Om de kaart te vergroten a.u.b. op het vakje in de linkerbovenhoek klikken! De grotere kaart opent op een nieuwe pagina.
6 juni 2019
Zeppelins en vele herinneringen aan de bombardementen van 1944/1945
Vandaag is de dag waarop in de gehele wereld wordt stilgestaan bij D-Day, de eerst dag van de Operation Overlord. Hierbij zetten de Geallieerden met amfibische landingen – de grootste uit de geschiedenis – op de kust van Normandië de bevrijding van West-Europa in om zo de Nazi-Duitse bezetting te beëindigen. Het zou toch nog tot mei 1945 duren voordat er definitief een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog. We mogen ons gelukkig prijzen dat we nu al 75 jaar de vrede hebben kunnen bewaren!
En het is dan ook mijn overtuiging dat wij ons uiterste best moeten doen om deze vrede ook voor de toekomst te bewaren: we zijn het verplicht aan deze dappere mensen die toen hiervoor hebben gevochten – en vaak ook hun leven hebben gelaten… Bij zo’n conflict zijn er niet alleen (over)winnaars, maar natuurlijk ook verliezers… Duitsland was verliezer. Ook daar zijn diepe wonden geslagen. De littekens zijn er nog steeds.
Op mijn tweede dag in Konstanz ben ik naar Friedrichshafen, ook aan het Bodenmeer, gegaan. In tegenstelling tot Konstanz dat in materieel opzicht ongeschonden uit de Tweede Wereldoorlog is gekomen, heeft Friedrichshafen wel erg geleden. In en om deze stad waren in de Tweede Wereldoorlog vele bedrijven actief in de oorlogsindustrie. Te denken valt aan de Dornier vliegtuigfabrieken, Maybach voor de bouw van tanks en Zeppelin voor de bouw van o.a. de aandrijving voor de V2-raketten. De Geallieerden hebben vooral in de jaren 1944–1945 meerdere bombardementen uitgevoerd op deze bedrijven. In de nacht van 27 op 28 april 1944 is de stad zelf gebombardeerd, waarbij meer dan twee-derde van de stad werd verwoest. De sporen zijn nog steeds te zien.
Het weer was in vergelijking met gisteren niet zo plezierig: koude wind, veel bewolking en lage temperaturen. Na een uitgebreid ontbijt ben ik rond half 10 naar de aanlegsteiger bij de haven gegaan, van waar de veerdienst tussen Konstanz en Friedrichshafen vertrekt. De overtocht met de catamaran duurt ongeveer 50 minuten. Eenmaal buiten de haven van Konstanz maakten we flink vaart en lieten Konstanz snel achter ons.
Friedrichshafen heette tot 1811 Buchhorn, een Rijksstad in het Heilige Roomse Rijk. Haar geschiedenis gaat terug tot 838; vanaf de 12e eeuw vestigden zich handelaren die er opslagloodsen bouwden voor de handel met Italië over de Alpen. In 1811 is de stad door Koning Friedrich I. van Württemberg omgedoopt tot Friedrichshafen, met privileges vanwege de status van vrijhaven en overslagplaats voor de handel met Zwitserland. Het Klooster dat in het nabijgelegen dorp Hofen staat, werd omgebouwd tot zomerresidentie van de koning. De stad floreerde niet alleen daardoor, maar ook doordat notabelen uit het gevolg van de koning zich er vestigden en grote villa’s lieten bouwen. Ook onder de latere Koning Wilhelm I. werd de stad steeds welvarender. In 1847 kreeg Friedrichshafen een spooraansluiting met Ravensburg en in 1850 met Heilbronn. De eerste veerdienst met Romanshorn kwam in 1869. De stad ontwikkelde zich ook steeds meer tot industriegebied. Daarvan is aan de oever van het Bodenmeer niet veel te zien.
Tegen 11 uur kwamen we de haven van Friedrichshafen binnen, zonder dat ik veel van de bergwereld aan de zuidoever van het Bodenmeer had kunnen zien: die ging schuil achter laaghangende bewolking. De Uferpromenade begint bij de aanlegsteiger en loopt ongeveer twee kilometer langs het meer. Zij is aangelegd op het gestorte puin van de door het bombardement van 28 april 1944 verwoeste stad. Die promenade ben ik gaan volgen. Aan de stadkant van de promenade ligt een brede strook met gazons, plantsoenen, brede trappen en pleintjes; er staan ook beelden en gedenktekens. Sommige van deze beelden hebben de Tweede Wereldoorlog overleefd, zoals het beeld uit 1930 van de gewonde soldaat uit de Eerste Wereldoorlog die zichzelf verbindt om weer verder te kunnen vechten. Dit beeld is door Erwin Dauner (1894–1980) ontworpen en staat op een sokkel in een nu nog lege ronde vijver. De beeldhouwer Dauner werkte vooral in het interbellum en in het Derde Rijk. In 2004 zijn op privé-initiatief zes zuilen geplaatst met plaquettes waarop de namen staan van de mensen die in de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen. Dit “Kriegerdenkmal” heeft mede door deze uitbreiding voor mij aan betekenis gewonnen.
Ook bij andere modernere beelden staat het thema “oorlog en vrede” centraal: zoals bij het beeld “Die Brücken der Begegnung“, de Bruggen van de Ontmoeting, van Chr. G. Becker uit 1996. Hier kijken twee gezichten van elkaar weg, maar dan kijken twee gezichten die uit de grotere zijn gesneden elkaar aan. Ook de installatie “Die Auferstehung” van Antony Robinson uit 1987 geeft een beeld van een vrije toekomst.
Ook zijn er beelden langs de Uferpromenade die van voor de Tweede Wereldoorlog stammen en een indruk geven van een lang vervlogen tijd: een gedenksteen met in brons een afbeelding “en profil” van de Duitse schrijver Gustav Schwab (1792–1850), die vooral bekend is gebleven door zijn jeugdboeken over de sagen uit de Griekse en Romeinse Oudheid, een borstbeeld van Keizer Wilhelm I. en een in prachtig rood Verona marmer uitgevoerde fontein, de “Karl-Olga Brunnen“, uit 1886 ter gelegenheid van het 40-jarig huwelijk van Koning Karl I. van Württemberg en zijn vrouw Olga, die wat verder van de oever staat opgesteld.
Wie “Friedrichshafen” zegt, zegt in één adem ook “Zeppelin”. De in Konstanz geboren Ferdinand Graf von Zeppelin (1838–1917) was uitvinder en luchtvaartpionier. Hij had gezien hoe de Fransen tijdens de Frans-Duitse Oorlog van 1870 luchtballonnen inzetten voor waarnemingen en communicatie. Hierdoor geïnspireerd werkte hij vanaf 1891 aan de bouw van een “luchtschip”. Hij patenteerde in 1895 de naar hem genoemde Zeppelin, een sigaarvormig “lichter-dan-lucht” vliegend voorwerp, gevuld met waterstof en bedoeld om als eerste bestuurbare luchtballon voor massatransport van commerciële lasten en personen te worden ingezet. De ontwikkeling van het gewone, “zwaarder-dan-lucht” vliegtuig stond nog in de kinderschoenen. Er waren vele tegenslagen, maar al in 1900 kon de eerste vlucht over het Bodenmeer met succes worden afgerond. In de Eerste Wereldoorlog werden Zeppelins ingezet, o.a. bij de bombardementen van Antwerpen en Londen… Na het beruchte ongeluk met de Zeppelin “Hindenburg” bij de landing in New York op 6 mei 1937 was het over en uit met de Zeppelins. Sinds de Eerste Wereldoorlog heeft het bedrijf van Zeppelin ook geïnvesteerd in de bouw van “echte” vliegtuigen, zoals in het bedrijf van Dornier. Sinds 2000 is er toch weer beweging in de Zeppelingeschiedenis gekomen: het bedrijf Zeppelin-NT (Neue Technologie) ontwikkelt nieuwe Zeppelins en organiseert rondvluchten. Ik heb ze inderdaad zien vliegen (letterlijk dan!).
Bij het Graf-Zeppelin-Haus, een conferentieoord uit 1985, aan de oever van het Bodenmeer staat een modern bronzen standbeeld van Graf von Zeppelin, dat in 2000 gemaakt is door F. Müller-Belecke (1932–2008): hier kijkt Graf von Zeppelin over het Bodenmeer naar de bergen in de verte, de verrekijker binnen handbereik. Bij helder weer heeft ook de bezoeker een prachtig uitzicht op o.a. de berg Säntis (2.505m) op een van de driekantonpunten van de Zwitserse kantons Appenzell Innerrhoden, Appenzell Ausserrhoden en Sankt Gallen. Dat was vandaag helaas niet het geval. Een paar honderd meter eerder staat niet alleen een monumentale beuk, die wellicht bij een van de villa’s heeft gehoord die tijdens het bombardement van 28 april 1944 verwoest is, maar ook een monument voor Graf von Zeppelin uit 1985. Deze 13 meter hoge driehoekige bronzen obelisk is ontworpen door de lokale beeldhouwer Toni Schneider-Manzell (1911–1996). Het bevat aan de kant van het meer het hoofd van Zeppelin in reliëf met daaronder een citaat van hem: “Man muss nur wollen und daran glauben, dann wird es gelingen” (je moet het alleen maar willen en erin geloven, dan gaat het lukken). Aan de westelijke kant staan enkele wapenfeiten van de Zeppelin luchtschepen tussen 1900 en 1936 vermeld.
Een wat macabere constellatie staat aan de oever bij de “Beach Club” in het water: “Das Klangschiff – im Augenblick“. Het is gemaakt door Helmut Lutz (*1941), een beeldhouwer en schrijver van mysteriespelen. Een centraal thema in zijn werk is het verenigen van Oost- en West-Europa. Op dit kunstwerk dat naar aanleiding van de Balkanoorlogen is gemaakt, staan de Europese stier en Urania, de sterrenkunde, centraal.
Bij het Graf Zeppelin Haus houdt de Uferpromenade op en begint het wandelpad langs het water rond het Schloss. Blijkbaar was de balustrade aan de kant van het meer nogal verveloos en haveloos geweest vóór de restauratie, want op een hoekje van het groen buiten de muren van het park rond het slot staat een beetje demonstratief een collage van afgebladerde onderdelen van de balustrade en een bord waarop nog vaag staat dat baden verboden is! De opgeknapte balustrade ziet er nu erg mooi uit in een pastelkleur van grijsgroen met rozetten van zwart met rode harten en maïskolfvormige punten op de hoeken. Er is ook nog een aanlegsteiger uit de tijd dat de koning hier in de zomer resideerde, maar voor handelswaar was deze niet erg belangrijk. Na 1918 werd de Schlosshafen weinig meer gebruikt en in 1932 stilgelegd, waarna hij snel in verval raakte. Bij laagwater zijn nog restanten van het laad- en losplateau te zien. Door het hoge smeedijzeren hek is de prachtig onderhouden tuin van het Schloss te zien met eeuwenoude bomen en rank vormgegeven paviljoens, maar het mooie hek is afgesloten…
Langs de oever bij het Schloss staat ook een lichtopstand met een bord, waarop de drie districten van het Bodenmeer zijn weergegeven voor stormwaarschuwingen: hier is regio Midden. Er staat ook aangeduid welke stormlichten bij welke windsnelheden gevoerd worden en met hoeveel flitsen per minuut. Dat het op het Bodenmeer flink kan spoken, blijkt wel uit een oude foto die in de Schlosskirche hangt: bij een Föhnsturm slaat het water over de kade!
De Schlosskirche is een indrukwekkend gebouw met twee torens van 55 meter hoog ieder met een uienspits, gebouwd in 1702 en was in die tijd het hoogste barokke kerkgebouw. Een eeuw later werd de kerk geseculariseerd. Het slotcomplex kwam in 1811 in handen van het Koningshuis van Württemberg. Ook hier heeft het bombardement van 28 april 1944 zijn sporen nagelaten…: het kapgebint van de kerk, de spits en de opbouw van de zuidelijke toren, het orgel en het grootste gedeelte van de koorbanken gingen verloren. Omdat het dak niet afgedekt mocht worden, gingen de niet beschadigde delen van het dak ook nog verloren door de weersinvloeden. In 1947–1948 is er met Zwitserse hulp een provisorisch dak aangebracht; in 1949–1951 werd het kerkinterieur weer gerestaureerd, weliswaar in vereenvoudigde vorm. Op 1 juli 1951 werd de kerk weer geopend. Met het herstel van het dak was de restauratie in 1959 afgerond. Ondanks alles ziet de kerk er van binnen weer prachtig uit. Er is op kunstige wijze een herinneringspaneel verwerkt in het cassettenplafond: “Erbaut 1695–1702, Soli deo gloria, 1944 Zerstört Erneuert 1950“.
In de kerk is een wand met foto’s van vroeger, waaronder een overzicht van de verwoestingen in de binnenstad na de bombardementen van 1944–1945…
Na nog een stevige wandeling langs de oever en weer terug kwam ik aan de Uferpromenade bij een restaurant, de Spitalkeller, dat er authentiek uitzag: de kaart bevatte veel traditionele gerechten uit Schwaben, waaronder een lekkere “Käsespäzle“. Er zat een vleugje nootmuskaat in, dat het extra smakelijk maakte. Daarbij paste een glaasje Riesling uit de regio ook heel goed! Het restaurant is gevestigd in één van de weinige gebouwen in het centrum die niet getroffen zijn bij het bombardement van 28 april 1944 – in het menu geven de eigenaren aan dat ze juist met dit gegeven in herinnering zo hun best doen om er iets moois van te maken.
In het oude centrum van de stad staat de St. Nikolauskirche, die in haar oorspronkelijke vorm een kapel was en in een oorkonde van 1325 wordt genoemd. De inwoners van het toenmalige Buchhorn hebben in 1437 van de kapel een gotische kerk gemaakt met de nu nog herkenbare kerktoren. In de 18e eeuw kreeg de toren zijn huidige vorm. Na nog een aantal ingrijpende verbouwingen, werd de kerk vanaf 1940 gemoderniseerd. Op 28 april 1944 werd ook deze kerk zwaar beschadigd. Alleen het in 1942 opgestelde tabernakel van Fritz Möhler met de inscriptie “Siehe, ich mache alles neu“ (Zie, ik maak alles nieuw) en het onbeschadigde crucifix konden worden gered. Deze zijn weer in de gerestaureerde kerk teruggeplaatst. Er is een stilteruimte ingericht met een prachtig vormgegeven glaswand, het “Brandend doornbos”, gemaakt door Roland Peter Litzenburg (1917–1987). Het is inderdaad een oase van rust.
Op de Audenauerplatz, naast de St. Nikolauskirche, staat niet alleen het moderne stadhuis uit 1956, maar ook de Buchhornbrunnen, de fontein vernoemd naar de oorspronkelijke stad, Buchhorn. Net als in Konstanz is ook hier het kunstenaarsechtpaar Gernot en Barbara Rumpf in actie gekomen: in 2001 werd deze fontein ingewijd. De beuk uit Buchhorn staat centraal, omringd door items die betrekking hebben op de industriële ontwikkelingen van de stad. Een mooi bronzen beeld staat aan de noordzijde van de St. Nikolauskirche: “Der Denker” door Esther Seitel. Het stelt een introvert manspersoon voor, die helemaal in evenwicht met zichzelf lijkt te zijn. Het is in 1997 op zijn sokkel geplaatst. Ook is er een plantenperk met zes (bijna uitgebloeide) paarse rododendrons met geel hart, die de naam hadden gekregen “Zeppelinstadt Friedrichshafen“. Deze zijn in juli 2017 aangeboden aan de burgemeester van Friedrichshafen en de bestuursvoorzitter van Zeppelin GmbH. Bijzonderheid is dat het geel in het hart van deze rododendron hetzelfde geel is als de bedrijfskleur van Zeppelin.
Toen was het weer tijd om naar de aanlegsteiger van de catamaran te gaan voor de terugtocht naar Konstanz. Bij de Buchhornplatz vlak bij de haven is het Zeppelinsmuseum gevestigd. Dit strakke, witte gebouw uit 1933 was het voormalige gebouw van het treinstation Friedrichshafen-Hafen. Vanaf 2009 kon het Zeppelinmuseum daar een nieuw onderkomen krijgen. Er zijn aan beide zijden van de toegangsdeur tot het restaurant krachtig vormgegeven hardstenen reliëfs met een roeier en een smid.
Aan de buitenzijde van het strakke witte gebouw is een plaquette ter herinnering aan de zogenaamde “Schweizer Kinder“: in de jaren 1946 en 1947, net na de oorlog, hebben “grossherzige” Zwitsers meer dan 6.000 jonge kinderen uit Schwaben en Allgäu uitgenodigd om een zorgeloze dag in Zwitserland door te brengen. Volgens de plaquette zijn die “Schweizer Kinder” tot op de dag van vandaag dankbaar voor deze geste van menselijkheid.
De catamaran verliet de haven om 15.02 uur. Het Zeppelinmuseum stak mooi wit af tegen de grauwe middaghemel. Om de cirkel rond te maken: ik zag nog een Zeppelin over Friedrichshafen vliegen…!
Schweizer Kinder spreekt je aan.