Om de kaart te vergroten a.u.b. op het vakje in de linkerbovenhoek klikken! De grotere kaart opent op een nieuwe pagina.
11 mei 2018
Een Etappe met veel meer plussen dan minnen!
Eergisteren ging ik vol verwachting op pad om eindelijk aan de eerste etappe van de Via Alpina te beginnen. Dat was om een aantal redenen niet erg succesvol: ik strandde ergens op een troosteloos industrieterrein met bovendien de dreiging van een onweersbui. Vandaag ging ik met hernieuwde energie op weg om vanaf dat troosteloze industrieterrein mijn weg weer te vinden naar de natuur en de frisse lucht. Dat bleek niet zo eenvoudig: welke bushalte op welk industrieterrein was het ook al weer… Uiteindelijk stapte ik maar uit de bus, waar ik de vorige keer begonnen was: een paar haltes vóór Muggia. Daar had ik een bord gezien met de verwijzing naar het plaatsje Santa Barbara en de wandelroutes. Inmiddels had ik de verwarring rondom het begin van de Etappe wel begrepen: op de website van de Via Alpina zelf staan verschillende vertrekpunten: of op de Piazza Marconi bij de Domkerk of bij het Castello…
De Via di S. Barbara is een rustige, gestaag stijgende weg met vele mooie fotomomenten, zowel eergisteren als ook vandaag. Langs de weg liggen niet alleen vele kleine olijf-, boom- en wijngaarden, groentetuintjes, maar ook bosschages en ruigtes. Er zijn ook mooie vergezichten, zoals op de tegenoverliggende heuvel, waar Muggia Vecchia ligt, waar ik dinsdag ben geweest. Het voordeel van de route nog eens lopen is dat de honden mij leken te herkennen, want ze blaften lang niet zo fel als eergisteren (het lijkt wel dat hoe kleiner de hond, des te harder het geblaf is!).
Het is ook het grensgebied tussen Italië en Slovenië – nu een groene grens met alleen maar een simpel verwijzingsbord, maar tot 1990 was dat zeker wel anders… Ik ben opgegroeid in en met de Koude Oorlog en het is dan ook een merkwaardig gevoel om hier rustig te kunnen lopen in een gebied waar tot voor kort het IJzeren Gordijn West- en Oost-Europa scheidde.
In het kleine plaatsje Santa Barbara is ook een oorlogsmonument voor de gevallenen van de Tweede Wereldoorlog. De herdenkingsplechtigheid was kort te voren geweest.
Op beide dagen kwam ik bij het punt waar de verharde weg overging in een weggetje met oud plaveisel van natuursteen: hier gaat het mooie gedeelte van start. Een verademing om niets anders te horen dan het zingen van de vogels, het ritselen van (onzichtbare) hagedissen en vandaag ook de aantrekkende wind. Het traject van de Via Alpina loopt in deze etappe gelijk met de Alpe Adria Trail, een andere langeafstandswandeling die in 37 etappes van de Grossglockner naar Muggia loopt. De laatste etappe van deze route valt grotendeels samen met de eerste Etappe B1 van de Gele Route van de Via Alpina (in de tegengestelde richting).
Vanaf Santa Barbara tot aan Rabuiese, de grenspost aan de snelweg die Slovenië ingaat, is de natuur redelijk ongerept met een steile, stenige afdaling naar dat buurtschap; het gebrom van de snelweg is niet storend. Bij de bebouwing aangekomen verliest de route alle charme. Ik kwam weer uit op het punt waar ik woensdag was afgehaakt, maar nu liep ik vastberaden verder en liet na een minuut of vijf de bedrijvigheid achter mij. Door een volgend klein buurtschapje, Vignano, met olijfgaarden, kwam ik op een punt waar de verharde weg eindigde en een smal, overgroeid pad begon.
Dit pad leidde naar een natuurgebied, de Laghi de Noghere. Deze meertjes waren oorspronkelijk kleiputten van een steenfabriek op het industrieterrein, maar na het stilleggen van de activiteiten in 1980 zijn deze volgelopen met (regen)water. Het gebied heeft zich in de loop van de jaren ontwikkeld tot een groene oase waarin vele bijzondere planten en dieren voorkomen. Ik ben van de route afgeweken en over smalle kronkelpaadjes naar de meertjes gelopen – een prachtig rustgebied. Een mooi voorbeeld van de kracht waarmee de natuur zich kan herstellen.
Af en toe klonk er een plons die te luid was om afkomstig te zijn van een kikker of eend – inderdaad: een schildpad! Behalve de inheemse Europese moerasschildpad komt er helaas ook de exoot de Florida-doosschildpad voor (uitgezet door mensen die blijkbaar genoeg hadden van hun huisdier…) en deze bedreigt nu het biologisch evenwicht.
Het riviertje Rio Ospo stroomt rustig door het ongerepte groene landschap en bruist van het leven: ik hoorde kikkers kwaken en zag libellen snel heen en weer schieten over het water en op de bodem van het heldere water vele grote en kleine vissen in de schaduw rondzwemmen. Wat een geweldig gezicht – en wat een groot verschil met het lusteloze stroompje wat het later wordt, meer naar de monding bij Muggia toe.
Na vanuit het natuurgebied een stukje langs de openbare weg in de richting van Slovenië te hebben gelopen, moet ik vervolgens steil klimmen door lichte loofbossen naar Caresana. Er waren mooie vergezichten over het bosrijke gebied. Ook zag ik steeds weer hoge oude droogstenenmuren die om olijfgaarden heen zijn aangelegd. Inmiddels was er weer vanuit het zuidoosten een onweersbui komen opzetten, die weliswaar geen regen gaf, maar mij wel de verdere middag met gerommel begeleidde.
Na mijn tocht door het bos kwam ik in het plaatsje Caresana, dicht bij de Sloveense grens. Inmiddels had mijn mobieltje al meerdere malen gepiept: “U bent nu in Slovenië” – “U bent nu in Italië“. Tot mijn vreugde zag ik aan de staander van het bord het weliswaar wat afgebladderde logo van Via Alpina bevestigd – de eerste na mijn vertrek uit Muggia!
Door het lommerrijke loofbos van Caresana naar Dolina was het plezierig lopen – er stonden veel bloemen waarvan ik helaas de naam niet kende (ik zal ijverig moeten studeren…). Deze Kerstroos (Helleborus niger) herkende ik wel: hij stond nog net in bloei.
Bij Dolina zag ik vlak voordat ik het Natura-2000 gebied van het Val Rosandra binnenliep, een beeld van een gestileerde wandelaar staan, gemaakt van Cortonstaal: het “begeleidt” de echte wandelaars van de Alpe Adria Trail en dient als infozuil. Eergisteren had ik er in Muggia ook al eentje zien staan: in de buurt van de Piazza Marconi.
Het stuk door het zuidoostelijke gedeelte van het Natura2000 gebied van het Val Rosandra, van Dolina via Crogole naar Bagnoli della Rosandra, is erg mooi en rustgevend – ondanks de aanduidingen op het informatiebord aan het begin: er komen beren en lynxen voor in dit uitgestrekte gebied. Op zeker moment botsten echter twee werelden die niets met elkaar te maken hebben: ik zag tot tweemaal toe flink wat zwerfvuil in de berm liggen. Het bleken kleren en schoenen te zijn, er lagen ook (vrij nieuwe) plastic zakken bij met het opschrift: “UNHCR Refugee Agency“… Het zou dus betekenen dat door deze onherbergzame, verlaten grensstreek mensen onderweg zijn die dat niet voor hun plezier (zoals ik!) doen. Dat greep mij best aan en maakte mij bewust van mijn geprivilegieerde positie.
Ruim een uur later kwam ik aan in Bagnoli della Rosandra, waar ook het informatiecentrum van het Val Rosandra is gevestigd. Ik nam om 16.15 uur de bus terug naar – dacht ik – Triëst. Lijn 40 werd echter eerst een soort buurtbus die alle plaatsjes tussen Bagnoli, Dolina en Caresana aandeed (waar ik langsgekomen was). Een half uur later was hij weer terug bij het infocentrum: dat was aardig om mee te maken! Pas om 16.45 uur reed hij naar Triëst.
Het wandelgedeelte van deze dag was uiteindelijk heel bijzonder geworden. Toch zou ik, als ik iets mocht veranderen aan deze etappe, het traject Muggia – Industrieterrein Noghere weglaten en de eigenlijke etappe laten beginnen bij het buurtschap Vignano. De aanlooproute gaat dan wel over het industrieterrein, maar dat zal dan niet veel indruk maken. De tocht door het centrum van Muggia en naar Santa Barbara zou een afzonderlijk aanbevolen uitstapje kunnen zijn, want dat is op zich zeker de moeite waard.
Deze dag eindigde met een lekkere maaltijd, net als afgelopen woensdag, in een buitengewoon goed restaurant aan het Canal Grande, Antico Panada, waar ik woensdag erg lekker gegeten had in een gezellige atmosfeer. Vanavond ben ik weer teruggegaan en werd als een oude bekende ontvangen. De amuse van woensdag was eenvoudig, maar erg subtiel – iets om thuis nog eens te proberen: zwarte rijst met een stukje groene asperge en een paar vlokjes tonijn. Vandaag was het een stukje gepocheerde kabeljauw in een verfijnde tomatensaus. Woensdag volgde daarop tagliatelle con scampi; de heerlijk rijke saus vond ik ook erg lekker! Vandaag koos ik voor de Antico Panada plate met allerlei lekkernijen, zoals gemarineerde ansjovis, gebakken sardien met uiencompote (en rozijntjes en pijnboompitten) en een frisse kabeljauwmousse. Het hoofdgerecht van eergisteren was gegrilde zwaardvis met als garnituur o.a. rode kool waaraan gemalen venkelzaad was toegevoegd en die dus net dat zoetje had, dat bij de vis paste; dat van vandaag een dorade met (peperige) aardbeien en gekookte venkel, die goed met de aardbeien ging – interessante smaakcombinatie… De witte huiswijn is de regionale Friulano uit Cividale del Friuli.
Het was maar een klein eindje lopen naar het hotel en ik kon genieten van een mooie zonsondergang boven zee. Het was een bijzondere dag.
Mooie beelden en zo te zien goed eten en Drinken
MVG Driekus
Leuk dat je je culinaire avonturen ook beschrijft! Ik ga de amuse van zwarte rijst ook proberen!