Om de kaart te vergroten a.u.b. op het vakje in de linkerbovenhoek klikken! De grotere kaart opent op een nieuwe pagina.
7 juli 2018
Beelden en ontspanning!
Na mijn aankomst afgelopen maandag heb ik inderdaad kunnen genieten van de rust en van de gezelligheid in Hotel Altana. Toch heb ik nog best veel ondernomen. Op woensdag 4 juli heb ik weer een van de wandelingen gemaakt die tot mijn favorieten horen als ik mij eens niet zo wil inspannen: vanuit Scuol naar Sur En, zo’n 1½ uur lopen langs de Inn. Nu stroomde de Inn hier rustig richting Oostenrijk, maar dat is ook wel eens anders geweest. Ik heb in de afgelopen jaren tot tweemaal toe zwaar noodweer meegemaakt in dit deel van het Engadin: in juli 2015 en in juli 2017. In beide jaren is door de zware regenval de infrastructuur rondom de rivier grotendeels verwoest: bruggetjes over de zijstroompjes van de Inn die zijn weggeslagen, maar ook in het Val S-charl en vooral in de Clemgia Schlucht, waar ik op 12 juni 2017 mijn eerste wandeling op de Via Alpina heb gemaakt. De verwoestingen zijn van dien aard dat deze prachtige kloof dit jaar gesloten blijft voor de wandelaars. De lokale krant, de Engadiner Post/Posta Ladina besteedde er recentelijk veel aandacht aan, vooral omdat men nu inziet dat deze nauwe, spectaculaire kloof een “toeristenmagneet” is. Men is nu aan het onderzoeken op welke wijze men de wandelroute met de bruggetjes en weggetjes langs de steile rotswanden weer kan herstellen op een duurzamere wijze: dan zou het weer voor tientallen jaren in orde zijn. Niet alleen op financieel vlak levert het problemen op, maar ook op geologisch vlak: er is een enorme erosie van de steile berghellingen stroomopwaarts, waardoor met iedere forse regenval de kans op aardverschuivingen aanzienlijk is. Daarvoor weet men nog geen oplossing… Ook nu nog zijn de sporen van erosie ook in het Inndal zelf duidelijk te zien. Toch was mijn wandeling plezierig.
Na een kopje koffie in Hotel Val d’Uina in Sur En ben ik de Skulpturenweg gaan lopen. Dit is een rondwandeling ten oosten van het buurtschapje en de camping, waar al vele jaren beelden van hout, marmer of andere materialen worden tentoongesteld. Een van de eerste plekken waar al een kunstwerk te zien was, is op de middenpijler van de overdekte houten brug over de Inn, waar de Postauto met zorgvuldig manoeuvreren nog nèt doorheen kan rijden. Het stelt Prometeus voor: de mythologische personage uit de Griekse Oudheid die vanwege het stelen van vuur van de Goden vastgeketend werd op een rots, waar een adelaar iedere dag zijn lever opat, die dan weer aangroeide in de nacht… Je moet goed kijken om de beelden van man en adelaar te zien, maar het is wel indrukwekkend.
Afgelopen winter had ik als eerste wandeling van de vakantie de tocht langs de beelden ook al eens gedaan. Na het meest recente Beeldhouwerssymposium dat ieder jaar wordt gehouden zijn er nieuwe beelden bijgeplaatst. Het meest geestige beeld vond ik twee stukken boomstam, die gladgepolijst waren, zodat de noesten goed te zien waren – het lijkt nog het meest op twee knuffelende rupsen – of vechten ze? Na de stormen van afgelopen januari was ook hier de nodige schade aangericht: sommige beelden waren er goed vanaf gekomen, maar voor één beeld gold dit niet: daarvan was alleen de hand nog over: een groet of een noodsignaal?
Zowel in de zomer als in de winter heeft de wisselwerking natuur-kunst iets bijzonders. Ik vond al snel de beelden die mij het meeste aanspraken. De bosgodin Silvana uit 2016, waarvan de kunstenares Stephanie Fuentes Schreiber zegt: “Bewaffnet mit Hörnern, schaut sie mit lieblichem Blick in sich hinein – in die Zukunft” (Gewapend met hoorns kijkt ze met milde blik naar zichzelf – naar de toekomst).
Ook de omslagdoek van hout met het opengewerkte boord dat aan een boom hangt vind ik mooi, zowel van veraf als van dichtbij. Hoe je van zoiets stugs als hout toch zo iets vloeiends als een omslagdoek kunt maken fascineert me.
In 2005 heeft de Zwitserse kunstenaar Urs Martin Traber het kunstwerk “Die armen Seelen” gemaakt: een grote verzameling mensachtige figuren, met hoofden die uit spoorbiels zijn gezaagd met twee boorgaten als ogen en één boorgat als mond, gemonteerd op allerlei afgedankte metaalfragmenten. De achterliggende gedachte is het uitbeelden van de angst en onzekerheid die de overgang naar het nieuwe millennium met zich zou brengen. Inmiddels zijn de oorspronkelijk felle kleuren verbleekt, waardoor het voor mij een nog troostelozere aanblik biedt. Dit is blijkbaar ook de bedoeling, maar dit spreekt mij niet erg aan… Als ik dan aan de werken van Jean Tinguely terugdenk die ik op 22 juni jl. in Basel heb gezien, weet ik wel waar mijn voorkeur naar uitgaat!
Wat ik wel erg geestig vond is het beeld van een gigantische houten “Man met motorkettingzaag” die al jaren op deze route staat. Dit keer hebben de bosarbeiders bij de opruimwerkzaamheden na de stormen hun eigen draai aan dit kunstwerk gegeven: vlakbij liggen hoge stapels gezaagde boomstammen en takkenbossen, zodat het net lijkt alsof de houten man zijn werk goed gedaan heeft!
Het weer was de hele ochtend al een beetje dreigend, maar gewapend met paraplu zou het allemaal wel meevallen. Toen ik om 14.00 uur met de Postauto vanuit Sur En vertrok, barstte ook de onweersbui los. Ik zat hoog en droog in de bus, die als motto had: “Il viadi è la destinaziun“, “de weg is de bestemming” in het Vallader. Toen ik eenmaal weer in Scuol terug was, dreef de bui over in de richting van Oostenrijk.
Niet alleen Hotel Altana heeft geïnnoveerd, waarbij de wanden van de hotelkamers zijn voorzien van fraaie muurschilderingen,
maar ook het Engadiner Bad heeft de nodige aanpassingen aangebracht. Alles is wat strakker ingericht, maar wel met veel oog voor detail. Het kunstwerk dat eerst in de rustruimte bij het hoofdbad hing, is nu in het trappenhuis naar het bad gehangen. Het is gemaakt door de beroemde Engadiner kunstenaar Steivan Könz, die de muurschildertechniek van sgraffito op een heel hoog en modern niveau heeft gebracht. Het was heerlijk om weer in het warme mineraalwater te dobberen en buitengewoon amusant om met de watergymnastiek mee te doen!
Op vrijdag 6 juli ben ik wat vroeger uit Scuol vertrokken omdat ik in Zürich nog een lunchafspraak had met Monika D. uit mijn Vallader-klas. Het was erg gezellig om elkaar weer eens te spreken. We lunchten in de Brasserie Federal in het Centraal Station van Zürich. Deze eetgelegenheid dateert net als het station uit 1871. Ook hier was er weer kunst: in de grootse stationshal was in samenwerking met het museum in Basel, de Fondation Beyeler, een prachtige structuur gecreëerd van gehaakte katoenen stroken in pasteltinten, waar bezoekers op kousenvoeten binnen kunnen kruipen en op kussens liggen en uitrusten. Het is ontworpen door de Braziliaanse kunstenaar Ernesto Neto, die het de titel GaiaMotherTree meegaf: hij heeft zich laten inspireren door de verschillende scheppingsverhalen en door de ideeën van een Braziliaans Indianenvolk, waarvan de sjamanen met de plantenwereld kunnen communiceren. Het torenhoge kunstwerk paste in het kleurschema van de stationshal en straalde veel rust uit in deze toch hectische omgeving.
En zo eindigde deze reis op dezelfde manier als zij begonnen was: met veel kunst. Daarnaast kon ik mijn hart ook ophalen aan veel “bergen” en “natuur”. Het was ook dit keer weer een feest!
Dank voor het mooie verhaal Pauline.
Wens je goede (levens) reis!!!
Weer bedankt voor je mooie verslagen. Tot een volgende reis.
Prachtig Pauline! Alleen om die mooie sculpturen zou je die kant op moeten gaan.
Janny&John