Om de kaart te vergroten a.u.b. op het vakje in de linkerbovenhoek klikken! De grotere kaart opent op een nieuwe pagina.
29 juni 2018
Een Etappe met mooi uitzicht, maar niet vanaf ladders…
Gisteren, 28 juni, vertrok ik van Leukerbad met de bus naar Leuk, om daar in de trein naar Gampel/Steg te stappen. Daar begint Etappe R98. Het was opnieuw stralend weer. Vanaf het station van Gampel/Steg was het een korte afstand naar het begin van de Etappe. Meteen kon je al zien dat aan weerszijde van het dal waarin het riviertje de Lonza naar de Rhône stroomt, een verschil is in gebergte: de oostelijke kant, richting Lötschberg, kent veel scherpere rotsvormen met meer bebossing dan de westelijke kant, richting Leuk, waar de kale rotsen zichtbaar zijn.
De route gaat eerst steil omhoog en komt langs een aantal Bildstöcke, kleine kapelvormige gebouwtjes langs de weg met een heiligenbeeld. Hier is dat de zgn. “Rosenkranzweg zu den Spitzen Steinen“, die door de geloofsgemeenschap van Gampel in 1991 is ingericht ter gelegenheid van het 700-jarig bestaan van de Zwitserse Confederatie (1291–1991). De met de kapelletjes gezoomde weg leidt naar een kleine kapel die de Kapel “zu den Spitzen Steinen” heet. Het is niet zo’n oud gebouw. Op 25 januari 1946 werd vooral Sierre, hemelsbreed nog geen 30 km van Gampel/Steg verwijderd, getroffen door een aardbeving van 6,1 op de schaal van Richter. Deze beving veroorzaakte ook grote schade in Gampel: de Kapel “zu den Spitzen Steinen” werd dermate beschadigd dat zij opnieuw moest worden opgebouwd. Het interieur van de kapel is bijzonder: volgens de website van de parochie dateert het altaarstuk met afbeelding van de Moeder Gods met de Rozenkrans en met het Kindeke Jezus uit de late 17e of vroege 18e eeuw en is waarschijnlijk geschilderd door de Italiaanse kunstschilder Rubiato. Het uitzicht rond de kapel is prachtig; de lindenboom geeft veel schaduw. Op het kastje voor de offerkaarsen dat buiten onder de lindenboom staat, is een mooie spreuk geschreven: “Immer wenn Du denkst es geht nicht mehr, kommt von irgendwo ein Lichtlein her!” – “Telkens wanneer je denkt dat het niet meer gaat, verschijnt er ergens vandaan een lichtje!“.
De weg volgt in het begin Etappe 2 van de Walliser Sonnenweg (Route nr. 61), die juist van Leukerbad naar Gampel/Steg loopt. Enkele kilometers na het Kapelletje “zu den Spitzen Steinen” gaat de Via Alpina in de richting van Bratsch, terwijl de Sonnenweg nog hoger op de berghelling verder gaat. Het gebied is droog en kaal; de temperatuur loopt in de late ochtend al aardig op. Het is een prachtige tocht met steeds mooie vergezichten het Rhône dal in.
Het viel pas op dat er geen enkel waterstroompje was tijdens dit deel van de tocht, toen ik in Bratsch aankwam: alles was weer groen en weelderig. Ook stortte zich een bergbeek de helling af.
Verder lopend, ging ik soms over de verharde weg en soms over steil klimmende en dalende paadjes, maar steeds met de mooie uitzichten. Een zijdal aan de overkant zag er contrastrijk uit: het met bos begroeide Turtmanntal met in de Rhône dal het dorp Turtmann en in de verte de besneeuwde bergtop van de Weisshorn (4.506m).
Boven het volgende dorp, Erschmatt, trof ik in een weiland, in de schaduw van de bomen langs het wandelpad, een kleine kudde Walliser Schwarznasenschafe (Walliser zwartneusschapen) aan. Zij zien er bijzonder koddig uit, want ze hebben niet alleen een zwarte snoet, maar ook nog zwarte “knieën” en zwarte hoeven, terwijl ze verder wit en erg wollig zijn. Ook dragen ze opvallend gedraaide hoorns. Dit ras is niet echt zeldzaam, zoals bijvoorbeeld de Walliser Schwarzhalsziege, de geit met de opvallende scheiding tussen de zwarte voorhand en de witte achterhand die ik enige tijd later in een andere weide zag staan. Ook hier werd gehooid: heerlijk geurend hooi met veel bloemen en kruiden werd door de boer lopend achter een hooischudder op wiersen gelegd.
In deze etappe wisselden droge en warme stukken en schaduwrijke stukken door het bos elkaar af: vanuit Erschmatt liep ik naar Feschel, waarvan de naam uit het Ligurisch (Ligurië is de regio rond Genua) stamt en “heuvel” betekent. Deze plaats was tot in de 19e eeuw van belang als pleisterplaats voor reizigers en handelaren op weg van en naar Ober-Wallis, omdat de Rhône in die tijd nog niet gereguleerd was en het dal daardoor niet altijd goed begaanbaar was. Vlak bij een ruisende beek zag ik een kleine waterpoel met een heleboel paddenvisjes en één volwassen dier op de bodem met een geweldige schutkleur!
Van Feschel ging de weg over open graslanden naar het volgende plaatsje, Guttet, en vandaar richting Albinen. Daar is een groot “litteken” in het landschap boven Leuk zichtbaar: deze kaalslag is veroorzaakt door een enorme bosbrand, die op 13 augustus 2003 is aangestoken door een pyromaan. Meer dan 300 ha bos gingen in vlammen op. Gelukkig vielen daarbij geen menselijke slachtoffers. Vijftien jaar later zijn de sporen van deze bosbrand nog overduidelijk te zien: de berghelling staat vol met ingedroogde boomstammen, nog zwart of al wit gebleekt door de zon. Wel heeft de natuur zich verbluffend snel hersteld: er is al veel begroeiing en er komen allerlei soorten planten en insecten voor die er eerst niet waren – en niet alleen maar pioniersplanten, zoals het Wilgenroosje (Chamerion angustifolium).
Toch zal het nog zeker 50 jaar duren voordat er weer naald- en loofbomen zijn gegroeid, waardoor het bos zijn functie van “Schutzwald” weer kan vervullen. Doel van een dergelijk bos is het beschermen van de lager gelegen plaatsen door het verhinderen of verminderen van grond- en steenverschuivingen. In het geval van het bos boven Leuk zijn kunstwerken aangelegd om dit te voorkomen. Herbeplanten is niet mogelijk vanwege de droogte van het gebied. Het vuur is rakelings langs het satellietstation bij Leuk gegaan.
Tegen 16.00 uur kwam ik in Albinen aan – juist op tijd om de bus terug te nemen naar Leukerbad. Hiermee is het grootste gedeelte van de Etappe afgerond. Tussen Albinen en Leukerbad wacht de wandelaar nog een passage, waaraan ik zeker niet ga beginnen: weer met ladders over zo’n honderd meter hoogteverschil, de “Albinenleitern“…
Vandaag, 29 juni, heb ik om 10.00 uur de etappe hervat, maar op een wat alternatieve manier. Ik ben vanuit Leukerbad naar de Albinenleitern gelopen, dus de Etappe in tegengestelde richting, om met eigen ogen te zien hoe dat er uit zag – nou, letterlijk “duizelingwekkend”! De manier om deze ladders te omzeilen is er met een boog omheen te lopen.
De boog werd echter wel erg groot: ik heb uiteindelijk Albinen wel bereikt, maar pas om 14.00 uur… Ik ben vanaf de Albinenleitern de berghelling helemaal afgedaald naar de Dala. Van daaruit ben ik naar Inden gegaan voor een kopje koffie.
Hoewel Albinen nog steeds op een grote afstand lag, heb ik het dorp met omwegen toch bereikt: daartoe liep ik eerst een smal pad dalwaarts naar de oevers van de Dala. Toen ik zag dat ik niet onder het viaduct door kon lopen, ging ik maar terug en nam de weg over het viaduct.
Daar zag ik een bordje dat naar Albinen verwees! Een lange tocht tegen de steile helling volgde, door warme weiden en iets minder warme bosjes. Ik zag dat Chalet “Edelweiss” uit 1767 duidelijk met zijn tijd is meegegaan, vandaar de zonnepanelen aan het dak!
Aan het slaan van de kerkklok – het was inmiddels 2 uur – wist ik dat Albinen echt binnen handbereik was. Ik ben door het dorp naar de Kerk gelopen. Ik maakte wat foto’s van sfeervolle hoekjes in dit authentieke plaatsje.
Toen ik bij de Kerk aankwam las ik het informatiebord: ook hier had de aardbeving van 25 januari 1946 zoveel schade aan de kerk gebracht, dat zij moest worden vervangen. Het werd een voor die tijd heel modern, maar prachtig gebouw, met twee trappen eromheen die naar het bordes leiden en met een prachtige roodkoperen deur.
Binnen in de ovale ruimte, die op een schip, de Arke Noach, lijkt, vallen de bijzondere glas-in-lood ramen op. Die van het Lam Gods vind ik het mooist.
Het is echter het verhaal rondom de kerktoren dat nog het meest tot de verbeelding spreekt: de toren was bij de beving niet erg beschadigd, dus die hebben ze laten staan, maar dan met de “spits” aangepast aan het moderne uiterlijk van de kerk! Het informatiebord geeft een “voor” en “na“-schets.
Op weg naar de bushalte kwam ik langs een cluster wegwijzers voor de wandelaars. Daar spotte ik weer een bordje van de Via Alpina – hierbij het bewijs dat ik de Etappe gelopen heb…!
Deze wandeling is de laatste die ik in en om Leukerbad maak. Morgen ga ik voor twee nachten naar Hotel Weisshorn, dat alleen te voet te bereiken is vanuit het plaatsje St. Luc in het Val d’Anniviers!
Als toetje allemaal wellness. Het is je gegund.
Hallo Pauline,
We zijn net terug van vakantie, dus we hadden wat te lezen over de prachtige wandeltocht. Het lijkt ons ook schitterend om daar te wandelen en voor mij (Yvonne) lijkt het geweldig om al die dieren en de bloemen te fotograferen. Wat een prachtige spreuk op het kastje bij de kapel. We kunnen ons goed voorstellen dat je hebt gekozen voor de omweg om die steile berghelling te ontlopen. De koffie smaakte zeker twee keer zo lekker na afloop.
Nog veel wandelplezier!
Groeten, Frans en Yvonne