De Via Alpina als leidraad

Langs de Romeinse Limes: van Rijswijk (Gld) naar Werkhoven, Bushalte

Om de kaart te vergroten a.u.b. op het vakje in de linkerbovenhoek klikken! De grotere kaart opent op een nieuwe pagina.

Ter informatie: op de pagina De Rijn als noordelijke grens (“limes”) van het Romeinse Rijk staat een korte beschrijving van de omvang van het Romeinse Rijk rond het begin van onze jaartelling, de Rijn als noordelijke grens, de “Limes”, van dat Rijk en de toen aangelegde “Limesweg”. Ook wordt daar de langeafstandswandeling “Romeinse Limespad” beschreven, de basis voor dit reisverhaal. Deze wandelroute met een totale lengte van 275 kilometer voert langs de Romeinse Limesweg van Katwijk aan Zee naar Berg en Dal, dus langs de noordelijke grens van het Romeinse Rijk, die hier gevormd wordt door de Rijn, zoals deze rivier oorspronkelijk stroomde: de Neder-Rijn tot aan Wijk bij Duurstede, de Kromme Rijn tot aan Utrecht en de Oude Rijn naar Katwijk aan Zee.


20 mei 2023

Langs de Kromme Rijn door het zuidoostelijke gedeelte van Provincie Utrecht

Van Rijswijk (Gld) naar Wijk bij Duurstede

Op deze zonnige dag in mei heb ik weer eens een Etappe van het Romeinse Limespad afgelegd. Het traject door Provincie Gelderland had ik bijna twee jaar daarvoor, op 3 juli 2021, afgerond: toen kwam ik in Rijswijk aan, het eindpunt van Etappe 11 van het Romeinse Limespad.

Nu begon ik aan een tocht door een voor mij geheel onbekende streek in de Provincie Utrecht: Etappe 10 van het Romeinse Limespad (weliswaar in tegengestelde richting), van Rijswijk (Gld) naar Werkhoven, Bushalte zou mij door een lentegroen, gevarieerd en interessant cultuurlandschap leiden! Op 3 juli 2021 heb ik het eerste zeer korte stukje van deze Etappe afgelegd: van het Gelderse Rijswijk naar Wijk bij Duurstede – deels te voet, deels met de veerpont. Ik had toen vanaf de Rijnbandijk in Rijswijk al een prachtig uitzicht op Wijk bij Duurstede, met de twee zeer verschillende kerktorens en de korenmolen. Ik was eerder al bij de Prinses Marijkesluizen in het Amsterdam-Rijnkanaal geweest: dit is het sluizencomplex aan de zuidkant van de “kruising” van dit kanaal met de Lek. Ik had vanaf daar toen een goed zicht op die kruising en op de Prinses Irenesluizen in het Amsterdam-Rijnkanaal aan de noordwestzijde van de Lek.

Bij de veerstoep aan de Rijswijkse kant staat een kunstwerk, dat in 2015 is onthuld: in letters van Cortenstaal is te lezen “TOT HIER“. De Nederlandse kunstenaar Jan Kleingeld (*1954) heeft het in 2014 gemaakt. Het kunstwerk is een ode aan het alfabet dat door de Romeinen geïntroduceerd in Nederland – de oude klassieke schrijfletters van het kunstwerk refereren aan die tijd. Het idee was om aan de overkant bij Wijk bij Duurstede in de Provincie Utrecht op dezelfde wijze een kunstwerk met de tekst “TOT DAAR” te plaatsen. Provincie Utrecht gaf hiervoor geen toestemming, “om planologische redenen”…

20210703_135744 (2)
Rijswijk (Gld): op de linkeroever van de Neder-Rijn staat het kunstwerk “TOT HIER” uit 2014 van Jan Kleingeld om het einde van de Romeinse Limes in Gelderland aan te duiden (3 juli 2021)
Wijk bij Duurstede

Ik was erg vroeg vertrokken uit Arnhem met de trein naar Driebergen-Zeist, en vanaf daar met de bus (lijn 56 vanaf Amersfoort) naar Wijk bij Duurstede. Ik stapte uit bij de eindhalte: de brede weg heette toepasselijk “Romeinenbaan”! Men neemt aan dat er in die buurt (bij de wijk De Horden) ooit een Romeinse nederzetting was. Daarvan was nu niets meer te zien. Vanaf het eindhalte van de bus ging ik op weg in zuidelijke richting naar de veerpont om “volgens het boekje” weer te beginnen met de officiële wandeling. Daartoe kwam ik ook langs de noordelijke sluizen in het Amsterdam-Rijnkanaal, de Prinses Irenesluizen, die, net als de Prinses Marijkesluizen aan de zuidzijde van de kruising met de Lek, al vóór de Tweede Wereldoorlog gepland en ontworpen waren, maar pas in 1952 zijn geopend. Wel zijn beide sluiscomplexen in de loop van de jaren uitgebreid om de toenemende scheepvaart te kunnen verwerken. In 1974 is de oostelijke schutkolk toegevoegd. Daar kon ik dichtbij komen: er werd net een schip, dat in zuidelijke richting voer, geschut. Nadat er een loeiende sirene was afgegaan stroomde het water met luid geraas uit de schutkolk, in de richting van de Lek.

20230520_091346 (2)
Wijk bij Duurstede: zicht op de sluisdeur van de oostelijke schutsluis van de Prinses Irenesluizen
20230520_091402 (2)
Wijk bij Duurstede: zicht op de oostelijke schutkolk van de Prinses Irenesluizen

Nadat ik verder naar de “kruising” van de rivier, die daar al Lek heet, kwam, werd ik ingehaald door het schip dat ik in de sluiskolk had zien liggen. De kruising van het het Amsterdam-Rijnkanaal met de Lek werd door grote betonnen pijlers gemarkeerd. Op de voorgrond zag ik hoe enkele grauwe ganzen net te water gingen. In de verte werd de horizon een beetje afgeschermd door de enorme, geheven sluisdeur tussen de betonnen torens van de Prinses Marijkesluizen: deze sluisdeur wordt eigenlijk alleen maar gesloten als het waterpeil in de Lek meer dan 5,5 meter boven NAP uitkomt.

20230520_093454 (2)
Wijk bij Duurstede: zicht naar het zuiden op de “kruising” van het Amsterdam-Rijnkanaal en de Lek met in de verte de Prinses Marijkesluizen

De vorige keer had ik vanaf de veerpont ook een mooi zicht op de kruising! Toen was het later op de dag en was er veel meer scheepvaart – vandaag was het zicht beter en de lucht helderder.

20210703_140753 (2)
Op de Neder-Rijn tussen Rijswijk (Gld) en Wijk bij Duurstede: zicht vanaf de veerpont naar het westen op de “kruising” van de Lek en het Amsterdam-Rijnkanaal (3 juli 2021)

Op weg naar het pontveer stonden tegen de dijk aan grote meidoornstruiken (Crataegus monogyna) prachtig in bloei. Het wit van de bloesem contrasteerde sterk met het zwart van de schapen die dat dijkgedeelte begraasden!

Het vestingstadje Wijk bij Duurstede is al oud: in de Romeinse tijd is er bebouwing geweest aan de westzijde van de huidige stad en ook een castellum, waarvan men vermoedt dat het tussen Rijswijk en Wijk bij Duurstede heeft gelegen. In de vroege Middeleeuwen ontwikkelde zich hier een handelsstad: we hebben allemaal geleerd dat de Vikingen rond het jaar 850 “Dorestad” hebben verwoest, maar tegenwoordig neemt men aan dat het vooral natuurlijke en politieke factoren zijn geweest die tot de ondergang hebben geleid. In die tijd begon de haven van Dorestad te verzanden door een wijziging in de bedding van de rivier de Rijn; er trad ook een stijging van het waterpeil op. Dorestad werd Wijk bij Duurstede: “wijk” zou afgeleid zijn van het Romeinse woord vicus, woonstede, of ook van het Duitse begrip “wik“, dat bocht of inham betekent.

In het jaar 1122 heeft men de rivier de Rijn bij Wijk bij Duurstede afgedamd: daarna werd het meeste water afgevoerd door de toch al bestaande watergang met de toepasselijke naam de “Lek” – of eigenlijk het Lek! De Rijn had op dit punt al eeuwen lang voor problemen gezorgd: het lage land ten westen en zuidwesten van de stad had te lijden van de steeds weer optredende overstromingen. Door het actiever worden van de Lek verzandde de (Kromme) Rijn steeds meer. De Lek, als voortzetting van de (Neder-)Rijn, mondt na 62 kilometer bij Kinderdijk in de rivier de Noord, en stroomt daarna als de Nieuwe Maas verder naar het westen. De Kromme Rijn verloor zijn functie als verkeersader…

In 1300 kreeg Wijk bij Duurstede stadsrechten – in diezelfde eeuw werd de stad tot vesting: toen werden de stadsmuren en -poorten gebouwd. Rond ongeveer die tijd kwam ook het Kasteel Duurstede tot stand: het begon toen met een eenvoudige vierkante woontoren, die er nu nog staat. Later is het kasteel verder uitgebouwd tot een luxe slot. Daarbij werd in de 15e eeuw de Bourgondische Toren gebouwd: deze toren van 40 meter hoog en met zeer dikke muren had een militaire functie. Samen met het Donjon is de Toren het enige gedeelte van het kasteel dat nu nog bestaat: in het einde van de 17e eeuw raakte het complex totaal in verval. In de 20e eeuw zijn de toen nog overeind staande gebouwen gestabiliseerd en de grootste puinhopen opgeruimd. De ruïne is sinds 1993 onderdeel van een rijksmonument, waaronder ook de kasteelpoort en de brug vallen. Het wandelpark dateert uit het midden van de 19e eeuw: aanvankelijk werden tegelijk met de uitbreiding van het kasteel in de 16e eeuw omwallingen aangelegd en grachten gegraven. Bij de aankoop door de Gemeente Wijk bij Duurstede werd door de verkoper bedongen dat het gebied rond het kasteel een vrij toegankelijk wandelpark moest worden. De tuinarchitect Jan David Zocher jr. (1791-1870) heeft hiervoor het ontwerp gemaakt. Ook deze historische tuin- en parkaanleg is nu deel van het rijksmonument. Ik vond het park, zowel de vorige keer in begin juli 2021 en nu, prachtig. Dit keer was ik er in de vroege ochtend: het jonge groen van de beuken weerspiegelde in de verstilde waterpartijen en alleen het zingen van de vogels was te horen. Het bloeiende Fluitenkruid zorgde voor een prachtige omlijsting van het water rond de kasteelruïne.

20230520_094755 (2)
Wijk bij Duurstede: zicht op het zuidelijke gedeelte van het park dat Kasteel Duurstede omringt
20210703_141914 (2)
Wijk bij Duurstede: zicht op de Bourgondische Toren (15e eeuw) en het Donjon (1270) van het Kasteel Duurstede (3 juli 2021)
20230520_095113 (2)
Wijk bij Duurstede: zicht op de 15e-eeuwse Bourgondische toren van Kasteel Duurstede
20230520_095336 (2)
Wijk bij Duurstede: zicht vanuit het noorden op de gebouwen (Donjon uit 1270 en Bourgondische Toren uit de 15 eeuw) die nu nog bestaan

Naast de brede toegang vanuit de stad tot het park hangt aan de ene kant een afbeelding uit 1640 waarop de enorme omvang van het kasteel staat afgebeeld – aan de ander kant is een reliëf aangebracht met eveneens een afbeelding van het kasteel. Met de herinnering aan de nu nog overgebleven ruïne is dit toch wel te zien als een gevalletje “vergane glorie”…

20230520_095440 (2)
Wijk bij Duurstede: op de muur van de kasteelpoort aan de noordzijde staat een afbeelding uit 1640 van het nog intacte Kasteel Duurstede
20230520_095507 (2)
Wijk bij Duurstede: in de muur van de kasteelpoort aan de noordzijde is een reliëf aangebracht met de weergave van het nog intacte Kasteel Duurstede (1640)

Vanaf het kasteelpark leiden smalle en sfeervolle straatjes naar het plein bij de Grote of St. Janskerk. Ik liep door het “Mazijk“, nu een straat, maar in de 15e eeuw een gracht die de verbinding vormde tussen het Kasteel en de Grote Kerk. De naam is de verbastering van de naam van een familie die daar in de 16e eeuw woonde. De gracht werd in de 17e eeuw gedempt. Een indrukwekkende rozenstruik met prachtig rode bloemen groeide tegen een witte gevel, die mooi afstak tegen de blauwe lucht! Een rustige straat met gekandelaberde lindebomen gaf zicht op de kerktoren van de rooms-katholieke St. Johannes de Doperkerk uit 1906, maar ook op een rood-witte sticker met de aanduiding “Romeinse Limespad” op een elektriciteitskastje.

Meer naar de kerk toe verbreedt het Mazijk zich tot een parkachtige strook, het “Veldje van Mazijk“, van waar er een mooi zicht is op de Grote of St. Janskerk. De oudste gedeelten van deze kerk stammen uit de 14e eeuw. In 1580 werd de kerk protestants – de kerk bleef wel St. Janskerk heten, omdat zij voor de Reformatie aan Johannes de Doper was gewijd. Het was de bedoeling dat de kerktoren op de Domtoren in Utrecht zou lijken, maar nu valt het op dat van de kerktoren maar één geleding is gebouwd! Sinds 1965 is het gebouw een rijksmonument.

20230520_095236 (2)
Wijk bij Duurstede: zicht vanaf het zuiden (Kasteelmuur) op de afgeknotte toren van de Grote of St. Janskerk uit de 15e eeuw
20230520_095807 (2)
Wijk bij Duurstede: zicht vanaf het zuiden (Veldje van Mazijk) op de Grote of St. Janskerk uit de 15e eeuw

Er is een connectie tussen Wijk bij Duurstede en de oorspronkelijk uit Zuidwest-Engeland afkomstige missionaris Bonifatius (rond 675–754). In 716 zette hij in Dorestad, zoals Wijk bij Duurstede toen nog heette, voet aan wal. In 2016 was het 1300 jaar geleden dat deze gebeurtenis die de religieuze geschiedenis van de Westerse wereld sterk gemarkeerd heeft, plaatsvond. Om dit kroonjaar luister bij te zetten werd een reliëf aan de westmuur van de St. Janskerk geplaatst en plechtig onthuld (daarvan is een video gemaakt).

20230520_100052 (2)
Wijk bij Duurstede: reliëf uit 2016 aan de westmuur van de Grote of St. Janskerk met de afbeelding van de missionaris Bonifatius als herinnering aan zijn komst in de stad in het jaar 716

Van Wijk bij Duurstede naar Cothen

Vanaf de Grote Kerk leiden weer andere smalle straatjes naar het noorden, naar de Kromme Rijn, die zich hier nu als een kleine waterstroom zijn weg zoekt. Net ten noorden van waar de bebouwing ophoudt staat een informatiebord langs het wandelpad. Hier wordt uitgelegd wat de betekenis van de rivier de Kromme Rijn is geweest door de eeuwen heen: als 150 meter brede stroom voor transport over water, maar ook als verdedigingsmiddel. Dit laatste zorgde in 1870 voor een hernieuwde belangstelling voor deze inmiddels dichtgeslibde rivier: hij werd een onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Deze Nieuwe Hollandse Waterlinie, die als doel had om een verdedigingslinie te vormen door het inunderen van een strook land van enkele kilometers breed en die in gebruik is geweest van 1870 tot 1945, beschermde een groot deel van Holland en de stad Utrecht. Zij liep vanaf de Zuiderzee/IJsselmeer tot aan de Biesbosch. Zij diende als vervanging van de uit eind 17e eeuw daterende (Oude) Hollandse Waterlinie. Vanaf 1871 draagt zij deze nieuwe naam. Een belangrijk verschil tussen de oude en de nieuwe linie is dat de stad Utrecht nu binnen de linie valt. De linie is sinds haar ontstaan toch nog vier keer actief geweest: de laatste keer was in 1944–1945. Hier bij Wijk bij Duurstede werd in dit kader een Inundatiekanaal gegraven die de Kromme Rijn van water vanuit de Rijn/Lek zou voorzien, en dat kon worden afgesloten met een sluis. Ik zou tijdens mijn wandeling enkele malen meer informatie over deze Nieuwe Hollandse Waterlinie krijgen.

Op een ander bord werd uitgelegd hoe men de plek van het oude Dorestad heeft teruggevonden. Vanaf 1841 waren al (met name) botten opgegraven, die vervolgens vermalen werden tot beendermeel voor de landbouw. Dat waren er zoveel dat men besefte dat het hier wel eens om iets groots kon gaan. Pas in 1967 is men concreet onderzoek gaan doen. De vondsten die men deed waren spectaculair: er werden grote hoeveelheden scherven, metalen voorwerpen, zoals zwaarden en stijgbeugels, munten uit geheel Europa, sieraden (o.a. een prachtig bewerkte fibula, een sierspeld, uit de 7e eeuw) gevonden. Verder ontdekte men grafvelden met honderden graven. Ook werden er maar liefst 150.000 houten palen van de loskade gevonden. Op een foto staan de stompen afgebeeld – daarmee was de oude loshaven in de Kromme Rijn bij het oorspronkelijke Dorestad ontdekt! In 2012 heeft men op kleinere schaal de loskades weer opgebouwd: het geeft wel een concreet beeld van hoe de rivier hier destijds gebruikt is. Het verleden kwam daardoor werkelijk dichterbij.

20230520_101217 (2)
Wijk bij Duurstede: op een informatiebord langs de Kromme Rijn staat een foto van de in 1967 blootgelegde funderingspalen van een loshaven uit het oorspronkelijke Dorestad (9e eeuw)
20230520_101321 (2)
Wijk bij Duurstede: zicht op de op kleinere schaal nagebouwde loshaven in de Kromme Rijn, zoals die was ten tijde van het oorspronkelijke Dorestad (9e eeuw)

Vanaf dit punt begon de wandeling echt interessant te worden: niet alleen vanwege het frisse groen en de ruimtelijkheid, maar ook omdat doordat het rivierlandschap hier zoveel kleinschaliger is dan dat bij de Neder-Rijn, waarlangs ik bij de voorgaande etappes van het Limespad ben gelopen. Ik kon mij hier beter voorstellen hoe de Romeinen hier hebben gepatrouilleerd en rondgevaren…

De Kromme Rijn is hier niet erg breed – hoogstens 15 meter, en niet diep: ongeveer 130 cm. Het water stroomt wel snel: daarom zijn er maatregelen genomen om te voorkomen dat de oevers door de stroming teveel afkalven. Hiertoe zijn houten beschoeiingen aangelegd, waardoor er stroken met langzamer stromend water zijn ontstaan.

20230520_103340 (2)
Ten noorden van Wijk bij Duurstede: voorbeeld van een houten beschoeiing in de Kromme Rijn om afkalving tegen te gaan

Een van de taken van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden is het zorgen van schoon water in het stroomgebied van de Kromme Rijn, zo’n 21.000 hectare land. Daarom is het op peil houden van de waterstand in het gebied van van groot belang. Ook heeft het een project gestart om de oevers natuurlijker te maken om de biodiversiteit te bevorderen. Zo is er een nevengeul gegraven waarin de waterdiepte varieert: dit is vooral van belang voor amfibieën, die zich daar kunnen voortplanten.

20230520_101931 (2)
Ten noorden van Wijk bij Duurstede: zicht op de nieuwe nevengeul (links) van de Kromme Rijn ter bevordering van de biodiversiteit

Na het passeren van de nevengeul ging ik weer verder langs de Kromme Rijn. Het voetpad was gemakkelijk en breed – ik had steeds uitzicht over het rustige water van de rivier en over groene velden met bloeiende boterbloemen. Er waren doorkijkjes op boomgaarden. Ik bleef steeds aan de buitenkant van de bebouwing. Bij de Noorderwaard stond een groot bord met het opschrift: “Natuurveld Noorderwaard“. Oorspronkelijk was de naam van dit nieuwe stukje natuur “Bloemenweide Noorderwaard” geweest, maar die naam sprak niet geheel tot de verbeelding, omdat het stukje natuur niet bestaat uit een weelderige bloemenzee, maar veeleer uit een kruidenrijk landschap, en dat is ingericht ter vergroting van de biodiversiteit. Op het bord met een mooie aquarel van het grasland staat dat dit gebiedje ecologisch beheerd gaat worden en dat er bij de laatste telling 137 soorten insecten en 54 soorten planten voorkwamen. Onder ecologisch beheer wordt hier verstaan: laat in het seizoen maaien, maaisel een paar dagen laten liggen en daarna afvoeren om het gebied te verschralen e.d. Met de brug van de Langbroekseweg stak ik de rivier over en vervolgde mijn weg over een ander pad, het Groenewoudsepad, dat eveneens een onderdeel is van het 29 kilometer lange “Kromme Rijn-pad”, dat van Wijk bij Duurstede naar Utrecht loopt. Vanaf de brug was het uitzicht naar het zuiden erg rustgevend – alles oogde heerlijk groen!

20230520_104146 (2)
Ten noorden van Wijk bij Duurstede: zicht naar het zuiden vanaf een brug over de Kromme Rijn op een groen en zonovergoten landschap

Vanaf het bruggetje volgde ik een smal paadje langs de Kromme Rijn dat redelijk dichtgegroeid was met Fluitenkruid. Aan mijn rechterhand lagen verruigde graslanden die nu vol boterbloemen en nog meer Fluitenkruid stonden en aan mijn linkerkant, aan de andere oever van de rivier, lagen boomgaarden. Aan grote witte jerrycans die in het water dreven was te zien dat de fruittelers het water voor de beregening uit de rivier halen. Ik liep hier door het natuurgebiedje Vikinghof, dat sinds 2004 aan de Stichting Utrechts Landschap toebehoort en een belangrijke ecologische verbindingszone voor het gebied rond de Kromme Rijn is. Behalve de graslanden was er ook een dicht bosperceel. Voordat het Utrechts Landschap het terrein verwierf was er een zwembad, waarvan nu niets meer terug te vinden is.

20230520_104323 (2)
Ten noorden van Wijk bij Duurstede: zicht op een ruig grasland met vele boterbloemen in het natuurgebied Vikinghof langs de Kromme Rijn
20230520_104649 (2)
Ten noorden van Wijk bij Duurstede: zicht op de Kromme Rijn in het natuurgebiedje Vikinghof met links boomgaarden en een bloeiende meidoorn

De overgang van het bosje bij de Vikinghof naar het weidelandschap in het noorden is ook mooi: opeens is er weer die ruimtelijkheid! Op een paaltje stond een hele verzameling wandelroutes vermeld: behalve het Kromme Rijnpad, het Romeinse Limespad (wit-rode markering), het Utrechtpad (geel-rode markering) en nog een Klompenpad (Gerrit Achterbergpad) komt hier, aan het mooie schelpembleem te zien, ook een van de routes van de Jacobsweg naar Santiago di Compostella langs: de route van St. Jacobiparochie in Noord-Friesland via Amsterdam, Utrecht en ‘s-Hertogenbosch naar het einddoel Santiago di Compostella – een afstand van totaal bijna 2.900 kilometer…!

Nadat ik over het fietspad dat nogal druk gebruikt werd, tussen de weilanden door was gelopen, kwam ik uit op de verharde Groenewoudseweg. Daar stak ik opnieuw de Kromme Rijn over. Het uitzicht naar het noorden over de rivier en de grazige weiden was rustgevend, ondanks de verkeersdrukte van de Provinciale weg naar Wijk bij Duurstede. Heel in de verte was de oprijzende Utrechtse Heuvelrug te zien.

20230520_105746 (2)
Bij Cothen: zicht naar het noorden over de Kromme Rijn en de weilanden

Cothen

Na een nogal lawaaiig traject langs de drukke weg kon ik afbuigen naar een rustiger stuk. Het paadje liep tussen de boomgaarden door: Cothen staat bekend om zijn kersen, maar ook om zijn peren. Er zaten vele kleine en vooral nog groene kersjes aan de bomen. Origineel vond ik de windkering gemaakt van perenbomen; daarin staken ook nog piepkleine peertjes fier omhoog!

Wat deze tijd van het jaar zo geweldig maakt is het frisse groen aan de bomen en de uitbundige bloei van Fluitenkruid en Meidoorn. Op dit landelijke pad naar Cothen was het er allemaal: ik liep daar helemaal alleen en genoot.

Het plaatsje Cothen is niet groot, maar wel al oud. Aan de zuidzijde van het dorp staat de Hervormde of St. Agneskerk. Vlak bij de kerk, op de Brink, staat een grote bronzen peer op een bronzen sokkel. De titel van dit kunstwerk is “Toffe Peer” en is gemaakt door dorpsgenoot Ab Bosman. Het is begin 1996 ingewijd: toen was Cothen niet langer een zelfstandige gemeente, maar werd ingelijfd bij de nieuwe gemeente Wijk bij Duurstede. Er is voor de peer gekozen vanwege zijn associatie met de fruitteelt in Cothen, maar zeker ook omdat er in Cothen zoveel “toffe peren” rondlopen. In een loden koker onder de sokkel zit een document met de namen van alle mensen die op dat moment ingeschreven stonden in de gemeente Cothen. Door een lindenlaantje loopt het weggetje naar de kerk. Het elegante torentje steekt parmantig boven het gebladerte uit.

De St. Agneskerk dateert uit het begin van de 13e eeuw. Op de website van de kerk staat dat de kerk tweemaal is verwoest. “Als gevolg van een uit de hand gelopen schermutseling rondom Rhijnestein – tussen troepen van graaf Willem V van Holland, en van Jan van Arkel, bisschop van Utrecht – werd het kerkgebouw in 1355 door brand vrijwel geheel verwoest. Omstreeks 1400 is met de herbouw van het restant begonnen.” In 1445 was de kerk weer af en de toren in 1464. In 1580 werd het gebouw door de Staten van Utrecht “aan de Reformatorische eredienst” toegewezen. In 1672 werd de kerk opnieuw vrijwel geheel verwoest, ditmaal door de Franse troepen. Men is aan de herbouw begonnen, maar pas in 1735 was de kerk gereed – de toren is niet meer opgebouwd. Vandaar dat kleine met leien gedekte torentje! De huidige omvang heeft de kerk gekregen na de uitbreiding in 1890. In 1981 is de kerk geheel gerestaureerd, waarbij het interieur de kenmerkende blauwe kleur kreeg. Er is een mooie video gemaakt ter gelegenheid van de Open Monumentendag 2020 met overzichtsfoto’s met een drone.

20230520_111952 (2)
Cothen: zicht op de westelijke muur van de St. Agneskerk uit het begin van de 13e eeuw – na de verwoestingen in het Rampjaar 1672 is de grote kerktoren niet meer herbouwd

In het gras onder een lindenboom bij de kerk stond op een bordje een sonnet over de kerk, geschreven door de dominee-dichter André F. Troost (*1948). De letters waren te zeer vervaagd voor een goede foto, maar omdat het gedicht mij aansprak, hier de tekst:

Kluis te Cothen

Ik drentel om de kleine kerk van Cothen
gekoesterd door het zuiver zomers licht.
Ik rammel aan de deur. Op slot. Gesloten.
De poort van Gods geheimen is potdicht.

Wat wil je ook? Dit Godshuis is ook geen grote
kathedraal, veeleer kapel, eens wellicht
door een kasteelheer of zijn echtgenote
tot meerder eer van aller Heer gesticht

Ik drentel rond de kluis, Gods huis te Cothen;
achter de haag de oude pastorie.
O hier, zo achteraf, zonovergoten,

Te wonen als een schatbewaarder die
van tijd tot tijd de sleutel in de sloten
steken kan en spreken kan: Kom en zie!

Ik herkende dat drentelen: ik rammelde ook aan de deur, maar die was… op slot. Wel kon ik door het sierlijke smeedwerk een foto maken van het verbluffend blauwe interieur met de mooie lichtinval!

Ik stak opnieuw de Kromme Rijn over op weg naar het roofridderslot Rhijnestein: de St. Agneskerk zag er vanuit het oosten wat vriendelijker uit dan vanaf de westzijde.

20230520_112450 (2)
Cothen: zicht vanaf de brug over de Kromme Rijn op de oostelijke muur van de St. Agneskerk en de tuinen langs de rivier

Aan de rechteroever van de Kromme Rijn ligt het Kasteel Rhijnestein, dat ik niet goed kon zien. Deze ridderhofstad uit het begin van de 14e eeuw bestond aanvankelijk uit een vierkante woontoren in neogotische stijl, maar is in de 19e eeuw uitgebreid met een extra woonhuis. Er is in diezelfde tijd een landschapstuin in Engelse stijl ingericht. Het gehele complex, o.a. bestaande uit het kasteel, de tuinen, bruggen en nog enkele bijgebouwen, is sinds 2000 een beschermd rijksmonument. Nu is het kasteel eigendom van een stichting: op de eigen website wordt ook nog nadere informatie gegeven over de activiteiten die de stichting op sociaal en cultureel vlak ontplooit. De toegang tot het kasteel wordt afgeschermd door een indrukwekkend Poortgebouw dat net als de oorspronkelijke woontoren in grote lijnen uit de 14e eeuw stamt. Het gebouw is eveneens een rijksmonument. Er is aan de oostzijde van het landgoed een fraai smeedijzeren sierhek met op de poortsteunen in gouden letters de naam geplaatst, maar de achterliggende laan ziet er niet erg verzorgd uit.

Toen ik met mijn rug naar Kasteel Rhijnestein gekeerd stond had ik een mooi, landelijk uitzicht over een groene weide op het (beschermde) dorpsgezicht van Cothen met de molen “Oog in ’t Zeil” en een beetje verscholen achter oude hoge bomen, de kerktoren van de St. Petrus en Pauluskerk in het noordelijke gedeelte van het dorp.

20230520_112803 (2)
Cothen: zicht vanaf Kasteel Rhijnestein over een groene weide op het dorp met o.a. de molen “Oog in ’t Zeil”

Na een korte wandeling door een mooie beukenlaan stak ik weer de Kromme Rijn over en liep even naar de molen “Oog in ’t Zeil“, die net buiten de route van het Romeinse Limespad staat. Deze korenmolen heeft een lange geschiedenis, dat wil zeggen: sommige bronnen vermelden het jaartal 1368, maar met zekerheid is dat er vanaf 1560 een molen op die plek in Cothen heeft gestaan. Na een brand werd er in 1869 een nieuwe molen gebouwd. In 1904 kreeg de molen stoomaandrijving; in 1930 stapte men over op elektriciteit. In 1936 bleken er grote gebreken te zijn aan de molen, waardoor de wieken, de kap en de stelling werden verwijderd… In 1985 maakte men plannen om de molen weer te restaureren, maar tijdens laswerkzaamheden brandde hij af. Gelukkig betaalde de verzekering uit, zodat in 1987 de molen weer feestelijk geopend kon worden. Een gedenksteen met de namen van de toenmalig burgemeester en de gedeputeerde van de Provincie en de datum 23 mei 1987 is in de romp gemetseld. Op een bord op de romp wordt ook een helder overzicht gegeven van de verschillende onderdelen van de molen. Op deze zaterdag was de molen geopend – er liepen vele mensen in en uit voor meelproducten. Ook bij de naastgelegen bakker was het druk!

20230520_113507 (2)
Cothen: zicht op de stelling van de molen “Oog in ’t Zeil” op 7 meter boven de grond en de mooie kap met vermelding van het jaartal 1869

Van Cothen naar Werkhoven

Naar het noorden lopend passeerde ik de Rooms-katholieke kerk St. Petrus en Pauluskerk uit 1906, een gemeentelijk monument dat er wat in zichzelf gekeerd bijstond: opgetrokken in donkere steen, gebouwd in laat neogotische stijl door de kerkarchitect Wolter te Riele (1867–1937), een leerling van de beroemde architect Pierre Kuypers. Deze kerk was een van zijn vroege werken: hij bleef tot een paar jaar voor zijn dood actief.

Verder lopend kwam ik aan de rand van het dorp en zag de Kromme Rijn weer achter een weiland, waar twee blaarkoppen, een roodbonte en een zwartbonte, in het gras lagen te herkauwen. Kieviten zigzagden luid roepend naar hun kuikens over weiland en water. Het was een prachtig gezicht hoe hier door de gemeenschappelijke inspanningen van het Hoogheemraadschap en een lokale agrariër extensieve veeteelt en natuur samenkwamen!

20230520_115110 (2)
Cothen: een prachtig uitzicht naar het noorden op een bloemrijke weide langs de Kromme Rijn met twee blaarkoppen, vredig herkauwend in het gras

In het buitengebied van Cothen, in de Ossenwaard, viel mijn oog op een niet zo gebruikelijk verkeersbord: een waarschuwing voor overstekende koeien. Op het boerenerf vlakbij stond een pasgeboren kalf vóór zijn/haar eigen hutje met stro lekker in de zon – het zal nog wel even duren voordat het de weg mag oversteken!

Verder op dezelfde weg langs de Kromme Rijn zag ik een kleine stuw om het waterpeil in het omringende land en in de Kromme Rijn te reguleren. Hier werken natuur en techniek goed samen: ook dit is één van de kerntaken van het Hoogheemraadschap.

20230520_115836 (2)
Ten noordwesten van Cothen: zicht op een kleine stuw die de waterstand in de Ossenwaard en in de Kromme Rijn reguleert

Na enige tijd kon ik de verharde weg verlaten om over een smal pad langs de Kromme Rijn verder te gaan. De zon was even schuilgegaan achter wat wolken, maar zelfs toen was de omgeving nog erg mooi.

20230520_120137 (2)
Ten noordwesten van Cothen: zicht op de Kromme Rijn, waarvan de oeverranden natuurvriendelijk zijn ingericht ter bevordering van de biodiversiteit

Iets verder naar het noordwesten stond langs het water een groot informatiebord met ovale uitsparingen: deze vormden een omlijsting voor mooie plaatjes van de omgeving. Er werd uitgelegd waarom natuurvriendelijke oevers zo belangrijk zijn: door de geleidelijke overgang van land naar water en de verschillen in waterdiepte krijgen oever-en waterplanten, maar ook dieren de kans zich te settelen. Alles ter bevordering van de biodiversiteit.

20230520_120419 (2)
Ten noordwesten van Cothen: informatiebord langs de Kromme Rijn met “kijkgaten” en uitleg over het belang van natuurlijkvriendelijke oevers

Hier was ook te zien wat ze bedoelen met natuurvriendelijke oevers: er waren houten beschoeiingen aangelegd met de mogelijkheid voor waterplanten om zich vast te zetten, zoals de beginnende waterlelies. Die bloeiden natuurlijk nog niet, maar de Gele lis (Iris pseudacorus) al wel – een beetje voorzichtig met één heldergele bloem.

Aan het begin van dit smalle pad had ik een bordje zien staan met de mededeling dat dit wandelpad medegefinancierd was door het Europese Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling. De slogan luidt “Europa investeert in zijn platteland“. Op het infobord met de kijkgaten stond de oproep om “de mooiste foto van de Kromme Rijnstreek” te delen op de Facebookpagina van het agrarische bedrijf over wiens land het pad liep. Ik maakte een foto van het rustig daarheen stromende water met daarin de reflectie van rietkragen, bomen en wolken in pasteltinten. Als titel bedacht ik: “De zon in het water kunnen zien schijnen“. Wat een rust…

Tien minuten en vele pollen met Fluitenkruid later kwam ik weer een informatiebord tegen met nieuwe inzichten en doorkijkjes: toen de Kromme Rijn nog een wilde rivier was waren er vaak overstromingen. Bij iedere overstroming bleven de zwaardere zanddeeltjes in ruggen dicht bij de oorspronkelijke bedding achter; de lichtere kleideeltjes dreven verder weg en vormden daar lagen komklei. Deze stroomruggen zijn nog steeds in het landschap te zien. De combinatie van zand en klei maakte het terrein erg geschikt voor fruitteelt, akkerbouw en veeteelt. Hierdoor ontstond in de Kromme Rijnstreek een gevarieerd cultuurlandschap. Het zicht op de grote boerderij werd inderdaad wat weggnomen door een bolling in het landschap! Op een ander informatiebord met kijkgaten werd uitgelegd dat tot in 1930 de enige snelle verbinding vanuit Wijk bij Duurstede naar de markt in Utrecht over de Kromme Rijn ging: waar nu de Provinciale weg loopt was vroeger alleen maar een modderig karrenspoor! Voor het varen op deze ondiepe rivier was zelfs een speciaal type boot ontwikkeld: de “Krommerijnder“. Dit type boot werd voortbewogen met menskracht, door te “jagen”: mensen liepen over het zgn. jaagpad langs de rivier en trokken met spierkracht de boot voort. Al in het midden van de 17e eeuw was er op deze manier een geregelde trekschuitverbinding met Utrecht. Wat is het leven in dat opzicht dan toch wel erg gemakkelijk geworden…!

Al snel kwam ik op het punt waar men in 1870 in het kader van de Nieuwe Hollandse Waterlinie een nieuw, recht stuk in de Kromme Rijn heeft gegraven, in eerste instantie voor een betere doorstroming als men het gebied wilde inunderen, maar het leidde ook tot een verkorting van de vaartijd. Het nieuwe traject is hooguit één kilometer, terwijl de nu geheten Oude Kromme Rijn met een grote meanderende lus van wel bijna 4 kilometer in westelijke richting stroomt!

20230520_122542 (2)
Ten noordwesten van Cothen: zicht op de afsplitsing van de Oude Kromme Rijn en de in 1870 gegraven verkortende watergang

In de ruige oeverranden van de Oude Kromme Rijn groeiden groepjes Echte Koekoeksbloemen (Silene flos-cuculi). Ze bloeiden met grote paarsige bloemen: de bloemblaadjes lijken op franjes en wapperen in de wind! Ook hier is het dammetje in de rivier, dat dient om een luwe strook in de stroming te krijgen, goed te zien. Er zwom ook een familie van Futen: de drie kuikens konden hun ouders goed bijhouden met het zwemmen – ze hoefden niet meer op de rug mee te liften… Leuk tafereeltje.

Op dit traject is de Oude Kromme Rijn nog best breed. Van de tenen van de wilgen die geknot worden heeft een grondeigenaar die aan het jaagpad langs de rivier woont een buitengewoon brede houtwal aangelegd! Het uitzicht over de rivier en de forse knotwilgen, die nu alweer een woeste pruik dragen is – zeker met de grote witte wolken in de blauwe lucht – echt Hollands en wijds. Hier gaat niet alleen een voetpad langs het water, maar ook een kanoroute over het water.

Niet lang na dit mooie uitzicht bereikte ik de verharde weg. Bij de overgang van pad naar verharde weg staat een “Romeinse grenspaal”, die daar geplaatst is in het Romeinenjaar 1997. Er worden afstanden vermeld naar de dichtstbijzijnde castelli: naar het Castellum Fectio (ten zuiden van Bunnik) is het omgerekend 11,3 kilometer en naar het Castelum Levefanum (bij Rijswijk, Gld) maar 6,64 kilometer. Oeps: ben ik dan vandaag maar zo weinig opgeschoten…! Een blik langs de grenspaal op de meanderende Oude Kromme Rijn maakt veel goed…

Op het meest westelijke punt van de meander is een wetering gegraven, een watergang met een lengte van ongeveer 2 kilometer die de Oude Kromme Rijn met het Amsterdam-Rijnkanaal verbindt. Deze Caspargauwsewetering met een gemaal aan de kanaalkant zorgt voor een snelle afwatering vanuit het stroomgebied van de Kromme Rijn bij sterke regenval en voor het vasthouden van water in tijden van droogte. Dit betekent wel dat vanaf dit punt de Oude Kromme Rijn gereduceerd wordt tot een smal stroompje, dat bijna helemaal dichtgegroeid is met riet.

Vanaf de Romeinse grenspaal liep ik eerst nog een stukje over de verharde weg lopen, die ik moest delen met racefietsers en motorrijders – vooral leven en laten leven… Al snel kon ik afbuigen naar het noorden, waarna ik de witte Watertoren Werkhoven met het rode pannendak, die ik steeds uit de verte had zien oprijzen, van dichtbij kon bekijken. Deze watertoren is in 1935 gebouwd en is nu een gemeentelijk monument. Het is in particulier bezit; op de begane grond bieden de bewoners in de weekenden in de maanden mei tot en met september de gelegenheid om koffie of andere drankjes te drinken op hun (overdekte) terras en ook iets te eten: de appel-notentaart was erg lekker! Ik zat er plezierig: ik had een mooi uitzicht over de weilanden naar het westen. Er kwam ook nog een nieuwsgierige en best aanhankelijke cyperse kat langs. Daarnaast was ik ook blij om even uit die vlagerige wind te zijn. Mijn wandelgidsje van het Romeinse Limespad kleurde toevalligerwijze ook nog bij het serviesgoed!

20230520_131204 (2)
Bij Werkhoven: bij de Watertoren uit 1935 is een overdekt terras met uitzicht over de landerijen én koffie met appelnotentaart

Gesterkt door deze rustpauze en de lekkere calorieën van de taart vervolgde ik mijn route langs de bijna niet meer zichtbare Oude Kromme Rijn aan de oostzijde en boomgaarden aan de westzijde. Na een wandelingetje van zo’n tien minuten kwam de Watertorenweg uit op een wat bredere verharde weg, waarna ik vrij snel een paadje met de mooie naam “Gulde Hoeve pad” kon volgen door een buitengewoon fleurig en bloemrijk grasland in de richting van de Provinciale weg. Ook hier heeft het Hoogheemraadschap in 2013 natuurvriendelijke oevers aangelegd met financiële steun van de Provincie Utrecht (“Agenda Vitaal Platteland“). Ik kwam uit precies ten westen van de plek waar de Oude Kromme Rijn en de (verkorte) Kromme Rijn weer samenstromen.

20230520_133838 (2)
Bij Werkhoven: vlak bij de Provinciale weg tussen Cothen en Werkhoven komen de rechtgetrokken Kromme Rijn en de Oude Kromme Rijn weer samen

Om onder de Provinciale weg door te kunnen moest ik wel zo ongeveer in kruipstand over de vlonders gaan: de onderdoorgang was wel erg laag…! Eenmaal aan de andere kant ontvouwde zich een breed, net gehooid grasland, waar ik even moest kijken waar het pad liep. Dat was alleen maar te zien aan de donkere randen van de lichtgroene grasvlakten. Het platgetrapte paadje ging verder in noordwestelijke richting en voerde eerst langs een ooievaarsnest op een hoge paal – waarin ik, toen ik omkeek, naast een oudere vogel ook nog een klein koppetje boven de takkenrand zag uitsteken! – en daarna nog langs een oude rivierarm, het Kattenveldse Meer, die in de loop van de eeuwen is verland, maar die nog steeds zichtbaar is in het landschap. Het inmiddels verharde pad ging met een bruggetje weer over de Kromme Rijn. Aan de westzijde is er vrij zicht over de weilanden, maar aan de oostzijde is het zicht afgeschermd door een bosgebied dat bij het Landgoed Sterkenburg hoort. Hier stroomt de Kromme Rijn in een redelijk recht bed. In de verte zijn tegen de achtergrond van hoge bomen de witte torens van het kasteel en vroegere ridderslot Beversweerd te zien – het plaatsje Werkhoven ligt meer naar het westen en is vanaf dit punt niet zichtbaar. Het geluid van de autoweg is nauwelijks hoorbaar – een vredig tafereel.

20230520_140309 (2)
Bij Werkhoven: zicht naar het noordwesten over de brede Kromme Rijn met de knotwilgen en in de verte de twee witte torens van het Kasteel Beversweerd

Na toch nog een kwartiertje lopen stak ik opnieuw de Kromme Rijn over met een bruggetje en kreeg meteen “de” Bushalte in het vizier: het eindpunt van deze prachtige en landelijke Etappe!

20230520_142028 (2)
Bij Werkhoven: zicht op het bruggetje over de Kromme Rijn en verder naar het zuidoosten met de bossen rond Kasteel Sterkenburg op de achtergrond

Toen ik bij “de” Bushalte aan de Provinciale weg bij Werkhoven aankwam, zag ik dat de bus pas over 21 minuten zou vertrekken. Omdat het pas half drie was en bovendien prachtig weer, besloot ik om alvast een voorschotje te nemen op de volgende Etappe, die vanaf hier via Odijk naar Bunnik gaat. Ik zou toch met gemak Odijk kunnen bereiken (een afstand van 5 kilometer) en vandaar in zo’n 20 minuten doorlopen naar het station van Driebergen-Zeist?! Dat heb ik gedaan: eenmaal in de trein kon ik terugkijken op een prachtige en ontspannen wandeldag door een rustgevende, groene, maar ook historisch interessante omgeving! Wat een nieuwe energie heb ik hiermee opgedaan…

5 reacties

  1. Marie-Noëlle

    Un beau voyage qui nous fait découvrir plein de noms de villages et monuments inconnus. Mais, que la Hollande est belle au printemps.
    Bonne route !

  2. Janny&John Kuiper

    We hebben weer genoten van die mooie foto’s en de tekst. Geweldig, wat een mooie tocht.
    Leuk! De omgeving was ons bekend maar de door jou gebrachte details niet.
    Dankjewel

  3. Kees Kant

    Mooi. Als altijd met gedetailleerde informatie en prachtige foto’s
    Dank.

  4. Mieke Haggenburg

    Wat n leuke leerzame beschrijving van deze mooie wandeltocht! Heerlijk om te lopen. Wij hebben grote delen van de tocht ook eens gevaren .

  5. Inma Benavent

    Wat een prachtige foto’s! De tekst wil ik nog eens rustig lezen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

© 2024 Wandelen in de bergen

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑