De Via Alpina als leidraad

Muggia: het beginpunt van de Via Alpina

Om de kaart te vergroten a.u.b. op het vakje in de linkerbovenhoek klikken! De grotere kaart opent op een nieuwe pagina.


8 mei 2018

Een rondje door Muggia

Vanochtend bij het ontbijt keek ik mijn ogen uit: ik heb niet nog nooit zoveel zoetigheid bij een ontbijtbuffet gezien! De citroentaart is mijn favoriet, gevolgd door chocoladecroissants… En piepkleine kopjes loeisterke espresso om wakker te worden! Gesterkt door zoveel suikers ging ik op weg naar Muggia, waar de eerste etappe van de Via Alpina begint: Muggia naar de Premuda Hut. Daartoe moest ik de bus, lijn 20, nemen. Je moet van te voren een kaartje kopen, want dat kan niet in de bus, wel bij de vele kioskjes – op ieder hoek van de straat is er wel eentje.

Het is niet waarschijnlijk dat buslijn 20 genomineerd zal worden voor de meest toeristische route naar Muggia: de bus rijdt door rommelige buitenwijken, langs vervallen of juist hypermoderne industrieterreinen. Triëst is een beduidende industrie- en havenstad in deze regio en dat zie je aan alles. Maar eenmaal in Muggia aangekomen, vergeet je de tocht en raak je gecharmeerd van het stadje met haar roerige geschiedenis. Het is vooral de geschiedenis vanaf het begin van de Tweede Wereldoorlog die indruk maakt. Muggia is het enige deel van het grondgebied van Istrië dat na de Tweede Wereldoorlog aan Italië is teruggegeven bij het Vredesverdrag van Parijs van 1947. Omdat men het niet eens kon worden over de verdeling van het grondgebied rondom de strategisch gelegen Italiaanse stad Triëst en Koper in het toenmalige Joegoslavië, richtte men de Vrije Zone Triëst op. Dit gebied werd opgesplitst in zone A (Triëst) en zone B (rond Koper in het zuiden). Omdat de Vrije Zone in de praktijk onbestuurbaar bleek is zij bij het Verdrag van Londen van 1954 opgeheven. Het gebied werd toen verdeeld: zone A werd Italiaans en zone B werd Joegoslavisch. Bij het Verdrag van Osimo van 1975 verklaarden Italië en Communistisch Joegoslavië dat de verdeling volgens het Verdrag van Londen definitief was. Bij het uiteenvallen van Joegoslavië heeft Slovenië de verplichtingen uit dit verdrag overgenomen – Kroatië nog niet, maar dat speelt in de praktijk geen grote rol, omdat zij niet aan Italië grenst. Muggia kende tot de tweede helft van de 20e eeuw een bloeiende scheepsbouwindustrie, maar door haar ligging zo dicht tegen het IJzeren Gordijn verloor zij die positie. Tegenwoordig brengen vooral het toerisme en de pleziervaart de stad inkomsten.

In het historische centrum van Muggia staat op de Piazza Marconi behalve het stadhuis uit de 13e eeuw met drie Leeuwen van St. Marcus op de façade, ook de Dom van St. Johannes en Paulus. Volgens het informatiebord is de Dom in 1263 ingewijd door de Bisschop van Triëst en is gebouwd op een plek waar al eerder een gewijd gebouw had gestaan. De façade in Venetiaans-Gotische stijl is bekleed met rechthoekige stukken witte steen. Boven de deur is een reliëf met de Heilige Drie-Eenheid en de beide patroonheiligen Johannes en Paulus die aan weerzijden knielen. Daarboven is een rozenraam met in het midden een beeltenis van de Madonna met kind, gesteund door 16 stralen van rood marmer en witte steen.

Dit is niet het meest bekende aspect van de kerk: op de meeste afbeeldingen van Muggia’s Domkerk is alleen de kerktoren te zien, genomen vanuit de haven. Dus daar ben ik heengelopen: vele plezierboten, maar ook vissersscheepjes. Vanaf het havenhoofd is niet alleen het uitzicht op Muggia mooi, maar ook dat op Triëst en het achterliggende gebergte – zeker met dit licht.

Toen ik terugliep naar het plein bij de Dom zocht ik tevergeefs naar een aanduiding, waar de eerste etappe van de Via Alpina (Muggia naar de Premuda Hut) zou beginnen. Het liep al tegen het middaguur en ik begon de nadelen van de snelle suikers uit het ontbijt te merken. Mijn oog viel op het bordje met de aanlokkelijke tekst “Winebar” bij de Pizzeria Marconi. Behalve een salade in Griekse stijl (met olijven en feta, bestrooid met tijm) en een pizza vegetariana (die behalve met de gebruikelijke courgette, aubergine en tomaat ook met reepjes roodlof was belegd, dat het net een lekker bittertje gaf) heb ik in mijn beste Italiaans ook “uno vino bianco regionale” besteld. Het was een Zorzettig uit de Collio in Friuli, een beroemd wijngebied bij Gorizia ten noordwesten van Triëst. Dit alles was erg lekker.

Na deze lunch ben ik het centrum ingegaan en over steile straatjes naar de burcht gelopen. Dit castello is gebouwd in 1374 op een militair-strategische plek: hooggelegen met uitzicht over de baai. Sinds 1900 heeft het zijn militaire functie verloren: in 1991 is het gekocht door een kunstenaar, Villi Bossi.

De oude stad is een wirwar van smalle straatjes en steegjes, ieder met haar eigen gezicht. Een impressie:

Vanaf de burchtheuvel heb ik de route gevolgd naar het oudste gedeelte van Muggia, Muggia Vecchia. Deze streek had al sinds de Romeinse tijd een rol van betekenis en Muggia als legerbasis: het Castellum Mugliae op de bergtop. Het oude dorp, Muggia Vecchia, is nog voor het jaar 1000 verlaten vanwege de vele plunderingen: de bewoners gingen aan de kust wonen, waar het huidige stadje ligt. Muggia Vecchia is nu een archeologisch park. De in het park gelegen Basilica di Santa Maria Assunta heeft liturgische elementen uit de 8e en 9e eeuw; de eerste schriftelijke vermelding dateert uit 1203. Ik heb door een gedeelte van het park en om de kerk gelopen – en vond de omgeving mooi en bijzonder rustgevend!

20180508_143606
De fundamenten van een middeleeuws huis in Muggia Vecchia

Omdat ik wist dat er ook een veerboot vaart tussen Triëst en Muggia ben ik de berg weer afgedaald naar de haven. Het was een warme middag met een steeds minder wordend zicht. Het was plezierig om in het zonnetje en met een fris briesje op het havenhoofd te wachten op de veerboot van 16.45 uur.

20180508_170158
We laten Muggia snel achter ons

Vanaf het water valt het pas echt op hoezeer Triëst een handelshaven is: we zagen eerst de overslag van kolen, olie en gas, dan de containerterminal en dan de roll-on/roll-off terminal voor vrachtwagentrailers. De oudere havengebouwen uit de jaren 1950 lijken nu op instorten te staan, maar bij het afmeren in de passagiershaven van Triëst komen de fraaie gebouwen en de palazzi in zicht: de stad bruist in het diffuse namiddaglicht.

Het was een mooi begin van de tocht, maar… morgen gaan we echt van start met de Via Alpina!

2 reacties

  1. Erik

    Het ontbijt lijkt mij ook fantastisch, en de foto s zijn schitterend, mooi bij het verslag

  2. Christine

    Wat leuk om zo vanaf mijn bureau mee te genieten van jouw verhaal en prachtige foto’s. Goede wandeling verder….

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

© 2025 Wandelen in de bergen

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑