De Via Alpina als leidraad

Schaffhausen: over de Rijn naar de Waterval

Om de kaart te vergroten a.u.b. op het vakje in de linkerbovenhoek klikken! De grotere kaart opent op een nieuwe pagina.


7 juni 2019

De rust èn de kracht van water

Vandaag stond een tweede tocht per schip op het programma: vanuit de haven van Konstanz naar Schaffhausen over het westelijke gedeelte van het Bodenmeer, de Untersee, en het begin van de bevaarbare Rijn naar Schaffhausen. Daar wil ik graag de Schaffhauser Rheinfall gaan bekijken, de grootste waterval van Europa. Gisteren had ik al een kaartje gekocht, zodat ik vanochtend na weer een uitgebreid en lekker ontbijt tegen kwart voor negen bij steiger 9 op de boot van de Untersee und Rhein rederij stond te wachten. Om twee over negen voer MS Thurgau de haven binnen en gingen vele passagiers aan boord. De weersvooruitzichten waren goed: zonnig en warm, maar daarvan was in het begin nog niet veel te merken. De zon deed z’n best om door de wolken te breken – dit spel van licht en donker leverde wel mooie sfeerplaatjes op!

20190607_091323
Konstanz: stemmingsbeeld van het Bodenmeer vanuit de haven

Aan boord van de MS Thurgau hing een “artist impression” van onze reis, iets dat handig was om alle havens en bijzonderheden onderweg te kunnen checken. De tocht zou zo’n 3½ uur duren, een relaxte tijdsbesteding dus!

20190607_095502
Konstanz: kaart van de vaarroute over het Bodenmeer (Untersee) en de Rijn tot Schaffhausen aan boord van de MS Thurgau

Zodra wij de haven uitgevaren waren, kwam de blauwe lucht te voorschijn en daarmee ook het mooie licht op de omgeving: het vertrouwde Konzilgebäude, de toren van de Munsterkerk, de platanen van het Stadtpark – de kapitale rode beuk viel nu extra op! – en toen we onder de eerste verkeersbrug doorgevaren waren, ook de toren van het Rheintor met de fraaie huizen langs het water. Ook nu weer vloog er een Zeppelin over!

Het waterpeil in het Bodenmeer en de Rijn was erg hoog door het smeltwater uit de bergen en de vele regenval van de laatste tijd, zodat de kapitein omriep dat de overkapping van het bovendek verlaagd zou worden en dat we allemaal moesten blijven zitten. Het windscherm werd neergeklapt en het dak naar beneden gebracht. Iedereen was benieuwd hoeveel ruimte er zou overblijven tussen onze hoofden en de onderkant van de brug! Het ging allemaal goed. Vlak na de verkeersbrug staat een groot bord aan de oever met een grote “0” erop: deze kilometerraai geeft aan dat hier de bevaarbaarheid van de Rijn begint. Ik weet dat in Arnhem bij de John Frostbrug kilometerraai 883 staat – op de Maasvlakte bij Rotterdam staat de laatste: nr. 1035! Interessante gedachte dat het water waarover we nu varen over enige tijd bij mij thuis langs stroomt…

Het was een genoegen om rustig en redelijk stil over het vlakke water te varen en van de weidse uitzichten te genieten. Aan de noordoever zijn uitgestrekte rietvelden, waardoor het gebied een geweldig vogelparadijs is. Er leven wel meer dan 3.000 zwanen in dit gebied. We passeerden vele zwanen op afstand, maar soms moest een zwaan snel wegzwemmen om niet geraakt te worden – de oudere zwanen waren daar duidelijk meer geoefend in dan de jongere! De vaarroute werd aangegeven door bakens van gevlochten wilgentenen. We voeren ook langs het beroemde kloostereiland Insel Reichenau, dat op de UNESCO werelderfgoedlijst staat.

20190607_100843
Tussen Konstanz en Steckborn: panoramisch zicht op de Untersee in oostelijke richting

Het schip stak op de Untersee steeds weer de (onzichtbare) grens tussen Duitsland (noordoever) en Zwitserland (zuidoever) over. Een van de aanlegplaatsen is Steckborn am Rhein: deze plaats, waar in Romeinse tijd al een nederzetting was, ligt op Zwitsers grondgebied. De bebouwing aan de waterkant is mooi: veel vakwerkhuizen en een groot wit gebouw met torens, waar nu een museum gevestigd is, de uit 1271 stammende en in het water gebouwde Turmhof, het karakteristiekste gebouw van Steckborn. Verder stroomafwaarts zijn op de hellingen uitgestrekte boomgaarden aangelegd: het is ook hier net als in het gehele Kanton Thurgau een “fruitland”.

20190607_103654
Stegborn: zicht op de oude huizen langs de waterkant

Een volgend highlight op de route is Stein am Rhein op de noordoever en op Zwitsers grondgebied. Ook hier weer vele vakwerkhuizen, mooie pleinen, ook aan de waterkant. Het stadje is in zijn geheel beschermd stadsgezicht. Hoog boven Stein ligt de burcht Burg Hohenklingen, die in de 13e eeuw gebouwd is en nog steeds de authentieke kenmerken van dit tijd heeft, omdat ze niet door oorlogshandelingen beschadigd geraakt is. De burcht is vanuit vele windstreken zichtbaar. Tegen de hellingen zijn wijngaarden aangelegd, vooral Blauburgunder (Pinot noir), RieslingxSylvaner, maar ook Sauvignon blanc.

20190607_112448
Stein am Rhein: zicht op de stad en Burg Hohenklingen

Tussen Stein am Rhein en Diessenhofen werd het landschap aan beide oevers heel groen: beboste steile hellingen, nauwelijks huizen aan de oevers – wat een rust!

Op zeker moment werd er weer een bericht omgeroepen: vanwege de hoge waterstand konden we de brug bij Diessenhofen onderdoor varen, als de overkapping van het bovendek helemaal ingeklapt was: iedereen werd verzocht het bovendek te verlaten. Toen gebeurde er van alles: niet alleen werd de overkapping helemaal verlaagd, ook de vlaggenmast op de voorplecht werd neergeklapt, de lichtopstand bij de stuurhut plat op het dek gelegd en de opbouw van de stuurhut hydraulisch naar beneden gebracht!

In de verte kwam de overdekte houten brug uit 1812 in zicht. Zij is de enige nog bestaande brug in haar soort over de Rijn in dit gebied: zij staat onder monumentenzorg. Aan de oostzijde is zij voorzien van planken en bloembakken met geraniums, aan de westzijde is zij afgedekt met “Schindel“, de houten spanen. Heel behoedzaam manoeuvreerde de MS Thurgau onder de brug door. Dat het neerlaten van vlaggenmasten, overkapping en stuurhut geen overbodige voorzorg was geweest, bleek wel toen wij onder de brug doorvoeren: we konden de zoldering van de brug bijna aanraken!

Na een korte stop lieten we Diessenhofen achter ons en gingen verder op weg naar Schaffhausen.

20190607_120647
Diessenhofen: MS Thurgau vaart weg van de kade

Na een rustige tocht van zo’n driekwartier kwam Schaffhausen in zicht. Op de heuvel boven de stad staat een vesting uit de 16e eeuw, de Festung Munot. De wachttoren is vanuit de verte te zien. In het begin van de 19e eeuw had de Burcht geen militaire functie meer en raakte in verval. Op initiatief van de schilder en tekenaar Johann Jakob Beck (1786–1868) werd de burcht weer gerestaureerd. Nu wordt zij gebruikt voor allerlei culturele evenementen. Ook tegen deze helling groeien druivenstokken; van de druiven wordt de beroemde “Munötler” gemaakt. Het is een kleine opbrengst: zo’n 5.000 tot 7.000 liter, afhankelijk van het jaar…

De stad heb ik verder niet bezocht, want ik wilde naar de watervallen. Daartoe stapte ik met vele andere passagiers in een soort treintje op wielen, de “Rhyfall Express“, die ons nogal hobbelig meenam van de haven door de binnenstad, bergop, bergaf naar de waterval. We passeerden ook een dam die bij de waterkrachtcentrale van Schaffhausen hoort. Tot aan de waterval stroomt het water hier ook rustig door… Aan het eindpunt van het treintje kreeg ik een eerste ansichtkaartenindruk van de waterval. Vlakbij was een soort bassin, waar het water vrijwel stilstond: het wemelde van de grote vissen, kopvoorns om precies te zijn, één van de soorten die van nature voorkomen in de Rijn.

Op een uitstekende rotspunt met zicht op de waterval staat het Schlössli Wörth dat in de tijd van Goethe al bekend was. Bij de ingang van het restaurant hangt een bord met een tekst die Goethe geschreven heeft naar aanleiding van zijn bezoeken aan Schaffhausen, de waterval en het Schlössli op 18 september 1797. Poëtischer kan ik het niet beschrijven…!

20190607_133440
Schaffhausen: bord op het Schlössli Wörth met citaat van Johann W. Goethe

In het restaurant was de lunchtijd voorbij, maar een glaasje wijn met uitzicht op de waterval was wel mogelijk. Daar had ik wel oren naar, dus installeerde ik mij behaaglijk op een strategisch uitzichtspunt en kreeg een glaasje Sauvignon blanc uit het wijngebied van Schaffhausen. Daarbij nog een glas water en wat knabbeltjes. De wijn was heerlijk: ieder nipje was een feest en het uitzicht geweldig!

Na deze pauze liep ik door de mensenmenigte naar de noordoever van het water. Vanaf deze afstand was al duidelijk te zien hoe het water kolkt en schuimt, precies zoals Goethe het beschreven heeft… Op een informatiebord staan wat gegevens van de Rheinfall: breedte 150 meter, hoogte 23 meter, diepte van de kolk 13 meter… De grens tussen de Kantons Schaffhausen en Zürich ligt in het midden van de Rijn en de waterval. Beide kantons delen de kosten van het onderhoud.

Dat op deze plek langs de Rijn al sinds de 11e eeuw industriële activiteiten hebben plaatsgevonden, wordt op een aantal plaquettes weergegeven. In het begin van de 19e eeuw werd hier een al sinds de 11e eeuw bestaande ijzersmederij door een ondernemer verworven en in 1888 overgedragen aan de Schweizerische Aluminium Industrie AG (kortweg Alusuisse), die als eerste in Europa aluminium maakte via elektrochemische weg. Tot 1945 toen het bedrijf werd stilgelegd werd hier per maand 50 ton ruw aluminium geproduceerd. In 1954 werd het gebouw afgebroken en het terrein omgevormd in een park. Alusuisse heeft aan de Gemeente Neuhausen een plaquette en een beeld uit aluminium aangeboden: “Dreiklang bei Nacht“, gemaakt door Ernesto Hebeisen (1919–2007). Aan dezelfde noordoever is in 1976 een houten waterrad geïnstalleerd aan een zijstroompje van de waterval, waarvan de watertoevoer met een schuifluik gereguleerd kan worden. Het waterrad is een replica van het origineel dat hier in de 11e eeuw in gebruik was. Pas in 1854 is het houten waterrad vervangen door een turbine.

Hoe dichter ik bij de waterval kwam, des te indrukwekkender het natuurspektakel werd: op verschillende kleine platforms spatten fijne waterdruppels in mijn gezicht. Ook zag ik ergens midden in de waterval een smeedijzeren bord staan met twee jaartallen: 1888 en 1913 met een “werkteken” van hamer en moker erboven. Hoe hebben ze dat daar kunnen plaatsen…?!

Een kleine impressie van de kracht van de waterval:

Er is een spoorbrug aangelegd door de bovenloop van de waterval tussen de rechteroever en de linkeroever: het is de spoorverbinding tussen Winterthur en Schaffhausen. Er loopt ook een voetpad langs het spoortraject. Vanuit dat punt is er een schitterend uitzicht naar het westen over de waterval. Ook vanuit de trein is het zicht goed, vooral uit een dubbeldekkertrein! Op het hoogste punt van de linkeroever ligt het Schloss Laufen, waarvan het oudste gedeelte uit de 12e eeuw stamt. Het spoortraject gaat door een tunnel onder het Schloss Laufen.

Het Schloss Laufen kan worden bezocht. De toegangspoort tot het kasteel is voorzien van het wapen van Kanton Zürich. Aan de kasteelmuur is ook een plaquette uit 1950 aangebracht ter herinnering aan het feit dat Zwitserland in staat was om buiten de oorlogshandelingen te blijven, zowel in de Eerste Wereldoorlog als in de Tweede Wereldoorlog en dat dankzij het leger dat over de veiligheid van het land waakte. De burcht heb ik niet bezocht. Ik had uiteindelijk meer belangstelling voor het restaurant, want ik had ondanks dat lekkere glaasje wijn met de knabbeltjes toch wel trek gekregen. Vanuit de verschillende kanten was ook hier het uitzicht bijzonder!

Om iets na vier uur ben ik met de trein door de tunnel onder het Schloss Laufen gereden en over de spoorbrug over de Rijn. Weer een mooi fotomoment! Na een overstap op het station van Schaffhausen ging de treinreis terug langs de Rijn en de Untersee, dezelfde weg als op de heenweg met schip vanochtend. Het viel mij op dat de treinstations van de stadjes minder fraai zijn dan de aanleghavens aan het water! Het uitzicht vanuit de trein over de Untersee en de boomgaarden was in het namiddaglicht ook erg mooi.

20190607_164800
Tussen Steckborn en Kreuzlingen: zicht op de Untersee en boomgaarden op de voorgrond

Op de heenweg had ik van het schip al gezien dat er langs de waterkant hier en daar sombere betonkolossen stonden. Dat waren bunkers uit de Tweede Wereldoorlog. Vreemd genoeg had ik – en volgens mij ook vele anderen – altijd de indruk dat Zwitserland echt overal buiten was gebleven, maar dat is niet het geval. Rondom Kreuzlingen is vanaf 1936 een “Festungsgürtel” van 11 kilometer aangelegd met meer dan 80 bunkercomplexen, tankgreppels en andere hindernissen met kanonnen met een groot bereik. Hiermee wilde men voorkomen dat de vijand de Rijnbrug bij Konstanz snel zou kunnen veroveren. Gelukkig is dit niet nodig gebleken. Nu heeft men wel het probleem dat men geen bestemming heeft voor deze betonblokken, die niet te slopen zijn… Toen ik bijna bij Kreuzlingen was, reed de trein bij Triboldingen vlak langs zo’n – nu bont beschilderde – bunker…

20190607_170803
Triboldingen: Zicht op een bunker uit de Tweede Wereldoorlog

Teruglopend vanuit het station van Kreuzlingen naar Konstanz, wat een minuut of tien duurde, passeerde ik de nu geheel veilige grens tussen Zwitserland en Duitsland. De ruimte van de grensovergang was ingericht als een soort museum met vele panelen met informatie over belangrijke momenten in de geschiedenis. Het lijkt wel alsof de grens niet echt meer bestaat – en dat vind ik een mooi idee!

1 reactie

  1. Cootje

    Tussen de mooie foto’s zitten werkelijk prachtige platen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

© 2024 Wandelen in de bergen

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑