht

Wat een luxe om begin oktober een kopje koffie te drinken in de zon gedronken en te kunnen genieten van het verstilde uitzicht! Dit is het echte Kaiserwetter.

20231007_104850 (2)
Boven Vulpera: uitzicht vanaf het terras van het Gasthaus Avrona over een bergweide op het berglandschap stroomafwaarts in de richting van Sent en de Oostenrijkse grens

Na enige tijd ging ik verder op weg naar S-charl, de bordjes volgend, maar die brachten me wel op een dwaalspoor – een soort “battle of signs“.

Ik volgde de pijl, maar daar waar ik het pad naar beneden, naar de bedding van de Clemgia-beek, moest nemen, stuitte ik op een afsluiting! De enige manier om naar Plan da Funtanas te komen was via die weg door de Kloof…

20231007_111742 (2)
Tussen Gasthaus Avrona (boven Vulpera) en de Clemgia-Kloof: de afdaling naar de Clemgia-beek in de Kloof is afgesloten…!

Ik kreeg nog wel even een mooi uitzicht op de verder naar het zuiden gelegen, brede dal van de Clemgia-beek – dat op dat moment echter onbereikbaar bleek!

20231007_112824 (2)
Tussen Gasthaus Avrona (boven Vulpera) en de Clemgia-Kloof: vanaf bovenaan de helling uitzicht over de Clemgia-Kloof op de berghellingen en de weg naar S-charl

De enige mogelijkheid die ik had – anders dan omkeren! – was een pad rechtdoor, dat er nogal betrouwbaar uitzag. Maar naarmate ik verder liep, verloor het pad zich in vele kleinere paadjes, “gemzenpaadjes”! Daar had ik niet zo’n goed gevoel bij, dus keerde ik maar weer terug naar het punt bij het afgesloten pad. Naar boven kijkend zag ik hoe gehavend de berghelling was na het laatste noodweer van een paar maanden geleden en kon wel begrijpen dat dezelfde berghelling verder naar beneden er ook ongeveer zo zou uitzien…

Omdat ik altijd wel een “Plan-B” heb, besloot ik terug te gaan naar het Gasthaus Avrona, dus ging ik – eerlijk gezegd niet erg blij… – de helling weer op, en vervolgde vanaf daar mijn wandeling naar het Lai Nair, het Zwarte Meer, met een bijzonder en beschermd hoogveengebied dat verder naar het westen van Avrona ligt. Aan deze plek worden speciale “krachten” toegeschreven: hij wordt gezien als “Kraftort“. Daar was ik ook in het vroege voorjaar van 2022 geweest, toen alles nog onder een dikke laag sneeuw lag. Meer dan driekwartier nadat ik mijn neus gestoten had tegen de afsluiting van de weg naar de Kloof kwam ik aan bij de met inmiddels bruin gras begroeide hoogvlakte en had meteen een prachtig uitzicht. Op een informatiebord wordt een plattegrond gegeven en het een en ander verteld over dit gebied. Vanwege de kwetsbaarheid van het gebied wordt er uitdrukkelijk verzocht om niet van de paden af te wijken. Ook nu was duidelijk dat niet iedereen begrijpend kon lezen…

20231007_122747 (2)
Ten oosten van Tarasp: op een informatiebord staat een plattegrond van het kwetsbare moerasgebied rond het Lai Nair meer en het verzoek om op de paden te blijven

Hier waren wel veel mensen, maar door de uitgestrektheid van het gebied vielen ze nauwelijks op. Het uitzicht op de berghelling boven Scuol met als wit blokje het bergstation van de gondelbaan naar Mottas Naluns en daarboven de wolkeloze blauwe herfsthemel maakte de plek echt tot “Kraftort“!

20231007_122923 (2)
Ten oosten van Tarasp: uitzicht naar het noorden over het moerasgebied van het Lai Nair meer op de bergen boven Scuol

Ik bleef op het hooggelegen pad lopen en kreeg vervolgens zicht op het eigenlijke meer Lai Nair. Bomen en bergen weerspiegelden in het water. Het blauw stak wel sterk af bij de al bruine vegetatie van het uitgestrekte hoogveengebied rond het meer. Ergens stond een bord waarop werd aangegeven dat hier vooral het (in Nederland op de Rode Lijst staande) Waterdrieblad (Menyanthes trifoliata) groeit. In het Duits heet de plant Fieberklee (naar de vermeende koortsverlagende werking). Een andere plant die van belang is voor de vorming en het voortbestaan van het hoogveen is het Veenmos (behorende tot de Spagnum-familie): dit type mos groeit grotendeels boven de waterspiegel en vormt weer wortels op zijn eigen afgestorven blaadjes en takjes. Zo wordt een waterplas langzaam opgevuld. Om het Waterdrieblad te zien was het nu te laat: de bloeitijd is van april tot juni.

20231007_123251 (2)
Ten oosten van Tarasp: zicht naar het noordwesten op het Lai Nair meer met aan de andere dalzijde Ftan (links) en de Piz Cotschen

Het uitzicht vanaf de zuidwestelijke oever op de bergen was ook prachtig. De drie bergtoppen die het Unterengadin bij Scuol aan de zuidoostkant domineren staken scherp af tegen de wolkeloze blauwe lucht: het zijn van links naar rechts de Piz Ajüz (2.788m), de Piz Lischana (de “huisberg” van Scuol, 3.105m) en de Piz San Jon (3.093m). Zij behoren tot de Sesvenna-bergketen, die het Engadin scheidt van het Vinschgau in Südtirol, Italië.

20231007_124208 (2)
Ten oosten van Tarasp: zicht naar het zuidoosten op het Lai Nair meer tegen de achtergrond van de Piz Ajüz (l), Piz Lischana (m) en Piz San Jon (r)

Wat een wandeling naar en bij het Lai Nair zo aantrekkelijk maakt is de mogelijkheid om over een pad van plankieren door het moerasgebied te lopen! Op deze manier krijg je een goed beeld van het hoogveengebied. Er zijn meerdere van zulke paden aangelegd. Het midden in het moeras staan geeft echt een gevoel van grote ruimte!

20231007_124421 (2)
Ten oosten van Tarasp: zicht naar het zuidoosten over het pad van plankieren door het moerasgebied van het Lai Nair meer met bergen van de Sesvenna-bergketen op de achtergrond

Hier en daar voert zo’n vlonderpad over het echte beekje dat het meer voedt. In het stille en heldere water worden de bomen langs de oever en ook de bergen weerspiegeld.

20231007_124555 (2)
Ten oosten van Tarasp: zicht vanaf het vlonderpad door het moerassige gebied rond het Lai Nair meer op een van de beekjes die daarin uitmonden

Het water is ondiep: hier hebben ooit bomen gestaan, die zijn afgezaagd: in het roerloze water zijn de stompen nog zichtbaar – de stammetjes liggen ernaast.

20231007_124804 (2)
Ten oosten van Tarasp: zicht naar het zuidwesten over het verstilde Lai Nair meer met weerspiegeling van bomen op het water en boomstompen in het water
Tarasp en het Schloss Tarasp

Vanaf de open ruimte van het Lai Nair meer gaat een weg terug naar Tarasp: deze loopt eerst door een bos, dan verder nogal steil naar beneden tussen weilanden, waar nog jongvee lekker in de zon aan het grazen was. Bij het verlaten van het bos is er meteen een weids uitzicht met als blikvanger één van de oudste en mooiste kastelen van Zwitserland: het Schloss Tarasp. Het is een oud kasteel: het oudste gedeelte stamt uit de 11e eeuw. Het ligt strategisch op een hoge rotspunt en is daardoor vanuit alle richtingen goed zichtbaar.

20231007_131352 (2)
Ten oosten van Tarasp: zicht op het Schloss Tarasp op de hoge rotspunt in mooi herfstlicht

Er ligt in het Lai da Tarasp, een wat moerassig meertje aan de voet van de kasteelrots, een kunstwerk van de hand van Not Vidal, de kunstenaar die in 2012 het Schloss heeft gekocht. Het is een grote zilverkleurige en spiegelende kogel, “Der Mond“, waarin de omgeving wordt gereflecteerd. Of er nu sneeuw en ijs zijn, of nog groene weiden, het landschap, maar ook het kasteel op zijn rots, krijgen door de spiegeling een extra dimensie! Er lijken ook grote waterdruppels op de kogel te kleven – ook die voegen wat toe.

Halverwege de lange, steile weg naar het kasteel staat een typisch Engadiner huis, waarin het Café “Schleppun” is gevestigd. Het Reto-Romaanse woord “schleppun” betekent oorvijg! Er waren sgrafitto-elementen aan het gebouw, maar ook het bewerkte hout in de steunen van het overstekende dak was mooi, evenals het houten beeld van Christoffel met het Christuskind dat boven de grote, halfronde toegangsdeur hing.

Er was een beperkte kaart, maar het “broodje kaas” was hier wel op een hoger plan getild – alleen het bord al: dat was voorzien van de voornaam van de kunstenaar-kasteelheer Not Vidal en van het door hem ontworpen “logo” van zijn kasteel. Het bord stond bovendien door een verhoogde voet hoger op de tafel dan een gewoon bord! Het brood was zelfgebakken en er was – goed te proeven – kummel in verwerkt. De fleurige bloem van de Oost-Indische kers kwam duidelijk uit de kleine moestuin aan de andere kant van het steile voetpad. De halve liter water met vlierbloesem en munt was eveneens erg lekker – en ook wel nodig! Er stond nogal wat wind, maar dat was niet hinderlijk: in de zon op het terras was het best warm. Het uitzicht was prachtig. Ook daardoor smaakte het “broodje kaas” extra goed!

20231007_135442 (2)
Tarasp-Fontana: een speciaal “broodje kaas” bij Café Schleppun halverwege de rots van het Schloss van Tarasp

De steile weg tegen de kasteelrots leidde ook langs kleine wegkapelletjes, die in deze rooms-katholieke enclave in het verder protestante Engadin veelal gevuld zijn met heiligenbeelden dan wel -schilderingen. Ergens bijna bij de toegangspoort tot het kasteel was de nis gevuld met iets anders: op kleine plankjes waren mooi verdeeld over de holle, wat ruw gestuukte ruimte afbeeldingen neergezet van wat liggende last- of trekdieren leken. Het zag er behalve wat bevreemdend (want wat is de rol van deze liggende lastdieren?) ook wel rustgevend en liefdevol uit… In wit marmer (of was het toch albast?) was een liggende ezel (het beest had wel lange oren!) uitgebeeld – met een versierde halsband.

Na nog wat steile meters kwam ik uit bij de (inmiddels gesloten) poort naar het kasteel. De laatste rondleiding van de dag had ik gemist – op een paar minuten na. Er hing een informatiebord met een gestileerde tekening van het Schloss zoals het eruit gezien zou hebben rond 1520.

20231007_142208 (2)
Tarasp-Fontana: vlakbij de toegangspoort tot het Schloss Tarasp hangt een afbeelding van hoe het kasteel er rond 1502 zou hebben uitgezien

Het aangezicht van anno nu was ook mooi – heel bijzonder om te zien hoe de rots overging in de bebouwing! Boven de toegangspoort prijkt in groot formaat het wapen van de Habsburgers aan wie het kasteel vele eeuwen heeft toebehoord: de tweekoppige adelaar met het zwaard en de rijksappel. Door één van de kijk- of schietgaten in de muur langs de weg naar de toegangspoort is een gedeelte van het Unterengadin goed te overzien.

20231007_142253 (2)
Tarasp-Fontana: zicht op de gesloten façade met toegangspoort van het Schloss Tarasp

Het uitzicht naar het zuidwesten, stroomopwaarts van de Inn, in de richting van Zernez maakte wel duidelijk op wat voor super-strategische plek dit kasteel was gebouwd!

20231007_142245 (2)
Tarasp: vrij uitzicht naar het zuidwesten over het Unterengadin vanaf de rots waarop het Schloss Tarasp staat

Het uitzicht naar het zuiden is van geheel andere aard: daar rijzen de hoge bergen op boven de donkere bossen: de Piz Pisoc (3.173m), de Piz Zuort (3.119m), dat het dal, Val Zuort, tussen beide bergen zijn naam heeft gegeven, en de Piz Mezdi (2.728m). Daarnaast staan (buiten het beeld) de Piz Plavna Dadora (2.981m) met daarachter de Piz Dadaint (3.166m). Hier is de bergwereld onherbergzaam… Er is een wandelroute door het Val Zuort die over een hoog gelegen overgang naar het Val S-charl leidt, maar dat is echt een tocht voor gevorderden!

20231007_142355 (2)
Tarasp-Fontana: zicht vanaf het Schloss Tarasp op de bergen van de Sesvenna-bergketen, Piz Pisoc (l), Piz Zuort (m) en Piz Mezdi (r)
House to Watch the Sunset” bij het Schloss Tarasp

Een bijzonder onderdeel van de kunstuitingen buiten het kasteel is het “House to Watch the Sunset“. De kunstenaar had al op twee plekken zo’n House gebouwd: in Niger en in Brazilië. Een derde House to Watch the Sunset staat dus nu bij Not Vidal’s domicilie, Schloss Tarasp. Deze witte constructie van 13 meter hoog blijkt door de kunstenaar in slechts 13 minuten te zijn ontworpen en is op vrijdag 13 juli 2018 om precies 13.13 uur onthuld… De toren is toegankelijk via drie trappen en leidt naar een toren met vier verdiepingen. De omgeving is vrij toegankelijk, maar het is niet toegestaan om erop te klimmen: de kunstenaar heeft hier alle veiligheidsvoorschriften genegeerd. Zo zijn er hier bij dit House bij de trappen geen leuningen en evenmin borstweringen bij de grote “vensters” in de toren, die zo te zien ook kunnen dienen om de zonsopgang te zien! Toch vormt de toren een harmonisch geheel met de omgeving. Not Vidal heeft in Sent ook een beeldentuin, “Parkin” – ik bezocht dat park tijdens een gegidste wandeling op 28 september 2018. In Sent heeft hij een groot plateau van Corenstaal opgericht dat lijkt te zweven in de ruimte en waarheen een brede trap (ook zonder leuningen!) leidt: de Engadiner bergwereld dient als coulisse! Dat is hier in Tarasp ook het geval…

20231007_142858 (2)
Tarasp-Fontana: bij het Schloss Tarasp staat sinds 2018 het “House to Watch the Sunset” van de kunstenaar Not Vidal met zicht over het Unterengadin

Vanuit alle hoeken ziet het bouwwerk er fascinerend uit. Ik dwaalde er nog even rond: ongetwijfeld waar ik eigenlijk niet had mogen komen – ik was ergens onder het schrikdraad doorgekropen! Ik zag dat er vanaf de toren een baan van witte stenen de helling afgolfde en dat die was afgezet met wit lint (ook met schrikdraad), dit ongetwijfeld om de stenen te beschermen tegen de paarden die daar liepen. Zij keken mij vanaf onder aan de helling nieuwsgierig aan – ze waren geen schimmel, maar waren wit met zwarte vlekjes (van het Amerikaanse ras Appaloosa?).

Bronnen met mineraalwater bij Tarasp en Vulpera

De aanwezigheid van de mineraalwaterbronnen rond de huidige plaatsen Scuol en Vulpera is sinds de Romeinse tijd bekend. In de 16e eeuw had een wetenschapper, Paracelsus de waarde van deze waters onderkend, maar in de 19e eeuw kwam de belangstelling van de medische wereld voor de kracht van mineraalwater pas goed op gang.

Er is een “Mineralwasserweg Scuol/Senda d’aua minerala Scuol” uitgezet die niet alleen langs de bronnen in en om Scuol leidt, maar ook via het Kurhaus Tarasp met de Lucius-bron, de Emerita-bron en de Carola-bron naar de Bonifacius-bron loopt, eveneens aan de oever van de Inn, onderaan de voet van de berghelling van Tarasp. Er zijn ongeveer 20 bronnen in de omgeving, die op informatieborden worden beschreven.

Om ook dit aspect van Vulpera te bekijken – ook al had het inmiddels scherpe randjes van vergane glorie – ben ik op zondag na mijn bezoek aan het Bankje van Dürrenmatt over de nieuwe verkeersbrug naar de rechteroever van de Inn gelopen. Vanaf de brug kon ik de nieuwe uitspanning “Sfondraz” al zien liggen en ook in de verte zowel het grote gebouw van het voormalige Kurhaus Tarasp en het okerkleurige gebouw van de Carola bron. De Trinkhalle Tarasp was door begroeiing aan het zicht onttrokken.

20231008_100125 (2)
Tarasp-Vulpera: zicht stroomopwaarts vanaf de verkeersbrug over de Inn op het moderne cafeetje “Sfondraz” (rechtsvoor) en het okerkleurige gebouw bij de mineraalwaterbron Carola (links midden)

Langs het voortstromende water kwam ik eerst langs de (moderne) Büvetta Sfondraz, die in deze tijd van het jaar al gesloten was. Vlakbij stroomt de minerale bron, de Sfondraz, in de Inn. De bron wordt zo genoemd omdat zij ontspringt in de steile berghellingen die op dit punt erg instabiel zijn: sfondrar is wegzinken, óndergaan in het Vallader. Niet lang daarna kwam de echte Trinkhalle in zicht. Het gebouw uit 1876 was sinds 2006 gesloten en maakte een nogal desolate indruk. Toch was hier in het begin van de vorige eeuw een bloeiend kuuroord gevestigd, dat uniek was in Zwitserland en Europa… Dit buurtschapje heet Nairs en bestaat eigenlijk alleen uit de gebouwen die bij het toenmalige kuuroord horen. Dat het mineraalwater nog steeds stroomt is te zien aan de grote klomp “Quelltuff” die zich heeft gevormd onderaan de oever vlakbij het water van de Inn. De rossige kleur duidt op een hoog ijzergehalte!

20231008_101456 (2)
Tussen Vulpera en Tarasp langs de Inn: zicht vanaf de rechteroever op de koepelzaal van de Büvetta Tarasp met de tappunten van het water uit de drie minerale bronnen
20231008_101514 (2)
Tussen Vulpera en Tarasp langs de Inn: zicht vanaf de rechteroever op de wandelgang van de Büvetta Tarasp uit 1876

Op een informatiebord staan foto’s van de Büvetta in haar glorietijd. In een recente brochure worden echter ook beelden getoond van de echt vergane glorie… Het pronkstuk van de Büvetta is de ruimte met het koepeldak waar het water uit de drie bronnen stroomt, ieder met een eigen met natuursteen rijk versierde uitmonding.

20231008_101307 (2)
Tussen Vulpera en Tarasp langs de Inn: op een informatiebord staat een oude zwart-witfoto van de koepelzaal in de Trinkhalle Tarasp met de drie minerale bronnen

Bij de officiële ingang tot de Büvetta werd de aanblik wel heel troosteloos: de ingang werd afgesloten door bouwhekken en langs de weg stond een grote blauwe werkcontainer. Het onkruid en vlierstruiken groeiden tot borsthoogte. Hierdoor zijn de twee aan de muur tegen de berghelling bevestigde, mooie plaquettes nauwelijks zichtbaar. Deze plaquettes zijn een eerbetoon aan kuurartsen die hier gedurende vele jaren werkzaam waren. Een hardstenen plaquette is voor Dr. J. Leva (18641–931): hij was kuurarts van 1893 tot aan zijn dood in 1931. De andere plaquette hangt dichter bij de ingang van de Büvetta en is van wit marmer: zij is voor de kuurarts Dr Med. Eduard Killias (1829–1891): hij was natuurkundige en een vooraanstaand bioloog. Tijdens de periode dat hij kuurarts in Tarasp was (van 1864 tot 1891) heeft hij ook gepubliceerd over de kwaliteiten van het mineraalwater ter plaatse. Hopelijk komt ooit de dag dat de Büvetta weer toegankelijk wordt voor het publiek en een nieuw leven krijgt: hiervoor strijdt de vereniging “Pro Büvetta Tarasp” sinds 2012. Het doel is om de Büvetta zo goed als nieuw te hebben bij het 150-jarig bestaan in 2025. De vooruitzichten zijn evenwel veelbelovend – in ieder geval op papier, en ook niet onbelangrijk: er zijn fondsen beschikbaar gesteld…

Een wat kleurrijker gebouw is dat van de Funtana Carola-bron. Deze bron is in 1862 bij toeval ontdekt bij het opblazen van de rotswand voor de aanleg van de eerste houten brug over de Inn! In de jaren 1920 is de bron van een nieuwe toevoerbuis voorzien. De bron draagt de naam van Koningin Carola van Sachsen (1833–1907), die vaak in Tarasp verbleef.

20231008_102018 (2)
Tussen Vulpera en Tarasp langs de Inn: zicht op het gebouw van de Carola-bron, vlakbij de Büvetta Tarasp

Ik ging de hall van het gebouwtje in. Daar hingen aan de muren vele fraai vormgegeven posters uit de tijd dat Vulpera en Tarasp nog echte kuuroorden waren. Er was ook een mogelijkheid om het “Carola”-water te proeven: na een druk op de knop duurde het enige tijd voordat de pomp onder veel lawaai haar werk gedaan had en er helder water uit de kraan kwam. Het smaakte een beetje zoetig – vast erg gezond! Het prikte een beetje, want het bevat natuurlijk koolzuur. Het water werd vroeger voor badkuren gebruikt: het werd daartoe rechtstreeks naar de badinrichting gepompt.

Er staat ook een koperen maquette van de Büvetta Tarasp met daarachter het zicht op de tappunten van de drie soorten bronwater. In deze vorm zag het er wel beter uit dan in de werkelijkheid…

20231008_102538 (2)
Tussen Vulpera en Tarasp langs de Inn: in het gebouw van de Carola-bron staat een koperen maquette van Büvetta Tarasp en de tappunten van het mineraalwater in de koepelzaal

Op panelen bij het gebouw staat nadere informatie over de Lucius-bron en de Emerita-bron. De bronnen zijn vernoemd naar Lucius, een van de eerste Christelijke missionarissen in het oude Rhätia en Emerita, een van de eerste vrouwelijke missionarissen in hetzelfde gebied. Beide bronnen hebben het hoogste mineralengehalte in Europa: het water van de Lucius-bron bevat veel calcium, chloride en sulfaat en dat van de Emerita-bron vooral veel chloride en sulfaat. Dit zijn allemaal belangrijke mineralen voor de gezondheid, maar door de hoge concentratie mag het water zonder medische begeleiding slechts in kleine hoeveelheden worden gedronken… De Emerita-bron werd voor het eerst “gekanaliseerd” in 1838 en in 1899 tezamen met het water van de Lucius-bron naar de Büvetta Tarasp geleid.

Aan de linkeroever van de Inn staat het nog steeds imposante Kurhaus Tarasp. Dit luxueuze hotelcomplex dat direct bij de geneeskrachtige bronnen van Tarasp ligt was een van de eerste grote hotels in het Engadin en telde in de 19e eeuw tot de belangrijkste bad- en drinkkuuroorden van Zwitserland. Daarom is het Kurhaus Tarasp opgenomen in de Bundesinventar der schützenswerten Ortsbilder von nationaler Bedeutung der Schweiz, afgekort tot ISOS. Een van de redenen is dat het complex nog intact is, zij het niet helemaal meer in bedrijf. Het ziet er goed onderhouden uit, maar veel activiteit was er op die zondagochtend niet te bespeuren.

20231008_103112 (2)
Tussen Vulpera en Tarasp langs de Inn: zicht op het Kurhaus Tarasp dat in 1876 is gebouwd en ooit gold als hét voorbeeld van luxe

In 1883 verrees het gebouw van de Anglicaanse kapel aan de berghelling boven het Kurhaus Tarasp. Ook dit gebouw ligt er nu verlaten bij en maakt eveneens een wat desolate indruk.

20231008_104202 (2)
Tussen Vulpera en Tarasp langs de Inn: zicht op de Anglicaans kapel bij het Kurhaus Tarasp dat in 1883 is gebouwd

Na nog een beetje te hebben rondgekeken, begon ik aan mijn tocht naar Tarasp. Dit betekende een flinke klim van zo’n driekwartier. Het pad ging eerst door dichte bossen, later over tussen nu nog grazige weilanden door. Toen ik vanochtend aan de wandeling begon was het best frisjes geweest (8°C), maar nu kon er toch wel een jasje uit!

Het uitzicht naar het noorden was weids: het dorp Ftan lag aan de overkant van het Inndal op de bergschouder in de zon. De trein vanuit Scuol-Tarasp reed net over het spoorviaduct ten westen van het stationnetje Ftan-Baraigla in de richting van Ardez. Even een rustpunt met een mooi panorama.

20231008_114351 (2)
Bij het buurtschap Tarasp-Florins: zicht naar het noorden op het dorp Ftan en het spoorviaduct van de Rhätische Bahn bij Ftan Baraigla

Minder dan 10 minuten later kwam ik bij het punt waar ik de keuze had om de helling op te gaan, naar Tarasp-Fontana met de kerk die ik wilde zien, of toch helling-af naar de Bonifacius-bron, die ik ook wilde zien. Het werd helling-af langs de Aua Zuort-beek door het laagste gedeelte van het Val Zuort. Hier waren de herfstkleuren al echt zichtbaar, maar ook de sporen van het noodweer van de afgelopen tijd. Er lagen grote boomstammen, gedeeltelijk doorgezaagd, in het water. Het pad naar beneden was goed begaanbaar, maar ik begreep ook wel, dat ik op deze manier alle hoogtemeters die ik vanaf Nairs naar Tarasp had gemaakt, nu weer verloor!

Iets meer dan 20 minuten duurde de tocht naar beneden. Toen kwam ik uit bij de Inn en bij een klein en eenvoudig wit huisje met het opschrift “Funtana Bonifacius“, de Bonifacius-bron. Een bord op het gebouwtje vermeldt dat ook dit water een erg hoog mineraalgehalte heeft, vooral calcium en ijzer.

20231008_121050 (2)
Ten zuidwesten van Nairs langs de Inn: onder aan de berghelling van Tarasp komt het water van de Bonifacius-bron uit de rotsen en stroomt in de Inn

Vooral het ijzergehalte van het water heeft ook hier geleid tot een grote opeenhoping van “Quelltuff” met een helderoranje kleur. Het vormt een fel contrast met het hardblauwe water van de rivier en het groene gras aan de oever. Het was duidelijk te zien dat er steeds weer nieuwe neerslag bijkwam: daar was het oranje wat donkerder.

Het is een rustgevende plek – er is nauwelijks verkeerslawaai, ook al loopt de drukke Hauptstrasse 27 (van Silvaplana in het Oberengadin naar Martina op de grens met Oostenrijk) er vlak naast. Ook daar had ik een keuze: of de berg weer op naar Tarasp (40 minuten), of aan de overzijde van het dal de berg op naar Ftan-Baraigla om daar de trein terug naar Scuol te nemen (30 minuten). Ik koos de laatste optie: ik stak de Bonifacius-Brücke brug over en vervolgde een uiteindelijk niet erg veilige route langs de Hauptstrasse met veel zondagsverkeer naar het begin van het kronkelpad tegen de berghelling. Die helling leek bijna verticaal te zijn!

20231008_121424 (2)
Ten westen van Nairs: bij de Bonifacius-bron is de Bonifacius-brug over de Inn en een steile berghelling waarlangs een pad naar Ftan-Baraigla leidt

Op de zuidhelling was het aanmerkelijk warmer en droger: hier bloeiden ook andere bloemen! Af en toe gebruikte ik het kijken naar de planten wel als excuus op even op adem te komen… Toch ging de klim voorspoedig en was ik binnen de aangegeven tijd op het kleine stationnetje van Ftan-Baraigla. De timing luistert wel nauw, want hier stopt alleen de echte “stoptrein” en niet de Regio-Express – dus gaat er maar één trein per uur in beide richtingen. Aan het stationsgebouw is een kastje met een stopknop. Een tekening op het kastje maakt duidelijk dat je niet op het spoor moet gaan staan om de trein te stoppen!

Net als zaterdag begon het na het middaguur wat te betrekken. De wolken wierpen spannende schaduwen op de bergen van de Sesvenna-groep die ik eerst van wat dichterbij had kunnen zien: de Piz Pisoc ging een beetje schuil achter de bomen aan de linkerkant en de Piz Plavna Dadora resp. Dadaint schemerden door de bomen aan de rechterkant. De Piz Mezdi vooraan en daarachter de Piz Zuort waren wel mooi in beeld.

20231008_125134 (2)
Ftan-Baraigla: zicht vanaf het stationnetje van Ftan op de bergen van de Sesvenna-bergketen, Piz Pisoc (l), Piz Zuort en Piz Mezdi (m) en Piz Plavna Dadora resp. Dadaint (r) aan de overzijde van de Inn
Tarasp en de H. Dreifaltigkeitskirche

De trein kwam op tijd en daarmee kon ik mijn uiteindelijke doel van deze zondagmiddag bereiken: de rooms-katholieke kerk van Tarasp. Na een korte reis vanaf Ftan Baraigla naar Scuol stapte ik over op de postauto naar Tarasp-Fontana. Vanaf de bushalte is het toch een stukje omhoog lopen naar de plek waar de kerk staat. Van deze H. Dreifaltigkeitskirche is de kerktoren het oudste gedeelte: die dateert nog uit de tijd van de eerste kerk, 1567. Met de bouw van de huidige kerk is in 1674 begonnen – ze werd ingewijd in 1678. Omvangrijke restauraties vonden plaats in 1901 en in 1979.

20231008_140825 (2)
Tarasp-Fontana: zicht op de rooms-katholieke H. Dreifaltigkeitskirche kerk uit 1678
20231008_140143 (2)
Tarasp-Fontana: zicht op het hoofdaltaar in Italiaanse stijl uit het begin van de 17e eeuw in de H. Dreifaltigkeitskirche

Van buiten lijkt de kerk erg groot, maar binnen is het eigenlijk heel verwelkomend. Ik ben even gaan zitten in deze lichte ruimte. De lichtinval in de kerk is mooi – de rust is weldadig. Er zijn kleurrijke stijlelementen, zoals lauwerkransachtige versieringen van groen met rood en oker rond de kandelaars aan de muur en een bijna frivool uitziend smeedijzeren klokkenstoeltje bij het hoofdaltaar.

Bij het zijaltaar is een gotische Mater Dolorosa uit de 15e eeuw, die in 1992 ingrijpend is gerestaureerd: een collage die bij de ingang van de kerk hangt toont foto’s van “vóór” en “na” de restauratie! Aan de andere zijde is een 17e-eeuws altaar, gewijd aan St. Antonius van Padua. De moderne kunststofstoel detoneert wel een beetje…!

Vanaf het noordoostelijke plein bij de H. Dreifaltigkeitskirche was het uitzicht op het Schloss bovenop de steile rots indrukwekkend: nu is pas goed te zien hoe uitgebreid het kasteelcomplex is. Het lijkt ook “neer te kijken” op de kerk – dat was misschien ook precies de bedoeling van de Heren van Tarasp… Ik had eerder het kasteel al van veraf en van dichtbij gezien tijdens mijn wandelingen van de afgelopen dagen.

20231008_134902 (2)
Tarasp: zicht vanaf de Heilige-Drie-eenheidkerk op het Schloss Tarasp op zijn hoge rotspunt

Gisteren vanuit de trein zag het kasteel er wat nietiger uit in het vroege ochtendlicht: daarmee nam ik afscheid van dit mij dierbare gedeelte van het Unterengadin.

20231009_094315 (2)
Tussen Scuol en Ftan Baraigla: zicht op het Schloss van Tarasp met de Piz Pisoc, Piz Mezdi, Piz Plavna Dadora en Piz Plavna Dadaint

Nadat ik een laatste blik op de zonovergoten bergen had geworpen, verdween de trein in de 19-kilometer lange Vereinatunnel naar het Prättigau en vandaar naar Landquart. In Zürich had ik een stop-over om te lunchen met Monika, en daarna een volgende ontmoeting in Aarau met Verena, ook weer een “schoolgenootje” van de Reto-Romaanse cursus. Daarmee kwam een einde aan een lang weekend in Zwitserland met veel activiteit en veel menselijke warmte. Het was goed zo…

1 reactie

  1. Erik

    Mooie wandeling, heerlijk weer, en mooie plaatjes.
    Zonde dat het hotel is afgebrand, de vestibule maakt indruk, de rest zal ook prachtig geweest zijn. Is het boek van Dürrenmatt bewust in hetzelfde jaar uitgegeven (dat ook in zijn verhaal het hotel laat afbranden?) of is dat toeval?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

© 2025 Wandelen in de bergen

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑