Om de kaart te vergroten a.u.b. op het vakje in de linkerbovenhoek klikken! De grotere kaart opent op een nieuwe pagina.
28 maart 2023
Deel 2 van het bezoek: het Reichsparteitagsgelände en het Memorium Nürnberger Prozesse
Mijn verblijf in Neurenberg bestond behalve mijn zwerftochten door de oude stad, waarover ik gisteren berichtte, ook uit een wandeling naar en over het Reichsparteitagsgelände in het zuidelijke gedeelte van de stad en een bezoek aan het Memorium Nürnberger Prozesse, een informatiecentrum in het vroegere Paleis van Justitie waar in 1945 en de jaren daarna de processen zijn gehouden tegen de nazikopstukken en dat in het westelijk gedeelte van de stad ligt. Hiermee heb ik dagdelen van zondag 26 maart en maandag 27 maart, gisteren dus, ingevuld. Beide plekken hebben diepe indruk op mij gemaakt en zullen mij zeker nog lang bezighouden, ook de komende tijd hier in Zuid-Tirol…
Gisteren schreef ik over de stad Neurenberg die na de verwoestende bombardementen in met name het laatste oorlogsjaar zo liefdevol was opgebouwd. Dat is inderdaad het geval, maar de aanleiding daartoe is wat anders dan ik aanvankelijk dacht…
Wederopbouwplannen in en na de Tweede Wereldoorlog
Na het einde van de Tweede Wereldoorlog had de wederopbouw van de verwoeste stad grote prioriteit. In 1948 werd een ontwerp van twee Duitse architecten, Heinz Schmeissner (1905–1997) en Wilhelm Schlegtendal (1906–1994) goedgekeurd, waarbij aangehaakt werd bij de voor de oorlog bestaande structuren in de stad uit de middeleeuwse en vroegmoderne tijd. Hiermee is voor de generaties van nu een stadsbeeld ontstaan dat erg aantrekkelijk is en ook in grote mate historisch verantwoord. Dat heb ik in de afgelopen dagen ook zeker beleefd!
In december 1943 was een “Arbeitsstab für den Wiederaufbau bombenzerstörter Städte” ingesteld die onder leiding stond van Albert Speer, dé nazi-architect bij uitstek – over hem later meer. De Arbeidsstab had ten doel om steden die verwoest waren tijdens de luchtoorlog vanaf 1940 en met name na de Slag om het Ruhrgebied van maart tot juli 1943, weer op te bouwen. De Arbeidsstab werkte tot aan het einde van de oorlog aan de wederopbouwplannen, waarbij sommige leden werden gedetacheerd bij een of meerdere steden voor wie zij de wederopbouw in samenwerking met de betreffende ambtenaren van ruimtelijke ordening zouden coördineren. Na de oorlog werd het team opgeheven. Vele leden werden adviseurs bij de steden waarvoor zij in het verleden al bezig waren geweest. De hiervoor genoemde architecten Heinz Schmeissner en Wilhelm Schlegtendal waren al vóór 1945 in dienst van Neurenberg. Zij hadden in opdracht van Albert Speer nagedacht over de wederopbouw van de stad… In de Nazitijd had vooral Heinz Schmeissner de aandacht van Albert Speer getrokken, die hem benoemde tot vertegenwoordiger van de stad Neurenberg in het “Zweckverband Reichsparteitagegelände” (in het Nederlandse publiekrecht zou men spreken van een “openbaar lichaam”). Na de oorlog is hij door een Amerikaanse militaire rechtbank veroordeeld wegens het verbergen van de Reichskleinodien. Na zijn rehabilitatie (1949) mocht hij samen met zijn nauwelijks in opspraak geraakte collega Wilhelm Schlegtendal de wederopbouw van Neurenberg verwezenlijken – met succes mogen we nu wel zeggen.
Weimarer Republik en Neurenberg als nazibolwerk
Eerst even terug naar de tijd van na de Eerste Wereldoorlog. Toen werd de Weimarer Republik of juister de Deutsche Republik (1918–1933) gesticht. Zij was de eerste parlementair democratie in Duitsland. Met het einde van de Eerste Wereldoorlog en de afzetting van Keizer Wilhelm II. kwam ook het einde van de semi-constitutionele monarchie van het Keizerrijk, dat vanaf 1871 had bestaan. De jonge Republiek had met vele problemen te kampen: de eerste jaren leed zij nog onder de rechtstreekse gevolgen van de Eerste Wereldoorlog en het Verdrag van Versailles, met hyperinflatie, putschpogingen en politiek moorden. Tot 1929 was er een tijd van relatieve (economische) stabiliteit, maar de grote beurskrach en het opkomende nationaalsocialisme leidde tot haar ondergang. In cultureel opzicht werd de Weimarer Republik gekenmerkt door de opkomst van radio, film en populaire muziek, maar ook door avantgardistische kunststromingen, die gedeeltelijk al voor de Eerste Wereldoorlog waren opgekomen. Veel kunst uit de Weimarer Republik werd door de nationaalsocialisten als “entartet” betiteld: niet verenigbaar met het “zedelijk en esthetisch gevoel van het Duitse volk”, en later verboden na de machtsovername (Machtsergreifung) op 30 januari 1933 van de NDSAP, de partij van Hitler. De Republiek hield toen feitelijk op te bestaan. In de maanden daarna werden alle democratische structuren afgebroken waarna Hitler de alleenheerschappij had.
Wat de stad Neurenberg betreft: de bevolking heeft na de oorlog steeds het gevoel gehad dat zij in die oorlog eerder een slachtoffer was dan een dader. Dat lijkt er wel op: de rol van Neurenberg in de oorlog zelf was niet zo groot, maar haar rol in de tijden die daaraan voorafgingen des te meer… Dat is mij duidelijk geworden toen ik wat meer ging lezen over de periode van het Interbellum. Al snel kozen de nazi’s Neurenberg uit als ideologisch belangrijke stad vanwege haar grootse rol in de geschiedenis: zij was immers vanaf de 13e eeuw een Vrije Rijksstad (Reichsstadt) in het Heilige Roomse Rijk geweest. De nazi’s zagen hun “Reich” als voortzetting hiervan. Ook speelde de stad al vanaf 1925 een grote rol bij de ontwikkeling van de Jodenvervolging en de daarmee samenhangende Holocaust, door de zgn. “Arisierung” (ook wel de “Entjudung” genoemd) – daarom kregen de in 1935 afgekondigde Rassenwetten ook de naam van deze stad mee… In heel Europa was er altijd wel sprake van antisemitische tendensen geweest, maar na de machtsovername door de NSDAP werd dit antisemitisme vast verankerd in wetgeving met als doel om de Joden met de wet in de hand stelselmatig uit de Duitse samenleving te verjagen. De Rassenwetten van Neurenberg bepaalden dat het voor Duitsers verboden was om met Joden te trouwen. Duitse Joden werd hun staatsburgerschap ontnomen en daarmee waren zij hun burgerrechten kwijt. Door deze maatregelen probeerden de nazi’s de Joden te pushen om Duitsland te verlaten (onder achterlating van hun vermogen). Door het invoeren van deze Rassenwetten werden Joden nog minder dan tweederangsburgers. De volgende stap was dat de Joden samen met andere “inferieure elementen” uitgeroeid moesten worden. De weg naar de Holocaust lag hiermee wijd open… Uitgangspunt was de betekenis die in de rassenleer van de nazi’s werd gehecht aan het nogal obscure begrip “bloed”: een term voor verwantschap of (veronderstelde) afkomst en niet de uitkomst van een (wetenschappelijk) bloedonderzoek. De Neurenberger Rassenwetten omvatten drie wetten. In de eerste plaats de Burgerschapswet (Reichsbürgergesetz) met regels rond het Duitse staatsburgerschap – wie was Duitser en wie niet. Een Duitser was hij of zij die Duits bloed had en door daden het vaderland diende. Dan was er de Wet ter Bescherming van het Duitse Bloed en de Duitse Eer (Gesetz zum Schutze des deutschen Blutes und der deutschen Ehre, afgekort tot Blutschutzgesetz), die dus alle seksuele relaties en huwelijken tussen niet-Joodse Duitsers en Joden. (Bestaande huwelijken bleven wel geldig.) De derde wet, de Rijksvlaggenwet (Reichsflaggengesetz), bepaalde dat de vlag met het hakenkruis voortaan de Duitse Rijksvlag werd. Tijdens de Reichsparteitage in 1935 werden deze Rassenwetten gepresenteerd, ingevoerd en daarna met Duitse precisie uitgevoerd…
Van de vele nazikopstukken zijn er enkele die specifiek in Neurenberg een rol hebben gespeeld. Een ervan is de al genoemde Albert Speer (1905–1981). Hij was een architect van gegoeden huize en was ten tijde van het nationaalsocialisme vanaf 1942 rijksminister voor bewapening en munitie. Hij heeft een grote stempel gedrukt op de architectuur van het nationaalsocialisme. Hij was erg eerzuchtig en maakte vanaf 1933 snel carrière. Door doelbewust zo vaak mogelijk in de buurt van Hitler te zijn en diens ideeën over Joden en politieke tegenstanders te delen werd hij – zeker als architect – de favoriet van Hitler. Na de machtsovername in 1933 wilden de nieuwe machthebbers dat de regeringsgebouwen opnieuw werden ingericht. Speer kreeg niet alleen die opdracht, maar ook de opdracht om het grote terrein op het Tempelhofer Feld in Berlijn (waar ook een groot militair vliegveld tot stand gekomen was) “propagandistisch” in te richten voor een van de eerste massale nazimarsen. Daartoe liet Speer zes grote vlaggen met hakenkruis en drie vlaggen met de uit de keizertijd stammende kleuren zwart-wit-rood ophangen achter de grote redenaarstribune. Daarmee werd hij tot decorbouwer van de massamarsen in de nazistaat. Vanaf 1937 was hij Generalbauinspektor voor de hoofdstad van het Reich, waar hij zich bezig hield met het vernieuwing van Berlijn. Ook leidde hij vele plannen van Hitler voor de grote bouwwerken, zoals de bouw van de nieuwe Rijkskanselarij, die de nazi-heerschappij moest benadrukken. Het Reichsparteitagsgelände was ook een prestigeproject dat vanaf 1935 onder zijn leiding tot stand moest komen. In februari 1942 werd Speer bovendien Minister van Bewapening. Het lukte hem om de wapenproductie tot het einde van de oorlog op hoog niveau te houden ondanks de geallieerde bombardementen op de industriële complexen. Hierdoor heeft hij bijgedragen aan de verlenging van de oorlog en ook aan het onevenredig hoge aantal slachtoffers in het laatste oorlogsjaar. Hij was ook medeverantwoordelijk voor het tewerkstellen van zeven miljoen dwangarbeiders, waarvan ongeveer 450.000 gevangenen uit concentratiekampen waren. Hij had daarbij grote invloed op de exploitatie en uitbreiding van deze kampen…
Een ander personage is Friedrich Wilhelm (Willy) Liebel (1897–1945). Hij was een Duitse NSDAP-politicus en afkomstig uit Neurenberg, waar hij vanaf de machtsovername door Hitler tot 20 April 1945 Oberbürgermeister was. Hij volgde de democratisch gekozen en in maart 1933 afgezette burgemeester Hermann Luppe op. In 1942 werd hij door Albert Speer tot leider van de top van het “Rüstungsministerium” benoemd; in 1944 werd hij opgenomen in de door Speer geleide “Arbeitsstab für den Wiederaufbau bombenzerstörter Städte” die hiervoor ook al ter sprake kwam. Verder was hij voorzitter van het “Zweckverband Reichsparteitag”, dat de partijbijeenkomsten moest opzetten en organiseren die vanaf 1933 tot 1938 in Neurenberg werden gehouden. In Neurenberg was hij de tegenstrever van Julius Streicher, het hoofd van het “Gau” en uitgever van het antisemitische haatzaaiblad “Der Stürmer”, die feitelijk door zijn positie van vertrouweling van Hitler in de stad een van de belangrijkste personen was. In tegenstelling tot Streicher en zijn mannen was Liebel eerder een “technocraat van de macht”. Hierdoor maakte hij zich meer schuldig aan de nazimisdaden dan Streicher die door zijn niet-aflatende haat-zaaien de mensen bleef bewerken om mee te doen aan deze misdaden. Ook heeft Willy Liebel in zijn functie als Oberbürgermeister samen met de politie, de Gestapo en de Duitse spoorwegen (Reichsbahn) aanzienlijk bijgedragen aan het beheren en organiseren van de deportaties.
Dan is er de hiervoor al genoemde Julius Streicher (1885–1946). Hij heeft een uiterst wrede en doorslaggevende rol gespeeld in het ontwikkelen van de Jodenvervolgingen: de “Judenhetzer“, zoals hij ook werd genoemd, heeft vanaf 1923 via het door hem uitgegeven tijdschrift “Der Stürmer” voortdurend de geest van de mensen vergiftigd met anti-Joodse propaganda. In het blad werden ook heel duistere antisemitische cartoons opgenomen van de hand van Philipp Rupprecht (1900–1975), die ook zeer effectief waren voor de beeldvorming. Bovendien was Streicher een bevlogen redenaar, die niet onderdeed voor Hitler zelf. In een driekwartier durende film (SpiegelTV) uit 2001 wordt met vele authentieke filmopnamen aangetoond hoe groot en wreed de rol van de “Judenhetzer” Julius Streicher is geweest bij het ontwikkelen van manieren om de Joden uit de maatschappij weg te krijgen – en daarna hun bezittingen te confisqueren… Julius Streicher heeft ook een grote rol gespeeld bij de vernieling van de Neurenberger Hoofdsynagoge die in 1874 was gebouwd op het plein dat nu het Hans-Sachs-Platz plein heet. Daar vlakbij, bij de Spitalbrücke over de noordelijke arm van de rivier de Pegnitz staat nu een monument, het Synagogendenkmal, van graniet met een bronzen plaquette met de afbeelding van de synagoge, gebouwd in Moorse stijl. Op een pedestal staat vermeld dat de synagoge door de NS-machthebbers al vóór de Rijkskristalnacht op 10 augustus 1938 is vernield en dat de restanten zijn afgevoerd. Een andere bronzen plaquette herinnert aan het showproces rondom de Neurenberger zakenman van Joodse afkomst Leo Katzenberger (1873–1942), de voorzitter van de Israëlitische Kulturgemeinde van de stad: “verhaftet und angeklagt aufgrund der nürnberger Gesetze in einem Schauprozess des Sondergerichts Nürnberg ohne Schuld verurteilt und hingerichtet als Opfer der NS-Rassenjustiz“. De straat aan de oever van de noordelijke arm van de Pegnitz is naar Leo Katzenberger vernoemd.
- Neurenberg: het herinneringsmonument voor de verwoeste synagoge met een stele en een plaquette bij de Spitalbrücke over de Pegnitz
- Neurenberg: plaquette op het herinneringsmonument voor de verwoeste synagoge met een afbeelding van de in Moorse stijl gebouwde synagoge
- Neurenberg: plaquette bij de Spitalbrücke voor de Joodse zakenman Leo Katzenberg die in 1943 na een schijnproces is vermoord
Leo Katzenberger werd in 1941 beschuldigd van het overtreden van de Neurenberger Rassenwetten doordat hij te intieme contacten zou hebben met een Duitse vrouw die tot zijn vriendenkring behoorde. Hoewel hij en de betrokken vrouw dit onder ede ontkenden, werd hij ter dood veroordeeld tijdens een strafzaak met een hoog showgehalte en zij tot twee jaar tuchthuis veroordeeld wegens meineed. De President van het Landgericht in dat proces was Oswald Rothaug (1897–1965). Op 3 juni 1942 werd Katzenberger in München geëxecuteerd. Na het einde van de oorlog is Oswald Rothaug bij het zogenaamde “Juristenproces” veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf (later omzet in 20 jaar) wegens misdaden tegen de menselijkheid. Het Juristenproces was het derde van twaalf processen die de Verenigde Staten na de Tweede Wereldoorlog in Neurenberg tegen verdachten van oorlogsmisdaden voerden. Deze processen werden niet voor een internationaal tribunaal gehouden, maar voor Amerikaanse militaire rechtbanken. De twaalf processen vonden wel plaats in hetzelfde gerechtsgebouw als de processen tegen de nazikopstukken. In het Memorium Nürnberger Prozesse hangen de foto’s van Leo Katzenberger en van Oswald Rothaug.

Van het Albrecht-Dürer-Museum naar het Reichsparteitagsgelände…
Het contrast kon op zondag 26 maart eigenlijk niet groter zijn: ik bezocht eerst het Albrecht-Dürer-Museum voordat ik naar het voormalige Reichsparteitagsgelände ging… Het woonhuis-annex-atelier van de wereldberoemde 15e-eeuwse kunstschilder Albrecht Dürer (1471–1528) aan de voet van de Kaiserburg is nu ingericht als museum. Daar worden niet alleen zijn belangrijkste werken (in kopie) tentoongesteld, maar er wordt ook een goed beeld gegeven van zijn leven en werken. In het Museum wordt eveneens aandacht besteed aan het fenomeen dat nieuwe/andere regimes aanhaken bij de grootsheid van deze kunstenaar: op een informatiepaneel werd aangegeven dat, toen in het begin van de 19e eeuw Napoleon verslagen werd, velen de gelegenheid aangrepen om herdenkingsdagen te benutten voor patriottistische uitingen. In dat licht kwam de 300e sterfdag van Dürer in 1828 erg goed uit… Toen reisden vanuit heel Europa kunstenaars, kunstliefhebbers en wetenschappers naar Neurenberg. Doorslaggevend was de aankoop van het woonhuis annex atelier van Dürer door de Stad Neurenberg. Daarmee was de “Dürer-cult” geboren… In 1871, het jaar dat 300 jaar geleden Albrecht Dürer geboren was, had Duitsland de Frans-Duitse oorlog gewonnen – dat gaf ook een boost. Natuurlijk werd Albrecht Dürer ook “geconfisqueerd” door het Dritte Reich, maar er waren geen belangrijke herdenkingsjaren tussen 1933 en 1945… Hitler heeft het Dürer-Haus dan ook nooit bezocht. In 1928, het jaar dat het 400 jaar geleden was dat Dürer stierf, werden de straten uitbundig versierd – in 1971, het jaar dat het 500 jaar geleden was dat Dürer werd geboren, gingen alle remmen los! Het werd een Dürer-herdenking zonder weerga: er kwamen in dat jaar meer dan 350.000 bezoekers naar Neurenberg. Zijn “Selbstbildnis mit Pelzrock” werd over-gedimensioneerd groot in de grote hal van het Centraal Station opgehangen en er werd gegrapt, dat de eerste hippie misschien wel uit Neurenberg kwam: Albrecht Dürer…!
- Neurenberg: in het Albrecht-Dürer-Museum hangt een foto met versierde straten ter gelegenheid van het 400e sterfjaar van de kunstschilder Albrecht Dürer in 1928
- Neurenberg: in het Albrecht-Dürer-Museum hangt een foto met de hal van het Hauptbahnhof met het zelfportret van Albrecht Dürer ter gelegenheid van zijn 500e geboortedag in 1971
Vanaf het Albrecht-Dürer-Museum liep ik ook langs het St. Katharinenkloster, dat in de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd raakte en nu (bewust) als ruïne in stand is gehouden. Bijna alle kerkgebouwen zijn weer opgebouwd, behalve dit klooster. Een plaquette vermeldt in het kort de geschiedenis van dit bijzondere gebouw, maar er is meer over te melden. Het is een voormalig vrouwenklooster van de Dominicaner Orde, dat door zijn bibliotheek uit de Middeleeuwen beroemd geworden is. Het klooster werd in 1295 gesticht door een patriciërsfamilie uit de stad en in 1297 ingewijd. Toen in de vroege 16e eeuw de Reformatie op gang kwam, gebeurde er iets bijzonders: het klooster werd protestant. De nieuwe regels werden zorgvuldig nageleefd. Vanaf dat moment werd het St. Katharinenkloster het middelpunt van geestelijk en intellectueel leven binnen de groep van Duitse Dominicanessenkloosters; vele kloosters werden vanuit daar protestant gemaakt. Na de overgang naar het lutheranisme werd het klooster in 1596 gesloten, nadat de laatste kloosterlinge was overleden. De kerk van het klooster kreeg daarna een rol in het culturele leven: het werd de ontmoetingsplaats voor de Neurenbergse minnezangersgroep de Meistersinger (tot 1778). In 1699 werd het gebouw het onderkomen voor de in 1662 gestichte Akademie der Bildenden Künste (tot 1806). Het voormalige klooster werd daarmee een van de belangrijkste plaatsen voor de kunstopleidingen in de Barok in Duitsland. Bij de bombardementen van begin 1945 werd de kerk zwaar beschadigd. Men heeft besloten om de kerk niet meer op te bouwen en als “oorlogsmonument” te beschouwen. Er worden nu nog openluchtconcerten georganiseerd. Het gebouw heeft iets vermanends: het is enerzijds een onvolledig gebouw en oogt daarmee kwetsbaar, anderzijds is de “ruïne” wel “mooi” afgewerkt, alsof het uit een andere wereld komt. Door de kerkramen is de blauwe lucht goed te zien, omdat het beschermende dak ontbreekt…

- Neurenberg: zicht door één van de kerkramen van het Katherinenklooster uit 1295, nu een als monument behouden ruïne
- Neurenberg: zicht op de façade van het Katherinenklooster uit 1295 dat als ruïne en monument behouden is
Ook in de binnenstad van Neurenberg zijn kunstwerken die betrekking hebben op de oorlogsgeschiedenis van Neurenberg. De Oostenrijkse beeldhouwer Karl Prantl (1923–2010) heeft in 1991 de “Nürnberger Kreuzweg” ontworpen. Het kunstwerk bestaat uit 14 vierkante stenen platen die op een rij langs de noordelijke muur van de St. Lorenzkirche zijn gelegd: sommigen liggen recht, andere een beetje scheef. Hij heeft stenen gebruikt die afkomstig zijn van de Grosse Strasse, de brede weg door het Reichsparteitagsgelände… Zijn argument om deze stenen te gebruiken heeft hij vastgelegd op een granieten steen. Hij geeft daarop aan dat ook stenen leven en deel zijn van Moeder Aarde. Misbruik van stenen is hetzelfde als misbruik van mensen. Hij stelt dat de stenen gehouwen zouden zijn door dwangarbeiders uit de concentratiekampen en daarmee is iedere steen de vingerafdruk van een misbruikt en beschadigd mens… Op een informatiebord wordt aangegeven dat de veronderstelling van de kunstenaar dat de stenen door dwangarbeid zijn gehouwen destijds wel gangbaar was, maar dat naar huidig inzicht de stenen uit “gewone” steengroeven afkomstig zijn… De stad heeft desondanks besloten om dit kunstwerk hier te laten liggen. Er gaat iets heel troosteloos uit van deze lange rij met grote platte tegels – de enige kleur is afkomstig van het groene onkruid dat tussen de tegels en de bestrating groeit…


De Kongresshalle op het Reichsparteitagsgelände
Na een flinke wandeling van meer dan een uur door de stad kwam ik bij een groot gebouw aan, de Kongresshalle. Op een plattegrond uit 1940 is te zien hoe megalomaan de opzet van het terrein is en dat de Kongresshalle (nr. 5 op de plattegrond) in vergelijking met de rest van de gebouwen op dit enorme terrein eigenlijk maar klein is…
-
Plattegrond van het Reichsparteitagsgelände in 1940
https://nl.wikipedia.org/wiki/
Het U-vormige gebouw is ontworpen in de stijl van de theaters uit de Oudheid en geïnspireerd op een theater waarvan de fundamenten in de 1930-er jaren in Rome waren opgegraven: een ronding in de vorm van een ellips en een bühnestuk als afsluiting. Er werden aan beide uiteinden van de “U” rechthoekige stukken toegevoegd die haaks op het hoofdgebouw stonden. De eerste steen werd gelegd op 11 september 1935, maar het gebouw zou nooit voltooid worden. Het plan voorzag in een complete overkapping van de zalen met een vrijdragend dak (van 160 bij 180 meter), maar dat is alleen maar gerealiseerd boven de ruimten in de “schil”. De geplande hoogte van het gebouw was bijna 69 meter – hiervan is 30 meter verwezenlijkt… De buitengevel bestaat uit vierkante stukken graniet in combinatie met baksteenmetselwerk. Het graniet komt uit meer dan 100 groeven in bijna alle granietgebieden in het land. Het feit dat er door dwangarbeiders gedolven stenen niet meer in de nu nog bestaande gebouwdelen gebruikt zijn, is een schrale troost: de betreffende concentratiekampen konden deze mensen nog niet aanleveren…
De stad Neurenberg heeft zelf het initiatief genomen voor de bouw van de Kongresshalle: toen Hitler de stad in 1933 als “Stadt der Reichsparteitage” had aangewezen, moest er een prestigeobject komen, dat bij deze eervol gevonden benaming paste. In het begin was het Luitpoldhain-park het centrale punt geweest: het werd in 1933 omgebouwd tot Luitpoldarena, maar de bijbehorende hal, de Luitpoldhalle uit 1906, werd als te klein en te simpel beschouwd. Daarom werd een plan voor een groots onderkomen gemaakt: het door de Neurenbergse architecten vader Ludwig Ruff, en later diens zoon Franz, opgestelde plan voor de Kongresshalle werd uitgevoerd door de hiervoor al genoemde Albert Speer (1905–1981). Hij was in 1934 benoemd tot Leiter der Gesamtplanung nationalsozialistischer Repräsentationsbauten. Speer behoorde tot de meest toonaangevende architecten van het Naziregime. Mede om zijn ontwerpen voor de concentratie- en vernietigingskampen is hij na de Tweede Wereldoorlog als één van de 24 Nazi-kopstukken tijdens de Neurenberger Processen berecht en tot 20 jaar gevangenisstraf veroordeeld. Het had niet veel gescheeld of ook hij had de doodstraf gekregen (door ophanging) – het was dat de rechters het hierover niet eens konden worden en bij een tweede stemming één van de rechters tegen de doodstraf stemde.


- Neurenberg: zicht op een gedeelte van de zuidelijke façade van de Kongresshalle, onderdeel van het voormalige Reichsparteitagsgelände
- Neurenberg: zicht op een toegangspoort aan de zuidkant van de Kongresshalle, onderdeel van het voormalige Reichsparteitagsgelände
Omdat ik met een grote boog om dat gebouw met zijn nare uitstraling ben heengelopen, heb ik alleen de buitenkant gezien – en dat vond ik op dat moment méér dan genoeg. Op overzichtsfoto’s is zichtbaar hoe de binnenkant eruit ziet.

de.wikipedia.org/wiki
De Kongresshalle is sinds 1973 een beschermd monument. De Stad Neurenberg heeft wel moeite moeten doen om met dat naziverleden, ook in het kader van de Kongresshalle, om te gaan. Het bouwwerk stond immers voor een beladen verleden. Uiteindelijk is gekozen voor het zo goed mogelijk in stand houden van het geheel voor de huidige en toekomstige generaties als waarschuwing hoe onverdraagzaamheid monsterlijke vormen kan aannemen. In 1994 heeft de Stad Neurenberg daarom besloten dat er een documentatiecentrum/museum zou moeten komen. Daartoe schreef zij een prijsvraag uit, die door de Oostenrijkse architect Günter Domenig (1934–2012) werd gewonnen. In zijn ontwerp steekt een “speer” van glas en staal door het dak van de noordelijke vleugel van de Kongreshalle – een spitsvondige verwijzing naar architect Albert Speer met zijn megalomane ontwerpen vol nazisymboliek. In 2001 is het Documentationzentrum Reichsparteitagsgelände (in het Engels Documentation Center Nazi Party Rallying Grounds genoemd) geopend. De permanente tentoonstelling, “Fascination and Terror“, is gewijd aan de oorzaken, verbanden en gevolgen van nazi-Duitsland, waarbij onderwerpen die rechtstreeks te maken hebben met Neurenberg extra worden benadrukt. Ik besloot dat ik liever in de buitenlucht wilde lopen, langs het water van het Dutzendteich meer…
- Neurenberg: zicht op de glazen uitbouw van het Documentatiecentrum over de Reichsparteitagsgelände in de Kongresshalle
- Neurenberg: zicht op de toegang tot het Documentatiecentrum over de Reichsparteitagsgelände in de Kongresshalle
Aan de oostzijde van dat dreigende gebouw, waarvan de glazen constructie van het Documentatiecentrum inderdaad als een pijl naar de hemel wijst, strekt zich een grote watervlakte uit: het Dutzendteich meer – een verademing! Er is ook een wandelroute langs het meer uitgezet met informatiepanelen met allerlei wetenswaardigheden over de natuur en de geschiedenis. Het is al een heel oud water: in de 1430er jaren is het meer kunstmatig ontstaan door het afdammen van het water uit de Langwasser beek, die vanuit het gebied aan de zuidzijde in het riviertje de Pegnitz stroomt. Het gebied was toen nog woeste grond. De naam zou te herleiden zijn naar het Oud-Duitse woord voor rietkolf, wat kan kloppen in dit drassige land. Er is niet alleen het Grote Dutzendteich meer aan de oostkant, maar ook nog enkele andere meertjes, waaronder het Kleine Dutzendteich meer aan de westelijke kant van de Grosse Strasse. Tot in de 19e eeuw waren hier molens en smederijen gevestigd. Verder was de visserij erg belangrijk (en nu ook nog, maar dan hobbymatig). Al in de 17e eeuw waren het meer en zijn oevers een geliefd ontspanningsoord voor de stadsbewoners. In 1899 werd het gebied rond het Dutzendteich meer onderdeel van de Gemeente Neurenberg. In het begin van de 20e eeuw werd de Beierse “Landesausstellung” georganiseerd waarbij ook het nabijgelegen park van “Luitpoldhain” werd betrokken. Een ware sensatie was een uitkijktoren in de vorm van een nagebouwde vuurtoren met echt licht… Al vroeg ontdekte de nazi’s het terrein en richtten het in als Reichsparteitagsgelände. Omdat de uitkijk-/vuurtoren voor de bouw van de Kongresshalle in de weg stond werd deze in 1936 tot leedwezen van de Neurenberger bevolking opgeblazen. Ook werd voor de bouw een gedeelte van het meer gedempt. Behalve de Kongresshalle behoren tot het complex van de Reichssparteitagsggelände ook het beurscomplex van de Neurenberger Messe, het Stadion van Neurenberg en het evenemententerrein “Nürnberger Volksfestplatz” voor de jaarlijkse kermis. Verder naar het zuiden is er ook een racecircuit, waarbij de hoofdtribune van het voormalige Zeppelinfeld uit de nazitijd nog steeds als zodanig dienstdoet. Nog verder naar het zuiden ligt een ander meer, het Silbersee meer, dat ontstaan is toen men in 1937 begonnen was met de bouw van het Deutsches Stadion, dat niet is voltooid. Vervolgens is de bouwput volgelopen met water. Het lijkt een mooi natuurgebied – maar het tegendeel is helaas waar: het is ook nog in de 1950er jaren gebruikt als stortplaats voor zwaar vervuild chemisch afval (o.a. het giftige en naar rotte eieren ruikende waterstofsulfide). Dit alles vormt een grote bedreiging voor het grondwater, maar saneren is vanwege de omvang van het probleem te duur. Er is een absoluut zwemverbod, maar ondanks dat zijn er in de loop der jaren toch meer dan 30 mensen verdronken, omdat zij door de giftige dampen verlamd raakten… Een ander nazirelict is de “Grosse Strasse”, die tussen de twee Dutzendteiche meren ligt en waarover destijds de grote marsen gingen. Zover ben ik niet gekomen: ik wilde gewoon weg uit deze beklemmende omgeving…

Luitpoldhain vroeger en nu
Op de terugweg kwam ik langs het nu weer als park heringerichte open terrein dat in de nazitijd deel uitmaakte van het Reichsparteitagsgelände: de Luitpoldhain. Aan de oostzijde staat een eveneens imponerend gebouw, de Ehrenhalle. Architect hiervan was Fritz Mayer (1889–1964), die met de neoclassicistische stijl van dit gebouw eigenlijk al vooruitliep op de latere bouwstijl van de nazi’s… Hij heeft ook veel betekend voor de wederopbouw van Neurenberg in de naoorlogse tijd. Dit monument ter herinnering aan de gevallenen van de Eerste Wereldoorlog is in 1930 opgeleverd. Na de Tweede Wereldoorlog is de tekst aangevuld: nu is het monument niet alleen voor de slachtoffers van de beide Wereldoorlogen, maar ook van de “Gewaltherrschaft” van 1933 tot 1945.


- Neurenberg: achter de Ehrenhalle bij de Luitpoldhain staat het Flieger-Denkmal uit 1924 met een bronzen adelaar
- Neurenberg: detail – een monumentale bronzen deur – in de Ehrenhalle, het herdenkingsmonument voor de slachtoffers van de Eerste en Tweede Wereldoorlog
- Neurenberg: detail – een van de negen hoge bogen – in de Ehrenhalle, het herdenkingsmonument voor de slachtoffers van de Eerste en Tweede Wereldoorlog
- Neurenberg: detail – een van de rijen met pilaren vóór de Ehrenhalle, het herdenkingsmonument voor de slachtoffers van de Eerste en Tweede Wereldoorlog
Vanaf de Ehrenhalle en het grote plein is er vrij uitzicht over de Luitpoldhain – er is niet veel dat nog herinnert aan de tijd dat hier de grote marsen werden gehouden… Nu maakten een paar mensen met een hond rustig hun zondagse wandelingetje.

Ook ik stak het grasveld over. Aan de andere kant stond een uitgebreid informatiepaneel met daarop foto’s van hoe het in het begin van de 20e eeuw was, toen het gebied nog een park was en toen de vuurtoren er nog stond. Een andere foto was vanuit de lucht genomen: in de linkerbenedenhoek is de Ehrenhalle te zien en pontificaal in het midden de Kongresshalle met de Grosse Strasse.


Op de informatiepanelen stonden ook foto’s van toen het terrein niet langer een wandelpark was, maar een marcheerveld was geworden. Een grote foto gaf een evenement weer dat tijdens de Reichsparteitage van 1936 plaatsvond: met massamarsen werd een eerbetoon aan de doden gebracht, met als plechtig slot de Standartenweihe. In de achtergrond is heel nietig de Ehrenhalle te zien. Ook was er een kleinere foto met weer veel vertoon van hakenkruizen en eindeloze rijen marcherende soldaten vóór de Ehrenhalle: dit was ter gelegenheid van de “Tag der SA” in 1935. Ik moest weer even terugdenken aan het monument van de 14 grote granieten tegels van Karl Prantl, de “Nürnberger Kreuzweg“, die bij de St. Lorenzkirche kerk liggen – tegels die afkomstig zijn van de andere “paradeplaats”, de Grosse Strasse ten zuiden van de Kongresshalle.

- Neurenberg: op een informatiepaneel op de Luitpoldhain staat een foto van één van de bijeenkomsten (“Tag der SA”) tijdens de Reichsparteitage in 1935
- Neurenberg: bij de St. Lorenzkirche kerk liggen als kunstwerk (“Nürnberger Kreuzweg”) enkele stenen van de Grosse Strasse van het Reichsparteitagsgelände
Het zien van de massaliteit en het machtsvertoon op de foto’s deed me huiveren… Dan gaf ik toch de voorkeur aan de groene vlakte anno nu met de Ehrenhalle heel in de verte en de schaduw van de Kongresshalle nog verder weg, achter de bomen!

Nogal onder de indruk van deze middag verliet ik het park. Wel zag ik een prachtig bloeiende Japanse Kers staan in een wolk van roze bloemetjes. Later verscheen er opeens een grote regenboog. Allebei tekenen van hoop, zullen we maar zeggen…
- Neurenberg: op de Luitpoldhain bloeit de Japanse Kers tegen de achtergrond van een donkere lucht
- Neurenberg: een mooie regenboog steekt af tegen de bewolking, maar er is ook blauwe lucht te zien!
Herdenkingspunten in de stad zelf
Na het einde van de Tweede Wereldoorlog bleef de stad in puin achter. Het concrete puin bestond in de vorm van een zwaar beschadigde binnenstad. Er was natuurlijk ook veel schade op menselijk vlak: ook aan Duitse zijde waren soldaten (nog) niet thuisgekomen van het front – ook daar wachtten mensen op hun dierbaren. Daarvoor is iets ten noorden van de St. Lorenzkirche kerk een eenvoudige bronzen plaquette, met een indringende tekst, opgehangen aan de muur van het Nassauerhaus, de enige woontoren uit de Middeleeuwen die Neurenberg nog rijk is. De Stad Neurenberg laat daarop weten dat “we aan onze nog niet-teruggekeerde krijgsgevangenen en aan onze vermisten” denken. De plaquette is geplaatst in 1952, midden in de periode van wederopbouw van de stad. In het eeuwenoude roodachtige zandsteen (Burgsandstein) dat overal in Neurenberg is gebruikt, is onder het bord een nis uitgespaard; daaronder zijn ook twee bronzen knoppen in de muur gedraaid, waarschijnlijk voor kransen.

Ook aan het ontheemd-zijn en het verdreven-zijn wordt aandacht besteed. Zo is in 1999 een grote poort van mat koper opgesteld in de belangrijkste winkelstraat van Neurenberg, de Königsstrasse: het heet “Central Monument to Escape and Expulsion 1945“. De opening van de poort wijst naar het oosten en naar het westen. Het kunstwerk is gemaakt door de Duitse kunstenaar Joachim Bandau (*1936). Op een plaquette staat wat informatie over de opzet van het monument: de poort staat voor hoop, een herinnering van teruggewonnen leven en een positieve blik in de toekomst…
- Neurenberg: het “Central Monument to Escape and Expulsion 1945” is een grote poort van mat koper, door Joachim Bandau (*1936)
- Neurenberg: plaquette met uitleg bij het “Central Monument to Escape and Expulsion 1945” door Joachim Bandau (*1936)
Naar het Memorium Nürnberger Prozesse
Zondag had in het teken gestaan van de megalomane ideologieën en bouwwerken van de nazi’s, zoals het Reichparteitagsgelände en de Kongresshalle. Gisteren, maandag 27 maart, was het tijd voor een bezoek aan het Memorium Nürnberger Prozesse, waar aandacht was voor de juridische afwikkeling van de naziterreur. Het was een zonnige, frisse voorjaarsdag. Ik ging naar het in het westelijke stadsdeel gelegen gerechtsgebouw – noodgedwongen te voet, want het gehele openbaar vervoer in de stad en “bundesweit” lag plat door een staking.
Het gerechtsgebouw is tussen 1909 en 1916 tot stand gekomen in een neorenaissancestijl met een hoofdgebouw en twee zijvleugels – het is natuurlijk ook weer opgetrokken in dat mooie rossige zandsteen (Burgsandstein), dat rondom Neurenberg wordt gedolven. Hoewel het gebouw in vergelijking met vroegere justitiële gebouwen niet zo pronkvol was, viel het wel op door zijn monumentale omvang (65.000 m²) en de moderne inrichting. Zo was er met gewapend beton gewerkt en waren er vele personenliften – voor het vervoer van gevangenen zelfs speciale liften.
De Neurenberger Processen werden in 1945 gehouden in dit gerechtsgebouw, dat op miraculeuze wijze de Geallieerde bombardementen had overleefd. De enige schade bestond uit de vernieling van de grote klokkentoren met een beeld van Vrouwe Justitia op het hoofdgebouw… Dat kwam voor de Amerikanen goed uit: zij wilden het Tribunaal in hun eigen sector houden en ze hadden hiervoor een groot, goed functionerend gebouw nodig. Na afloop van de Neurenberger Processen (na 1949) kreeg het gerechtsgebouw zijn oorspronkelijke functie weer terug. In 2017 werd elders een grotere en modernere rechtszaal in gebruik genomen. Men heeft toen Courtroom 600 als museum, als “Memorium“, ingericht. Tussen 2017 en 2020 was het gebouw al in de weekenden en op tijden dat er geen reguliere zittingen waren, voor het publiek toegankelijk. Sinds 2020 is het gebouw helemaal niet meer als gerechtsgebouw in gebruik en is nu dagelijks, ook op maandag, geopend. “Courtroom 600“, de grote klassieke rechtszaal waar de processen werden gehouden, is weer zoveel mogelijk in de staat van net na de oorlog gebracht. Op de zolderverdieping is een indrukwekkende tentoonstelling ingericht die chronologisch de voorgeschiedenis van het “humanitaire oorlogsrecht” weergeeft en die ook het verloop van de Neurenberger Processen, die zo rechtsvormend zijn geweest voor het moderne internationale strafrecht, stap voor stap uitlegt. Voorzien van een audiotour (in het Duits) heb ik lange tijd doorgebracht op deze historische plek – ik kreeg hier echt het gevoel dat er “recht gesproken” is en dat hierdoor de diepe wonden die door de nazitijd en de Tweede Wereldoorlog zijn geslagen misschien wel (enigszins) zouden kunnen helen…

- Neurenberg: zicht op de toegangspoort van het hoofdgebouw van het Gerechtsgebouw uit 1909-1916, waar in 1945 de Neurenberger Processen werden gehouden
- Neurenberg: zicht op het monumentale trappenhuis in het hoofdgebouw van het Gerechtsgebouw uit 1909-1916, bekend van Neurenberger Processen
De eerste stop in het museum was de “Courtroom 600“: daartoe moesten eerst vele traptreden worden overwonnen. De grote rechtszaal die onder deze naam de naoorlogse geschiedenis is ingegaan was de grootste in zijn soort in het noordelijke gedeelte van Beieren. De zaal werd ook voor die tijd al gebruikt voor “zware gevallen”. Voorbeelden hiervan waren tijdens de Weimarrepubliek de processen wegens belediging tussen de “Judenhetzer” Julius Streicher (die van het haatblad Der Stürmer) tegen de toenmalige democratische hoofdburgemeester van Neurenberg, Hermann Luppe, die regelmatig door Streicher werd beledigd. Voor de berechting van de “zware gevallen” tijdens de Neurenberger Processen werd de zaal aangepast: de achterwand van de zaal werd verwijderd, een tribune voor de toeschouwers en extra deuren gebouwd en vele neonbuizen voor de verlichting aangebracht. Dat laatste was nodig voor het maken van filmopnamen: alle processen zijn op film vastgelegd – televisie bestond toen nog niet. De zaal is in 1961 weer in zijn authentieke vorm uit 1916 teruggebracht. De houten lambrisering en het cassetteplafond zijn behouden gebleven.

De hoofdtoegang tot de gerechtszaal met de dubbele deur is rijkelijk bewerkt: aan weerszijden zijn pilaren van donkergroen marmer. Daarboven is een bronzen smeedwerk met een cartouche in het midden, waarop Adam en Eva staan afgebeeld bij de zondenval als zij bij de Boom van de Kennis staan – symbolisch voor het schenden van het eerste Gebod uit het Bijbelboek Genesis. Dit medaillon wordt bekroond met vruchten. Aan weerszijden daarvan zitten jongelingen die het Germaanse Recht (aan de linker kant met het zwaard) en het Romeinse Recht (aan de rechter kant met de pijlenbundel, de Fascis) voorstellen. Onder het cartouche hangt het afgehakte hoofd van het monster (Gorgoon) Medusa met haar door slangen gevormde haardos en een van pijn vertrokken gezicht. Dit Medusahoofd staat symbool voor de bestraffing in de antieke Griekse mythologie. Dit kunstwerk is een echte blikvanger in de zaal met de houten lambrisering waar nu veel natuurlijk licht door de grote ramen binnenvalt. De fraaie kroonluchters voegen daar ook nog licht aan toe!
- Neurenberg: de hoofdingang van Courtroom 600, de rechtszaal in het gerechtsgebouw waar de Neurenbergse Processen zijn gehouden, met de marmeren omlijsting en bronzen cartouche en beelden
- Neurenberg: close-up van de rijkelijk bewerkte voorstellingen boven de hoofdingang van Courtroom 600, de rechtszaal in het gerechtsgebouw waar de Neurenbergse Processen zijn gehouden
Verder vallen de beide deuren op waardoor de rechters binnenkomen en die met hetzelfde groene marmer zijn omlijst als de hoofdingang tot de gerechtszaal. In het bronzen stuk boven de deur zijn symbolen van gerechtigheid en van tijd opgenomen: de weegschaal en de Stenen Tafelen met de Tien Geboden resp. de zandloper met vleugels en ster. Het is niet gemakkelijk om deze details te zien, omdat de bezoekers de zaal alleen maar kunnen bekijken vanaf de rijen met voor de toehoorders bedoelde banken. Boven de rechterstoel hangt een moderne crucifix, eveneens van brons.

Bij de toegangsdeur voor het publiek stond op een informatiepaneel een zwart-witfoto van de zaal uit de tijd van de rechtszittingen in de jaren 1945–1946. Toen was de zaal veel voller: aan de linkerwand was de beklaagdenbank en aan de rechterwand stond de tafel voor de rechters, tegen de achtermuur zaten de tolken en overige functionarissen en het publiek zat beslist op behaaglijker stoelen dan de aangeklaagden!

Ik ben nog een tijdje blijven zitten op de “publieke tribune” van Courtroom 600 om de indrukken te verwerken. Daarna klom ik de volgende trappen op naar de expositieruimte met heel veel informatie over de Neurenberger Processen: over de juridische achtergronden, over de feitelijke invulling van de processen, maar ook over tastbare dingen als documentenkoffers en de harde banken waarop de nazikopstukken moesten zitten. De goede audiotour was daarbij erg nuttig.
De grondslag voor het Neurenberger Tribunaal
Voor de berechting van de kopstukken van het naziregime moest er een goede juridische grondslag zijn. Al tijdens de Tweede Wereldoorlog hadden de geallieerd mogendheden overleg gehad over de vraag hoe de “vijand” ter verantwoording geroepen zou moeten worden als de oorlog voorbij was. Na langdurige onderhandelingen kwam men tot overeenstemming dat de kopstukken door een tribunaal ter verantwoording moesten worden geroepen en dat zij niet zonder proces mochten worden geliquideerd. Daartoe moesten wel regels worden opgesteld. Dat waren de zgn. Neurenbergse Principes: een geheel van internationale rechtsbeginselen die speciaal zijn opgesteld ter voorbereiding van de Neurenberger Processen. Zij maken deel uit van het Handvest van Neurenberg, dat opgesteld werd, omdat men een rechtsgrond moest hebben om de Duitse oorlogsmisdadigers te kunnen berechten. Vaak waren de daden volgens het toen heersende Duitse recht niet strafbaar… Dit Handvest van Neurenberg dat officieel “Charter of the International Military Tribunal – Annex to the Agreement for the prosecution and punishment of the major war criminals of the European Axis” heet, werd opgesteld als een geïntegreerd aanhangsel van het Verdrag van Londen van 8 augustus 1945, dat door de vier Geallieerde mogendheden (Verenigde Staten, Engeland, Frankrijk en de Sovjet-Unie), was gesloten. In dit Handvest werden behalve de formele kwesties zoals de samenstelling en het functioneren van het Tribunaal, ook de drie misdrijven omschreven die binnen de rechtsmacht van het Tribunaal vielen: Misdaden tegen de vrede, Oorlogsmisdaden en Misdaden tegen de menselijkheid. Duitsland was een aanvalsoorlog begonnen en het probleem was dat het voeren van zo’n oorlog tot vóór het Handvest nog geen misdrijf tegen de vrede was. De grondslag hiervoor was al wel in het zgn. Briand-Kellogg-pact van 1928 vastgelegd. In dit “Verdrag tot uitbanning van de oorlog” werd een aanvalsoorlog als onrechtmatig bestempeld. Duitsland had toen dit verdrag ook ondertekend… Op deze manier werden ideeën uit meerdere internationale overeenkomsten die eerder op het gebied van internationaal oorlogsrecht waren gesloten, geïntegreerd.
De Neurenbergse Principes luiden:
Artikel I
Iedereen die een handeling verricht die gelijkstaat aan een misdaad naar internationaal recht is daar aansprakelijk voor en kan daarvoor gestraft worden.
Artikel II
Het feit dat het nationaal recht geen straf bepaalt voor een handeling die gelijkstaat aan een misdaad naar internationaal recht, ontheft de persoon die de handeling verrichtte niet van zijn aansprakelijkheid naar internationaal recht.
Artikel III
Het feit dat de persoon die een handeling verrichtte die gelijkstaat aan een misdaad naar internationaal recht, dat gedaan heeft als staatshoofd of als verantwoordelijk overheidsambtenaar, ontheft deze niet van zijn aansprakelijkheid naar internationaal recht.
Artikel IV
Het feit dat een persoon gevolg gaf aan een bevel van zijn overheid of een hogergeplaatste, ontheft hem niet van zijn aansprakelijkheid naar internationaal recht, mits een morele keuze voor hem in feite mogelijk was.
Artikel V
Iedere persoon die beschuldigd wordt van een misdaad naar internationaal recht heeft recht op een eerlijk proces op basis van de feiten en het recht.
Artikel VI
De navolgende misdaden zijn strafbaar als misdaden naar internationaal recht:
§1 Misdaden tegen de vrede
Het maken van plannen voor, het bereiden van, het nemen van initiatief tot of het voeren van een aanvalsoorlog of een oorlog in strijd met internationale verdragen, overeenkomsten of garanties, of deelname aan een gemeenschappelijk plan of samenzwering voor het verrichten van eerder genoemde handelingen.
§2 Oorlogsmisdaden
Schendingen van wetten of gebruiken van de oorlog. Zodanige schendingen zullen omvatten, doch niet beperkt zijn tot moord, mishandeling of deportatie, met het oog op slavenarbeid of voor enig ander doel, van de burgerbevolking van of in bezet grondgebied, moord of mishandeling van krijgsgevangenen of van personen op zee, het doden van gijzelaars, plunderen van openbaar of particulier eigendom, willekeurige vernietiging van steden, plaatsen of dorpen, of verwoesting, welke niet door militaire noodzaak gerechtvaardigd was.
§3 Misdaden tegen de menselijkheid
Moord, uitroeiing, het in slavernij voeren, deportatie en andere onmenselijke handelingen, die voor of gedurende een oorlog bedreven zijn tegen de burgerbevolking of vervolgingen op grond van politiek, ras of godsdienst ter uitvoering van of in verband met enig misdrijf behorende tot de rechtsmacht van de Rechtbank, onverschillig of deze geschiedden al dan niet in strijd met het nationale recht van het land, waar deze daden werden bedreven.
Artikel VII
Het medeplegen van een misdaad tegen de vrede, een oorlogsmisdaad of een misdaad tegen de menselijkheid zoals vermeld in Artikel VI, is een misdaad naar internationaal recht.
Van de vier geallieerde mogendheden werden topjuristen aangesteld om als rechter of aanklager deel te nemen aan het Tribunaal. Hoofdaanklager namens de Verenigde Staten Robert H. Jackson (1892–1954) heeft hierbij een sleutelrol gespeeld. Hij was een jurist en politicus, die in de Verenigde Staten al vele juridische ambten bekleed had (Attorney General, Rechter in het Hooggerechtshof), voordat hij door President Truman gevraagd werd om als hoofdaanklager voor de VS bij de Neurenberger Processen op te treden. Hij werd daarom vrijgesteld van zijn ambt als Rechter in het Hooggerechtshof om bij de voorbereidingen van het Verdrag van Londen te helpen. Daarna reisde hij af naar Duitsland om aan de processen deel te nemen. Hij heeft veel lof gekregen voor de wijze waarop hij zich niet alleen met juridische en redekundige vaardigheid, maar ook met grote toewijding van zijn opdracht gekweten heeft.
Beroemd is zijn openingsspeech van 21 november 1945 geworden. Een gedeelte staat ook in het Memorium Nürnberger Prozesse op een informatiepaneel. Daarin geeft hij duidelijk aan dat het hier niet om een overwinnaarstribunaal gaat, maar om de zoektocht naar gerechtigheid. Hij zegt dat – vrij vertaald – we nooit moeten vergeten dat de meetlat waarlangs wij de aangeklaagden vandaag leggen, de meetlat is waarlangs de Geschiedenis ons morgen zal leggen. Als we deze aangeklaagden een gifbeker aanreiken betekent dit dat wij deze beker ook aan onze lippen zetten. We moeten daarom een afstandelijkheid en een intellectuele integriteit bij onze opdracht betrachten dat diegenen die na ons komen dit proces zien als de vervulling van het streven van de mensheid naar gerechtigheid. Deze invalshoek heeft grote indruk op mij gemaakt…
- Neurenberg: in het Memorium Nürnberger Prozesse staat een foto van de Amerikaanse opperrechter Robert H. Jackson
- Neurenberg: in het Memorium Nürnberger Prozesse staat op een paneel de structuur van het Internationale Militaire Strafhof
Verder werd ook duidelijk dat de nazikopstukken de gehele duur van het proces op harde, houten banken moesten zitten. Er stonden enkele van die banken opgesteld – net als destijds in de echte rechtszaal. Een ander ongemak was het scherpe licht dat nodig was voor de filmopnames van het proces. Daarom droegen vele aangeklaagden een zonnebril…

Het was wel een krachtig beeld: die harde banken waarop de nazi-verdachten tijdens het proces moesten zitten met daarvoor op twee grote panelen groepsfoto’s van de verdachten zelf… In zijn openingsrede zei Hoofdaanklager Jackson over de aanblik van deze “twenty-odd broken men” in de beklaagdenbank, dat het moeilijk voor te stellen is om in deze mensen de macht te zien waarmee zij als nazileiders ooit een groot gedeelte van de wereld hebben overheerst en angst hebben aangejaagd. Als zij als individu worden beschouwd, dan is hun lot evenwel van weinig betekenis voor de wereld…

Op een tweede paneel staan de andere nazikopstukken, waaronder Julius Streicher (1885–1946), een sleutelfiguur in de verdrijving van de Joden uit Neurenberg. Behalve Albert Speer zat ook Arthur Seyss-Inquart (1892–1946) in de beklaagdenbank, die vanaf 1940 Rijkscommissaris van Nederland was en die naarmate de oorlog voortduurde steeds fanatieker werd tegen het verzet en een actieve rol had in de deportatie van Nederlandse Joden.

Achter de schermen van het Tribunaal
Het opzetten en laten functioneren van dit Tribunaal was natuurlijk een enorme logistieke opgave. Het gerechtsgebouw was dan wel vrijwel intact gebleven, maar er moesten toch de nodige aanpassingen worden gedaan. Er werd een speciale schakelkast gebouwd, alleen al voor de verlichting in Courtroom 600. Daar waren nieuwe plafonlampen geïnstalleerd met fel licht dat nodig was voor de filmopnamen. Het imposante brok techniek staat opgesteld in de tentoonstellingsruimte van het Memorium. Alleen al de omkasting oogt ingewikkeld!

Al het archiefwerk was natuurlijk nog op papier en al dat papier moest ook nog eens gecategoriseerd en bewaard worden. Dit nam heel veel plaats in… Alle bewijsstukken van de gruweldaden die door de nazi’s waren begaan moesten vanuit alle hoeken van het voormalige Dritte Reich naar Neurenberg overgebracht worden. Deze documenten werden vervoerd in grote houten kisten – ze zien eruit als munitiekisten. Hiervan wordt er ook een getoond.

Op verschillende informatiepanelen in het Memorium wordt aangegeven dat het Tribunaal door zijn opzet en werkwijze heeft bijgedragen tot vele verbeteringen op juridisch-technisch en vertaalkundig vlak. Er lag veel nadruk op het verzamelen van bewijsmateriaal waaruit de misdadigheid van het naziregime zou blijken. Daarom waren getuigen zo belangrijk. Getuigen konden op twee manieren worden gehoord: in persoon ter zitting of ook via beëdigde getuigenverklaringen. In totaal zijn er 280 getuigen gehoord. Deze getuigen konden personen zijn die in verschillende functies actief deel hadden genomen aan de Duitse veroverings- en vernietigingsoorlog, maar het konden ook slachtoffers zijn van bijvoorbeeld de concentratiekampen en de Holocaust. Vooral door getuigenissen van deze laatste groep is tijdens de Neurenberger Processen een completer beeld van de verschrikkingen van het naziregime tot stand gekomen: voor het eerst konden mensen in de rechtszaal, maar ook in de “buitenwereld” daarvan kennisnemen. Niet alleen het film- en fotomateriaal dat door het naziregime zelf was gemaakt voor propagandadoeleinden schokte de wereld, maar zeker ook de filmopnamen die de geallieerde troepen tijdens en na de bevrijding van concentratiekampen hadden gemaakt. Ik kan mij goed voorstellen hoe schokkend dergelijke beelden destijds waren. Wij zijn inmiddels misschien wel het een en ander gewend door de overvloed in beeldmateriaal in kleur – en nog net niet in geur… – van de ellende in de wereld, maar toch werd ik diep getroffen door filmfragmenten die werden getoond in een wat verscholen hoekje van de tentoonstelling. Er werden zwart-witbeelden getoond van een paar gestorven concentratiekampgevangenen die uitgemergeld en roerloos op een slordige stapel lagen. Wat in het beeld wel bewoog waren een paar grote zwarte vliegen – een beeld dat ik niet snel meer kwijtraakte…
Al deze bewijsstukken, protocollen en andere documenten moesten worden vertaald in de vier talen van de Geallieerde landen. Het vertaalwerk was natuurlijk een enorme opgave, maar wel uiterst belangrijk, want de bewijskracht en het geaccepteerd worden ter zitting van zo’n document hing af van een correcte vertaling. De vertaaldienst was met 350 medewerkers de grootste ondersteunende groep binnen het Internationale Militaire Hof. Er waren vier afdelingen: gerechtstolken die één op één het gesproken woord in de rechtszaal vertaalden, vertalers voor de documenten, verslagleggers die hetgeen gezegd werd in de rechtszaal protocolleerden en een eigen correctieafdeling die alleen maar de officiële procesprotocollen controleerde.
Ter zitting moesten de getuigenverklaringen en alles wat de aangeklaagden zelf zeiden vertaald worden door gerechtstolken. Bij hen kwam het aan op snelheid: zo is hier het simultaan-tolken ontstaan – een noviteit. Voordien was het gebruik om de persoon te laten spreken in zijn eigen tijd en dan werd de tekst achteraf in een andere taal vertaald. Dat zou hier teveel tijd hebben gekost gezien de werklast per ondervraging. Bovendien zou deze methode de ondervraagden teveel de gelegenheid hebben gegeven om wenselijke antwoorden te formuleren. Het simultaan-tolken was erg inspannend en om het de tolken wat gemakkelijker te maken was er een ingenieus knoppensysteem op verschillende punten in de rechtszaal: de tolk kon op de gele knop drukken als de spreker te snel sprak en op de rode knop om een schorsing te vragen. Er werd ook ter controle, maar ook om klachten achteraf te voorkomen, alles wat tijdens het gehele proces in de moedertaal van de spreker was gezegd op band opgenomen!
Het Tribunaal en de verslaggeving
Onder het kopje “Die Welt schaut auf Nürnberg” (De wereld kijkt naar Neurenberg) vermeldt het informatiepaneel dat het belangrijkste nieuwsmedium destijds de film was. Over de nieuwste ontwikkelingen in Neurenberg werd in de nieuwsrubrieken in de bioscopen verslag gedaan. Televisie bestond toen nog niet. De Verenigde Staten zorgden daarom voor een efficiënte infrastructuur voor de berichtgeving. Er was ook een grote toeloop van verslaggevers van de geschreven pers. Gerenommeerde auteurs, ook exil-Duitsers, kwamen naar Neurenberg. De Geallieerden vonden deze toeloop en de verslaggeving in woord en beeld wel gunstig: door de gedetailleerde verslaggeving werd duidelijk dat het Tribunaal genuanceerd te werk ging en de voorkeur gaf aan een langlopende procedure in plaats van een snel eindoordeel. Bovendien verwachtten zij dat hoe meer bekend werd in de wereld over wat zich onder het naziregime had afgespeeld des te meer de Duitsers zelf zich zouden distantiëren van het nationaalsocialisme. Daarmee zou ook de democratisering in Duitsland bevorderd worden.
Een van de verslaggevers wordt speciaal genoemd: de latere Bondskanselier Willy Brandt (1913–1992). Hij was ten tijde van het Tribunaal journalist voor een Noorse krant. Zijn perskaart wordt getoond.

Willy Brandt was het pseudoniem voor Herbert Ernst Karl Frahm. Hij werd in 1913 geboren in Lübeck en overleed in 1992. Hij was journalist en Duits politicus van de Sozialdemokratische Partei Deutschlands (SPD). Van 1969 tot 1974 was hij bondskanselier van Duitsland. In 1971 ontving hij de Nobelprijs voor de Vrede voor zijn inzet voor Europese Politieke Samenwerking. Hij groeide op bij zijn moeder en stiefgrootvader Ludwig Frahm en later bij de stiefgrootvader en diens tweede vrouw in een sociaaldemocratisch milieu. Herbert werd in 1925 lid van een sociaaldemocratische jeugdgroep. Ofschoon sinds 1930 lid van de SPD, ging hij in oktober 1931 naar de radicalere kleine Sozialistische Arbeiterpartei (SAP). Hij had zijn gymnasiumdiploma (Abitur) behaald en wilde journalist worden. Na de machtsovername van de nazi’s in 1933 trok hij in opdracht van de SAP naar Noorwegen om daar een voorpost van deze verzetsbeweging op te bouwen. Hij leerde Noors en voorzag in zijn onderhoud door het schrijven voor Noorse kranten. Vanwege zijn journalistieke activiteiten die de nazi’s niet aanstonden werd hem in 1938 zijn Duitse staatsburgerschap afgenomen. Onder het pseudoniem Willy Brandt werd hij in augustus 1940 Noors staatsburger en in 1948/1949 weer Duits staatsburger.
Vlak bij het hotel, op het Willy-Brandt-Platz Plein, staat een bronzen standbeeld van Willy Brandt, of liever gezegd: hij zit ontspannen op een bank, met nog ruimte voor anderen om erbij te komen zitten. Het beeld is gemaakt door de oorspronkelijk uit de Oekraïne afkomstige kunstenaar Josef Tabachnyk (*1947) en is in 2009 onthuld. In het parkje ernaast stonden de Japanse kersenbomen prachtig in bloei…
- Neurenberg: bronzen beeld van bondskanselier en winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede Willy Brandt (1913–1992) door de Duitse kunstenaar Josef Tabachnyk (*1947) uit 2009
- Neurenberg: detail van het bronzen beeld van bondskanselier en winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede Willy Brandt (1913–1992) door de Duitse kunstenaar Josef Tabachnyk (*1947)
De uitspraken van het Tribunaal
Naar de uitspraak van het Tribunaal werd met grote belangstelling uitgezien. Het Tribunaal trok zich terug ter beraadslaging op 1 september 1946. Voor de uitspraak waren twee dagen uitgetrokken. Op 30 september werd het bewijsmateriaal tegen de aangeklaagde personen (en tegen vier als misdadig beschouwde organisaties binnen het naziregime, zoals de Gestapo, de Sicherheitsdienst en de SS) getoond. In de ochtend van 1 oktober lazen de rechters om de beurt de veroordelingen (en drie maal een vrijspraak) met de rechtsgronden voor, waarna in de middag de strafmaat volgde: 12 maal de doodstraf door ophanging (waarvan 1 bij verstek), driemaal levenslange gevangenisstraf en viermaal gevangenisstraffen van tien tot twintig jaar.
Met de uitspraak van het Tribunaal was het hoofdproces voorbij. De kranten stonden er vol van. De voorpagina van de Süddeutsche Zeitung was er helemaal aan gewijd: alle veroordeelden, en ook zij die waren vrijgesproken, stonden er met een foto bij, weergegeven als op een filmrolletje. Verder in de expositie stond nog een vitrinekast vol met boeken die vooral in de tijd net na het oordeel naar aanleiding van het proces zijn geschreven. Wel wordt op een ander paneel aangegeven dat er binnen sommige groepen in de Duitse samenleving toch een gevoel heerste dat hier “overwinnaarsrechtspraak” had plaats gevonden. Door de veroordeling van de nazikopstukken werden de Duitsers natuurlijk wel “gedwongen” om naar hun eigen rol binnen het gehele Naziregime te kijken, wat erg confronterend was. De opvatting dat “Neurenberg” overwinnaarsrechtspraak zou zijn doet tegenwoordig vrijwel geen opgang meer.
- Neurenberg: in het Memorium Nürnberger Prozesse wordt de uitgave van 1 oktober 1946 van de Süddeutsche Zeitung getoond met de ten dood geoordeelde nazikopstukken
- Neurenberg: in het Memorium Nürnberger Prozesse staat een vitrine vol met documenten en publicaties die kort na afloop van de Neurenberger Processen zijn verschenen
Er was vanaf het begin met spanning uitgekeken naar het eindoordeel van het Tribunaal. Aan een foto, genomen op 1 oktober 1946, is te zien hoe streng het gerechtsgebouw bewaakt werd: gewapende US-soldaten op pantserwagens en jeeps stonden paraat om eventuele ongeregeldheden de kop in te drukken. Op het parkeerterrein stond ook een hele rij jeeps. Hier is ook duidelijk te zien dat de grote ramen van Courtroom 600 geblindeerd zijn!

Weer naar buiten – frisse lucht en vrijheid
In het Memorium Nürnberger Prozesse wordt ook aandacht besteed aan het vervolg op “Neurenberg”, want er is een rechtstreekse lijn vanaf de Neurenberger Processen naar het Internationaal Strafhof in Den Haag. Alle uitgangspunten van toen gelden nu nog steeds en dat betekent voor misdadige leiders van regimes waar ook in de wereld maar één ding: dat ze gewaarschuwd zijn dat, hoe onschendbaar zij zich ook achten, zij zich toch “ooit” zullen moeten verantwoorden voor het veroorzaakte onrecht en leed. De juridische en maatschappelijke kaders zijn er – voor de invulling hiervan zijn “alleen maar” moed en geduld nodig… Time will tell!
In een gang van deze expositie was er plotseling een raam met een mooi uitzicht dat mij weer even terugbracht naar het hier en nu: een blik naar buiten, naar de vrijheid en naar de frisse lucht. Dat was goed.

Eenmaal weer bij de uitgang van het museum en in de frisse lucht koos ik voor de terugweg de wandelroute door het groen en langs de rivier de Pegnitz. Hetgeen ik even hiervoor allemaal had gezien hield me nog wel erg bezig. De donkere luchten die ik vanuit het raam in het gerechtsgebouw had gezien, waren de voorbode geweest van een onverwacht felle hagelbui, maar even later scheen de zon weer op het ontluikende voorjaarsgroen van het kleine eilandje in de rivier met zicht op de Maxbrücke.


Ik liep weer door de historische binnenstad van Neurenberg die zo liefdevol was herbouwd. Ik moest nog steeds nadenken over wat ik even daarvoor had meegekregen over het onrecht en de gruwelen die door mensen zijn begaan in een tijd die nog niet eens zo lang achter ons ligt. Toch had ik ook het gevoel dat door de moed en rechtschapenheid van andere mensen die tegen een dergelijk onrecht zijn opgetreden, er wel enige gerechtigheid is gekomen, die wij als volgende generaties moeten koesteren: vrijheid spreekt niet vanzelf! Ik herinnerde mij opeens een citaat van Friedrich Schiller (1759–1805), de beroemde Duitse dichter en filosoof uit het einde van de 18e eeuw, toen er ook grote politieke omwentelingen waren. In zijn toneelstuk over vrijheid en de strijd hiervoor, “Wilhelm Tell“, staan enkele strofen waarin het gaat om een breuk met wat eerder was en dat daardoor iets nieuws kan groeien en bloeien op de puinhopen van het verleden:
“Das Alte stürzt, es ändert sich die Zeit,
Und neues Leben blüht aus den Ruinen.“
Al lopend door de historische binnenstad van Neurenberg die zo liefdevol was herbouwd vond ik dit wel een mooie en toepasselijke gedachte…
Had je eigenlijk geen Historica willen worden?
Prachtig verhaal en mooie foto’s.
Hallo Pauline, wat een interessant verslag weer over je belevenissen in Zuid Duitsland. Hartelijk dank hiervoor.
Ook dank voor je mooie zomerwensen. Ik kijk uit naar je Nieuwsbrief
Groeten,
Hans
Wat een enorm boeiend en genuanceerd stuk is dit geworden, Pauline! Super
Fijn om te lezen dank!
Wij zijn in 2023 een paar dagen naar Neurenberg te gaan, om met de kinderen een bezoek te brengen aan Playmobilland, dat ligt net buiten Neurenberg. Onze camping bleek midden op het Reichsparteitagsgelande te liggen. Heel naief van me, ik had er niet bij stil gestaan. Ik kende Neurenberg natuurlijk goed als het gaat over de WO2. We hebben er goed kunnen slapen, en tegelijk was het een bizarre ervaring.