De Via Alpina als leidraad

In het dal van de Dommel bij Nuenen: wandelen met Vincent van Gogh

Om de kaart te vergroten a.u.b. op het vakje in de linkerbovenhoek klikken! De grotere kaart opent op een nieuwe pagina.

Ter info: dit reisverhaal sluit aan bij mijn reisverhalen over “De hoogste bergen van de Nederlandse provincies” waaraan in Coronatijd op de website van Bergwijzer aandacht werd besteed. Ik heb inmiddels deze insteek niet alleen beperkt tot de “bergen“, maar ook uitgebreid tot “dalen” en “vlakten” in de Nederlandse provincies. Vlakbij Nuenen ligt één van de hoogste bergtoppen van Provincie Noord-Brabant: het Dak van Brabant met het Landgoed Gulbergen – de top van die (kunst-)berg van 63 meter hoog heb ik op al bereikt – lees hier het verhaal hierover! Nu gaat het over wandelen in het dal van de (Kleine) Dommel, het land van Vincent van Gogh…


24 juli 2024

Wandelen door een landschap van weleer

Driemaal is scheepsrecht: de eerste keer dat ik dit gebied bezocht was op in december 2021, de tweede keer was op 24 september 2022 en de derde keer was op 19 en 20 juli jl.! In december 2021 was ik in het buurtschap Eeneind bij Nuenen en omstreken, en op 20 juli in en om Nuenen, samen met mijn wandelvrienden Francien en Jack die ik een paar jaar geleden tijdens een wandeling in Kanton Wallis was tegengekomen en met wie ik nu in de voetsporen van Vincent van Gogh zou gaan wandelen.

Het buurtschap Eeneind en omgeving

De eerste keer dat ik in deze buurt kwam was in december 2021. Ik had een hotel geboekt met de mooie naam “De Collse Hoeve” (dat inmiddels geen hotel meer is), aan de Collse Hoefdijk, in één van de buurtschappen tussen Eindhoven en Nuenen, Coll. Dit ligt ten zuidwesten van Nuenen. Ik passeerde het ene industrieterrein na het andere. Het contrast tussen het hotel, gevestigd in een oude boerderij uit 1887 met oude bomen ervoor, met de blokkendozen op de industrieterreinen was wel heel sterk. Het leek daardoor een soort tijdscapsule… Op weg naar de start van mijn wandeling naar “de kunstberg” Gulbergen, kwam ik ook door het buurtschap Eeneind. Daar is weliswaar een Stationsweg, maar sinds 1972 is er in Nuenen geen treinstation meer – nu denderen de treinen voorbij… Op een informatiebord staat een geschilderde afbeelding van het stationsgebouw, met daaronder een foto van trots kijkende spoorwegbeambten. Het stationsgebouw, dat net als vele andere treinstations is ontworpen door de bekende architect K. H. van Brederode (1827–1897), is op 1 oktober 1866 geopend, tegelijk met de spoorlijn tussen Venlo en Eindhoven. Een jaar later begon zich nijverheid te ontwikkelen rond het station, dat veel gebruikt werd voor het lossen van steenkolen, aardappelen, kunstmest en hout. Ook werd per spoor afval vanuit de Randstad naar de grote vuilstort van de VAM (Vuil Afvoer Maatschappij) aangevoerd, die inmiddels een grote (kunst)berg met mooi uitzicht is geworden en tot “Landgoed Gulbergen” is omgedoopt. In 1938 werd het station voor personenvervoer gesloten, maar voor goederenvervoer in 1940 weer geopend. Het bleef tot 1972 in gebruik. Toen werd ook het inmiddels meer dan een eeuw oude stationsgebouw afgebroken.

20211216_101128 (2)
Nuenen-Eeneind: op een informatiebord aan de Stationsweg staat een afbeelding van het in 1972 afgebroken stationsgebouw uit 1866

Heden ten dage is er een vrij uitzicht over het spoor en over de landerijen – vanachter een gaashek!

20211216_101205 (2)
Nuenen-Eeneind: zicht op de spoorlijn Venlo-Eindhoven, vlak achter de St. Antoniuskapel bij de plek waar het oude station heeft gestaan (december 2021)

Een kleine en modern-ogende kapel van lichte baksteen staat vlak bij het spoor: het is de St. Antoniuskapel, die op 19 september 1987 is ingewijd. Deze verving de oorspronkelijke St. Antoniuskapel in het nabije buurtschap Opwetten, die in 1917 gesloopt was vanwege zijn zeer bouwvallige staat. Deze kapel was in de jaren 1348–1349 gebouwd naar aanleiding van een pestepidemie die de omliggende gebieden trof, maar Opwetten niet bereikte (vanwege de geïsoleerde ligging tussen twee waterstromen). De leden van de Schutterij (of Antoniusvereniging) hadden tot taak om de pestlijders te verzorgen en te begraven, maar werden zelf niet ziek. De kapel is daarom ter ere van St. Antonius gebouwd – deze heilige werd aangeroepen bij velerlei ziekten. De kapel werd pas in 1497 in kerkelijke documenten genoemd, omdat toen Opwetten bij de parochie Nuenen ingedeeld werd. Bij de Vrede van Münster in 1648 kwam de kapel in Hervormde handen; in 1748 werd bepaald dat de inkomsten van de kapel aan de burgerlijke gemeente moesten worden afgestaan in ruil voor het onderhoud van de kapel. In 1874 werd de kapel gebruikt om verdachte en dronken personen op te sluiten en daarna om ijzer van de plaatselijke smederij op te slaan. Uiteindelijk is de kapel verkocht en gesloopt… Vlak na de sloop heeft de schutterij St. Antonius zich al ingezet voor de bouw van een nieuwe kapel, maar dit plan kwam met name door gebrek aan bouwmaterialen na de Tweede Wereldoorlog niet van de grond. In 1985 kwam er schot in de zaak en op 24 december van dat jaar werd de eerste steen gelegd (die nu nog in de muur zichtbaar is) – dit werd tegelijk gevierd met het 100-jarige bestaan van de Stationsweg. Er waren wel wat bouwkundige ingrepen nodig: zo heeft de kapel een dubbele vloer om de trillingen van de langsrijdende treinen op te vangen. De treinen denderden inderdaad vlak langs de kapel!

20211216_101322-2
Nuenen-Eeneind: zicht op de St. Antoniuskapel uit 1987 met op de achtergrond een langsrijdende trein op de spoorlijn Venlo-Eindhoven (december 2021)

Het houten Antoniusbeeld in de kapel is door de beeldend kunstenaar en onconventionele priester Omer Gielliet (1925–2017) uit Breskens gemaakt – in Afrikaanse stijl. Op het boek dat de heilige vasthoudt staat de tekst: “De Geest rust op mij… Voor armen het Blijde Nieuws… Voor geboeiden het Licht…“. Van dit beeld gaat in al zijn eenvoud veel kracht uit.

Er hangt een zwart-witfoto in de kapel waarop duidelijk te zien is in wat voor slechte staat de oude kapel in Opwetten was geraakt: daarom werd hij in 1917 gesloopt.

20211216_100842 (2)
Nuenen-Eeneind: in de St. Antoniuskapel hangt een foto van de oude kapel in Opwetten in zeer slechte staat – deze werd gesloopt in 1917

Wel is het kruis van de oude kapel nagemaakt door een gildebroeder-smid: dit heeft een plaatsje gekregen aan de muur van de kapel. Op een bord wordt dit feit gemeld. Het smeedijzeren hek met de sierlijke, vergulde letters “St” en “A” dat toegang geeft tot de kapel is ook door dezelfde smid gemaakt.

20211216_100814 (2)
Nuenen-Eeneind: in de St. Antoniuskapel hangt een replica van het kruis van de oude kapel in Opwetten die in 1917 is gesloopt
Het eerste gedeelte van de Van Gogh-wandeling: door Nuenen

Vandaag zouden we tijdens de Van Gogh-wandeling in en om Nuenen wandelen, en dan vooral in het noordwestelijk gedeelte van het buitengebied. De rondwandeling volgt de wandelknooppunten 04 -36 – 48 – 49 – 45 – 89 – 78 – 51 – 52 – 53 – 36 – 04.

In december 2021 was ik al in het gebied ten zuidwesten van Nuenen geweest, om enkele watermolens te bekijken die ook door Vincent van Gogh waren geschilderd – dat deel van het verhaal komt aan de orde als de wandelroute de bebouwde kom van Nuenen verlaat.

Op zaterdag 20 juli jl. haalden Jack en Francien mij af bij mijn Hotel HUP in Mierlo en gingen we naar Nuenen voor de Van Gogh-wandeling. Deze begint officieel bij het Van Gogh Village Museum Nuenen (Onderdeel A.). Wij begonnen echter met koffie en heerlijke appeltaart bij Le Souris Eten&Drinken, Berg nr. 16 in het oude gedeelte van het dorp. Daardoor gesterkt gingen we op pad.

Als eerste zagen we op het grote plein, de “Berg”, de Oude Lindeboom staan, waarvan men de ouderdom niet meer kan vaststellen (de boom is hol!). Het is de belangrijkste boom in Nuenen, die tot de oudste en dikste van Nederland behoort en in de zeventiende eeuw is geplant. In 1994 is noodgedwongen de kroon uit deze eeuwenoude Zomerlinde gezaagd, omdat de boom was aangetast door de Echte Tonderzwam. Op 28 december 2019, precies 25 jaar nadien, is een nieuwe Zomerlinde geplant – in de oude holle stam! Het jonge boompje torent inmiddels als een lange spriet uit de tot een paar meter hoog afgeplatte boom. De oude boom heeft toch nog veel levenskracht, getuige de vele takken die uit de stomp groeien en de grote bladeren! De takken worden wel ondersteund door een stevig stelsel van houten balken, waartussen een ouderwets smeedijzeren hekwerk is aangebracht. Aan weerzijden van het hekwerk staan twee veel jongere lindebomen. Niet ver naast de oude boom staat ook een al redelijk forse nieuwe zomerlinde. De Oude Lindeboom is Onderdeel E. van de tocht.

20240720_110507 (2)
Nuenen: op het plein de “Berg” staat een inmiddels geknotte lindeboom uit de 17e eeuw met zijn opvolger in de holle stam

Op de “Berg” staat sinds 1984 een bronzen standbeeld van Vincent van Gogh, gemaakt door de Nederlandse beeldhouwer Klaas van Rosmalen (1926–2008). Op de zwerfkei die als sokkel dient staat een bronzen plaquette met een citaat uit een brief die Vincent op 15 mei 1884 aan zijn broer Theo schreef: “En het Brabant dat men gedroomd heeft, daar komt de werkelijkheid soms al heel dichtbij“. Van dichtbij is ook de “kop” van de schilder erg herkenbaar met het baardje en de hoed!

Het volgende punt op de wandeling is het Wevershuisje, dat in 1763 is gebouwd. Eerst was het in gebruik als wevershuis, maar later wordt het “kostershuisje” genoemd, omdat de eigenaar koster/organist van de Hervormde Gemeente was en hier tot 1967 woonde. Nu is het gerestaureerd en wordt het als B&B geëxploiteerd. Destijds was een groot gedeelte van de Nuenenaren thuiswevers, een grote inspiratiebron voor Vincent van Gogh die zich erg aangetrokken voelde tot het harde, karige bestaan van deze ambachtslieden. Dit is Onderdeel C. van de wandeling.

20240720_110548 (2)
Nuenen: zicht op het Wevershuisje of ook Kostershuisje uit 1763

Iets verder in de straat staat het Briefgaardershuis. Een plaquette vermeldt, dat het huis in 1858 is gebouwd en dat daarin vanaf juli 1883 de “briefgaarder” woonde. Hij bracht de verzamelde post per hondenkar naar het (nu niet meer bestaande) treinstation Nuenen-Eeneind voor verder vervoer. Vincent van Gogh heeft al zijn (134) brieven die hij in Nuenen schreef aan de briefgaarder meegegeven. Hij heeft ook de schilderijen, bestemd voor zijn broer Theo in Parijs, op deze wijze verzonden…

20240720_110729 (2)
Nuenen: zicht op het Briefgaardershuis uit 1858, waar Vincent van Gogh zijn brieven en schilderijen afgaf voor verdere verzending

Nog wat verder naar het noorden in het dorp staat het Van Gogh kerkje, waar de vader van Vincent van Gogh, Theodorus van Gogh (1822–1885) nog predikant is geweest. Het kerkje uit 1824 is een eenvoudig zaalkerkje in neoclassicistische stijl met een dakruiter en daarin sinds 1928 een carillon met 18 klokken. Het is een zgn. waterstaatskerk: de benaming voor Nederlandse kerkgebouwen die in de negentiende eeuw met financiële steun van de overheid werden gebouwd. Deze regeling was bedoeld om een einde te maken aan conflicten tussen katholieken en hervormden over het bezit van oude kerken. Nu wordt het kerkje niet meer als zodanig gebruikt – het is sinds 1972 een rijksmonument. Het ligt buitengewoon sfeervol in een park met hoge, oude bomen. Vincent van Gogh heeft studies van de kerk gemaakt en ook een schilderij. Hij is in januari-februari 1884 aan het schilderij “Kerkje met kerkgangers” begonnen en heeft het in november 1885 voltooid. Het wordt ook wel “Het uitgaan van de Hervormde Kerk in Nuenen” genoemd. Hij maakte het schilderij als cadeau voor zijn moeder. Nu hangt het schilderij in het Van Gogh Museum te Amsterdam, maar staat ook afgebeeld op een informatiebord. Het kerkje is onderdeel D. van de Van-Gogh-wandeling.

Behalve het standbeeld voor Vincent van Gogh staat er nog een ander monument op de “Berg”. Dit monument heet Hommage aan Van Gogh. Het monument is gemaakt door Hildo Krop (1884–1970) en is onthuld op 30 juli 1932. Het is het allereerste monument dat voor Vincent van Gogh in Nederland is onthuld. Tot de initiatiefnemers behoorden onder anderen de architect Berlage en de kunstschilder Mondriaan. Met dit monument kreeg Vincent, veertig jaar na zijn overlijden, in Nuenen de (h)erkenning van een meester-schilder. Het beeld is een molensteen van Beierse zwerfsteen waarop een basaltblok uit Zuid-Frankrijk staat, met een daarin gebeiteld een stralende zon. Het beeld verbindt zo de donkere Nuenense periode met het lichte Frankrijk. Op de rand van de molensteen staat de inscriptie:
In dit dorp werkte Vincent van Gogh dec. 1883-nov. 1885“.
Het monument is Onderdeel F. van de wandeling

Dominant aanwezig aan de oostzijde van de “Berg” is het herenhuis “Salon Nune Ville“, het vroegere woonhuis van de domineesfamilie Begemann. Een van de dochters van Ds. W.L. Begeman (1804–1876), Margot Begemann (1841–1907) had een (ongelukkige) liefdesrelatie met Vincent gehad. In het huis hebben steeds predikanten gewoond. Een bijzonderheid is nog dat het domineesechtpaar dat in de Tweede Wereldoorlog het herenhuis bewoonde gedurende twee jaar een Joodse jongeman heeft laten onderduiken op zolder. Pas veel later, in 2016, zou zijn identiteit bekend worden: Jaap van Cleef. Tot 1954 bleef het huis in gebruik als domineeswoning. Daarna 1954 is het huis particulier bewoond, maar er worden door de huidige eigenaresse, zelf kunsthistorica, rondleidingen door het huis verzorgd. Op de dag dat wij er waren was het huis gesloten, maar op de website staat een aardige video die een goed beeld geeft. “Berg nr. 26” is Onderdeel G. van de wandeling.

Bij het Gemeentehuis staat een klein bronzen standbeeld voor Jan II, Hertog van Brabant en Limburg. Hij leefde van ± 1275 tot 1312 en was bijgenaamd “De Vreedzame”. Hij stelde zich in zijn buitenlandpolitiek neutraal op ten opzichte van Frankrijk en Engeland, zodat hij zowel de invoer van wol uit Engeland als de uitvoer van lakenstoffen naar Frankrijk veiligstelde. In zijn binnenlandse politiek moest hij de sociale onrust in de steden bedwingen. Hij steunde daarbij het patriciaat. Toen in de 14e eeuw de steden in belang toenamen moest hij vele van zijn standpunten verlaten en ondertekende een maand voor zijn dood het Charter van Kortenberg, dat voorzag in het bestendigen van het al bestaande systeem van machtsverdeling tussen de sociale standen. Men meent wel hierin een voorloper van democratie te zien. Het beeld is gemaakt door de Nederlandse kunstenares Olly van Abbe (1935–2017), een kleindochter van industrieel en oprichter van het Van Abbe Museum in Eindhoven. Op 23 april 2001 is dit beeld onthuld ter herinnering aan de gemeenterechten die Hertog Jan II 700 jaar geleden, op 4 december 1300 aan Nuenen-Gerwen verleend heeft. Op de plaquette op de sokkel staat:
Hertog Jan II 1275 – 1312
700 jaar gemeenterechten Nuenen – Gerwen 1300 – 2000
4 december 2000”.

Nadat we door het in 1920 aangelegde park waren gelopen, voerde het pad ons de ruigte in, naar de Hooidonksebeek. Ergens stond een op zonne-energie werkende “bezoekersteller” opgesteld: dit is onderdeel van een pilot van de Gemeente die op deze manier wil weten wat de impact van het toerisme rondom Van Gogh is op de leefbaarheid van het dorp. Dit werd noodzakelijk geacht omdat sinds de opening van het nieuwe Van Gogh Village Museum in mei 2023 het aantal bezoekers aan Nuenen meer dan verdubbeld is. Gedurende het jaar 2024 blijven op zeven locaties de kastjes staan en worden de gegevens geanalyseerd. Tot nu toe is door de inwoners de recreatiedruk als niet te zwaar ervaren…

Het volgende aandachtspunt van de wandeling is Onderdeel H.: de plek bij de Gerwenseweg waar de boerderij van familie de Groot heeft gestaan. Dit is de woning en de familie die model hebben gestaan voor wat Vincent van Gogh zelf als zijn eerste volwaardige werk beschouwde: “De Aardappeleters“. Het schilderij is gemaakt in april en mei 1885 en toont de familie de Groot aan de maaltijd. Hij heeft met dit schilderij de realiteit van het harde boerenleven willen verbeelden. De boeren gaf hij daarom grove gezichten en knokige werkhanden. Zo liet hij zien dat zij “met die handen die zij in den schotel steken zelf de aarde hebben omgespit en (…) dat zij hun eten zoo eerlijk verdiend hebben“. De vijf figuren zijn in aardkleuren geschilderd, “zoowat de kleur van een goed stoffigen aardappel, ongeschild natuurlijk.” De familie stond ook model voor de vele studies van boerenkoppen en -handen. Op 6 mei 1885 stuurde Vincent van Gogh het schilderij naar zijn broer Theo. Hij maakte er ook een steendruk van, met als doel die als proeve van bekwaamheid te verspreiden. Wat nu gezien wordt als een van zijn grootste werken, werd destijds nogal kritisch ontvangen: de kleuren waren te donker en de anatomie en de verhoudingen klopten niet… De tijd heeft ons anders geleerd!

Van Gogh's Potato Eaters Van Gogh Museum
Amsterdam: in het Van Gogh Museum hangt zijn eerste meesterwerk uit april-mei 1885, “De Aardappeleters”

Op de “Berg” in het centrum van Nuenen staat sinds 8 december 2015 een bronzen beeldengroep “De Aardappeleters” door de Nederlandse kunstenaar Peter Nagelkerke (*1947). Het is vrijwel meteen een favoriet fotomoment geworden, maar lang niet iedereen was in het begin enthousiast: het zou een belediging zijn van de “Grote Vincent” en gebruikt worden als een toeristisch verdienmodel met bijbehorende overlast van bezoekers… Ik vond het frappant hoeveel gelijkenis zo’n 3-D beeld vertoont met het geschilderde origineel!

20240720_153416 (2)
Nuenen: op de “Berg” staat sinds december 2015 de bronzen beeldengroep “De Aardappeleters” door de Eindhovense kunstenaar Peter Nagelkerke naar het beroemde schilderij van Vincent van Gogh

Vincent van Gogh was ook gefascineerd van het eenvoudige, harde leven van de thuiswevers, zoals Pieter Dekkers (Onderdeel I. van de wandeling). Deze woonde in de buurt van de windmolen De Roosdonck, waar we vervolgens aankwamen. Het huisje bestaat nu niet meer. Een voorbeeld van een schilderij dat het thuisweven als thema heeft staat ook op de informatiezuil: het is “Weversinterieur” uit juli 1884 dat in bezit is van het Museum Boymans van Beuningen in Rotterdam.

Van Gogh Weaver, Seen from the Front
Rotterdam: in het Museum Boymans van Beuningen hangt het schilderij “Weversinterieur” van Vincent van Gogh uit juli 1884

Dat wevershuisje van Pieter Dekkers vormde samen met de windmolen De Roosdonck en de Opwettense watermolen het decor voor de werken van Vincent van Gogh. De windmolen De Roosdonck is een ronde stenen bovenkruier en is gebouwd als beltmolen – de molen was (en is nog steeds) in gebruik als korenmolen. De bouw van deze molen startte in 1884, nadat een jaar daarvoor tijdens de bouw van wat een stellingmolen had moeten worden, een gedeelte van de romp instortte, waarbij een dode viel. Deze beltmolen is smaller dan gebruikelijk, omdat na het ongeval het geld bijna op was en er door haast bij de voltooiing van de molen minder stenen gebruikt werden…! In 1959 werd het malen stilgelegd. De gemeente kocht in 1970 de in verval geraakte molen en liet hem meermaals restaureren. Nu is hij eigendom van een stichting en op zaterdagen geopend voor publiek. Vanuit landschappelijk oogpunt staat de molen op een prachtig punt, ten noorden van de bebouwde kom. De Roosdonck is zeven maal getekend door Vincent van Gogh. Hij heeft ook andere molens in de omgeving geschilderd, zoals de Collse Watermolen en de Opwettense Watermolen – hierover meer onder de foto’s van De Roosdonck.

20240720_112036 (2)
Nuenen: zicht op de korenmolen De Roosdonck uit 1884 die na 1970 gerestaureerd en iedere zaterdag in bedrijf is

Toen we het hoog opgaande riet langs het pad waren gepasseerd zagen we dat rond de molen vele ouderwets opgebonden korenschoven stonden. Dat werd in de tijd van Vincent van Gogh ook op deze wijze gedaan: hij heeft dergelijke taferelen meerdere malen geschilderd of getekend. Een voorbeeld is de krijttekening “Korenveld met korenschelf en molen” uit augustus 1885, dat in het Van Gogh Museum te Amsterdam hangt. Een ander voorbeeld van korenschoven in Nuenen is het olieverfschilderij “Korenschoven” uit juli-augustus van datzelfde jaar, dat in het Kröller-Müller Museum te Otterlo hangt.

Fascinerend om te zien hoe we toch een deze “tijdreis” kunnen maken! Terwijl wij tussen de korenschoven door over het paadje liepen en naar de molen keken, reed een wat antiek-ogende tractor met een “acrobaat” erachter rond om het hooi op regels, op wiersen, te leggen. Dit onderdeel van het hooien zal in Van Goghs tijd wel met menskracht zijn gebeurd!

20240720_112331 (2)
Nuenen: bij de molen De Roosdonck wordt het hooi op modernere wijze op wiersen gelegd dan ten tijde van Van Gogh

Nadat we de molen voorbij gegaan waren en de verkeersweg waren overgestoken kregen we opeens weer een Van-Goghschilderij te zien: nu keken we vanuit het westen op de molen, als het ware ingelijst met eikentakken!

20240720_113035 (2)
Nuenen: zicht vanuit het westen op de molen De Roosdonck
Watermolens en kapelletjes langs de Kleine Dommel

Behalve de windmolen De Roosdonck liggen in de omgeving van Nuenen meerdere watermolens langs de Kleine Dommel, die ten westen van Nuenen stroomt. De Kleine Dommel is een beek in het zuidoosten van de Provincie Noord-Brabant. Het dal van deze Kleine Dommel ligt in de Roerdalslenk, een lager gelegen strook in het landschap van zo’n 150 km lang en 25 kilometer breed die zich uitstrekt over het zuidoosten van Nederland, het uiterste noordoosten van België en het westen van de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen. In dit gebied stroomden heel lang geleden ook de Rijn en de Maas! Deze slenk is een verzakkingsgebied tussen twee bundels van parallel verlopende breuken en is een zeer actief tektonisch gebied in Europa (er komen regelmatig aardbevingen voor…). In het noordoosten is de Peelrandbreuk (op de lijn Roermond–Deurne–Uden–Lith en die de scheidingslijn vormt met de Peelhorst) en in het zuidwesten is dit de Feldbissbreuk (op de lijn Luyksgestel–Gilze-Rijen–Oosterhout en die de scheiding vormt met het Kempense Blok). De Kleine Dommel ontstaat door het samenvloeien van verschillende kleinere waterstromen bij Heeze, ten zuidoosten van Eindhoven, en stroomt naar het noorden waar hij ten westen van Nuenen de grens met Eindhoven vormt. Ten noorden van die stad mondt hij in de (Grote) Dommel. Er liggen verschillende natuurgebieden langs de Kleine Dommel – een daarvan ligt vlakbij de Collse Watermolen. Het water voor de aandrijving van deze molen komt uit de Kleine Dommel, die hier wordt opgestuwd tot ruim 15 meter boven NAP.

20211217_092805 (2)
Ten zuidwesten van Nuenen-Eeneind: zicht op het riviertje de Kleine Dommel, vlakbij de Collse Watermolen (winter 2021)

De Collse Watermolen is een dubbele onderslagmolen en een gecombineerde koren- en oliemolen. De molen is al heel oud: voor het eerst werd hij vermeld in officiële documenten in 1337, maar uit gevonden aardewerkscherven blijkt dat de molen er al stond tussen 1200 en 1250! Door de gescheiden sluizen kunnen de molens gelijktijdig werken. Hiermee is deze watermolen in Zuid-Nederland de enige watermolen die zowel koren kan malen als olie slaan. Bovendien is deze molen nu een van de twee werkende door water aangedreven oliemolens in de provincie Noord-Brabant. De oliemolen heeft in het begin van de 20e eeuw nog olie geslagen uit koolzaad. De olie werd gebruikt als lampolie en bij de voedselbereiding. De korenmolen heeft in latere jaren veel voedergraan gemalen, zoals rogge, gerst en haver, maar toen de boeren in de 1950er jaren niet langer hun eigen graan verbouwden, kwam de molen stil te staan. De korenmolen werd in 1975 gerestaureerd – de oliemolen werd in 2003 weer in gebruik genomen. Op zaterdagen zijn de molens in bedrijf: ze worden bediend door vrijwillige molenaars.

20211217_093301 (2)
Ten zuidwesten van Nuenen-Eeneind: net op de westelijke gemeentegrens ligt de Collse Molen, een nu gerestaureerde watermolen uit 1337 (winter 2021)

In mei 1884 heeft Vincent van Gogh ook de Collse Molen geschilderd. Een foto van het schilderij staat op het informatiepaneel. Op het bord staat nog dat het schilderij in particulier, Amerikaans, bezit is. Het schilderij werd in 1966 geveild en aangekocht door een particulier. In 2003 was het schilderij onderdeel van een Amerikaanse collectie. Het Noord-Brabants Museum was in november 2017 in staat door bijdragen uit diverse cultuurfondsen het schilderij aan te kopen voor het bedrag van 3 miljoen Euro! Het is fascinerend om te zien hoe mooi de restauratie is uitgevoerd: de molen in het echt en op het schilderij zien er identiek uit – inclusief de rode dakpannen. Wat in het echt op die nevelige decemberochtend ontbrak was het frisse en prille groen uit de maand mei, dat op het schilderij te zien is…!

20211217_092818 (2)
Ten zuidwesten van Nuenen-Eeneind: op een informatiepaneel staat een afbeelding van het schilderij met de watermolen Collse Molen dat Vincent van Gogh in mei 1884 maakte

Ten westen van de Collse Molen passeerde ik een verstild kapelletje langs de weg naar Eindhoven: het is aan “Onze Lieve Vrouwe van Banneux” gewijd. De tot Mariabedevaartsoord uitgegroeide plaats Banneux ligt in Franstalig België, tussen Lui en Spa. Volgens de informatie in de kapel heeft een zekere Lambertus Rovers, die in de boerderij tegenover de plek waar de kapel nu staat opgroeide, maar destijds pastoor was in Waspik (ten westen van Waalwijk) ter gelegenheid van het Mariajaar 1954 deze kapel gesticht: tijdens een ernstige ziekte heeft hij Maria beloofd dat hij bij genezing een kapel zou laten bouwen die aan haar was gewijd. Hij genas, dus kwam de kapel tot stand. Er is wel een verband met “molens”, want voor de ingang tot de kapel ligt een grote molensteen in de grond, die afkomstig is van een molen uit Woensel, een andere plaats ten noorden van Eindhoven die inmiddels geheel in de stad is opgenomen. Het Mariabeeld is afkomstig uit Banneux. Ervóór brandden een paar kaarsjes die een zacht licht verspreidden. Mooi en rustig. Een kleurrijk gebrandschilderd raam uit 1995 toont “De Vrouwe van alle Volkeren“, staande op een groenige wereldbol.

Een tweede watermolen aan de Kleine Dommel is de Opwettense Watermolen, die nog groter is dan de Collse Watermolen. Deze molen wordt ook wel de St. Antoniusmolen genoemd – naar de schutspatroon van het buurtschap Opwetten – tot 1917 heeft op korte afstand ook de St. Antoniuskapel gestaan. Ook deze molen is een dubbele onderslagmolen die heeft gediend als koren- en oliemolen. Daarnaast fungeerde hij ook als zaag- en volmolen (voor het vervilten van wollen weefsel). In het kleine gebouw bevond zich de korenmolen en in het verleden ook de houtzaagmolen. Van de houtzaagmolen is alleen nog een deel van het drijfwerk aanwezig. In het grote gebouw bevonden zich de oliemolen en de volmolen. Alleen het aswiel is daarvan nog aanwezig. Achter in het grote gebouw was ook een verblijf voor de molenaarsknechten. De twee waterraderen vallen zeker op: het grootste rad hoort bij de korenmolen en heeft een doorsnede van 9,3 meter – en is daarmee het grootste rad in de provincie (en misschien wel in Europa!). Het kleine rad meet toch altijd nog 7,60 meter. Over het begin van deze molen is niet veel bekend: mogelijk dateert hij uit de 11e eeuw, maar misschien ook uit de 13e eeuw. Bekend is wel dat in 1726 de molen eigendom was van Theodorus Sengers (1668–1748). De molen werd door brand verwoest in 1764 – daarna is de molen herbouwd in de vorm die we nu zien. De molen bleef in de familie door vererving – in 1870 werd Gerard van Hoorn de nieuwe molenaar, maar moest als tegenprestatie met een van de dochters van de vorige eigenaar-molenaar trouwen… Beide molenonderdelen zijn gerestaureerd in 2009 resp. 2010. De Opwettense Watermolen is sinds 1972 een rijksmonument. In het grote gebouw is een restaurant gevestigd, dat in de winter van 2021 gesloten was vanwege de COVID-pandemie… Wel kon ik rond de gebouwen lopen.

20211217_100559 (2)
Ten westen van Nuenen: zicht op de Opwettense Watermolen met gebouwen uit 1765 – links de korenmolen en rechts de oliemolen (winter 2021)
20211217_095746 (2)
Ten westen van Nuenen: de Opwettense Watermolen van dichterbij met de korenmolen rechts en de oliemolen links (winter 2021)
20211217_095636 (2)
Ten westen van Nuenen: zicht op de kopgevel van het gedeelte van de Opwettense Watermolen uit 1765 waar het koren werd gemalen (winter 2021)

Ook deze molen is vereeuwigd door Vincent van Gogh. Op de website van de Erfgoedvereniging van Nuenen en omstreken, de Drijehornick, is een interview uit 1966 te beluisteren (in onvervalst Nuenens dialect) met de toenmalige molenaar Piet van Hoorn (1873–1973). Het interview ging vooral over de verschillende onderdelen van de Opwettense Molen, maar het gesprek kwam ook op “den zonderling” Vincent van Gogh, die Piet, toen hij een jaar of 8, 9 was, nog gekend heeft: hij heeft vogelnestjes voor hem gezocht! Er staat voor de duidelijkheid ook een transcriptie bij.

20211217_100527 (2)
Ten westen van Nuenen: op een informatiepaneel bij de Opwettense Molen staat een afbeelding van het schilderij dat Vincent van Gogh maakte
Het tweede gedeelte van de Van Gogh wandeling: door het buitengebied van Nuenen

Na een laatste blik op de vrolijk ronddraaiende wieken van De Roosdonck liepen we verder over een laan met populieren langs de (Protestante) Begraafplaats De Roosdonken waarvan het oudste gedeelte al uit 1885 stamt en is ingericht door Ds. Begemann, de buurman van de familie Van Gogh. Ook hier zagen we weer Van Gogh-onderwerpen in het echt: niet alleen de populierenlaan, maar ook de knoestige knotwilg met een groot gat in de stam en een flinke pruik op de “knot” die daar vlakbij in een weiland stond.

Van Gogh schilderde in zijn Nuenense tijd vele populierenlanen, redelijk somber van kleur, voornamelijk bij zonsondergang. Eén van de olieverfschilderijen met populierenlanen hangt in het Van Gogh Museum te Amsterdam: het is “Populierenlaan in de herfst” uit oktober 1884. Waarschijnlijk heeft Vincent van Gogh het achtergelaten bij zijn moeder, toen hij naar Antwerpen vertrok. Zij heeft dit schilderij gehouden totdat ook zij ging verhuizen. Daarna is het gaan “zwerven” van de ene particuliere bezitter naar de andere, totdat de voorganger van het Van Gogh Museum het in 1977 verworven heeft. In beeld is een vrouwspersoon in een lange mantel die door de populierenlaan naar de kijker toe loopt en al een eindje van de boerderij aan het einde van de laan verwijderd is. Het late namiddaglicht valt schuin tussen de stammen door. Een ander schilderij met een populierenlaan hangt in het Kröller-Müller Museum in Otterlo: het is de “Populierenlaan bij zonsondergang”, eveneens uit oktober 1884. Ook hier is het duidelijk herfst en een eenzame vrouwenfiguur loopt door de laan, waar aan het einde – zo lijkt het – de zon langzaam achter de horizon zinkt, een oranje gloed achterlatend. De sfeer op deze schilderijen vormde afgelopen zaterdag wel een scherp contrast met de situatie waarin wij liepen: op klaarlichte, zomerse dag en dan ook nog in de zon met temperaturen rond de 30°!

Eén schilderij met een populierenlaan zou hij meenemen naar Parijs: de “Populierenlaan in Nuenen” dat nu in Museum Boijmans van Beuningen hangt. In Parijs heeft hij de lichtere accenten aangebracht: hier is zijn nieuwe, impressionistische stijl al te zien. Zelf noemde hij dit werk “Een symfonie in geel“. Het is ook een schilderij van de herfst, maar hier schijnt de zon in ieder geval nog!

Vincent-van-Gogh-Populieren-bij-Nuenen.jpg
Rotterdam: in het Museum Boijmans van Beuningen hangt het schilderij “Populieren bij Nuenen” van Vincent van Gogh uit november 1885

In het landschap van nu zagen we een bijzondere constructie: tussen drie (inmiddels dode) bomen was een dak gebouwd, zodat er een soort kapschuur was ontstaan. In de linker boom was een valkenkast opgehangen en op de rechter boom een groot ooievaarsnest gemonteerd. De drie bomen staken donker en staketselachtig af tegen de groene bosrand en de blauwe lucht!

20240720_113531 (2)
Ten noordwesten van Nuenen: zicht op een grote kapschuur waarvan het dak gestut werd door drie dikke, dode bomen met een ooievaarsnest op één van hen

Vervolgens kwamen we bij een van oorsprong moerassige gebied van het Nuenense Broek. Dit is, zoals het Brabants Landschap het beschrijft, een terrein in de voormalige overstromingsvlakte van de Dommel, die hier vlakbij stroomt, met een mooie afwisseling tussen bos en cultuurland op hier rijke grond, hakhout, schraallandjes met orchideeën en bloemrijke graslanden met poelen. Het vormt Onderdeel J. van de wandeling.

20240720_115052 (2)
Ten noordwesten van Nuenen: zicht op het moerassige natuurgebied het Nuenense Broek

Vincent van Gogh kwam graag en vaak in het Nuenens Broek en die omgeving. Hij heeft het gebied ook geschilderd: “Landschap in de schemering” uit april 1885, dat in het Museo Nacional Thyssen-Bornemisza te Madrid hangt. Ook hier is de zon weer bijna onder, maar het warme licht strijkt nog over het landschap. Hij heeft aan dit schilderij gewerkt, terwijl hij nog bezig was met “De Aardappeleters”. Het contrast met dat laatstgenoemde schilderij is wel groot: tegenover de donkerte en de schonkig afgebeelde personen is het beeld op dit schilderij heel helder. Hier beginnen de invloeden van een nieuwere schilderstijl al zichtbaar te worden…

Van Gogh Landscape at Dusk - het Broek bij Nuenen
Madrid: in het Museo Nacional Thyssen-Bornemisza hangt het olieverfschilderij “Landschap in de schemering” van Vincent van Gogh uit april 1885, geïnspireerd op het Nuenense Broek

Het is hier een waterrijk gebied: vanaf het Nuenense Broek maakt de tocht een wijde bocht om het natuurgebied en om landerijen heen. Zo liepen we een tijdje langs een zijbeek van de Dommel: de Hooidonksebeek. Deze zijbeek is uit twee waterlopen ontstaan: uit het stroompje dat in Mierlo begint en een tweede die op de Luchense Heide (bij het buurtschap Luchen ten westen van Mierlo) begint. De beek wordt onder het Eindhovens Kanaal door geleid, loopt door Nuenen en mondt bij Nederwetten in de Dommel uit, iets ten noorden van de Hooydonkse watermolen. Het verval is acht meter. Op Nuenens gebied is ze bijna 11 km lang. In 1932 is de beek rechtgetrokken, maar het is nog steeds een schilderachtig beeld, vooral bij het Nuenens Broek. Er wordt druk gewerkt om rondom de beek een ecologische verbindingszone te creëren. Toen wij er langs liepen, moesten we wel een gevecht aangaan met vooral brandnetels en braamstruiken: door het warme weer en de vele regen van de laatste tijd waren die uitbundig gaan groeien. Er was wel een voordeeltje: de bramen waren erg lekker en door hun frisse zuurtje ook dorstlessend! De Hooidonksebeek is Onderdeel K van de wandeling.

Vanwege de hitte hadden we vooraf al besloten om de route van 10 kilometer in te korten… Bovendien biedt de route tussen Onderdeel K. (de Hooidonksebeek) en Onderdeel L. (het buurtschap Hool) wel mooi natuurschoon, maar zeker geen schaduw – dat laatste vonden we in deze situatie wel wat bezwaarlijk! Daarom kwamen we eerder aan in het buurtschap Hool dat iets ten noordwesten van het dorp Gerwen ligt. De naam kan op verschillende manieren herleid worden: “Hool” zou te maken hebben met laagte, of moeras waar op kleine schaal turf wordt gestoken voor eigen gebruik (klot), of een brug of dam over een waterloop. Er is nu nog een weg die ook Hool heet – die van oorsprong zandweg werd in 1959 en 1965 geasfalteerd. Iets ten oosten van Hool ligt Laar, wat “open plek in het bos” betekent. In beide gehuchten is het rustig, met mooie (nieuwere) huizen, maar ook met boerderijen die soms nog echt agrarisch bezig zijn en die soms ook tot woonhuis zijn omgebouwd. Op een driesprong ligt een met riet en ander groen omzoomde poel. Er staat een bankje bij, waarvan we met plezier gebruik hebben gemaakt om even te rusten – in de schaduw! Er staat ook een kunstwerk: een uit Cortenstaal gesneden “herinneringsprofiel” van de schaapherder Evert de Vries in werkkledij met zijn hond aan zijn voet. Evert de Vries leefde van 1888 tot 1962 in het buurtschap Hool. Hij leidde een wat kluizenaarsachtig leven met zijn honden en zijn schapen – hij hield iedereen op afstand… Men vermoedt dat een ongelukkige liefde hem van menselijk contact had weggedreven. In een mooi artikel over deze karaktervolle schaapsherder schrijft de ontwerper van het “herinneringsprofiel”, Huub van Leuken, zijn vroegste herinneringen aan deze Evert, maar ook – aan het slot – wat het belang is van de locatie van het kunstwerk: het staat op een rustieke plekje bij de brandkuil op de kruising van de wegen (lees: buurtschappen) Laar en Hool, precies tegenover de plaats waar de boerderij van Evert de Vries heeft gestaan. Voordat we in Hool aankwamen hadden we al een deel van de Evert de Vriesdreef gevolgd: die onverharde landweg is in juni 1990 naar deze markante inwoner van Gerwen-Hool vernoemd.

20240720_132134 (2)
Ten noorden van Nuenen: in het buurtschap Hool staat sinds 2012 een herinneringsprofiel van de lokale schaapherder Evert de Vries (1888-1962) met zijn hond bij een poel

Niet lang daarna liepen we Gerwen binnen: de dorpsnaam is terug te voeren op een Germaans stamhoofd Gerwin – “Gerwin’s huis“… Hier staat – niet op een Berg, zoals in Nuenen, maar – op een “Heuvel” de Oude Clemenskerk. Deze uit de 17e eeuw stammende kerk is sinds 1972 een rijksmonument: zowel de kerktoren uit 1801 als het kerkgebouw zelf (waarvan het oudste gedeelte uit de 15e eeuw met nieuwbouw na een brand in 1612). We waren toe aan een pauze: het werd een ijsje bij het cafetaria “Heuvelzicht”, nadat we onze neus hadden gestoten bij een wat chiquere tent (“Nee, we zijn een restaurant” – maar daar wordt toch ook een drankje geschonken, dachten we!). De Cornetto smaakte ouderwets lekker!

Ik nam even de gelegenheid te baat om de Oude Clemenskerk in haar geheel op de foto te zetten! De kerk was op dat moment dicht, maar er is een leuke video (Een biografie van een dorp – aflevering 10) uit 2014 van de LON (de Lokale Omroep Nuenen) waarin de geschiedenis van de kerk wat nader wordt belicht.

20240720_135016 (2)
Gerwen: zicht op de Oude Hl. Clemenskerk over de gehele lengte vanaf het Heuvelplein

Ook deze kerk heeft Van Gogh weergegeven: als een potloodtekening met pen in inkt. Hij maakte de tekening in december 1883. Uiteindelijk is deze tekening in 1973 verworven door het Van Gogh Museum vanuit het bezit van de familie Van Gogh.

Van Gogh's Landscape with a Church Gerwen-Nuenen
Amsterdam: in het Van Gogh Museum hangt een tekening met potlood en met pen en inkt van de Oude Clemenskerk in Gerwen door Vincent van Gogh uit december 1883

In Gerwen vond in 1961 de eerste veulenkeuring van het Nederlandse trekpaard plaats op initiatief van een inwoner van het dorp, die als hobby deze trekpaarden had. Hij had van kinds af te maken gehad met deze trekpaarden: vaak werden ze ingezet bij het vervoer van goederen en bij uitslepen van bomen uit het bos. De eerste keuring was een succes en toen in 1991 de Gerwense veulenkeuring 30 jaar bestond, werd op 3 november 1990 een bronzen standbeeld onthuld: hiermee werd het ideale Nederlandse trekpaard op ware grote weergegeven. Dit als afzonderlijk ras erkende paard kent enkele goede karaktereigenschappen (werkwillig en onverstoorbaar), maar is ook koppig! Het standbeeld straalt ook een soort van onverzettelijkheid uit… Op de bakstenen sokkel is een plaquette bevestigd met de tekst, dat het beeld is aangeboden aan de Gemeente Nuenen c.a. door de Stichting Centrale Veulenkeuring Gerwen ter gelegenheid van het 30-jarige bestaan op 3 november 1990. De beeldhouwer is Antoon Grassens (*1940), afkomstig uit Gemert.

Vanaf daar keerden we weer terug naar Nuenen, waar we weer even gingen pauzeren bij Le Souris eten&drinken waar we s’ ochtends met koffie en appeltaart waren begonnen, ditmaal om onze dorst te lessen met een groot glas fris.

Op de terugweg naar de auto kwamen we ook langs de Hl. Clemenskerk. Deze grote rooms-katholieke ligt op de hoek van de Kerkstraat en het groene plein dat wordt aangeduid met “Park”. Deze neogotische kerk is in 1871 gebouwd naar ontwerp van de Duitse architect Carl Weber (1820–1908). Hij heeft ook de imposante St. Brigidakerk in het naburige Geldrop ontworpen: de kerk met de twee hoge, slanke torens en de indrukwekkende koepel die ik tijdens mijn wandelingen door het Landgoed Gulbergen vanaf de top van de (kunst)berg, de Gulbergen al had zien liggen. Dit is eigenlijk Onderdeel B. van de wandeling…

We sloten de dag af in het plaatsje Nederwetten, het derde en kleinste dorp uit de gemeente. Het deel “wetten” in de dorpsnaam betekent “nat” of “vochtig” en heeft betrekking op de ligging: in het vruchtbare gebied rond de rivier de Dommel. Het buurtschap Opwetten (met de Opwettense Watermolen) ligt hemelsbreed zo’n 3,5 km zuidelijker. Het dorp is al in de 12e eeuw gesticht door de geestelijkheid, die ook de eerste kerk bouwde rond 1250. Nu staat er een “modernere” kerk, de hoog oprijzende St. Lambertuskerk uit 1895, die in neogotische stijl is gebouwd naar ontwerp van Emanuel Corbey (1863–1922). Samen met de pastorie, een voormalig schoolgebouw uit 1927, opgetrokken in een stijl met elementen van Amsterdamse School en een Heilig Hartbeeld uit omstreeks 1930 is de kerk sinds 2000 een rijksmonument. Daarnaast is de gezellige Brasserie De Kruik gevestigd. Daar hebben we lekker gegeten: we hadden onze gerechten gekozen van een menukaart in de vorm van schilderijen met vergulde lijsten die naar ons toe gerold werden – dat paste wel bij het motto van de dag!

Tegen half zeven brachten Francien en Jack mij terug naar Station Eindhoven, terwijl donkere onweersluchten dreigend kwamen opzetten. Mijn treinreis verliep voorspoedig: de trein bleef steeds de buien voor en toen ik eenmaal weer in Arnhem was thuisgekomen, barstte ook daar het onweer los…

Wat kon ik terugkijken op een bijzondere dag! Ik heb genoten van de mooie natuur en heb een inkijkje gekregen in een belangrijke periode in het leven en het werken van een van de belangrijkste schilders uit de 19e eeuw, maar natuurlijk ook veel gezelligheid mogen beleven!

1 reactie

  1. Els

    Een meesterlijk verhaal!!! Wat een prachtige vergelijking tussen historische schilderijen en hedendaagse camerabeelden. De combinatie van jouw reisverslag en de aangegeven wandelknooppunten vraagt erom zelf de tocht eens te gaan beleven.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

© 2024 Wandelen in de bergen

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑