De Via Alpina als leidraad

Langs de Rijn: van Spoorbrug Oosterbeek naar Opheusden

Om de kaart te vergroten a.u.b. op het vakje in de linkerbovenhoek klikken! De grotere kaart opent op een nieuwe pagina.


1 september 2021

Meer natuurgebieden en herinneringsplekken rond de Slag om Arnhem 1944

De wandeling in dit reisverhaal is het vervolg op mijn wandeling van Arnhem-Zuid tot aan de Spoorbrug bij Oosterbeek, waarover ik op 23 augustus jl. berichtte. Ook voor dit verhaal heb ik meerdere malen gedeelten van de tocht ondernomen – ditmaal op 21 en 23 juli en op 14 augustus. Met het traject van de Spoorbrug naar Opheusden bereikte ik het punt waar deze tocht aansloot op mijn wandelingen langs de Romeinse Limes, de Neder-Rijn, want Opheusden ligt op de route van Wageningen naar Lienden (Etappe 12 van het Romeinse Limespad). Deze tocht zou ook in het teken staan van de Slag om Arnhem van de septemberdagen 1944 en de maanden daarna: er staan vele monumenten die aan deze ingrijpende veldslag en haar nasleep herinneren…

Vlak voor de Spoorbrug staat een klein huisje aan de Drielse Rijndijk met een prachtig uitzicht naar het noorden over de uiterwaarden van Oosterbeek: het “Dijkmagazijn Elden” uit 1865 is gebouwd als opslagplaats van materialen die nodig waren bij een eventuele dijkdoorbraak (zoals rijshout en kruiwagens) en als zodanig tot ongeveer 1950 gebruikt. Het dijkmagazijn is in het begin van deze eeuw opgeknapt en is nu industrieel erfgoed. Vanaf de dijk is het uitzicht o.a. op de spoorbrug en de uiterwaarden aan de noordoever indrukwekkend en nu vredig. Dat was in de oorlogsjaren van 1940–1945 wel anders. Onder de beschutting van grote oude bomen bij het Dijkmagazijn ligt een “luisterkei” van de “Liberation Route“, waarop ook hier weer de kracht van water als wapen wordt belicht: inundatie. Na het mislukken van de Operation Market Garden eind september 1944 hadden de geallieerden nog een vooruitgeschoven post bij Nijmegen. Dit zinde de Duitsers niet, want zij vreesden dat de geallieerden opnieuw een poging zouden wagen om naar het noorden op te rukken en alsnog door te stoten naar het Ruhrgebied. Toen het water van de Neder-Rijn in het najaar van 1944 begon te stijgen bedachten de Duitsers een plan om het water in hun voordeel te laten werken. Daartoe diende de “Fall Storch” in het Nederlands de Operatie Ooievaar: dit betekende dat het gebied van de Oost-Betuwe onder water zou worden gezet. Daartoe bliezen de Duitsers op 2 december 1944 ongeveer op dit punt de dijk bij Elden op (en nog een andere dijk ten zuiden van Elden), met gevolg dat in korte tijd de gehele oostelijke Betuwe onderliep. De Duitsers kwamen door deze actie zelf ook in de problemen doordat een dijk tussen Ochten en Kesteren, de Liniedijk, geen stand kon bieden aan de grote hoeveelheid water en doorbrak, met verdere, en onbedoelde, inundaties tot gevolg… Op het informatiebord staat een luchtfoto uit het voorjaar van 1945, waarop het inmiddels tot 200 meter uitgesleten gat in de dijk duidelijk te zien is.

Tussen Arnhem-Zuid/Elden en Driel: luchtfoto uit het voorjaar van 1945 van het gat in de Rijndijk dat op 2 december 1944 is ontstaan door het opblazen van de dijk door de Duitsers – aan de linkerkant de in september 1944 opgeblazen spoorbrug
nl.wikipedia.org/wiki

Behalve de luchtfoto van het gat in de dijk staat er op het informatiebord ook een zwart-witfoto uit het voorjaar van 1945 met een ander desolaat tafereel: de restanten van de bruggenhoofden en de pijlers van de in het begin van de Slag om Arnhem (op 17 september 1944) door de Duitsers opgeblazen spoorbrug vormen de achtergrond voor een kapotgeschoten Duitse tank. Wel een groot verschil met de grote, ranke spoorbrug van nu die vanuit alle windstreken duidelijk te zien is…

20210721_162720 (2)
Arnhem-Zuid: op een informatiebord over de oorlogssituatie na de verloren Slag om Arnhem in het najaar en winter van 1944-1945 staat een foto van de vernielde spoorbrug met daarvoor een vernielde Duitse tank

De spoorbrug bestaat uit vijf aanbruggen aan de noordzijde, een boogbrug over de rivier en een aanbrug aan de zuidzijde. De aanbruggen zijn allemaal 56 meter lang en de hoofdoverspanning bedraag 132 meter. De eerste spoorbrug werd gebouwd in 1879 naar een ontwerp van de om zijn ontwerpen van spoorbruggen bekende ir. J.G. van den Bergh (1824–1890) met meerdere bogen en een extra pijler in de rivier. Op 10 mei 1940 werd de brug tijdens de Duitse aanval opgeblazen en op 19 november door de Duitse bezetters vervangen door een (enkelsporige) brug uit Zaltbommel. Na de bevrijding werd de tijdens de Slag om Arnhem verwoeste brug vervangen door een tijdelijke brug uit Dordrecht. In 1952 werd de huidige brug geplaatst, de vijfde versie dus. In 2004 is de brug op vele punten verbeterd en vooral stiller gemaakt.

20210721_163038 (2)
Arnhem-Zuid: zicht vanaf de Drielse Rijndijk naar het noorden op de spoorbrug bij Malburgen (21 juli 2021)

Verder naar het westen aan de Drielse Rijndijk, zoals de dijk ten westen van de spoorbrug wordt genoemd, staat op een uitbreiding van het dijklichaam een monument van waaruit het uitzicht op de overkant, Oosterbeek, prachtig is: het Royal Engineers Memorial. Het is mooi en indrukwekkend in zijn eenvoud en is opgericht ter herinnering aan de overzetactie aan het einde van de verloren Slag om Arnhem in september 1944. Deze overzetactie had de codenaam gekregen “Operation Berlin” en hield in dat de overgebleven soldaten van de Britse 1st Airborne Division die na het mislukken van de Operation Market Garden in het gebied ten noorden van de Neder-Rijn in Oosterbeek door de Duitse troepen waren ingesloten over de rivier in veiligheid moesten worden gebracht. Deze evacuatie vond plaats in de nacht van 25 op 26 september 1944. Daartoe werden rond 2.400 Britse en Poolse soldaten vanuit het noordelijke deel van het dorp (bij het hoofdkwartier van de Britten, het toenmalige Hotel Hartenstein, het huidige Airborne Museum) naar de rivier geleid (langs witte linten die door het bos en de uiterwaarden waren gespannen). Aan de noordoever van de Neder-Rijn lagen leden van Britse Royal Engineers en de Royal Canadian Engineers met rubberbootjes en andere kleine vaartuigen op hen te wachten om hen naar de andere oever te brengen. Deze genisten voeren gedurende de nacht heen en weer, weliswaar onder de bescherming van de Poolse 1e onafhankelijke Parachutistenbrigade, maar ook onder Duits spervuur vanaf de hoge heuvel aan de westkant, de Westerbouwing…

Het memorial bestaat uit een getrapt voetstuk met een plaat van Portugees hardsteen waarop een aantal plaquettes is bevestigd: op één daarvan staan de emblemen van de Britse en Canadese genietroepen, op een andere een in zwarte steen gegraveerde, tot de verbeelding sprekende tekening van de evacuatie (deze tekening was na de oorlog in een krant gepubliceerd) en op de derde de tekst: “…they were just whispers and shadows in the night…“. Dit slaat op het feit dat de geredde soldaten in het donker hun redders niet hebben kunnen zien en hen niet hebben kunnen bedanken. Het monument is op 15 september 1989 ingewijd – elk jaar in september is er een ceremonie met kranslegging. Dan worden ook de vlaggen van Groot-Brittannië, Canada, Polen en Nederland gehesen.

Het uitzicht vanaf dat punt op de rechteroever van de Neder-Rijn is nu vredig en mooi, maar de hoogteverschillen in Oosterbeek en de ligging van het Oude Kerkje zijn duidelijk te zien. Het is niet moeilijk om zich voor te stellen hoe zwaar de tocht naar de evacuatieplek en die evacuatie zelf moeten zijn geweest…

20210721_164703 (2)
Tussen Arnhem-Zuid en Driel: zicht op de rechteroever van de Neder-Rijn met het Oude Kerkje van Oosterbeek vanaf het monument voor de Royal Engineers en de Royal Canadian Engineers aan de Rijndijk in Driel

Ik liep verder in de richting van Driel, maar omdat het aan het einde van die donderdagmiddag, de 21e juli, steeds drukker werd op de dijk en het uitwijken in de berm steeds moeilijker werd (het gras was hier duidelijk eerder gemaaid, waardoor het echt veel hoger was dan in het begin!), besloot ik om vóór Driel naar de rivier af te buigen om het voetveer naar Heveadorp, onder aan de heuvel van de Westerbouwing te nemen en vandaaruit met de bus terug te gaan naar Arnhem. Het pontje bracht ons, een paar wandelaars en vele fietsers, snel naar de overkant – dat het water nog steeds hoog stond was te zien aan de stuwen van Driel: de twee halfronde vizierbogen waren geheven. Vanaf het punt waar het pontje het stuweiland passeerde was dit een indrukwekkend gezicht.

20210721_171154 (2)
Op het voetveer over de Neder-Rijn tussen Driel en Oosterbeek: zicht stroomafwaarts op het stuwencomplex van Driel met de opgeheven halfronde bogen – het is nog steeds hoogwater

Twee dagen later heb ik zodra ik onder de spoorbrug door gelopen was, de Drielse Rijndijk verlaten over een weggetje naar beneden. Ik kwam uit op de Achterstraat die langs de noordgrens van de Arnhemse wijk Schuytgraaf loopt – deze weg had ik eind januari jl. ook gelopen op mijn tocht langs de Romeinse Limes. Het viel me op hoezeer de bouw van nieuwe huizen inmiddels was gevorderd… Na een rustige wandeling door het buitengebied met veel groene weilanden en mooie vergezichten bereikte ik het dorp Driel. Het kent al een lange geschiedenis: hier vormde de Neder-Rijn vanaf de eerste eeuw de noordgrens van het Romeinse Rijk. Daarvan is nu niets meer zichtbaar. Het dorp is pas internationaal bekend geworden doordat het tot strijdtoneel werd tijdens de Slag om Arnhem: de Poolse 1e Onafhankelijke Parachutistenbrigade onder commando van Generaal-majoor Stanislaw Sosabowski (1892–1967) landde op 21 september 1944 aan de linkeroever van de Neder-Rijn in de weilanden rond Driel om de Britse 1st Airborne Division te ondersteunen in hun strijd om de Rijnbrug in Arnhem. De Slag om Arnhem werd niet door de Britse en Poolse troepen gewonnen…

In Driel heeft men vanaf het einde van de Tweede Wereldoorlog de Poolse Parachutistenbrigade en de Poolse veteranen altijd geëerd om hun inspanningen tijdens die septemberdagen in 1944, ook al kregen de Polen de erkenning daarvan in de rest van Nederland (en de rest van de wereld) niet. Door allerlei politieke verwikkelingen werd de schuld voor het mislukken van het laatste gedeelte van de Operation Market Garden op de Polen afgewenteld. In 2006 is dat geheel veranderd en zijn de Poolse Parachutistenbrigade en Generaal Sosabowski (weliswaar postuum…) gerehabiliteerd: op 31 mei 2006 heeft de toenmalige Koningin Beatrix aan de opvolger van de 1e Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade, de 6e Poolse Parachutistenbrigade, de Militaire Willemsorde verleend. Ook Generaal Sosabowski werd postuum onderscheiden met de dapperheidsonderscheiding de Bronzen Leeuw.

Aan de oostzijde van Driel, waar de Vogelenzangsestraat uitkomt op de Molenstraat en de Baltussenweg, staat in een plantsoen een bronzen borstbeeld van Generaal Sosabowski op een hoge sokkel. Het beeld is ontworpen door de kunstenaar Martin Abspoel en is op 18 september 2020 met een eenvoudige Corona-proof ceremonie onthuld. Hierbij was het vaandel met de Militaire Willemsorde aanwezig. Op het borstbeeld van de generaal is de Bronzen Leeuw die hem in 2006 postuum is uitgereikt, afgebeeld. Het borstbeeld in Driel is identiek aan dat enkel jaren eerder in Warschau, op het “Plac Inwalidów” (een plein ter herinnering aan de gewonde militairen uit de Eerste Wereldoorlog) werd onthuld: op 23 september 2017. Dat dit beeld ook in Driel kon worden geplaatst kwam eigenlijk voort uit een gesprek tussen de kunstenaar en iemand van de gemeenteraad van Overbetuwe: hoe indrukwekkend de onthulling van het beeld in Warschau was geweest… Gezien de bijzondere en diepe relatie tussen Polen en Driel kreeg het idee voor een identiek beeld in Driel vaste vorm. Vanwege de drukke herdenking van 75 jaar Slag om Arnhem in 2019 was er bewust voor gekozen om de onthulling een jaar later te doen – maar niemand had toen de impact van “COVID-19” kunnen voorzien…

De plaats van het beeld is belangrijk: het staat in het plantsoen aan de kruising van de Baltussenweg en de Vogelenzangsestraat. Dat is vlakbij het hoofdkwartier van de generaal: het huis aan de Molenstraat nr. 12, aan de overkant van het plantsoen. Het huis behoorde toe aan de heer Beijer, de eigenaar van de daar sinds 1929 gevestigde veevoederfabriek. De windmolens die daar gestaan hadden, waren vervangen door de moderne maalinrichting, zodat er ook gemengd kon worden. Anno 2021 ligt het huis er netjes en witgepleisterd bij en ruikt het in de buurt lekker zoet naar melasse, afkomstig van de veevoederfabriek….

Veel in het dorp ademt de sfeer van het herdenken van de Poolse bijdrage aan de oorlogshandelingen gedurende de Slag om Arnhem. In het hart van het dorp staat op het Polenplein (het bordje vermeldt ook “Plac Polski“) tegenover de Rooms-Katholieke Kerk van Maria’s Geboorte het “Nationaal Monument voor de 1ste Onafhankelijke Poolse Parachutisten Brigade”. Het is opgericht ter nagedachtenis aan de 94 Poolse militairen die tijdens Operation Market Garden in 1944 zijn gesneuveld. Het op 16 september 1961 onthulde monument is een abstracte beeld. In de sokkel met het opschrift “Surge Polonia” (Polen herrijs) wordt een bronzen urn met aarde uit Polen bewaard. Op de sokkel staan de wapens van Polen en Warschau en het embleem van de Poolse brigade afgebeeld. Uit de sokkel rijst een dynamisch betonnen element omhoog. Naast dit element staat een beeld van een menselijk figuur. Het is ontworpen door de Nederlandse beeldhouwer Jan Vlasblom. Over het monument zegt hij o.a. het volgende: “De sokkel symboliseert het Poolse volk. Daarin wordt op een van het dagelijks rumoer afgewende plaats de Poolse aarde bewaard, geflankeerd door de wapens van Polen en Warschau en bekroond met het embleem van deze Poolse brigade. Uit de sokkel rijst een dynamisch betonnen element: Polens geestkracht en onversaagde moed. Daaruit treedt te voorschijn de gestalte der jeugd, de toekomst die de vrijheid als kostbaar goed, als kleinood in de handen draagt.” 

Op het plein staat ook een monument voor Generaal-majoor Sosabowski: de beeltenis in brons is gemaakt door de Engelse kunstenares Vivian Mallock (*1945) en is onthuld op 16 september 2006. Op de achterzijde ervan staat bovenaan rond het embleem van de Britse 1st Airborne Division (de Griekse held Bellerophon op het gevleugelde paard Pegasus) “From the British Airborne Division” met daaronder de tekst “We who have survived raised this memorial for a great Polish hero” en de datum 16 september 2006.

Verder zijn er rond de monumenten grote panelen opgericht met uitvoerige informatie, o.a. over het lot van het land Polen vanaf het begin van de Tweede Wereldoorlog, toen Nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie het niet-aanvalsverdrag van 23 augustus 1939 tekenden, waarbij het land werd opgedeeld, grote gedeelten van de bevolking naar werkkampen werden gestuurd of vermoord. Vele Polen wisten te ontsnappen en naar Frankrijk en Engeland te vluchten. Toen Nazi-Duitsland in 1941 toch de Sovjet-Unie binnenviel en dit land tot de geallieerden ging behoren, kwamen vele Polen vrij en konden zich aansluiten bij Poolse legeronderdelen in Engeland (of de Sovjet-Unie). Ook Nazi-Duitsland deporteerde vele Polen om hen als dwangarbeiders in te zetten – ook hierbij ontsnapten vele Polen en bereikten vooral Engeland. Daar werden ze getraind: in juni 1941 werd de 1e Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade opgericht. In 1944 waren de Polen onder leiding van Generaal Stanislaw Sosabowski inzetbaar om via de kortste weg (de lucht) hun vaderland te gaan bevrijden. De in 1942 opgericht Poolse Pantserdivisie werd in de laatste oorlogsjaren ingezet bij de bevrijding van Nederland en vooral Breda. Het was dan ook een grote morele tegenslag voor de Poolse parachutisten dat zij niet in augustus 1944 naar Warschau (waar toen de opstand was uitgebroken) werden gestuurd, maar pas in september naar Arnhem… De Britten hebben na de oorlog de schuld van het mislukken van de Operation Market Garden afgewenteld op de Polen, omdat zij vanuit Driel de Britten in Oosterbeek niet hebben kunnen assisteren. Vooral Generaal Sosabowski werd als zondebok aangewezen – ten onrechte zoals de geschiedenis heeft aangetoond…

Een belangrijke persoon in het proces van de rehabilitatie van de Poolse parachutisten en hun generaal is de uit Driel afkomstige maatschappelijk werkster en verpleegster Cora Balthussen (1912–2005) geweest: zij heeft zich vanaf de bevrijding ingezet voor eerherstel en voor de bevorderen van de banden met de Poolse veteranen. De in 1946 aan de regering gestuurde brief raakte blijkbaar zoek en het in 1961 opnieuw ingediende verzoek om de veteranen militair te onderscheiden werd afgezeten vanwege een te hoog politiek karakter. Het zou nog tot 2004 duren voordat er beweging in de zaak kwam door een indringende documentaire over het onderwerp. In 2006 volgde de uitreiking door toenmalig Koningin Beatrix van de Militaire Willemsorde aan de opvolger van de 1e Onafhankelijke Poolse Parachutistenbrigade, de 6e Poolse Parachutistenbrigade en van de Bronzen Leeuw postuum aan Generaal Sosabowski. Voor haarzelf kwam de uiteindelijke rehabilitatie, waarvoor zij zo lang en vurig gestreden had, te laat: zij overleed enige maanden daarvoor, op 25 november 2005.

Aan de oostzijde van het Polenplein staat de rooms-katholieke kerk Maria Geboorte, die na de oorlog is op nieuw is gebouwd. De oude rooms-katholieke kerk Maria Geboorte dateert uit 1870: zij was gebouwd door de architect H.J. Wennekes (1827–1900), die met name bekend was om zijn kerkontwerpen, vooral in neogotische stijl, een 19e-eeuwse stroming in de bouwkunst geheel geïnspireerd door (een romantische voorstelling van) de middeleeuwse gotiek. Deze kerk werd tijdens de Slag om Arnhem en de oorlogshandelingen in de maanden daarna zo zwaar beschadigd dat het uit financieel oogpunt beter was om haar te herbouwen – wel zijn hiervoor de stenen van de oude kerk gebruikt, waardoor de nieuwe kerk een “doorleefde” uitstraling heeft. De nieuwe kerk is gebouwd naar ontwerp van de architect G.M. Leeuwenberg (1899–1967) die vele naoorlogse rooms-katholieke kerken heeft ontworpen in de stijl van het Traditionalisme (waarbij tussen 1925 en 1965 teruggegrepen werd op nationale, regionale bouwtradities), zoals de O.L. Vrouwe ter Hemelopneming Kerk in Huissen en de St. Werefriduskerk in het naburige Elst. De eerste steen van de nieuwe kerk werd in februari 1949 gelegd – de kerk werd in 1950 ingewijd. In de tussentijd heeft het toenmalige parochiehuis als noodkerk dienst gedaan. De kerktoren is later, in 1960 gereedgekomen. De kenmerkende met groenverweerd koper beklede hoekige torenspits is vanaf grote afstand herkenbaar. Koper is een veelgebruikt bouwmateriaal in het Traditionalisme. Het interieur werkt heel ruimtelijk en licht, mede door de brede hooggeplaatste vensters. De zijbeuken zijn smal.

20210723_142104 (2)
Driel: zicht op de voorzijde van de Rooms-Katholieke kerk Maria Geboorte, waar het informatiecentrum over de Polen in Driel tijdens de Operation Market Garden van 1944 en de naoorlogse geschiedenis tot op heden is gevestigd
20210723_141308 (2)
Driel: het interieur van de Rooms-Katholieke kerk Maria Geboorte die na de Tweede Wereldoorlog opnieuw is opgebouwd naar ontwerp van de architect G.M. Leeuwenberg na de verwoestingen tijdens de Slag om Arnhem

Ook aan de buitenmuren van de kerk zijn plaquettes opgehangen die te maken hebben met de Slag om Arnhem, zoals de plaquette ter herinnering aan de gebeurtenissen op de avond van 22 september 1944. De tekst geeft aan dat de gedenkplaat is opgericht door “The 5th Battalion The Duke of Cornwall Light Infantry Old Comrades” ter herinnering aan “The Dash To Driel On The Evening Of 22nd September 1944 In Their Attempt To Relieve The 1st Airborne Division At Arnhem“. Met “The Dash To Driel” wordt gedoeld op de actie van enkele legeronderdelen (waaronder het 5th Battalion The Duke of Cornwall Light Infantry) van het Engelse grondleger dat vanuit Nijmegen via Oosterhout naar het noorden was opgetrokken om via het door de Poolse Brigade veiliggestelde grondgebied rond Driel de Neder-Rijn over te steken en de Engelse luchtlandingstroepen in Oosterbeek te helpen. Door tal van onvoorziene omstandigheden, zoals door zware regenval verzadigde wegen waardoor de amfibievoertuigen in de modder kwamen vast te zitten, lukte de overtocht maar in geringe mate… De plaquette is van leisteen: onderaan deze leisteen staat dat de plaat is geleverd door de “Old Delabole Slate Co, Cornwall“, een belangrijke leisteengroeve die nog steeds bestaat. Dit soort leisteen staat bekend is om zijn mooie kleur en structuur. Ook een plaquette met de namen van de 94 gesneuvelde Poolse soldaten hangt bij de overdekte uitgang van de kerk.

In het voorportaal van de kerk is sinds 2014 het Informatiecentrum “De Polen van Driel” gevestigd. Hier wordt veel verteld over de Poolse bijdrage aan de Operation Market Garden en worden vele voorwerpen getoond die met “De Polen van Driel” te maken hebben, zoals een glas-in-loodraam, dat Poolse veteranen die zich altijd erg welkom hebben gevoeld in Driel, in 1947 hebben geschonken in het kader van de wederopbouw. Het raam was bestemd voor het noodgebouw van de jongensschool – toen de nieuwe school geopend werd, verhuisde het raam mee. In 2020 is met bijdragen uit sponsoring van de plaatselijke voetbalvereniging, RKSV, die toen 75 jaar bestond het raam gerestaureerd. De voetbalvereniging eert de Polen nog altijd: het clubtenue is in de kleuren van de Poolse vlag, wit shirt en rode broek en er is een parachute verwerkt in het clublogo. Nu prijkt het glas-in-loodraam met verlichting erachter in het Informatiecentrum “De Polen van Driel”.

Na het bezoek aan het Informatiecentrum over de Polen vervolgde ik toch enigszins nadenkend mijn tocht, opnieuw naar de rivier. Ik passeerde de Hervormde Kerk, een rijksmonument waarvan het oudste gedeelte (het schip) uit de Romaanse tijd (11e eeuw) stamt. Sommige van de oude gotische ramen zijn deels nog aan de zuidzijde in de muur te zien. Het schip is voortgekomen uit een kasteelkapel behorende bij de Frankische hofstede “De Oldenburg”, waar nu een wijk van Driel is gebouwd. De huidige kerk is een laatgotische 14e-eeuwse kerk, die oorspronkelijk aan Onze-Lieve-Vrouwe gewijd was. Tijdens de Reformatie rond 1580 kwam de kerk in protestantse handen. De kerk heeft al vele onheilen doorstaan: een watervloed in januari 1890, een grote brand door blikseminslag in juni 1915, en grote schade door oorlogshandelingen tijdens de Slag om Arnhem in september 1944. Deze schade is in 1948 definitief hersteld, waarna een eerste restauratie plaatsvond tussen 1963 en 1966, en een tweede in 2002–2003. Aanvankelijk was er geen kerktoren: die werd pas in 1467 toegevoegd – hij bestaat uit drie geledingen met spaarvelden, korfbogen en schietsleuven. De toren was in het begin eigendom van de gemeente Heteren en diende ook voor verdediging, vandaar die schietsleuven. In 1867 heeft de Hervormde Gemeente te Driel de toren kunnen kopen. In 1963 is de toren gerestaureerd (oorlogsschade) en is er een nieuwe hoofdingang gemaakt – tot aan die tijd was de toren alleen te bereiken via de kerk zelf. Ook de kerktoren is een rijksmonument. Vanaf dit oude, rustgevende en door oude bomen omgeven gebouw liep ik naar de dijk. Daar combineert het monument/ontmoetingsplek “Driesprong” volgens het begeleidende bord “de twee belangrijke kwaliteiten van deze plek: de dijk als identiteitsdrager van het dorp en het weidse uitzicht vanaf de dijk over het landschap“. Er zijn twee zitgelegenheden: eentje aan de dorpskant van de dijk met een mooi uitzicht op de kerk en de andere op de dijk met een nog mooier zicht over de rivier en de stuwwal aan de overkant van de rivier. Een brede, betonnen trap “doorsnijdt” als het ware de dijk. Het geheel is ontworpen door de landschapsarchitecten Dirk Oomen en Jan Franssen.

De dijk in de richting van Heteren was door aangekondigde wegwerkzaamheden tijdelijk verkeersluw geworden – dat liep toch wel wat plezieriger! Ook nu weer kwam ik langs het stuw- en sluizencomplex van Driel, maar nu had ik er van dichterbij goed zicht op vanaf de linkeroever. Het complex bij Driel, dat ook wel “De Kraan van Nederland” wordt genoemd ligt het meest stroomopwaarts van het gehele “Stuwensemble Neder-Rijn en Lek” en juist hier wordt gezorgd dat het water dat via de Rijn ons land binnenkomt goed verdeeld wordt over de Neder-Rijn, de IJssel en de Waal, zodat het grootste reservoir aan zoetwater in Nederland, het IJsselmeer, op peil blijft. In 1958 is Rijkswaterstaat begonnen met het aanleggen van een stuwensemble in de Neder-Rijn, bestaande uit drie stuwen, met als doel om de waterhuishouding van Noord-Nederland te verbeteren en de bevaarbaarheid van de rivier te waarborgen. In 1960 werd als eerste het stuw- en sluiscomplex bij Hagestein geopend (dat eigenlijk in de voortzetting van de Neder-Rijn, in de Lek ligt). In 1965 volgde het tweede complex bij Amerongen en in 1970 het derde complex bij Driel. Alle drie waterwerken zijn identiek en werden ontworpen door de Nederlandse architect Wouter Hamdorff (1890-1965), die bekend was om zijn functionele ontwerpen. Karakteristiek voor deze stuwen zijn de vizierschuiven: dit zijn boogvormige staalconstructies van ongeveer 200 ton die in het water hangen. De schuiven worden door kabels geheven. De manier van bewegen van de schuif doet denken aan de klep voor het oogvizier van een oude ridderhelm. Als de rivier veel water voert (zo’n 75 dagen per jaar in Driel, 45 dagen bij Amerongen en 25 dagen in Hagestein) worden de bogen van de stuw omhoog getrokken. Dan kunnen de schepen doorvaren zonder dat ze de schutsluis hoeven te gebruiken.

Toen ik daar gelopen heb (op 21 en 23 juli) was het nog steeds hoogwater, waardoor de vizierschuiven geheven waren – wat een indrukwekkend gezicht om die constructies boven het water te zien hangen, alsof zij niets wogen!

20210723_142941 (2)
Driel: zicht vanaf de linkeroever van de Neder-Rijn op het stuwcomplex, waarvan wegens het nog hoge water de vizierschuiven geopend zijn
20210723_143309 (2)
Driel: de indrukwekkende vizierschuiven van het stuwcomplex in de Neder-Rijn van dichtbij gezien – ze zijn geheven vanwege het nog hoge water

Verder stroomafwaarts staat aan de Drielse Rijndijk weer een monument dat betrekking heeft op de Slag om Arnhem, op de veldslag zelf en op de periode tot 4 oktober 1944: het Memorial for the 7th Battalion The Hampshire Regiment, een regiment van de Britse landmacht met een lange geschiedenis (1881–1992) dat in 1946 hernoemd werd tot Royal Hampshire Regiment vanwege zijn “distinguished service” tijdens de Tweede Wereldoorlog, o.a. in dit gedeelte van Nederland. Het 7e bataljon van dit regiment kreeg op 23 september 1944 de opdracht om het gebied langs de Neder-Rijn tussen Driel en Heteren te verdedigen tegen de Duitsers die regelmatig de rivier overstoken naar de steenfabriek die in de uiterwaarden, de “Doorwerthse Hoek” lag. Dat hebben de Britten met succes gedaan, maar wel met grote verliezen: 42 man zijn gesneuveld en 111 man raakten gewond… Op 4 oktober werden ze afgelost door de Amerikaanse parachutisten van de 101ste Luchtlandingsdivisie.

Toen in 1985 een groep veteranen van het regiment tijdens de herdenkingen van de Operation Market Garden het gebied bezocht vond een deel van hen dat er ook voor hen een monument zou moeten komen om hun bijdrage en hun opofferingen onder de aandacht te brengen, omdat zij als eersten in dit gebied waren gekomen. Hun inbreng werd overgenomen door de Gemeente en breed gedragen door de plaatselijke bevolking en ondernemers. Het monument dat bestaat uit een gemetselde muur en een vierkanten granieten plaat is ontworpen door de van oorsprong Canadese veteraan Charles Reeves (1924–2015), die na de oorlog in Nederland bleef en jarenlang de Canadese Begraafplaats in Holten (Ov.) verzorgde. Het werd op 4 mei 1988 onthuld.

Op de granieten gedenkplaat staat onder het regimentswapen de tekst: “TO COMMEMORATE THOSE MEN OF THE 7TH BATTALION THE HAMPSHIRE REGIMENT WHO GAVE THEIR LIVES FOR THE CAUSE OF FREEDOM IN THIS AREA FROM 23RD SEPT 1944 TO 4TH OCT 1944“. Daaronder staat de Roll of Honour met de naam van de 42 gevallen soldaten.

Ook dit monument staat weer op een plek met een uitzicht over hard bevochten gebied… Vanaf de Drielse Rijndijk tot aan de rivier zijn de uiterwaarden hier bijna 500 meter breed. Achter het groen van bomen en heesters steekt een stuk schoorsteen van een steenfabriek omhoog. Deze steenfabriek dateert uit 1881 en staat in het gebied dat de “Doorwerthse Hoek” heet: de grond behoorde oorspronkelijk bij de Heerlijkheid Doorwerth, hoewel het in de Betuwe lag. De Gemeente Renkum, waartoe Doorwerth behoort, heeft het stuk grond in 1944 aan de toenmalige Gemeente Heteren overgedragen. Ten oosten van de steenfabriek ligt een grote waterplas, “de Plas van Korevaar”, genoemd naar de vroegere eigenaar van de Steenfabriek Doorwerth. Van de fabriek is feitelijk niet veel over na de verwoestingen tijdens de Operatie Market Garden in het najaar 1944: alleen dat stuk schoorsteen en een paar delen van de oven staan nog overeind. Sinds 2011 zijn de restanten opgenomen in de lijst van gemeentelijke monumenten en daarmee beschermd.

20210723_145158 (2)
Tussen Driel en Heteren: zicht vanaf de Drielse Rijndijk op de ruïne van de steenfabriek uit 1881 die na de Tweede Wereldoorlog niet meer is opgebouwd (midden) en de toren van Kasteel Doorwerth aan de rechteroever van de Neder-Rijn (links)

Daar staande en met mijn gedachten nog bij de oorlogshandelingen van het najaar 1944 was het voor mij wel duidelijk dat het zicht stroomopwaarts over de nog brede rivier met in de verte het stuwcomplex van Driel en nog verder weg de skyline van Arnhem wel héél vredig en zonnig was…

20210723_150607 (2)
Tussen Driel en Heteren: zicht naar het oosten over de Neder-Rijn met nog steeds hoogwater met het stuwencomplex van Driel (midden) en de skyline van Arnhem (links)

Aan de oostzijde van de verkeersbrug van de drukke A50 over de Neder-Rijn staat aan de dijk een volgend monument dat betrekking heeft op de nasleep van de Slag om Arnhem: tijdens een grootscheepse tegenaanval van de bezetter in de Betuwe, van 1 tot 7 oktober 1944 nam de Amerikaanse 101e Luchtlandingsdivisie op 4 oktober tussen Opheusden en Elst de posities over van de Britse 43e Divisie. In de felle gevechten sneuvelden meer dan driehonderd Amerikaanse militairen. Het “Monument voor de Amerikaanse 101e Luchtlandingsdivisie” is een gemetselde gedenksteen met drie gietijzeren platen. Op de middelste, grootste plaat is het embleem van de divisie, de “Screaming Eagle” (de adelaarskop), aangebracht. Links daarvan staat een paneel met “OCT NOV” en rechts daarvan een paneel met “1944”. Het monument is op initiatief van de “Vrienden van het Airbornemuseum” opgericht ter ere van deze divisie en ter nagedachtenis aan de gesneuvelde militairen. Het is op 25 september 1982 ingewijd. Op het begeleidende informatiepaneel staan naast de uitleg van de gebeurtenissen uit de laatste maanden van 1944 ook enkele foto’s uit die tijd. Een ervan is van de grotendeels verwoeste molen van Heteren, die na de oorlog gesloopt is. Een andere is een indringend beeld van een jonge, maar erg vermoeid-ogende Amerikaanse soldaat, die behalve zijn uitrusting ook nog een klein hondje vasthoudt. De vraag komt wel op: wie zoekt steun en warmte bij wie…?

Op 14 augustus heb ik het laatste gedeelte van het traject naar Opheusden afgelegd. Om half elf liep ik op de brug van de A50 over de Neder-Rijn naar Heteren. Deze Rijnbrug kent een totale overspanning van 974 meter, waarvan de hoofdoverspanning 120,75 meter is. In 2010 is zij verbreed van de oorspronkelijke 2×2 rijstroken naar 2×3 rijkstroken. Aan de oostelijke kant van de brug is een dubbel fiets-wandelpad en aan de westkant een brede weg voor o.a. (landbouw)voertuigen die de snelweg niet op mogen. In de jaren 1960 werden er plannen gemaakt voor de bouw van deze brug, omdat het centrum van Arnhem het doorgaande verkeer tussen de Veluwe en Nijmegen niet meer kon verwerken. De bouw van de brug zelf begon in 1966. In 1968 werd begonnen met de aanleg van het gedeelte van de A50 ten zuiden van de brug en in 1969 het gedeelte ten noorden ervan. Op 30 augustus 1972 werd de A50 tussen het knooppunt Valburg en het knooppunt Grijsoord geopend.

Lopend over de brug op die mooie augustusochtend had ik een prachtig uitzicht naar het zuidoosten met een beetje heiig tegenlicht – de waterstand in de rivier was inmiddels weer op normaal niveau teruggezakt. De geluidschermen deden goed hun werk: ondanks het drukke verkeer was er maar weinig autolawaai te horen.

20210814_103120 (2)
Op de verkeersbrug van de A50: zicht stroomopwaarts over de Neder-Rijn en de uiterwaarden aan de rechteroever bij Doorwerth

Aan de kant van Heteren kon ik langs een steile trap van het dijklichaam van de snelweg afdalen naar de dijk en kwam weer langs het “101st Airborne Division“-monument. De meeste mensen zullen “Heteren” kennen van de files op de A50 en het oversized distributiecentrum van een landelijke drogisterijketen, maar het gebied kent een lange geschiedenis: het was ook al bewoond in de tijd van de Romeinen en de Batavieren, maar daarvan zijn geen sporen meer terug te vinden, zoals op vele punten in het (grillige) stroomgebied van de Neder-Rijn in de Betuwe. Het oorspronkelijke dorp ligt op een oude stroomrug aan de westzijde van de verkeersbrug en werd voor het eerst genoemd in 1232 als “Insula de Hetere“. Er staan mooie en oude huizen langs de dijk en ook een bijzondere kerk, waarvan de toren veel ouder is en ver van het kerkgebouw aan de dijk staat. Aan deze bakstenen toren uit de 14e eeuw, die hier “De Peperbus” wordt genoemd, zat oorspronkelijk een kerk vast, maar die is bij een overstroming in 1834 verwoest – kerk en toren stonden buitendijks. De toren heeft muren van 140 centimeter dik en dat zal de reden zijn dat hij er nog steeds staat! In de oostelijke muur van de toren is nog te zien waar de kerk heeft gestaan. Een hoge groene deur geeft toegang tot de toren. Bij de laatste aanpassingen in het uiterwaardengebied rond Heteren is de toren in het dijklichaam opgenomen, zodat hij nu “op de dijk” staat. Een nieuwe kerk is in 1837 binnendijks gebouwd – een gevelsteen op de hoek van de linker vermeldt dit jaartal en de namen van de predikant en drie kerkvoogden. Op de andere hoek is ook een steen ingemetseld met de tekst “De eerste steen dezer Kerke is gelegd op den 17 augustus 1837 door F.G. Baron van Lynden en van Hemmen, Collator der Gemeente“. (Het collatierecht is een tot 1922 geldend feodaal recht waarbij een “heer” een geestelijke – in dit geval een predikant – ter benoeming voordraagt…). Ook aan deze kerk zijn de gevechtshandelingen van het najaar 1944 en voorjaar van 1945 niet ongemerkt voorbijgegaan: in de entree tot de kerk staat een zandstenen plaquette waarop vermeld wordt dat de kerk is hersteld met hulp van de Hervormde gemeenten Barneveld, Voorthuizen, Zwartebroek, Garderen, Kootwijk en Kootwijkerbroek. In 1950 was de restauratie voltooid.

20210723_153942 (2)
Heteren: zicht vanaf de Randwijkse Rijndijk op de kerktoren uit de 14e eeuw (de Peperbus), de omringende dijk, de verkeersbrug van de A50 en in de verte de beboste stuwwal bij Doorwerth

Aan de westkant van Heteren strekt zich weer weids laagland uit: het uiterwaardengebied dat de Randwijkse Waarden is gaan heten, met véél water. Deze grote waterplas, “De Plas van Wijck” is ontstaan door zandwinning (in de jaren 1960 uitgebaggerd voor de aanleg van de verkeersbrug van de A50!). Inmiddels heeft een grootschalige opwaardering plaatsgevonden van het gebied tussen die verkeersbrug in het oosten en de weg naar het in 2015 weer in gebruik genomen Renkumse voetveer in het westen. In 2006 kwamen vanuit de buurt ideeën voor het opwaarderen van het gebied, maar aan de realisatie van het plan zijn wel vele rapporten voorafgegaan. In 2016 heeft het zandwinningsbedrijf een fraai vormgegeven website gemaakt, waarin o.a. wordt aangegeven dat er uitvoerig overleg is geweest tussen vertegenwoordigers van overheidsinstanties en plaatselijke belangengroepen, waarbij zoveel mogelijk rekening is gehouden met de wensen uit de omgeving. De financiële kant wordt natuurlijk ook benadrukt: “Zandwinning vormt de motor voor realisatie van dit bijzondere gebied.” Verder wordt aangegeven dat het plan zich vooral richt “op herstel van de ruimtelijke samenhang in het gebied” en dat het “een impuls aan de landschaps-, natuur- en gebruikswaarden” geeft. Door de aanpassingen is het gebied grotendeels openbaar toegankelijk geworden en zal t.z.t. worden overgedragen aan de Stichting “Gelders Landschap en Kasteelen”, die samen met de boeren in de omgeving, het natuur- en landschapsbeheer van het gebied op zich zal nemen. Van gemeentewege wordt aangegeven dat er ruimte wordt gemaakt voor recreatie voor mensen uit de buurt: vissen, wandelen, surfen op de plas. Er komen een strand, een ligweide, een vliegerweide, een zeilbotenhelling en een aanlegplaats met drijvende steiger. De werkzaamheden zijn inmiddels afgerond, maar de ontzanding gaat nog even door: tot 2024. Inmiddels heeft het bedrijf geconstateerd dat er in de plas nog grote hoeveelheden “ophoogzand” ligt, dat het bedrijf ook nog wil winnen. In ruil voor dat extra zand gaat het bedrijf nog vier extra projecten toevoegen aan de Randwijkse Waarden, zoals een extra wandelroute, een rolstoelvriendelijke dijkafrit aan de oostkant van het dorp, twee amfibiepoelen en een eilandje met steile wand voor oeverzwaluwen. 

Het Klompenpad “Nederrijnsepad” (een rondwandeling vanaf het voetveer HeveadorpDriel naar het Lexkesveer dat Randwijk, het volgende dorp ten westen van Heteren, met Wageningen verbindt en dan langs de rechteroever van de Neder-Rijn weer teruggaat naar Doorwerth-Heveadorp) volgt vanaf de oostelijke entree van Heteren een nieuw aangelegd voetpad dat tussen de rivier en o.a. de Peperbus-kerktoren en door het nieuwe natuur-/recreatiegebied loopt. Het is daar nog wel een wat kale bedoening, maar het belooft veel voor de toekomst! De honden die langs het strandje snelle kilometers maakten als stoeiend vonden het al prachtig!

Toen ik op 23 juli aan de westzijde van Heteren liep, had ik een mooi uitzicht over de plas (met natuurlijk nog de zandzuiger in het midden!) en de wijde omgeving. Ik moest wel veilig op de dijk blijven, want door het hoge water was het pad dat ik op 14 augustus wel kon volgen, onbereikbaar!

20210723_154633 (2)
Heteren: zicht op het natuur- en recreatiegebied “Randwijkse Waarden” (in ontwikkeling) tijdens hoogwater in juli 2021

Een van de nieuwe onderdelen in het plan is de vogelobservatiehut: een halfronde constructie uit cortenstaal met de naam van het gebied en vogelsilhouetten eruit gesneden. Het uitzicht over de plas was mooi het industriegebied van Renkum wel minder, maar dat lag ver weg… Voor degenen die dichterbij het water willen komen staat er een duidelijke waarschuwing: het is levensgevaarlijk vanwege drijfzand!

20210814_110341 (2)
Tussen Heteren en Randwijk: vanuit de vogelobservatiehut in het nieuwe natuur- en recreatiegebied van de “Randwijkse Waarden” heeft men zicht op de Neder-Rijn
20210814_110401 (2)
Tussen Heteren en Randwijk: vanuit de vogelobservatiehut in het nieuwe natuur- en recreatiegebied van de “Randwijkse Waarden” heeft men zicht op de Neder-Rijn en het industriegebied van Renkum

Een minuut of tien nadat ik bij de vogelobservatiehut was weggegaan bereikte ik de Renkumse Veerweg die niet alleen naar het voetveer leidt, maar ook naar de grote nog werkende steenfabriek aan de westzijde van de Randwijkse Waarden. Hier staat weer een monument dat betrekking heeft op de nasleep van de Slag om Arnhem: het “Crossroads-monument“, onthuld in 2004. Het staat op deze plek ter herinnering aan een gevecht dat hier plaats heeft gevonden op 5 oktober 1944. Op dit punt waren Duitsers de Neder-Rijn overgestoken. Toen parachutisten van de Amerikaanse 101e Airborne Divisie dit ontdekten, besloten ze om een aanval uit te voeren om de Duitsers weer terug te drijven. Bij dit gevecht verrasten rond 35 Amerikanen ongeveer 150 Duitsers. De Duitsers raakten in paniek en vluchten onder hevig vuur van de Amerikanen naar de Rijn. Hierbij sneuvelden vele Duitsers of raakten gewond. Aan Amerikaanse zijde verloor één soldaat om het leven.

Het stervormige monument is gemaakt van roestvrijstaal en staat op twee donkergekleurde staanders. Er is een roestvrijstalen plaat met uitleg onder bevestigd, als een opengeslagen boek. In de grond staat als silhouet een helm op een geweer. Toen ik er was, begon de bewolking toe te nemen, terwijl de zon nog op het glanzende metaal scheen daardoor leek de ster helder te stralen tegen een dreigende achtergrond van de Wageningse Berg. Dat gaf er wel een extra lading aan…

Vanaf het monument kon ik een met redelijk hoog gras begroeid pad volgen aan de voet van de dijk. Dat liep afgezien van het hoge gras wel wat prettiger dan over de drukke dijk, maar ik miste toch wel een beetje de vergezichten over de rivier… Wel kwam ik na een kwartiertje een informatiebordje tegen waarop uitleg werd gegeven over het dorp Randwijk, dat ik van daaruit niet kon zien, want dat ligt nu veilig achter de hoge dijk. Er is al heel lang bewoning geweest in dit gebied, zo ook in de Romeinse tijd. Er zou hier ook een Romeins castellum hebben moeten liggen als onderdeel van de Romeinse Limes, de noordgrens van het Romeinse Rijk in de 1e en 2e eeuw na Chr., hier gevormd door de Neder-Rijn. Hoewel er geen sporen zijn gevonden (de rivier heeft zo vaak zijn loop veranderd…) zou het zeer wel mogelijk zijn, gezien de gebruikelijke afstanden tussen de verschillende castella als dat in Meinerswijk, Driel (niet zeker), hier in Randwijk misschien, vervolgens Kesteren, Maurik en Rijswijk (Gld). In de Middeleeuwen speelde Randwijk dat toen “Rinwic” (Rijnwijk) heette een belangrijke rol in de handel omdat het op de grens tussen het Bisdom Utrecht en het Hertogdom Gelre lag. Alle goederen die over de rivier werden aangevoerd, moesten hier uitgeladen om vervolgens verder verhandeld te worden. Op zeker moment verzandde de oude loop van de rivier zozeer dat het beter was om de goederen in te klaren aan de overkant, in Wageningen, dat daar zijn welvaart aan ontleende… Nog steeds zijn de uiterwaarden hier bij Randwijk erg breed.

Na nog ongeveer een kwartiertje lopen bereikte ik de weg naar het Lexkesveer. Hier is al sinds de 15e eeuw een veerdienst tussen Wageningen en Randwijk. Men heeft ook aanwijzingen dat er in prehistorische tijden een doorwaadbare plek in de rivier was die aansloot op twee handelsroutes die van Wageningen naar de Veluwe leidden. De naam “Lexkes” zou verband houden met de vele (k)wellen in de buurt (“lekjes”, dus). Hier zijn in het kader van het project van Rijkswaterstaat “Ruimte voor de Rivier” in 20082009 vele waterbouwkundige ingrepen gedaan, zoals het graven van een “meestromende nevengeul” aan de kant van Randwijk. Om de veerstoep te bereiken is een brug aangelegd met een bijzonder ontwerp. Ik negeerde even de bordjes “Kwetsbaar natuurgebied” en “Verboden toegang” om een foto te maken….

20210814_115548 (2)
Bij Randwijk: zicht op de in 2008-2009 aangelegde nevengeul met fraai vormgegeven brug naar de veerstoep van het Lexkesveer naar Wageningen

Bij het Lexkesveer verliet ik de route van het Klompenpad Nederrijnsepad: dat ging verder via de veerpont naar Wageningen en dan weer terug naar het Drielse veer. Ik vervolgde mijn weg over de dijk, waar ik halverwege Opheusden in nog wat somberder weer een groot, wit-betegeld gebouw tegenkwam aan de binnenzijde van de Randwijkse Rijndijk: het Mr. G.J.H. Kuijkgemaal. Dit in 1952 opgerichte gemaal was oorspronkelijk uitgerust met (voor de kenners) “twee Werkspoor centrifugaalpompen met betonnen slakkenhuizen, aangedreven door Werkspoor TMA 276 dieselmotoren”. In 1980 en in 1999 werden de pompen steeds weer vervangen door krachtigere exemplaren om het laaggelegen land droog te houden. Het gemaal bemaalt de Lingeboezem en loost op de Neder-Rijn. Op een informatiebord worden de werking van het gemaal en overzicht van het grote gebied van het Linge-waterschap (van Doornenburg aan het Pannerdensch Kanaal tot aan Gorinchem) dat het drooghoudt/bemaalt weergegeven. Indrukwekkend hoe alles in deze regio met elkaar samenhangt!

20210814_122043 (2)
Tussen Randwijk en Opheusden: zicht op het Mr. G.J.H. Kuijkgemaal uit 1952 dat het stroomgebied van de Linge droog moet houden
20210814_122138 (2)
Tussen Randwijk en Opheusden: op een informatiebord staat een doorsnede van het Mr. G.J.H. Kuijkgemaal
20210814_122201 (2)
Tussen Randwijk en Opheusden: op een informatiebord bij het Mr. G.J.H. Kuijkgemaal staat een overzicht van het stroomgebied van de Linge en de verschillende gemalen

Het was nu niet ver meer naar de eindbestemming van de wandeling, Opheusden. Het was leuk om te zien hoe bepaalde onderdelen in het landschap er vanaf de andere kant uitzagen: tussen Wageningen en het natuurgebied “De Blauwe Kamer” aan de voet van de Grebbeberg staat de steenfabriek “De Plasserwaard”, die van 1897 tot in de jaren 1980 in bedrijf is geweest en die sinds 2004 een rijksmonument is. Vanwege deze status heeft het lang geduurd voordat het gebouw kon worden omgebouwd tot woonruimte. Ik was er langs gekomen op mijn tocht van Wageningen naar Lienden (Etappe 12) van het Romeinse Limespad.

20210814_124810 (2)
Ten oosten van Opheusden: zicht op de tot woonruimte omgebouwde steenfabriek de “De Plasserwaard” op de rechteroever van de Neder-Rijn bij Wageningen

De plaats Opheusden (of oorspronkelijke “Heusden”) is al oud: het wordt voor het eerst vermeld op een oorkonde die uit de 9e eeuw afkomstig is en waarvan een kopie uit de 12e eeuw bestaat. De naam Opheusden zou kunnen zijn afgeleid van het woord “husa”, een oud-Germaans woord voor “huis”. In het dorp kwam vanaf de 17e eeuw de hierop gelijkende geslachtsnaam Van Husde voor. Een beknopte geschiedenis van het dorp en ook van de “Swaenenstate“, zoals het vernieuwde dorpscentrum met appartementen en winkels heet, wordt weergegeven op een tweetal panelen die een bronzen plaquette in een perkje bij het pleintje van de nieuwbouw flankeren. Een van de panelen vermeldt dat de herberg “De Zwaan” in 2003 gesloopt is om plaats te maken voor de realisatie van een “ambitieus bouwplan”: het vernieuwde centrum. Dat is in 2006 tot stand gekomen. Op het andere infopaneel staat hoe belangrijk Opheusden als handelsplaats was vanaf de late Middeleeuwen: voordat er dijken waren aangelegd stroomde een zijtak van de Rijn door het dorp. De handel en het vervoer ging destijds met “pramen, zompen en vlotten“. Bij handel hoort overleg, dus kwam er een herberg ook voor vertier: het begin van de herberg “De Swaen”. Toen in 1300 de dijk werd aangelegd kwam de kroeg aan de dijk te liggen. Toen de zijtak verzandde kwam daar een straat voor in de plaats. “De Swaen” werd na de Tweede Wereldoorlog herbouwd als “De Zwaan”. Op deze plaquette wordt een gedeelte van deze geschiedenis verbeeld: de kerk zoals deze op een landkaart van 1552. wordt afgebeeld, de zwaan zoals deze op het uithangbord van de herberg stond en het zeilbootje zoals destijds op de riviervaart werd gebruikt.

20210814_131111 (2)
Opheusden: bronzen plaquette in het dorpscentrum als herinnering aan o.a. de oude herberg “De Zwaan”

In de Tweede Wereldoorlog heeft Opheusden twee keer in de frontlinie gelegen: in mei 1940 bij de Duitse inval en de gevechten bij de Grebbeberg en in het najaar van 1944 in de nasleep van Operation Market Garden. Zoals zovele dorpen in dit gedeelte van de Betuwe, moest in 1944 ook Opheusden worden ontruimd, omdat het tot aan de bevrijding in mei 1945 op de scheidslijn tussen het bezette en bevrijde gebied lag. Er vonden daarom zware gevechten plaats. Dit heeft eveneens zijn sporen in landschap en bebouwing nagelaten, zoals bij de Dorpskerk uit de 15e eeuw. De kerk is sinds 1971 een rijksmonument en wordt daar omschreven als “laat-gotische dorpskerk met driebeukig, pseudo-basilicaal schip en dwarspand, gedateerd 1524. Eenbeukig 15e eeuws koor. Sacristie in de hoek tussen koor en zuiderdwarsarm.” Vóór de Reformatie was de kerk gewijd aan Johannes de Doper en later aan St. Antonius. Nu is de Dorpskerk één van de protestante kerken in dit nogal zwaar-religieuze dorp. In 1940 werd tijdens de Duitse inval het gebouw zwaar beschadigd door oorlogshandelingen: de toren en het westelijk deel van het schip gingen hierbij verloren. Tijdens een grootschalige restauratie van 1949 tot 1950 is het schip naar het westen verlengd en werd een nieuwe toren opgericht aan de westelijke kant van de zuidbeuk. Nu ligt dit indrukwekkende gebouw er weer bij alsof het alle onheilen kan afweren.

20210814_131402 (2)
Opheusden: zicht op de Dorpskerk uit de 15e eeuw in het centrum van het dorp

Niet ver van de kerk is het gemeentehuis. Daar is in 1979 een herdenkingsmonument opgericht voor de Belgische Brigade Piron die officieel Belgische 1e Infanteriebrigade (en later met de toevoeging Bevrijding) heette. Deze brigade werd tijdens de Tweede Wereldoorlog in het Verenigd Koninkrijk opgericht en toen vernoemd naar de bevelhebber Jean-Baptiste Piron. De brigade bestond uit 2.200 (of ook 2.500) gevluchte Belgische en Luxemburgse militairen. Vanaf 28 augustus 1944 viel zij onder de Britse 49e Divisie van het Britse 2e Leger en nam deel aan de bevrijdingsveldtocht in Nederland, zo ook in de Betuwe. De Brigade is van april tot juni 1945 nog weer terug geweest in Nederland zij heeft Opheusden bevrijd op 18 april 1945. Op het monument staat de tekst “1st Belgische Brigade Bevrijding 1940–1945 aan de onzen alhier gesneuveld voor de vrijheid In Memoriam” met tussen de twee jaartallen een bronzen plaquette met het opschrift Brigade Piron 1944–1945. In 1990 is dit monument uitgebreid tot een drieluik op initiatief van enkele Opheusdenaren. Nu staan links van het Piron-monument twee andere monumenten: in het midden een gemetseld monument met een hardstenen plaat waarop het gemeentewapen van (toen nog) Gemeente Kesteren is gegraveerd en daaronder in een apart vlak “Den Vaderland Ghetrouwe“. Aan de linkerzijde daarvan staat het monument ter ere van de Amerikaanse 101st Airborne Division met op een natuurstenen plaat een bronzen plaquette waarop in reliëf de “screaming eagle” is afgebeeld. In de steen is verder nog OCT – 1944 – NOV gebeiteld.

20210814_131902 (2)
Opheusden: bij het Gemeentehuis staat een ensemble van drie monumenten ter herinnering aan de Tweede Wereldoorlog

Eenmaal weer terug op de dijk kon ik gelukkig snel een weggetje door de uiterwaarden nemen: het was erg druk met auto’s die van of naar de veerpont reden. Aan mijn linkerhand zag ik grote kleiputten van vroeger, die gescheiden waren door nu dichtbegroeide dijkjes. Dit is het natuurgebied “Maneswaard“. Ik kwam ook langs een grote (en diepe) waterplas met een open verbinding naar de rivier, die in de jaren 1980 en 1990 is ontstaan eveneens door de winning van zand voor de (wegen)bouw. Kleine roeibootjes lagen bij de met riet begroeide oevers en verderop waren grotere binnenschepen afgemeerd. Behalve een paar vissers van de lokale visvereniging waren er verder geen mensen. Wel liepen en lagen er ook schapen, die mij niet helemaal vertrouwden en daarom op een drafje voor mij uitliepen. Eentje trok zich niets van mij aan en stond lekker te grazen aan de waterkant. Een vredig gezicht!

Toch zijn er net als in Heteren bij het creëren van de Randwijkse Waarden grootse plannen voor dit gebied, waar handel (een zand- en kleihandelsbedrijf – een ander bedrijf dan in Heteren!) en natuurbeheer (via Staatsbosbeheer) samen van de “Maneswaard” en de waterplas een mooi natuurgebied gaan maken met behoud dan wel herstel van de originele onderdelen uit de tijd dat er nog klei en zand werd gewonnen: onder aan de dijk staat nog een elektriciteitsmast die de oorspronkelijke baggermolen aanstuurde die gebruikt werd om de klei te winnen. Bij de ingang van de plas stroomafwaarts ligt nog een oude spoorlijn die werd gebruikt om klei vanaf de “Maneswaard” naar de rivier te brengen en met bootjes over te zetten naar de steenfabriek in de Blauwe Kamer ook deze zal worden hersteld, net als de oorspronkelijke dam in de grote waterplas ten oosten van de dam naast de kleiputten (waarover ik gelopen ben), maar om roeiboten de kans te geven de grote waterplas te bereiken zal er een bruggetje worden aangelegd. Ook wil men door het meer geleidelijk laten verlopen van de nu nog steile oevers van de grote waterplas de biodiversiteit bevorderen. De realisatie van dit meerjarenproject wordt ook hier betaald vanuit de opbrengsten van het gewonnen zand. De werkzaamheden zouden medio 2021 beginnen. Hoewel ik het nu al mooi vond, ben ik toch benieuwd hoe het over tig jaar eruitziet!

20210814_132715 (2)
Opheusden: zicht naar het noordoosten over de grote recreatieplas het “Opheusder Meer”

Na mijn tochtje door de wilde natuur van het recreatiegebied “Maneswaard” en langs het water kwam ik uit bij de Veerweg en was ik nog net op tijd om de veerpont te nemen die mij vlot over de rivier zette. Nu was ik weer op bekend terrein aangekomen: hier had ik ook al gelopen tijdens mijn tocht langs de Romeinse Limes (Etappe 12 van het Limespad). Vanaf het paadje langs de rivier had ik een mooi uitzicht over de opeens erg drukke rivier en de Grebbeberg aan de linker (west)kant en de afgeknotte schoorsteen van de sinds 1975 niet meer actieve steenfabriek van De Blauwe Kamer.

20210814_134207 (2)
Opheusden: de veerpont Wageningen-Opheusden kan na het passeren van dit binnenschip vertrekken – dichter bij de Neder-Rijn is niet mogelijk!

Op weg naar de bushalte onder aan de Grebbeberg voor mijn reis terug naar Arnhem kwam ik in een soort “volksoploop” terecht: mensen met fototoestellen voorzien van gigantische telelenzen verdrongen elkaar in de berm van de weg naar de veerpont en tuurden naar het water van de “Plasserwaard”. Zij hadden een Rode ibis (Eudocimus ruber) gezien, een exotische vogel die uit de noordelijke kustgebieden van Zuid-Amerika stamt. Er ontstond een opgewonden discussie of dit hetzelfde exemplaar was als dat een paar dagen tevoren was gesignaleerd in Wateringen! Inderdaad zag ik ook een felrode stip aan de oever, die tot teleurstelling van velen plotseling weer verdwenen was… Een paar dagen later begreep ik dat de ibis in kwestie in België was ontsnapt: iemand had met zijn telelens de code op de pootring kunnen uitlezen! Het vormde wel een grappig slot van een toch wel met droefheid omgeven tocht langs de oorlogsmonumenten uit de tijd van de Tweede Wereldoorlog, nu zo’n 78 jaar geleden.

5 reacties

  1. Driekus

    je jaren als vrijwilligster bij het Airborne Museum zijn goed van pas gekomen.goed verhaal

  2. Erik

    Hey Pauline, mooi verhaal, veel geschiedenis, en ik had geen idee dat er zoveel monumenten stonden in al die dorpen, ter nagedachtenis aan WOll. Mooi dat de steenfabriek een woonbestemming heeft gekregen, volgens mij heb ik er wel eens foto’s van gezien (huis te koop op Funda). Mooie afwisselende foto’s en ook 1 van een sober uitgevoerde RK-kerk. Ook de nieuwe vogelobservatiehut ziet er mooi uit. En bovendien herinnert een aantal beelden mij aan de mooie wandelingen die wij indertijd daar ook hebben gemaakt. Prachtig gebied, mooi verhaal! Fijn weekend

  3. Paul

    Hoi Pauline, Erik en ik hebben een lazy saturday en daardoor tijd om rustig je reisverhaal te lezen. Blijft leuk dat je nu in een gebied wandelt wat voor ons bekend is. Mooi dat de Polen door de Drielse voetballers nog worden geëerd door clubkleuren en logo. Leuk dat het verhaal weer wordt ondersteund door veel foto s.

  4. Ton Keuken

    Drieluik in Opheusden is van 1990. Eerst stond er alleen het monument van de Brigade Piron. Ik heb met Bert Noppen en Bernhard Florissen het initiatief voor de realisatie van de drieluik genomen.

    • paulinewandelt

      Dank voor uw aanvulling – ik heb de tekst daarop aangepast!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

© 2024 Wandelen in de bergen

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑