Om de kaart te vergroten a.u.b. op het vakje in de linkerbovenhoek klikken! De grotere kaart opent op een nieuwe pagina.

21 december 2023

Roadtrip van de Stille Oceaan via Christchurch naar de Bergen!

Op de hier langste dag van het jaar kwam ik aan in de Nieuw-Zeelandse Alpen, het zwaartepunt van mijn reis! Het was – net als de vorige keer, ook in december 2019 – weer een overweldigende ervaring om die majestueuze bergen te zien oprijzen aan de horizon. Ook dit keer was het landschap zonovergoten en schitterend: de beide meren, zowel het Lake Tekapo als het verder westelijk gelegen Lake Pukaki, strekten zich helderblauw uit tot, zoals het leek, aan de wit-besneeuwde, hoge bergen met de Araoki/Mt. Cook als letterlijk hoogtepunt.

20231221_161211 (2)
Lake Pukaki: zicht op de Nieuw-Zeelandse Alpen met de Araoki/Mt. Cook (3.724 meter) als hoogste bergtop

Tot aan het moment van dit mooie vergezicht was een tweedaagse autotocht voorafgegaan: ik reed gisterenochtend van Kaikōura eerst naar Christchurch, waar ik overnachtte, en vandaag verder naar de bergen.

Kaikōura en de route naar Christchurch

Gisteren begon de dag met stralend weer en een mooi uitzicht op de Kaikōura Mountain Range, de indrukwekkende bergketen ten noordoosten van Kaikōura en mijn B&B. Na weer een lekker en uitgebreid ontbijt, waarbij Kevin de eigenaar zich verbaasde over mijn eetlust (“Well… do you have hollow legs?!“), vroeg hij of ik zin had om mee te gaan voor het voederen van de beestenboel. Net als de vorige keer vond ik dat natuurlijk leuk! De twee alpaca’s, die er nog steeds waren, zagen er uit alsof ze “door de motten waren aangeknaagd”: zij waren een paar dagen tevoren geschoren en dat was zo te zien een haastwerkje geweest… Dat leek hen echter niet te deren. Een van hen nam graag wat brokjes van mijn hand, maar de andere snuffelde er alleen maar aan. Kevin zei dat hoezeer hij ook z’n best had gedaan, deze alpaca erg schuw bleef en niet uit de hand durfde te eten. We werden omringd door nieuwsgierige geiten en kippen. Het was komisch om te zien dat een kip op de rug van een geit sprong en daar rustig bleef zitten – het leek wel het begin van de “Bremer Stadsmuzikanten“!

20231220_093416 (2)
Kaikōura (NZ): zicht op de weide met twee alpaca’s bij B&B Awatea met de Kaikōura Mountain Range op de achtergrond

Verderop in het weiland werd de samenstelling van deze “menagerie” duidelijk! Behalve de kippen kwamen ook nog twee wollig-uitziende varkentjes aanrennen om zich op de stukken brood te storten, terwijl een van de honden zich ook daarbij voegde om te kijken of er nog wat voor hem over zou blijven – nee dus…!

20231220_092307 (2)
Kaikōura (NZ): in het weiland bij B&B Awatea komen niet alleen de varkentjes en de kippen op de boterhammen af, maar ook een van de honden!

Na dit landelijke intermezzo nam ik afscheid van Kevin en zijn gezellige B&B en ging op weg naar Christchurch. Onderweg ben ik nog tweemaal gestopt om plekken te bekijken die betrekking hadden op mijn boottocht voor het spotten van walvissen van afgelopen dinsdag 19 december: het whaling station aan de westzijde van het Kaikōura Peninsula schiereiland en Barneys Rock, de rotsen vlak onder de kust waar we toen zeeberen en zeevogels hebben gezien. Hier was het licht nog wat gevoileerd door de nevel die vanuit de binnenlanden langzaam de zee indreef.

Na zo’n twintig kilometer leidde de weg mij de binnenlanden in en weg van de kust. Na een uurtje rijden kwam ik rond het middaguur aan in het vriendelijk-ogende plaatsje Cheviot. De streek werd bekend in het midden van de 19e eeuw, toen het landgoed Cheviot Hills werd gesticht door de oorspronkelijk uit Engeland afkomstige grootgrondbezitter William Robinson (1814–1889). Hij had de bijnaam “Ready Money”, ontleend aan het feit dat hij de gronden van zijn landgoed (meer dan 33.500 ha) kocht voor £31.455 – een voor die tijd astronomisch bedrag – en dat bedrag ook nog eens contant betaalde! Het landgoed was vernoemd naar de Cheviot Hills op de grens van Schotland en Engeland. In 1893 kocht de Nieuw-Zeelandse regering het landgoed en splitste het op in kleinere gedeelten. De overheid gaf deze gronden uit aan nieuwe eigenaren om het monopolie van de grootgrondbezitters te doorbreken. Het gebied kent nog steeds een bloeiende landbouw en veeteelt (schapen en koeien). Bij het opsplitsen ontstond ook de plaats Cheviot.
Ik parkeerde langs de grote weg, vlakbij een imposante kerk, de Knox Presbytarian Church, die ik ook van binnen bekeken heb. Dit is de tweede Presbyterian Church: de eerste kerk werd in 1896 gebouwd en in 1955 door brand verwoest. De tweede kerk werd ingewijd in 1953. Het kerkgebouw is gebouwd met stenen die door de lokale bevolking zijn verzameld uit de Hurunui River rivier die ten zuiden van de plaats in de Stille Oceaan stroomt. In 2018 werd gevierd dat de geloofsgemeenschap 125 jaar bestond: een gedenksteen in het plaveisel voor de kerk herinnert hieraan. In hetzelfde jaar is het kerkgebouw verkocht aan de Cheviot Knox Community Centre Trust. Er worden nog steeds kerkdiensten gehouden – de kerk was mooi versierd voor het komende Kerstfeest.

20231220_122548 (2)
Cheviot (NZ): zicht op de Knox Presbyterian Church uit 1953, gebouwd met stenen uit de nabij gelegen Hurunui River rivier

Het kopje koffie (“a long black, please“) dat ik daarna in het zonnetje op het terras van Number Eight Café dronk, smaakte me goed – ik nam er (ondanks het copieuze ontbijt!) toch iets lekkers bij… Ik had nog een afstand van zo’n 110 kilometer af te leggen naar Christchurch. De reis ging voorspoedig en tegen een uur of half drie kwam ik aan bij mijn motel – hetzelfde onderkomen als ik de eerste keer had: Towers on the Park. Bij het uitstappen merkte ik hoe warm het was – en bij het binnenkomen van mijn kamer ook hoe heerlijk koel het daar was… Ik besloot daarom om gewoon binnen te blijven en uit te rusten!

Terug in Christchurch!

Vanochtend was het prachtig weer en liep ik door het nabijgelegen grote stadspark Hagley Park. Ik herinnerde mij hoe ik de vorige keer voor het eerst kennismaakte met deze bijzondere plek. Ik schreef er toen over:
Het groene park van bijna 165 hectares dat in 1855 tot stand is gebracht en voor iedereen is opengesteld is een oase van rust. Het was groot, groen en schitterend onderhouden. Het bestaat ook uit sportvelden. Er groeien niet alleen Europese bomen, zoals enorme Europese eiken (die net uitgebloeid waren en al beginnende eikels hadden) en een paardenkastanje met mooie witte toortsen, maar ook vele inlandse boomsoorten, zoals de Nieuw-Zeelandse Christmas Tree (Metrosideros excelsa), in het Māori Pohutukawa, een groenblijvende boom met uitbundig rode bloemen die in de Kersttijd bloeit, vandaar de naam, en de Cabbage Tree (Koolpalm, Cordyline australis). Onder een grote eik stond een herdenkingszuil: deze was op 16 december 1908 geplaatst door de Canterbury Old Colonists Association om de plek te markeren waar in 1851 de eerste Settlers hun hutten hadden gebouwd… Voor mij was dit een eerste teken dat het nog maar kort geleden is dat de geschiedenis van de Europeanen in dit land is begonnen!
Ook dit keer stak ik de grote weg over en kwam meteen in het groen van het park en in de stilte van de vroege ochtend. Op de eerste landkaarten van Christchurch stond Hagley Park al ingetekend. De naam Hagley werd gekozen als eerbetoon aan de voorzitter van de Canterbury Association: zijn huis in Engeland heette Hagley Lodge. In de eerste jaren was het park niet echt “aangeharkt”: er graasde vee dat vrij rondliep, waardoor sommige cricket matches moesten worden onderbroken… Het park was al wel bestemd om tot in lengte van dagen een openbaar park te blijven. In de 1860-er jaren begon het park vorm te krijgen, op een klein moeras in North Hagley Park na. Toen in 1897 de stad het gouden regeringsjubileum van Queen Victoria vierde werd besloten om dit moeras om te vormen tot een meer van uiteindelijk 2 hectares groot. Dit meer kreeg de naam Victoria Lake – een kleiner meer in het noordoosten van het park ging Albert Lake heten. Het Victoria Lake wordt nu vooral gebruikt door de Christchurch Model Yachting Club. Ook hier heeft de aardbeving van februari 2011 veel schade aangericht: al het water was weggestroomd. Na uitgebreide restauratiewerkzaamheden werd het park in mei 2012 heropend. Nu liep ook ik langs het Victoria Lake en genoot van het ochtendlicht op het water en van de koelte – er waren nu geen modelbootjes te zien, maar wel eenden die met hun kuikentjes rondzwommen.

20231221_082826 (2)
Christchurch (NZ): zicht op de grote vijver, het Victoria Lake, in het North Hagley Park met mooi ochtendlicht

In het park stonden oude bomen, zoals de inheemse Cabbage Tree (Cordyline australis), een palmachtige boom die vooral op het Zuidereiland groeit. De Māori noemen hem tī kōuka: zij gebruik(t)en delen van de boom als voedsel, zeker op plekken waar niets anders wilde groeien. Van de vezels maakten ze gebruiksvoorwerpen als touwen en waterdichte regencapes. Nu staken deze “koolbomen” met hun smalle en puntige bladeren en grote trossen van bijna goudkleurige bloemaren scherp af tegen de blauwe lucht. Iets buiten het park stonden gewone Europese lindebomen uitbundig te bloeien – altijd weer mooi om te zien.

Toen ik het park verliet volgde ik de nogal kronkelige loop van de rivier de Avon (Ōtākaro in Māori). Ik kwam langs een monument ter herinnering van de verwoestende aardbevingen van november 2010 en februari 2011: op een brede sokkel van leigrijs hardsteen met een witmarmeren afdekking ligt een groot stuk kōhatu pounamu (de groene jade), dat met een fijne waterstraal natgehouden wordt. Prachtige Māorimotieven sieren de sokkel. Op een bronzen plaquette vlakbij de groene jade wordt vermeld dat de steen geschonken was door de Māoristam Te Rūnanga o Makaawhip (een onderstam van de Ngāi Tahu). Bovendien krijgen we door het aanraken van de steen weer verbinding met het land en alle mensen die ons zijn voorgegaan.

20231221_094123 (2)
Christchurch (NZ): het grote stuk groene jade (kōhatu pounamu) als onderdeel van het Canterbury Earthquake National Memorial aan de oevers van de Avon, ter herinnering aan de verwoestende aardbeving van 22 februari 2011

Het maakt onderdeel uit van het Canterbury Earthquake National Memorial (in Māori: Oi Manawa, wat betekent: het beven van het hart….). Het geheel is het officiële monument voor de slachtoffers van de aardbeving die Christchurch op 22 februari 2011 zwaar heeft getroffen. Het ligt op beide oevers van de Avon en werd op 22 februari 2017, zes jaar na de ramp, onthuld. Het monument was een van de projecten uit het herstelprogramma van de stad, meestal aangeduid met de Blueprint. De plek waar het memorial zou komen werd al in 2014 vastgesteld: het zou een voetgangersgebied worden langs de Avon en daarmee een verbinding vormen met de Bridge of Remembrance, het oorlogsmonument van Christchurch, in het oosten en de Botanische Tuinen en het Hagley Park in het westen. Het herdenkingsmonument is ontworpen door de Sloveense architect Grega Vezjak (*1981) – zijn ontwerp werd gekozen uit 300 inzendingen uit Nieuw-Zeeland en de rest van de wereld.

Het eigenlijke monument bestaat uit een langgerekte muur van wit natuursteen die de brede treden naar de rivier als het ware afschermt. De inscriptie op de muur leest als een incantatie:
A violent and destructive earthquake
shook greater Christchurch on
22 February 2011.
The lives of 185 people were lost
and many were seriously injured.
This was one of thousands of
earthquakes experienced in the
region, starting on 4 September 2010.
Our communities were forever changed.
We remember:
Those who died,
Those who were hurt, and
Those who experienced loss.
We offer our thanks:
To those who came for us,
To those who risked their lives
for ours, and
To those who supported us.
Together we are stronger.

Het was vanochtend heerlijk om te flaneren langs de rivier die langzaam door deze nu vredige omgeving stroomde – de pijn en het verdriet om het verlies van dierbaren en de schade aan zoveel heritage gebouwen leek hier ver weg…

Ik bereikte vervolgens een monument waar de pijn en het verdriet nog steeds tastbaar aanwezig waren: de Bridge of Remembrance, de ereboog ter herinnering aan niet alleen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog, maar ook aan latere oorlogen. Dit monument had ik de vorige keer niet gezien. De Bridge of Remembrance, de “Brug van het Gedenken”, is een combinatie van een echte brug over de rivier de Avon en een ereboog: de brug is geopend in 1873 en de ereboog in 1924. Het idee om een herdenkingsboog te plaatsen op de bestaande brug kwam vlak na het einde van de Eerste Wereldoorlog vanuit de bevolking. De plaats is ook symbolisch: over deze brug zijn soldaten gemarcheerd naar het treinstation om te strijden in drie oorlogen… De eerste steen werd gelegd door “his Excellency Viscount Jellicoe, Gouvernement-General of the Dominion” op 25 april 1923, op Anzac Day, de jaarlijkse herdenkingsdag in Australië en Nieuw-Zeeland om de leden van het Australian and New Zealand Army Corps (ANZAC) te eren. Deze herdenkingsdag wordt op 25 april gehouden: dat is de dag in 1915 waarop het ANZAC voor het eerst in actie kwam bij de Slag om Gallipoli in Turkije. De Bridge of Remembrance werd op 11 november 1924, op Armistice Day, onthuld door Lord Jellicoe, die ook de eerste steen had gelegd anderhalf jaar daarvoor. In de loop van de tijd zijn er aanpassingen geweest aan en rond de brug: in 1976 werd de brug afgesloten voor gemotoriseerd verkeer en het gebied ingericht als een voetgangerszone. Een algehele opknapbeurt vond plaats tussen 1989 en 1992: op de ereboog is een wat versleten plaquette aangebracht om dit feit te markeren. Ook de Bridge of Remembrance had grote schade opgelopen tijdens de aardbeving van 2011: op Anzac Day in 2016 werd het herstelde en verstevigde monument feestelijk heropend. Het gebied rond de ereboog is tegelijkertijd met het ontwikkelen van het Canterbury National Earthquake Memorial verfraaid. Op 2 april 1985 is de Bridge of Remembrance opgenomen in het register van de Nieuw-Zeelandse Historic Places Trust.

Het bouwwerk op de brug is indrukwekkend: het is opgetrokken in beton dat bekleed is met natuursteen uit Tasmanië. Het is ontworpen door de beroemde Nieuw-Zeelandse architect William Gummer (1884–1966), die al meerdere monumenten had ontworpen.

20231221_094648 (2)
Christchurch (NZ): de Bridge of Remembrance over de rivier de Avon, een oorlogsmonument uit 1923 voor de gevallenen in de Eerste en Tweede Wereldoorlog en conflicten van na die tijd

Op de boog staat ook de nogal patriottische inscriptie Quid non – pro patria (“Wat (zou iemand) niet (doen) voor (zijn) [vader]land?)”). Er zijn meerdere gedenktekens voor specifieke legeronderdelen en symbolische kenmerken als fakkels, kransen, wapenschilden en sierlijke leeuwen, gemaakt door de beeldhouwer Frederick Gurnsey (1868–1953). Een versiering met rozemarijn heeft betrekking op een quote uit Hamlet: “There’s rosemary, that’s for remembrance“, een citaat van Ophelia uit Hamlet van Shakespeare. Voor de echte fans onder ons: uit Akte 4, Scene 5, waarin Ophelia de dood van haar vader beweent, die door Hamlet is gedood… Het volledige citaat luidt:
There’s rosemary, that’s for remembrance; pray,
love, remember: and there is pansies. that’s for thoughts.

In het Remembrance Park aan de oostkant van de Bridge of Remembrance staan enkele kunstwerken, herdenkingsplaquettes en andere bijzondere onderdelen. Zo is hier in 2015 een nakomeling aangeplant van de beroemde Lone pine uit Gallipoli. Deze Lone pine is een Turkse of Oostmediterrane den (Pinus brutia): deze was een solitaire boom op het schiereiland Gallipoli in Turkije, die de plaats van de Veldslag van Gallipoli van 1915 markeerde. Dergelijke dennen worden in parken in Australië en Nieuw-Zeeland vaak aangeplant als “monumenten” voor de soldaten van het Australian and New Zealand Army Corps (ANZAC) en zijn ook bekend als “Lone Pines”. De Pinus brutia is inheems in het gebied rond Gallipoli – deze Lone Pine was als enige overgebleven op die plek, omdat de Turken alle anderen hadden gerooid om loopgraven aan te leggen. Een tweede soort den, de Aleppo-den (Pinus halepensis) is daar niet inheems, maar komt van nature wel voor in andere landen rond de Middellandse Zee, zoals Spanje, Italië en Syrië. Deze soort werd geïmporteerd om eveneens te worden verwerkt in loopgraven in Gallipoli. Vroeger dacht men dat de Turkse den een ondersoort was van de Aleppo-den, maar dat is nu achterhaald: het zijn verschillende soorten, maar de oorsprong van beide soorten kan worden herleid naar de slagvelden van Gallipoli… Bij de nog jonge “spruit” van de oorspronkelijke Lone Pine stond een plaquette waarop vermeld werd dat deze geplant was op 17 april 2015, op Poppy Day, om te herdenken dat het honderd jaar geleden was dat de Slag bij Gallipoli plaatsvond. Eigenlijk wordt overal in de wereld Poppy Day op 11 november herdacht, maar in Nieuw-Zeeland is dat niet het geval: daar is Poppy Day de dag voor Anzac Day. De reden hiervoor is dat het schip met de klaprozen te laat in Nieuw-Zeeland aankwam en dat het organiserende veteranencomité daarom gewacht heeft tot Anzac Day! Een andere herinnering aan de Eerste Wereldoorlog is een bronzen standbeeld van Sgt. Henry James Nicolas (1891–1918). Hij werd in de buurt van Christchurch geboren en werd timmerman, een beroep dat hij in 1916 opgaf om toe te treden tot het Nieuw-Zeelandse leger. Zijn eenheid vocht in België, waar hij tweemaal onderscheiden werd wegens uitzonderlijke moed: hij ontving het Victoria Cross en het Military Cross. 19 dagen voor het ingaan van de Wapenstilstand sneuvelde hij in een vuurgevecht. Het door de regionale kunstenaar Mark Whyte gemaakte standbeeld werd in 2017 geplaatst in het Remembrance Park. Het staat op een sokkel van gesteente dat afkomstig is uit de plaats Le Quesnoy in Noord-Frankrijk tegen de Belgische grens, die in 1918 op de Duitse bezetter is veroverd door Nieuw-Zeelandse troepen.

Bij het herstellen van de verwoestingen die de aardbevingen van 2010 en 2011 hadden veroorzaakt is er meer aandacht gekomen voor de identiteit van de plaatselijke Māoristam, de Ngāi Tūūhuriri. Hieraan wordt uitdrukking gegeven door een opvallend kunstwerk dat in het parkje langs de rivier de Avon staat : een okerkleurige “scherf” steekt in de grond als aanwijzing (“Tohu whenuā“) voor een plek die cultureel gezien van belang is voor de plaatselijke Māoristam, de Ngāi Tūūhuriri. Hierop staat het opschrift: “Kia Atawhai ki te iwi” (“Be kind to your people“), een raadgeving uit 1861 van Pita Te Hori (1805?–1872), een beroemde chief van de Māoristam Ngāi Tahu en een directe afstammeling van de stichter van deze stam. Hij was een heldhaftige krijger, maar hij heeft zich ook steeds ingezet voor vrede en dialoog. De lokale Māori meenden dat deze raad een leidraad zou kunnen zijn om de pijn van het verlies van omgekomen mensen en van verwoeste gebouwen enigszins te verzachten. Dit staat in twee talen op het monument. Rondom zijn zitbanken van houten latten geplaatst, die de vorm hebben van een mōkihi, een vlot van samengevlochten stengels van riet of ook Mountain flax die de vroege Māori gebruikten om waren te vervoeren en om rivieren over te steken.

Verder lopend langs de Avon zag ik een koppeltje Paradijscascara’s (Tadorna variegata) met twee kuikens in het gras lopen en hun kostje (hoofdzakelijk vega) bij elkaar scharrelen. Deze inheemse eendensoort ziet er spectaculair uit. Het mannetje en het vrouwtje zijn ook erg gemakkelijk te onderscheiden: hij heeft een zwartblauwe kop, een zwart lijf en een roestkleurig stuk bij de staart – zij heeft een sneeuwwitte kop en een prachtig bruin verenkleed. Bij de fluffy, donzige kuikens was al te zien wie het vrouwtje was: zij had witte veertjes aan weerszijden van haar snaveltje!

Even later kwam ik weer op bekend terrein: ik zag de historische tram rijden over de brug van de grote boulevard, de Worcester Boulevard. Deze leidt naar de Christchurch Cathedral, die ik heel in de verte zag liggen – nog steeds in de steigers na de aardbevingsschade…

20231221_095618 (2)
Christchurch (NZ): zicht op de Avon met op de brug van de Worcester Boulevard de historische tram

Ik heb daarna nog snel wat inkopen gedaan: mijn volgende bestemming Mount Cook Village in de bergen heeft geen winkels, alleen maar restaurants en andere eetgelegenheden! De dichtstbijzijnde supermarkt ligt daar op 60 km afstand… Ik liep weer terug door het Hagley Park, ditmaal aan de kant van de Botanische Tuinen, waar het bij de toegangen druk was met vele mensen die kleedjes en picknickmanden bij zich hadden voor een aangename dag in de schaduw onder de oude bomen en langs de rivier. Het was inmiddels al weer aardig warm aan het worden…

Van Christchurch via Ashburton naar de Burkes Pass

Tegen 11.00 uur stapte ik in de auto om de meer dan 330 kilometers af te leggen naar Mount Cook Village, naar de bergen. Na een uurtje rijden over de State Highway 1 was mijn eerste tussenstop de plaats Ashburton: daar wilde ik het oorlogsmonument voor het Legion of Frontiersmen bezoeken. Dit is het “zustermonument” van het monument dat ik, toen ik op het Noordereiland in het plaatsje National Park Village in het Tongariro National Park was, tijdens een korte wandeling had gezien. Dit legioen is een nationalistische en paramilitaire organisatie die in 1905 in Groot-Brittannië met als doel om een militaire inlichtingendienst op te richten die de grenzen van de Empire moest bewaken en beschermen – de aanleiding was de angst van een op handen zijnde invasie van Engeland en de Empire. Het hoofdkwartier was in Londen, maar er werden in het gehele Commonwealth afdelingen opgericht om deelnemers voor te bereiden op oorlog en de waakzaamheid te hoeden in vredestijd. De Afdeling Nieuw-Zeeland werd in 1911 opgericht. Hoewel deze Legion er veel energie heeft ingestoken, kreeg zij geen grote officiële betekenis: in vele landen van de Commonwealth waren militaristische groepen verboden. Dat was ook het geval in Nieuw-Zeeland, maar toch speelt de Legion wel een rol bij het assisteren van overheidsinstanties, zoals de politie… Ik vond de evenknie van het monument in National Village Park niet, maar wel twee andere oorlogsmonumenten die in een fraai park langs de State Highway 1 staan. De ene obelisk uit 1903 was gewijd aan de Boerenoorlog in Zuid-Afrika van 1900–1902 (en ook aan de kroning van Koning Edward VII) en de andere, veel grotere, obelisk uit 1928 was gewijd aan de Twee Wereldoorlogen en latere conflicten.

20231221_122001 (2)
Ashburton (NZ): twee obelisken als oorlogsmonumenten voor de gevallenen in de Boerenoorlog (1900-1902) (links) en de beide Wereldoorlogen en latere conflicten (rechts)

Het monument voor de Boerenoorlog is ontworpen door de Nieuw-Zeelandse architect en stedenbouwkundige Samuel Hurst Seager (1855–1933), die gekozen had voor het gebruik van rood graniet. De obelisk was niet lang geleden verplaatst naar de plek waar hij nu staat: hij was daartoe uit elkaar gehaald, waarna de onderdelen weer in elkaar waren gezet – ditmaal met carbonfiber pinnen tussen de lagen om voortaan aardbevingen te kunnen doorstaan. Het monument zag er mooi opgefrist uit, maar de rijsporen stonden nog in het gras. Onder de namen van de gesneuvelde soldaten staat een citaat van Horatius “Dulce et decorum est pro patria mori” (“Het is zoet en eervol om voor het vaderland te sterven”). Nog geen 15 jaar later, in 1917, gebruikte de Britse dichter en militair Wilfred Owen (1893–1918) hetzelfde citaat als titel van een duidelijk anti-oorloggedicht, niet ter verheerlijking van het vallen voor het vaderland: in tegendeel, want hij heeft in zijn gedicht geprobeerd om nogal gedetailleerd de gruwelen van een aanval met gifgas te beschrijven en daarmee te bereiken dat men in Engeland niet langer zou zeggen dat het een zoete eer was – hij noemt het een oude leugen (the old Lie). Hijzelf sneuvelde op 4 november 1918 – een week voor de Wapenstilstand…

Het oorlogsmonument voor de gevallenen uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog staat in het verlengde van de obelisk voor de Boerenoorlog en is opgetrokken uit rossig natuursteen met plaquettes in brons en marmer. Op de westzijde van de sokkel is de grootste marmeren plaquette bevestigd met bovenaan een lauwerkrans geflankeerd door twee fakkels en varenbladen en op een wapperend lint de tekst “for God, King and Country“. Daaronder staat de tekst gegraveerd

Ye, who pass this way hold in memory the men of Ashburton County who gave their lives for their country 1914–1918
They, whose names are here inscribed, were numbered among those who at the call of King and Country left all that was dear to them, endured hardness, faced danger and finally disappeared from the sight of men, by the path of duty and self sacrifice, giving up their lives that others might live in freedom

Op de drie andere zijden zijn telkens op vier plaquettes de namen van 432 gesneuvelde militairen weergegeven. Kleinere plaquettes herinneren aan de gevallen militairen in latere conflicten…

Indrukwekkend is de bronzen plaquette waarop vermeld wordt dat daarachter Rolls worden bewaard waarop de namen staan van de 97.335 leden van de New Zealand Expeditionary Force, die gedurende de Eerste Wereldoorlog naar de overzeese oorlogsgebieden zijn gegaan. Daaronder staat dat op de rollen ook de namen van de 104.988 soldaten die deelnamen aan de Tweede Wereldoorlog. Meer dan 200.000 mensen: zo’n aantal is nauwelijks te bevatten…

20231221_121206 (2)
Ashburton (NZ): plaquette op het oorlogsmonument met vermelding dat de lijsten met namen van NZ-militairen van beide Wereldoorlogen daarachter liggen opgeslagen

Rond half één stapte ik weer in de auto en reed verder. Het weer verslechterde duidelijk: toen ik tegen 14.00 uur en na zo’n 150 kilometer een koffiestop maakte bij een hooggelegen café-souvenirshop The Farm Barn ten westen van de plaats Geraldine was het uitzicht op de laag liggende landbouwgebied wel goed: daar viel nog wat zonlicht op, maar de omliggende bergen werden door wolken aan het zicht onttrokken. Daardoor had ik niet veel aan de aanduidingen van de omgeving die een op grote windroos waren aangegeven… De stop was toch aangenaam: de koffie en de taart waren gewoon lekker!

20231221_134237 (2)
Bij Fairlie (NZ): een wat nevelig uitzicht vanaf het Geraldine-Fairlie Uitkijkpunt over laagland in zuidwestelijke richting

Niet lang nadat ik weer was vertrokken en in de buurt van het plaatsje Burkes Pass kwam, werden de auto’s voor mij tegengehouden. Eerst was niet duidelijk wat er aan de hand was, maar toen kwam in de verte een enorme schaapskudde in beeld. De schapen werden van het ene weiland naar het andere gedreven. Iedereen greep meteen zijn camera om dit landelijke tafereeltje van deze blatende, netjes voort dravende wolbaaltjes vast te leggen! Ik ook…

20231221_141810 (2)
Ten zuiden van de Burkes Pass (NZ): in de verte komt een schaapskudde aandraven over de autoweg!
20231221_141824 (2)
Ten zuiden van de Burkes Pass (NZ): close-up van een schaapskudde die over de autoweg draaft

Burkes Pass is een bergpas (753 m) met aan de zuidelijke kant het gelijknamige dorpje – hier begint de uitgestrekte hoogvlakte van het Mackenzie Basin, die aan de westkant wordt begrensd door de Alpen. De bergpas en het dorp zijn vernoemd naar Michael John Burke (1812–1869) die in 1855 met een ossenspan hier langskwam op weg naar Mackenzie Country. Dit was een andere route dan via de Mackenzie Pass die de notoire schapendief James Mackenzie (1820–?, na 1856) had gebruikt om zijn “buit” naar de gebieden in het naburige Otago te brengen, waar in de 1860-er jaren naar goud werd gedolven. In 1857–1858 werd een doorgang gecreëerd over de bergpas voor de ossenspannen, waarna de pioniers en de ossendrijvers kozen voor deze nieuwe, gemakkelijkere route naar het achterliggende vlakke gebied dat bij de Māori al bekend stond om de overdadige aanwezigheid van voedsel. Omdat het een moeizame tocht was, ontstond al snel behoefte aan een rustpunt: in 1861 werd een hotel gebouwd bij Cabbage Tree Creek, dat later als Burkes Pass bekend werd. Rondom het hotel ontstond een nederzetting die vooral tussen 1890 en 1910 opbloeide. Doordat de beloofde spoorlijn niet werd doorgetrokken tot Burkes Pass verloor het dorp zijn betekenis voor de handel in wol en hout… Terwijl ik door het dorpje reed viel mij de erg armoedige staat van de meeste gebouwen op. Inmiddels was het ook licht gaan regenen, wat niet echt bijdroeg tot een geluksgevoel… Tijd om door te rijden!

Lake Tekapo met Church of the Good Shepherd

Het was bijzonder om te merken hoe een bergketen fungeert als scheiding tussen twee weerssystemen: toen ik over de pas was gereden, liet ik regen en wolken achter me en kreeg ik een stralend blauwe lucht en en prachtig uitzicht te zien! Bij de eerste de beste parkeerplaats ben ik even uitgestapt om hiervan te genieten. Het uitbundig paarsblauw bloeiende Slangenkruid (Echium vulgare), dat hier overal groeit, is weliswaar niet inheems, maar wel prachtig om te zien…

20231221_143544 (2)
Mackenzie Basin (NZ): zicht over de hoogvlakte in noordelijke richting met de besneeuwde bergen op de achtergrond

Toen bereikte ik het grote en langgerekte Lake Tekapo met water van een verbluffend turquoise kleur. De naam kan betrekking hebben op zowel het meer zelf als de plaats aan de zuidzijde van het meer. Ter voorkoming van verwarring wordt de plaats Tekapo genoemd. Tekapo is eigenlijk een foutieve schrijfwijze van het woord in Māori Takapō met de betekenis taka (slaapmat) en (nacht), “’s nachts haastig vertrekken”. Men zou geneigd zijn om de naam uit te spreken als “Leek Tee-káá-poo“, maar het is “Leek Tè-ka-pô“, met de klemtoon op de eerste lettergreep! Het meer en de plaats liggen in het dunbevolkte Mackenzie Basin. De Māori hebben als eersten dit gebied ontdekt – de Europeanen kwamen er in 1855, toen voornoemde schapendief James Mackenzie een minder opvallende route zocht voor zijn gestolen dieren. Later werden in dit gebied vele schapenboerderijen gesticht. In de 1940-er jaren maakte Tekapo een grote groei door toen er waterkrachtcentrales werden gebouwd – vanwege de Tweede Wereldoorlog werd dit project pas in 1951 voltooid en in werking gesteld. Grote deuren in de uitstroom van het meer reguleren de hoeveelheid water dat in de Tekapo rivier vloeit. De State Highway nr. 8 is over deze dam aangelegd. Nu is het vooral een toeristenbestemming. Ik herinnerde mij dat toen ik op 28 december 2019 de Nieuw-Zeelandse Alpen verliet om naar Akaroa aan de oostkust te gaan, ik ook langs het Lake Tekapo ben gekomen en erg onder de indruk was van het overweldigende uitzicht – een afscheidsblik op Araoki/Mt. Cook. Ik was toen vastbesloten om “daar een volgende keer weer heen te gaan“. Die belofte is dus nu ingelost!

20231221_144152 (2)
Lake Tekapo: zicht vanaf de zuidzijde van het meer over het water op de Nieuw-Zeelandse Alpen

Toen ik nog een keertje omkeek naar de bergketen Two Thumbs Range in het zuidenoosten, de richting vanwaar ik ongeveer was gekomen, zag ik hoe dichte mist als het ware vanaf een bergzadel naar beneden rolde, de vlakten in…! Ik stond daar behaaglijk in de warme zon – mijn vestje had ik inmiddels uitgetrokken.

20231221_144158 (2)
Lake Tekapo: zicht op de bergketen van de Two Thumbs Range in het zuidoosten met dichte mist die over een bergkam rolt

Vanaf de State Highway 1 volgde ik de pijlen naar de bijzondere kerk, de Church of the Good Shepherd, die vlakbij het meer staat. Ik zette de auto op de eerste de beste lege parkeerplek en liep samen met vele anderen in de richting van de kerk. Voordat ik daar aankwam, zag ik op een groot stuk natuursteen een oversized bronzen beeld staan van een Sheep dog, een collie-achtige schapenhond, die fier en opmerkzaam over het water van het meer keek. De inwoners van Mackenzie County hebben de opdracht voor dit beeld gegeven aan de local beeldhouwster Innes Elliotts. Het is een eerbetoon aan deze werkhonden, zonder wie, zoals op de plaquette wordt aangegeven, het onmogelijk was geweest om deze weidse vlakten door schapen te laten begrazen. Onderaan de plaquette staat in Gaelisch: “Beannachdan Air Na Cu Caorach“, dat “Blessings on the sheep dogs” betekent. Het standbeeld is in 1968 onthuld.

20231221_144812 (2)
Lake Tekapo: close-up van het bronzen standbeeld van een Collie sheepdog uit 1968 door de beeldhouwster Innes Elliots als eerbetoon aan de herdershonden die begrazing van het Mackenzie Basin mogelijk gemaakt hebben

Niet ver van het standbeeld voor de herdershond staat de Church of the Good Shepherd uit 1935, die in 1985 een beschermd monument werd. Hoewel de kerk eigendom is van de Anglicaanse kerk, waren ook mensen welkom die tot de Methodist Church of de Presbyterian Church behoorden. Deze kerk was de eerste kerk in het Mackenzie Basin en ook één van de kerken die zijn gebouwd om de oorspronkelijke Europese pioniers te gedenken, die in deze harde alpiene omgeving hun boerderijen hebben opgebouwd. Het land voor de kerk werd geschonken door een van de grootgrondbezitters rond het meer en het ontwerp was in grote lijnen gebaseerd op tekeningen en een maquette die gemaakt waren door de bekende schilderes uit die buurt Esther Hope (1885–1975), die meerdere exposities had gehouden in Christchurch. Uiteindelijk koos de in die tijd beroemde architect R.S.D. Harman (1896–1953) voor een eenvoudig en meer middeleeuws gebouw in plaats van de gotische vorm van het ontwerp, omdat hij dat beter vond passen bij het wat desolate landschap. De kerk is opgetrokken uit gietbeton en daarna bekleed met stenen uit de omgeving, die zorgvuldig waren gekozen vanwege hun grootte, vorm en kleur – zelfs de korstmossen heeft men erop laten zitten… Het is een gebouw dat inderdaad door deze keienbekleding deels wegvalt in de weidse ruimte, maar toch opvalt o.a. door de kleine klokkentoren die op het dak links van de toegangsdeur is geplaatst. Ook het kleine kruis van grijs beton op de zuidelijke nok vormt een duidelijk accent. Bij de bouw heeft men de oorspronkelijke vegetatie laten staan, wat voor een authentiek karakter zorgt. En dan is er natuurlijk het overweldigende uitzicht op het meer en de achterliggende bergen!

20231221_145519 (2)
Lake Tekapo: zijaanzicht van de Anglicaanse Church of the Good Shepherd kerk uit 1935, waarvan de buitenmuren zijn bekleed met lokale stenen en met prachtig uitzicht op het meer en de achterliggende bergen

Voor architect R.S.D. Harman was dit de eerste kerk die hij ontwierp, maar het werd meteen ook het belangrijkste werk van zijn carrière! Soms zijn kleine details van groot belang: ik vond het ontroerend om te zien dat een gestileerd engeltje van gevouwen papier voor één van de glas-in-loodramen was gehangen… Wat zeker opvalt is het enorm grote raam in de zuidelijke façade: dat biedt het mooist denkbare uitzicht op het meer en de bergen! Vanaf de buitenzijde gezien werden deze helder weerspiegeld in het glas.

Dat uitzicht was eigenlijk op elk punt van deze oever meer dan indrukwekkend. Hier bloeiden niet alleen het Slangenkruid, maar ook de blauwpaarse lupines die door iedereen worden bewonderd vanwege hun kleurenpracht, maar die ronduit invasief zijn… In het Lake Tekapo ligt een vrij groot eiland, Motuariki, waarover weer zo’n mooie Māorilegende wordt verteld. Motuariki was een voorouder van de Ngāi Tahu stam die met een van de grote kano’s het huidige Nieuw-Zeeland bereikte. Deze Āraiteuru waka kapseisde aan de oostkust van wat nu Otago is, zo’n 300 kilometer ten zuiden van Christchurch. Vele opvarenden gingen aan wal om op onderzoek uit te gaan. Volgens de legende moesten ze bij de kano terug zijn voordat het daglicht verdween. Dat lukte velen niet, waaronder Motuariki: hij werd getransformeerd in het eiland dat nu zijn naam draagt…!

20231221_145032 (2)
Lake Tekapo: zicht over het meer op het eiland Motuariki met bloeiende lupines op de voorgrond en de Nieuw-Zeelandse Alpen op de achtergrond

Aan de zuidzijde van het meer vloeit het water gecontroleerd weg in de rivier de Tekapo River. Vroeger stroomde de rivier naar het zuidwesten over 25 kilometers vanuit het Lake Tekapo naar het punt waar hij samenvloeide met de Pukaki River rivier, een rivier die vanuit het verder naar het westen gelegen Lake Pukaki meer stroomt. Het water vloeide dan in het noordelijke gedeelte van het Lake Benmore. Nu wordt het water uit Lake Tekapo omgeleid door een kanaal naar het Lake Pukaki meer als onderdeel van het Waitaki hydroelectric scheme, het grote systeem van waterkrachtcentrales in dit gedeelte van het Zuidereiland. De meren Lake Tekapo en Lake Pukaki worden gebruikt als wateropslag. Het Waitaki hydroelectric scheme systeem met zijn drie waterkrachtcentrales heb ik zien toen ik op 20 december 2019 vanuit Timaru naar Wanaka ben gereden: een indrukwekkend staaltje bouwkunde!

Vlak voor de controledam, waarover de State Highway 1 is aangelegd, verbindt sinds 2015 een sierlijke voetgangersbrug, de McLaren Footbridge, beide oevers. Op twee informatiepanelen staat de wordingsgeschiedenis van deze brug. In de tweede helft van de 19e eeuw kwam er behoefte aan een vorm van trasport over de rivier: aanvankelijk ging dat met een ferry, maar door de vaak harde noordwesten wind voer de boot soms dagen niet. In 1880 werd daarom een brug gebouwd: het werd een hangbrug op betonnen pijlers die op vele punten verstevigd was. Toch kon de brug bij storm vervaarlijk slingeren… Toen vlak voor de Tweede Wereldoorlog werd begonnen met de aanleg van het systeem van waterkrachtcentrales, dat vanaf de 1950-er jaren echt vorm begon aan te nemen, werd de dam in de monding van het Lake Tekapo aangelegd – en de verkeersweg daaroverheen ook. In 1954 werd het waterpeil van het meer tot het huidige maximale niveau verhoogd en de oude brug afgebroken. Toch waren er al in 1953 plannen gemaakt voor een brug die daarvoor in de plaats zou komen, maar daar bleef het bij. Het hout van de oude brug werd gebruikt voor bruggen op de nieuw aan te leggen weg naar Mount Cook Village. Uiteindelijk richtte architect en inwoner van Lake Tekapo, Colin McLaren, een society op om met zijn inzet en ervaring toch een brug tot stand te brengen, wat na zes jaar lukte. De daarmee gemoeide kosten verdubbelden zich wel vanwege alle regelgeving rondom aardbevingen, hoogwater en sneeuwdruk. In 2012/2013 werden voor de pijlers caissons verzonken, waarop de vier pijlers van beton werden geplaatst en met lokaal gesteente afgedekt. Het brugdek werd in Christchurch gebouwd en in meerdere delen naar Lake Tekapo vervoerd en weer geassembleerd. In november 2017 werd de brug geopend. De brug van 125 meter lang staat op vier pijlers, haar grootste overspanning is 51 meter en haar hoogte punt is 13 meter – dit lijkt wel wat aan de hoge kant, maar het waterniveau kan hier sterk fluctueren.

20231221_145757 (2)
Lake Tekapo: zicht op de in 1917 geopende McLaren Footbridge over de uitstroom van het meer in de Tekapo River rivier met de dam (en de autoweg erover) op de achtergrond
20231221_150133 (2)
Lake Tekapo: zicht vanaf de McLaren Footbridge over de uitstroom van het meer in de Tekapo River rivier op de dam die het waterpeil in het meer reguleert

Vanaf de McLaren Footbridge had ik een panoramisch zicht op het land waarop de Church of the Good Shepherd staat, en op het meer met het eiland. Daarachter zag ik de geweldige bergen verlokkend liggen…

20231221_150228 (2)
Lake Tekapo: zicht vanaf de McLaren Footbridge op de Church of the Good Shepherd, het meer en de hoge bergen in de verte

Ik keerde terug naar de auto en vervolgde mijn reis, want ik had toch nog 100 kilometer af te leggen naar mijn eindbestemming Mount Cook Village…!

Naar Lake Pukaki en verder naar Mount Cook Village

Mijn volgende tussenstop was een half uurtje later bij het Lake Pukaki meer, dat hemelsbreed 20 kilometer te westen van Lake Tekapo ligt – de weg ernaar toe is zo’n 40 kilometer. Op het punt waar het water – ook hier weer gereguleerd – het meer verlaat en in de Pukaki River rivier stroomt, is het meer zeker 10 kilometer breed. Het Lake Pukaki meer is groter dan het Lake Tepako meer. De meren werden gevormd toen de eindmorenes van de zich terugtrekkende gletsjers hun dalen blokkeerden. Het meer wordt in het noorden gevoed door de Tasman River rivier, die ontspringt aan beide kanten van de Aoraki/Mt. Cook; in het zuiden stroomt het water in de Pukaki River rivier. Zoals bij het Lake Tekapo al aangegeven, stroomt er ook water vanuit dat meer naar deze rivier. Dit meer is net zo hemelsblauw van kleur als het Lake Tekapo meer! De bijzonder blauwe kleur komt van het ultrafijn gemalen rotsdeeltjes (“gletsjermeel”).

Vanaf hier is de Aoraki/Mt. Cook beter te zien dan bij het Lake Tekapo… De afstand is dan toch nog 70 kilometer. Ook hier groeit en bloeit het Slangenkruid, dat met zijn donkerblauwe bloemtoortsen een fraai contrast vormt met het helderblauwe water.

20231221_154602 (2)
Lake Pukaki: zicht naar het noorden over het meer met op de achtergrond de Nieuw-Zeelandse Alpen – Aoraki/Mt. Cook in het midden
20231221_155341 (2)
Lake Pukaki: zicht naar het noorden over het meer op de Aoraki/Mt. Cook met bloeiend Slangenkruid op de voorgrond

De smalle weg die naar Mount Cook Village leidt slingert zich vanaf hier langs de grillige oeverlijn van het meer. Deze weg is nu officieel de State Highway 80, die ook wel, naar zijn eindpunt, Mount Cook Road wordt genoemd. Hij takt hier naar het noorden af van de State Highway 8, ook wel Tekapo–Twizel Road genoemd, die ik had gevolgd vanaf Fairlie over de Burkes Pass en via Tekapo naar Lake Pukaki. Op een derde van de lengte van het Lake Pukaki meer stopte ik nog maar een keertje, omdat ik niet genoeg kon krijgen van dit uitzicht! Hier had ik ook nog zicht op die bizarre, van de berg rollende mistbank in de bergketen van de Burkes Pass! Op dit punt was in 2016 tot 2020 het al bestaande uitkijkpunt, Peters Outlook (in het Māori Tapataia mahaka), uitgebreid, zodat toeristische weggebruikers daar veilig kunnen staan – er waren in de loop van de jaren nogal wat ongelukken gebeurd: mensen die ergens in een onoverzichtelijke bocht parkeerden of van de kliffen het meer in reden…
Op de website van het bedrijf dat het uitkijkpunt heeft opgeknapt staat hoe het idee vorm heeft gekregen. De overheidsinstantie Land Information New Zealand (het Agentschap voor o.a. eigendom van land in privé- of in overheidsbezit) wilde de omgeving aan de westelijke oever verbeteren na het verwijderen van de wilding pines (de massaal uitgezaaide naaldbomen) in het gebied. Daartoe werd in 2016 een informele werkgroep opgericht om de verschillende betrokkenen bij het plan te betrekken, zoals vertegenwoordigers van de Māoristam Ngāi Tahu, de Raad van het Mackenzie District, de overheidsinstantie voor verkeer en vervoer en het Department of Conservation. Hierdoor kwamen gesprekken op gang over de gemeenschappelijke visie en de potentiële voordelen die het project zou hebben voor de gemeenschap. In 2018 werd toestemming verleend op de plek te upgraden; tegen het einde van 2020 was het werk vrijwel af, waaronder de beplanting en het informatiebord. Hierop zijn verhalen en beelden terug te vinden over de culturele betekenis van deze omgeving, waardoor bezoekers het belang van het Mackenzie Basin (Te Manahuna Aoraki) beter zullen begrijpen. Door naast Peters Outlook ook de Māorinaam Tapataia Mahaka te gebruiken wordt de historische mahinga kai nederzetting (voor het verzamelen van voedsel) erkend die oorspronkelijk aan de oever van het Lake Pukaki meer lag.

Op dit mooi vormgegeven informatiepaneel staan interessante feiten. Het meer is door de bouw van de waterkrachtcentrales in dit gebied in de 1950-er jaren voor het eerst afgesloten met een dam, waardoor het waterpeil met 9 meter steeg. In de 1970-er jaren werd de dam hoger: het waterpeil steeg met 37 meter! Het meer was daardoor twee keer zo lang geworden… Op een kaartje werd dat verduidelijkt. Er staan twee foto’s van het uitzicht op Aoraki/Mt. Cook, de ene van vóór 2011 waarop een wildgroei aan naaldbomen te zien is, die de inheemse vegetatie verdrong en de andere van na 2011 waarop na rigoureus ingrijpen in het houtbestand geen naaldboom overeind staat! Verder wordt uitgelegd dat een duidelijke link bestaat tussen Lake Pukaki en de Māori ontdekkingsreiziger Rākaihautū, de schipper van de Uruaokapuarangi kano (waka) en een Polynesische voorouder van verschillende Māoristammen op het Zuidereiland. Volgens de Māori-mythologie landde hij met zijn kano aan de noordelijke punt van het Zuidereiland en trok hij naar het zuiden, waarbij hij met zijn magische (een spade) de grote meren bij de Alpen uitgegraven heeft. In een video die op Peters Outlook is opgenomen, wordt met mooie foto’s uitgelegd waarom de door Rakaihautu uitgegraven meren in deze streek (Lake Tekapo, Lake Pukaki en Lake Ohau) van groot belang zijn voor de Māori’s van het Zuidereiland, en niet alleen in spiritueel opzicht, maar ook vanuit de traditie van voedsel verzamelen (mahinga kai) in (vis) en om het meer (gevogelte en varens).

20231221_161211 (2)
Lake Pukaki: zicht op de Nieuw-Zeelandse Alpen met de Araoki/Mt. Cook (3.724 meter) als hoogste bergtop

Na een kwartiertje bereikte ik het begin van het Lake Pukaki meer en stopte maar weer even. Ik zag de besneeuwde scherpe top van Aoraki/Mt. Cook links hoog oprijzen en aan de overkant van het meer het dal van de Tasman River rivier liggen en ook het mij nog onbekende dal van de Murchison River rivier. De uitgestrektheid van het gebied en de stilte die er heerste maakten grote indruk op mij: ik begon de holistische kijk op de kosmos, zoals de Māori die hebben, nog beter te begrijpen…

20231221_163220 (2)
Lake Pukaki: zicht op het begin van het meer met Aoraki/Mt. Cook en het dal van de Tasman River rivier (links) en het dal van de Murchison River (midden)

Een nog imposanter beeld van Aoraki/Mt Cook kreeg ik toen ik weer onderweg was: ik zette de auto in de berm stil – er was op dat moment toch geen ander verkeer! Het was even een momentje van “me-and-Aoraki/Mt. Cook“, en ook wel van de schapen die ik in de verte in de weilanden zag grazen.

20231221_164325 (2)
Tussen Lake Pukaki en Mount Cook Village: zicht vanaf de State Highway 80 op de Aoraki/Mt. Cook

Tegen 17.00 uur kwam ik aan in Mount Cook Village en bereikte gemakkelijk mijn Motel aan de zuidkant van de nederzetting, Mt. Cook Lodge&Motels – de vorige keer had ik daar de sleutel voor mijn huisje moeten afhalen. Vanuit dat huisje had ik direct zicht gehad op Mt. Sefton (3.151m), die ook nu weer breed, besneeuwd en imposant in het noorden oprees. Opvallend zijn de grote blokgletsjers aan de linkerzijde. Ik zag opnieuw een langgerekte met naaldbomen begroeide hoge “bergrand” aan de voet van de berg: dat is feitelijk een eindmorene van de Mueller Glacier gletsjer die – onzichtbaar vanaf waar ik stond – ook van Mt. Sefton naar beneden gaat.

20231221_171512 (2)
Mount Cook Village: zicht op Mt. Sefton (3.151m) met rechts vooraan de morene van de Müller Glacier gletsjer

Ik installeerde mij in mijn ruime motelkamer en genoot van de rust en het uitzicht. Daarna wandelde ik nog wat door de omgeving om even de benen te strekken en om weer even de weg te vinden. Ik dronk ergens een volgens mij welverdiend glaasje Nieuw-Zeelandse Sauvignon blanc en genoot van de avondstemming. Het avondlicht viel mooi op Aoraki/Mt. Cook.

20231221_200700 (2)
Mount Cook Village: zicht vanuit het dorp op Aoraki/Mt. Cook, beschenen door de avondzon

Even later was ik weer in de buurt van mijn motel en maakte nog een foto terwijl het zonlicht maar heel langzaam wat afnam. Hier in Nieuw-Zeeland is het vandaag de langste dag van het jaar. Deze dag was ook weer een fantastische belevenis!

20231221_201711 (2)
Mount Cook Village: zicht op het gebouw van Mount Cook Lodge&Motels met het licht van de avondzon op de bergen ten oosten van de Tasman River rivier