Etappes R1-R161 van de Rode Route – van Triëst-Muggia in Italië naar Monte Carlo in Monaco
Via een link op de nieuwe website voor de Via Alpina 2024 kan de oude website van de Via Alpina 2002 worden bereikt. Hieronder volgt mijn vertaling van de inleidende teksten bij de etappes zoals deze op de oude website hebben gestaan. Hier worden alleen de etappes genoemd die niet meer in de Via Alpina 2024 zijn opgenomen.
Verklaring van de tekens*) bij de zwaarte van de etappe:
I Wandelweg (breed zonder open stukken)
II Bergweg (deels smal en onbeschermd)
III Alpiene weg (met kabels gezekerd of bijzonder onbeschermd liggend, grof mengsel van sneeuw en ijs, zeer grof bergpuin)
*) In de oude website van de Via Alpina zijn de tekens één, twee resp. drie “bergschoenen” – deze zijn hier vervangen door Romeinse cijfers.
De Etappes R1 (Muggia (Trieste)–Rifugio Premuda) tot en met R9 (Porezen–Črna prst) zijn ongewijzigd overgenomen in de Via Alpina 2024 – klik a.u.b. hier! De nieuwe Etappe 10 gaat van Črna prst rechtstreeks naar Dom na Komni.
Etappe R10a: Črna prst–Rjava skala
zwaarte: III wandeltijd: 5h00 afstand: 12,2 km hoogteverschil: ↑ 239m ↓ 529m
Deze etappe biedt schitterende vergezichten over de Julische Alpen en het meer van Bohihj. Meestentijds volgt ze de bergkam die de Lagere Bohinj Bergen verbindt, over de Rodica Top, die bekend is om zijn rijke flora, en dan over de Šija. Aan het slot daalt de weg af naar de bergstation van de kabelbaan in het skigebied van Vogel. Hoewel de tocht steeds op ongeveer 2.000 meter hoogte blijft, is zij technisch niet veeleisend, maar is zij wel gevaarlijk vanwege de onbeschutte ligging. Een vaste tred is noodzakelijk. Men kan beter niet aan deze tocht beginnen bij mist of regen.
Etappe R10b: Rjava skala–Dom na Komni
zwaarte: III wandeltijd: 5h00 afstand: 13,0 km hoogteverschil: ↑ 452m ↓ 469m
Deze etappe biedt schitterende vergezichten over de Julische Alpen en het Meer van Bohihj. Grotendeels loopt men over de bergkam van de Spodnje Bohinjske Bergen. Ondanks de hoogte van boven de 2.000 meter is deze alpine tocht een gemakkelijke en prettige wandeling. De etappe eindigt op het uitgestrekte Komna Plateau, een waar paradijs voor toerskiërs.
De Etappes R11 (Dom na Komni – Koča pri Triglavskih jezerih) tot en met R57 (Gafadura – Sücka) zijn ongewijzigd overgenomen in de Via Alpina 2024 – klik a.u.b. hier!
Etappe R58: Sücka–Pfälzerhütte
zwaarte: II wandeltijd: 2h45 afstand: 8,4 km hoogteverschil: ↑ 756m ↓ 56m
Vanaf Sücka heeft men een fantastisch uitzicht op het “Walserdorp” Steg. Het rustige wandelen door het Saminadal geeft de tijd om rond te kijken en te bewonderen. De klim naar de Pfälzer Hut wordt met een schitterend bergpanorama beloond.
In Sücka begon niet alleen deze Etappe R58, maar ook de Groene Route met Etappe C1.
N.B. De Groene Route is geïntegreerd in de Via Alpina 2024. Klik a.u.b. hier voor de ongewijzigde, maar nieuw genummerde Etappes 58 tot en met 78.
Etappe R59: Pfälzerhütte–Schesaplanahütte
zwaarte: II wandeltijd: 3h20 afstand: 8,6 km hoogteverschil: ↑ 353m ↓ 552m
Men verlaat de Pfälzer Hut verlaat men in zuidelijke richting en steekt al snel de landsgrens met Oostenrijk over. Het bergpad gaat eerst de puinhellingen van de Barthümel over, voordat het naar de Gross Furgga ophoog leidt. Na het oversteken van de landsgrens met Zwitserland gaat men onder de rotswanden van de Rätikon langs naar het eindpunt van de etappe, de Schesaplana Hut.
Etappe R60: Schesaplanahütte–Carschina Hütte
zwaarte: II wandeltijd: 4h50 afstand: 15,3 km hoogteverschil: ↑ 729m ↓ 403m
De Schesaplana Hut verlaat men in oostelijke richting en loopt dan over de hoogteweg tot aan Golrosa. Vanaf hier gaat het op dezelfde manier verder: men neemt de hoogteweg, langs het Schweizertor, tot aan het eindpunt van deze etappe op de pashoogte, de Carschina Hut.
Etappe R61: Carschina Hütte–St. Antönien
zwaarte: II wandeltijd: 2h10 afstand: 7,9 km hoogteverschil: ↑ 6m ↓ 84m
De Carschina Hut verlaat men in zuidelijke richting en daalt af naar de Alp Carschina. Van hieruit bereikt men al snel de weg door het dal die naar het eindpunt van deze etappe, St. Antönien, leidt.
Lees a.u.b. het blog over deze etappe van 23 september 2018.
Etappe R62: St. Antönien–Gargellen
zwaarte: II wandeltijd: 5h10 afstand: 10,2 km hoogteverschil: ↑ 938m ↓ 940m
Op de weg door het dal verlaat men St. Antönien in noordoostelijke richting en slaat bij Litzirüti rechtsaf het dal in. Een kort stuk loopt men langs de Gafier Beek, dan gaat men naar het Alpelititäli, waar de klim naar de St. Antönier Pas begint. Op de pashoogte steekt men de grens met Oostenrijk over en daalt dan door de Hochalpen over de Gargellen Alpe af naar het eindpunt van deze etappe, Gargellen.
Lees a.u.b. de blogs over het eerste gedeelte van deze etappe en St. Antönien van 10 juni 2019 en over het tweede gedeelte van deze etappe en Gargellen van 1 augustus 2022.
Etappe R63: Gargellen–Tübinger Hütte
zwaarte: II wandeltijd: 5h05 afstand: 16,1 km hoogteverschil: ↑ 1.076m ↓ 302m
Van Gargellen gaat men nu naar het hart van de Silvretta. Het wordt een zeer inspannende etappe, die tot boven 2.500 meter – naar de Vergaldner Pas – leidt. Interessant gegeven is dat het klimaat in het Vergaldner dal erg gunstig is, zodat zich een buitengewoon rijke flora heeft kunnen ontwikkelen.
Etappe R64: Tübinger Hütte–Madlener Haus
zwaarte: II wandeltijd: 3h55 afstand: 10,5 km hoogteverschil: ↑ 394m ↓ 598m
Zoals in het gehele Silvrettagebied is ook deze etappe hoogalpien. Vanaf de Tübinger Hut leidt de weg over de steile berghellingen van de Valgraggeskamm naar de Hochmaderer Pas. In nogal steil terrein en later over alpenweiden daalt men af naar de Krommerbach boven het stuwmeer van Vermunt. Van hieruit bereikt men de Bielerhöhe en het Madlener Haus met slechts gering hoogteverschil.
Etappe R65: Madlener Haus–Jamtalhütte
zwaarte: III wandeltijd: 5h10 afstand: 13,8 km hoogteverschil: ↑ 866m ↓ 711m
Een hoogalpine, schitterende etappe staat op het programma, die in ieder geval pas in hoogzomer afgelegd kan worden wanneer de sneeuwsituatie het toelaat. De weg loopt vlak langs de gletsjers van de Silvretta. De Getschner Pas met een hoogte van 2.839 meter is daarbij de hoogste passage. Het is absoluut noodzakelijk om ervaring in het hooggebergte en geen hoogtevrees te hebben.
Etappe R66: Jamtalhütte–Scuol
zwaarte: II wandeltijd: 7h20 afstand: 22,1 km hoogteverschil: ↑ 686m ↓ 1.568m
Op de Futschöl Pas verlaat de Rode Route definitief Oostenrijk. De laatste rotsige stukken van de etappe vragen nog een keer om een vaste voet, voordat men de grens met Zwitserland overgaat en afdaalt in het Val Urschai. In de bodem van het dal volgt men de Tasna beek op de linker oever. Via de bergschouder van Ftan bereikt men in het dal van de Inn het eindpunt van de etappe, Scuol, dat beroemd is om zijn mineraalbaden.
Etappe R67: Scuol–S-charl
zwaarte: II wandeltijd: 4h20 afstand: 12,7 km hoogteverschil: ↑ 671m ↓ 142m
Men verlaat Scuol over de Inn in zuidelijke richting en klimt door de Clemgia Kloof naar boven tot aan de Plan da Funtanas. Vanaf hier leidt de verharde weg door het dal rechtstreeks naar het eindpunt van deze etappe, S-charl. Aan de rechterzijde van het dal ligt het Zwitserse Nationale Park.
Deze etappe kan ook op aangename wijze worden afgelegd met de Postauto.
Lees a.u.b. de blogs over deze etappe van 12 juni 2017, 15 juni 2019 en 17.08.2019.
Etappe R68: S-charl–Taufers i. M./Tubre
zwaarte: II wandeltijd: 4h20 afstand: 15 km hoogteverschil: ↑ 486m ↓ 1.055m
Men verlaat S-charl in zuidoostelijke richting en loopt door het dal tot Plan d’Immez. Van af hier buigt men af naar het Val Plazer. De weg gaat over de Pas bij Cruschetta/ S-charljöchl op de Zwitsers-Italiaanse grens. Men gaat in het begin nogal steil naar beneden, maar dan wandelt men gemakkelijk over een met gras begroeide weg door het stille Avignadal (met zijn zeldzame en uitbundige plantengroei en een uitzicht op de Ortler) tot men Taufers in het Münstertal bereikt.
Lees a.u.b. het blog over deze etappe van 14 juni 2017.
Etappe R69: Taufers i. M./Tubre–Stilfs/Stelvio
zwaarte: II wandeltijd: 6h35 afstand: 18 km hoogteverschil: ↑ 2.074m ↓ 2.014m
Vanaf Taufers i.M. leidt Weg nr. 10 vanaf Puntweil in een steile klim (bijna 1.000 hoogtemeters) naar de Rifairalm (2.146m). Van daaruit gaat men via Weg nr. 14 over de Plaschweller Kam met zicht op het Ortlermassief naar beneden naar de Dorfer- resp. de Bergeralm. Door het Alm dal leidt Weg nr. 13 door lariksbossen naar de Lichtenberg Pas, vanwaar de tocht over de Höfeweg in de richting van het dorpje Stilfs verder gaat.
Lees a.u.b. het blog over het eerste gedeelte van deze etappe van 9 augustus 2019.
Etappe R70: Stilfs/Stelvio–Stilfser Joch/Passo dello Stelvio
zwaarte: II wandeltijd: 5h35 afstand: 15,75 km hoogteverschil: ↑ 1.359m ↓ 3m
Vanaf het dorp Stilfs (1.306m) loopt de Via Alpina in zuidelijke richting het Platz dal in, langs de Kapel van St. Martin. Bij het wildpark leidt een bergpad omhoog naar de Furkel Hut (2.153m). Over de berghellingen van de Fallasch Kam loopt men over het smalle bergpad nr. 20 (de “Goldseeweg”). Voordat men bij de Stilfer Pas aankomt, moet men het militairhistorische wegennet eens bezichtigen.
Over het Stilfserjoch gaat het blog van 31 juli 2018 – dit was een reisje met de bus…
Etappe R71: Stilfser Joch/Passo dello Stelvio–Arnoga
zwaarte: II wandeltijd: 6h35 afstand: 25,3 km hoogteverschil: ↑ 94m ↓ 962m
Vanaf de Stilfer Pas duikt men het landschap van het Nationale Park in, bergaf door het Braulio dal met zijn vele uitzichten, over de Furka Pas het Furka dal in, langs het kunstmatige Meer van Cancano, waar men de overblijfselen van de aanleg van de waterkrachtcentrale ziet en niet lang daarna de ruïnes van de torens. Na een lange, vlakke mars bereikt men Arnoga.
Etappe R72: Arnoga–Eita
zwaarte: I wandeltijd: 4h25 afstand: 11,4 km hoogteverschil: ↑ 936m ↓ 1.083m
Vanaf Arnoga loopt men op een semiverharde weg het Viola Bormina dal door, dat van aanzienlijk landschappelijk en geografisch belang is, tot in de buurt van Paluette. Hier begint op de rechterzijde van het dal een semiverharde weg die door het Verva dal tot aan de Verva Pas loopt. Men daalt af in het oostelijke Grosina dal naar de Falk Hut en naar het uitgestrekte Plateau van Eita, gekenmerkt door het vele gletsjerpuin.
Etappe R73: Eita–Malghera
zwaarte: II wandeltijd: 6h15 afstand: 15 km hoogteverschil: ↑ 2.002m ↓ 1.741m
Vanaf Eita gaat men over de verharde weg naar het einde van het Avedo dal, een nauw dal met steile groene hellingen; vervolgens loopt men op een gemakkelijke weg naar boven naar de karakteristieke alpenweiden Vermolera en Tres en de bergmeren met dezelfde naam. De route volgt de bochtige en smalle weg naar de Vermolera Pas en gaat dan bergaf naar Malghera en het Sacco dal in, waar ook de Madonnakerk staat.
Een eenvoudigere variant (die zeker wordt aangeraden bij slecht weer of als er boven nog sneeuw ligt): Vanaf Eita kan men ook over de doorgaande weg lopen of over de hoger gelegen semiverharde weg en vandaar on het Sacco dal afbuigen in de richting van de Rifugio Malghera. Beschikbare overnachtingsmogelijkheden zijn de Locanda Valgrosina en de CRAEM Hut, in de buurt van de dam in het stuwmeer van Fusino.
Etappe R74: Malghera–Rifugio Schiazzera
zwaarte: I wandeltijd: 8h30 afstand: 24 km hoogteverschil: ↑ 566m ↓ 353m
Vanaf de Malghera Alm loopt men over een gemakkelijke en vlakke weg halverwege de berghelling aan de rechterzijde van het oostelijke Grosina dal. Men gaat langs de alpenweiden van Grasso, Pedurna, Guinzana en Piana en bereikt over een semiverharde weg de Carette Alm; over de militaire bergweg komt men, met uitzicht over het Veltlin dal, aan bij het Meer van Schiazzera – een ideale plek voor een picknick.
Etappe R75: Rifugio Schiazzera–Tirano
zwaarte: II wandeltijd: 3h20 afstand: 8 km hoogteverschil: ↑ 0m ↓ 1.540m
Vanaf de Schiazzera Hut loopt men over een militaire bergweg en een semiverharde weg bergaf naar de “Maialm” van Prà Fontana. Van daar gaat men over een karrespoor en een volgende weg naar Baruffini, waar vroeger boekweit en rogge werden verbouwd. Daar is het mogelijk met de bus verder te reizen. Door de wijngaarden van het bekende wijngebied van het Veltlin dal komt men in Tirano aan (treinstation en de staatsweg s.s. 38).
Etappe R76: Tirano–Poschiavo
zwaarte: II wandeltijd: 8h25 afstand: 20,9 km hoogteverschil: ↑ 1.570m ↓ 994m
Na een bezoek aan de Bedevaartkerk van de Madonna van Tirano loopt men op de bergweg tussen wijngaarden naar het bijzondere dorp Roncaiola, met prachtig uitzicht, en verder naar de Sasso del Gallo, aan het einde van het Puschlav dal en grens tussen Italië en Zwitserland. De hoogteweg loopt eerst over weiden langs Viano en daarna door het bos naar S. Romerio en Poschiavo, het eindpunt van deze etappe.
Etappe R77: Poschiavo–Rifugio Zoia (Campo Moro)
zwaarte: II wandeltijd: 8h35 afstand: 17,3 km hoogteverschil: ↑ 1.620m ↓ 622m
Men verlaat Poschiavo in zuidelijke richting en loopt door het bos omhoog naar Selva. Vanaf hier leidt de bergweg naar de Cancian Pas, waar men ook de grens naar Italië overgaat. Dan volgen de klim naar de Campagneda Pas en de afdaling in de buurt van de meren naar de Piano di Capagneda. Men loopt verder naar de fraaie Prabello Alm, waar de Cristina Hut ligt en over de Campagneda Alm naar de Zoia Hut in Campo Moro.
Etappe R78: Rifugio Zoia (Campo Moro)–Chiareggio
zwaarte: II wandeltijd: 6h40 afstand: 16 km hoogteverschil: ↑ 50m ↓ 446m
Vanaf de Zoia Hut komt men eerst op een semiverharde weg, dan op een goed begaanbare weg naar de Musella Alm. Men daalt af naar de Campascio Alm, dan loopt men over een vlak stuk weg en daarna over de lange berghelling naar de Torno Pas. Dan volgt een afdaling naar de Palù Hut aan de oever van het gelijknamige meer, en naar Chiareggio, een klein centrum voor zomersport in het Malenco dal.
Etappe R79: Chiareggio–Maloja
zwaarte: II wandeltijd: 5h50 afstand: 15,4 km hoogteverschil: ↑ 987m ↓ 784m
Vanaf Chiareggio loopt men de semiverharde weg naar de Oro Alm op met een prachtig uitzicht op de M. Disgrazia. Men gaat verder over een militaire bergweg, waar men nog overblijfselen van oud plaveisel, mogelijk van Romeinse oorsprong, kan zien, tot aan de Muretto Pas, de grens met Zwitserland. Op de pasweg loopt men het Val Fuorno in en gaat verder naar beneden, langs een moerassig gebied en het Lägh da (Meer van) Cavloc, naar Maloja.
Etappe R80: Maloja–Juf
zwaarte: II wandeltijd: 6h10 afstand: 15 km hoogteverschil: ↑ 1.226m ↓ 912m
Maloja verlaat men in noordelijke richting over de Lunghin Pas en Septimer Pas. De pasweg leidt verder, langs een aantal bergmeren, naar de volgende pas, de Forcellina. Na de pasovergang daalt men op de rechterflank van het dal steil af naar beneden in het dal, van waar het niet ver meer is naar Juf, het eindpunt van de etappe.
Etappe R81: Juf–Innerferrrera
zwaarte: II wandeltijd: 5h30 afstand: 18,7 km hoogteverschil: ↑ 305m ↓ 944m
Men loopt over de verharde weg Juf uit in westelijke richting. In Pürt steekt men de weg weer over en loopt het bos aan de noordhelling in, waarbij men de weg naar Cröt volgt. Vanaf hier gaat het op de oude bergweg langzaam bergaf naar Innerferrera, eindpunt van deze etappe.
Etappe R82: Innerferrera–Isola
zwaarte: II wandeltijd: 6h50 afstand: 19,8 km hoogteverschil: ↑ 828m ↓ 1.022m
Met een steile klim het Val Niemet in verlaat men Innerferrerra in zuidwestelijke richting. De weg door het dal loopt tot aan de Niemet Pas, de grens met Italië. Men daalt af naar de Bertacchi Hut aan de oever van het Emet Meer, met het mooie uitzicht. Dan gaat men verder naar het meer van Montespluga en door het Cardinello Ravijn: deze oude, in de verticale bergwand gehouwen bergweg leidt naar Isola.
Etappe R83: Isola–Pian San Giacomo
zwaarte: II wandeltijd: 5h50 afstand: 13 km hoogteverschil: ↑ 1.040m ↓ 1.150m
Vanuit Isola dat altijd al een belangrijke plaats is geweest, klimt men naar het Febbraro dal, vroeger een verbindingsweg tussen het San Giacomo dal en het Mesolcina dal. De weg naar de Baldiscio Pas loopt over de met gras begroeide rug van de Pian die Cavalli, waar bodemvondsten aantonen dat er meer dan 7.000 jaar geleden al mensen in het gebied woonden. Men steekt de Zwitserse grens over en daalt steil af naar Pian San Giacomo.
Etappe R84: Pian San Giacomo–Selma
zwaarte: II wandeltijd: 9h40 afstand: 24,9 km hoogteverschil: ↑ 1.463m ↓ 1.663m
Via de oude pasweg verlaat men Pian San Giacomo in zuidelijke richting tot aan Mesocco. Vanaf hier loopt de bergweg steil naar de Bocchetta de Trescolmen. Na de pasovergang daalt men steil af het Calanca dal in. Van Valbella leidt de weg langzaam naar beneden over Rossa en Augio naar Selma, het eindpunt van de etappe.
Etappe R85: Selma–Capanna Alpe Cava
zwaarte: II wandeltijd: 6h45 afstand: 13,5 km hoogteverschil: ↑ 1.733m ↓ 635m
Selma verlaat men met een erg steile klim naar Landerenca. Daartoe kan ook de kabelbaan worden gebruikt. In noordelijke richting gaat men verder, licht klimmend tot aan de alpenhutten van Piöv di Fuori, van waaruit de steile klim naar de Bocchetta di Pianca Geneura begint. Over de Örz Alm en de Mauro Pas komt men in de berghut Capanna Alpe Cava, het eindpunt van de etappe.
Etappe R86: Capanna Alpe Cava–Biasca
zwaarte: II wandeltijd: 4h05 afstand: 10,5 km hoogteverschil: ↑ 189m ↓ 1.969m
Men verlaat de Capanna Alpe Cava in westelijke richting, waarbij men de enige klim van deze etappe meteen in het begin van de wandeling naar de Forcarella di Lago moet maken. Vanaf hier verloopt de steile afdaling (er moeten rond de 1.800 hoogtemeters overwonnen worden) over alpenweiden en door bossen naar Biasca.
Etappe R87: Biasca–Capanna d’Efra
zwaarte: II wandeltijd: 7h45 afstand: 18,4 km hoogteverschil: ↑ 1.973m ↓ 222m
Vanaf Biasca komt men via Pasquerino in Personico. Een korte, steile klim voert langs het Bacino Val d’Ambra. Aan de linker zijde van het dal bereikt men door bossen Cassinone. Vanaf hier loopt men langs de rivier in het Val d’Ambra naar Bedra, vanaf waar de steile klim naar de Gagone Pas begint. Na een korte afdaling bereikt men Capanna d’Efra.
Etappe R88: Capanna d’Efra–Sonogno
zwaarte: II wandeltijd: 3h00 afstand: 8,3 km hoogteverschil: ↑ 56m ↓ 1.169m
Meteen beneden de Capanna d’Efra ligt het Lago d’Efra. Vanaf daar loopt men in noordelijke richting over de Alpe d’Efra. Hierna volgt een korte, steil afdaling. Zodra men de monding van het Lago d’Efra bereikt heeft, gaat de weg licht bergaf naar Frasco en verder naar Sorongo in het Verzasca dal, het eindpunt van de etappe.
Etappe R89: Sonogno–Prato Sornico
zwaarte: I wandeltijd: 6h50 afstand: 16 km hoogteverschil: ↑ 1.259m ↓ 1.431m
Het dorp Sonogno verlaat men over de openbare weg in westelijke richting tot aan het einde. Vanaf hier begin de pasweg over de Forcella di Redòrta langs het plaatsje Püscen Negro. Na de pasovergang daalt men af, het Val di Pertüs in en volgt daar op de rechterzijde van het dal de beek tot aan Monti di Predee. Over de Naturweg bereikt men Sornico Prato, het eindpunt van de etappe.
Etappe R90: Prato Sornico–Fontana (Val Bavona)
zwaarte: II wandeltijd: 6h50 afstand: 18,6 km hoogteverschil: ↑ 1.698m ↓ 1.816m
Men verlaat Prato Sornico in zuidelijke richting naar het plateau van Monti di Rima, van waaruit de eigenlijke klim (langs de Alpe Brünesc) naar Bocchetta Fiorasca begint. Na de pasovergang en het oversteken van de Alpe Fiorasco volgt een pittige afdaling naar het Val Bavona; vandaar gaat men verder naar Fontana, het eindpunt van de etappe.
Etappe R91: Fontana (Val Bavona)–Robiei
zwaarte: II wandeltijd: 7h10 afstand: 19,7 km hoogteverschil: ↑ 1.448m ↓ 182m
Men verlaat Fontana in noordwestelijke richting. Terwijl men de loop van het dal volgt, passeert men steeds weer hier en daar huizen. In San Carlo begint de klim naar Robiei, het eindpunt van deze etappe.
Als alternatief kan men ook de kabelbaan van San Carlo naar Robiei nemen.
Etappe R92: Robiei–Riale
zwaarte: II wandeltijd: 4h15 afstand: 13,4 km hoogteverschil: ↑ 803m ↓ 966m
Men verlaat Robiei in westelijke richting en loopt langzaam, langs het meer van Matörgn, omhoog tot aan de Bocchetta di Val Maggia. Hier steekt men de grens naar Italië over. De weg gaat steil bergaf naar de Boden meren. Nadat men de meren gepasseerd is, bereikt men de straatweg naar de San Giacomo Pas. Over deze weg komt men in Riale.
Het eindpunt van deze Etappe was het beginpunt van de Blauwe Route, Etappe D1.
Etappe R93: Riale–Ulrichen
zwaarte: II wandeltijd: 6h50 afstand: 19,6 km hoogteverschil: ↑ 802m ↓ 1.188m
Vanaf Riale bereikt men het meer van Morasco en gaat verder door het Morasco dal, eerst op de verharde weg, daarna op de bergweg tot aan de Gries Pas, die toegang geeft tot Zwitserland. De Walser en de Romeinen maakten ook al gebruik van deze route. Als men het Meer van Gries gepasseerd is, daalt men steil af naar Ladstafel, van waar men het Ägene dal uitloopt tot aan Ulrichen, het eindpunt van deze etappe. Men kan voor dit laatste stuk ook de Autobus nemen.
Het beginpunt van deze Etappe is ook het beginpunt van de Blauwe Route, Etappe D1.
Etappe R94: Ulrichen–Fieschertal
zwaarte: II wandeltijd: 11h00 afstand: 28,8 km hoogteverschil: ↑ 1.163m ↓ 1.394m
Vanuit Ulrichen loopt men in westelijke richting ca. 200 meter omhoog. Vanaf hier neemt men de Höhenweg tot aan Bellwald. Hier leidt de weg over de bergkam naar Fiesch. Men gaat verder langs de westelijke flank van het Fiescher dal naar het gelijknamige eindpunt van de etappe: Fieschertal. Hiertoe kan men ook de Autobus nemen.
Lees a.u.b. ook het blog van 1 oktober 2019 over een gedeelte van deze etappe in tegengestelde richting: van Fiescheralp naar Bellwald, maar dan over de hangbrug Titter – Aspi.
Etappe R95: Fieschertal–Riederalp
zwaarte: II wandeltijd: 7h30 afstand: 20,5 km hoogteverschil: ↑ 1.432m ↓ 621m
Men verlaat Fieschertal in noordelijke richting en klimt via de Burghütte naar het meer van Märjele, waar men voor het eerst de Aletschgletsjer kan zien. Aan de zijmorene aan de zuidkant is een bijzonder, beschermd natuurgebied ontstaan: het Aletschbos. De hoogteweg loopt naar de Riederfurka en uiteindelijk naar Riederalp, eindpunt van deze etappe.
Etappe R96: Riederalp–Mund
zwaarte: II wandeltijd: 7h35 afstand: 20,1 km hoogteverschil: ↑ 749m ↓ 1.481m
Na een korte klim naar de Riederfurka loopt men bergaf door het Aletschbos naar de Grünsee. Als men de 124 meter lange hangbrug over de Massa is overgegaan, klimt men weer langs de berghelling naar Hotel Belalp. Vanaf daar leidt een brede, vlakke hoogteweg naar Belalp en verder naar Nessel. Vanaf dit bergterras daalt men door het bos af naar het eindpunt van deze etappe, Mund, dat beroemd is door de saffraan die hier wordt verbouwd.
Lees a.u.b. de blogs over deze etappe van 16 september 2018 (gedeelte tussen Belalp en Mund) en 30 september 2019 (gedeelte tussen Riederalp en Belalp/Blatten).
Etappe R97: Mund–Gampel/Steg
zwaarte: II wandeltijd: 9h55 afstand: 26,9 km hoogteverschil: ↑ 645m ↓ 1.200m
Vanaf Mund loopt men langzaam in de richting van het dal naar Eggerberg. Hier gaat men kort omhoog om dan de Gorperi Suone (open waterleiding) te volgen. Bij haar bron in het Baltschieder dal gaat men naar de Niwärch Suone en loopt daarlangs tot aan Niwärch. Vanaf Aussenberg neemt men de hoogteweg en loopt men langs de spoorlijn van de Lötschbergbahn (men passeert Hohtenn) naar Gampel/Steg, het eindpunt van de etappe.
Er is een gemakkelijkere variant: als alternatief voor de Niwärch Suone kan men ook de tunnel gebruiken. Dan heeft men wel een zaklamp nodig!
Lees a.u.b. de blogs over deze Etappe van 17 september 2018 en 19 september 2018, en over het deel tussen Brigerbad en Naters van de “Lötschberg-Südrampe” het blog van 16 september 2018.
Etappe R98: Gampel/Steg–Leukerbad
zwaarte: II wandeltijd: 7h10 afstand: 18,6 km hoogteverschil: ↑ 1.281m ↓ 526m
Vanaf Gampel/Steg op de bodem van het Rhône dal klimt men naar Bratsch. Op dezelfde hoogte blijvend bereikt men de dorpen Erschmatt, Feschel, Guttet en Albinen. Over de houten ladders bij Albinen komt men aan in het eindpunt van deze etappe, Leukerbad, waar vele wellness-badgelegenheden uitnodigen om ervan te genieten.
Er is een gemakkelijkere variant voor de tocht langs de houten ladders: langs de autoweg lopen (geen trottoirs!) of de Postauto nemen.
Lees a.u.b. het blog over deze Etappe van 29 juni 2018 en de blogs over Leukerbad en omgeving van 26 juni 2018 en 27 juni 2018.
Etappe R99: Leukerbad–Schwarenbach
zwaarte: II wandeltijd: 3h40 afstand: 8,5 km hoogteverschil: ↑ 934m ↓ 284m
Men verlaat Leukerbad in noordelijke richting en maakt de steile klim naar de Gemmi Pas. Men kan ook de kabelbaan nemen. Langs de rechteroever van de Daubensee bereikt men Schwarenbach, het eindpunt van de etappe.
Lees a.u.b. ook het blog over deze Etappe van 24 juni 2018.
Etappe R100: Schwarenbach–Adelboden
zwaarte: II wandeltijd: 7h10 afstand: 15,6 km hoogteverschil: ↑ 1.244m ↓ 1.079m
Langs de spoorlijn verlaat men in zuidelijke richting Kandersteg en loopt omhoog langs de Alpbach naar Usser Üschine. Vanaf hier gaat het bergpad steil omhoog naar de Bunder Chrinde. Door de bergkloof achter de pashoogte is het een steile afdaling naar de Bunderalp, van waaruit de tocht verder gaat naar het eindpunt van deze etappe, Adelboden.
Deze etappe was grotendeels gelijk aan Etappe C13 van de Groene Route.
Etappe R101: Adelboden–Lenk
zwaarte: II wandeltijd: 4h20 afstand: 13,2 km hoogteverschil: ↑ 629m ↓ 906m
Men verlaat Adelboden in zuidwestelijke richting, eerst langs de Allebach en dan langs de Gilsbach. Om de klim van Geilsbüel tot aan de Hahnemoos Pas te maken moet men een kort stuk langs de autoweg lopen. Vanaf de pashoogte gaat de tocht langzaam naar beneden naar Büelberg en vervolgens naar het eindpunt van deze etappe, Lenk.
Etappe R101 was gelijk aan de Etappe C14 van de Groene Route. Lenk was het eindpunt van de Groene Route.
N.B. Deze Etappe is nu in de Via Alpina 2024 opgenomen als Etappe 72.
De Etappes R102 (Lenk–Lauenen) tot en met R145 (Rifugio de la Madonna de Fenestre–Refuge de Nice) zijn omgenummerd, maar inhoudelijk ongewijzigd overgenomen in de Via Alpina 2024 – klik a.u.b. hier!
Etappe R146: Refuge de Nice–Refuge de Valmasque
zwaarte: II wandeltijd: 3h00 afstand: 7,9 km hoogteverschil: ↑ 446m ↓ 449m
Deze etappe op hoog niveau begint in de Nizza Hut; zij wordt gekenmerkt door de nabijheid van vele meren. Men bevindt zich zoals eerder op de Grande Randonnée® nr. 52 en komt langs het Basto Meer, het Zwarte Meer (Lac Noir) en het Groene Meer (Lac Vert), midden in het Nationale Park Mercantour. Deze meren worden overheerst door de Mt Bego, de beschermer van het Dal van de Wonderen (Le Val des Merveilles). Het eindpunt van deze etappe is de Valmasque Hut.
Etappe R147: Refuge de Valmasque–Castérino
zwaarte: II wandeltijd: 1h50 afstand: 7,9 km hoogteverschil: ↑ 8m ↓ 690m
Na het verlaten van de Valmasque Hut volgt de route de Valmasque Beek naar het dal. Men verlaat het Nationale Park Mercantour en bereikt in het dal het volgende eindpunt van deze etappe: het buurtschap Castérino.
Etappe R148: Castérino–Limonetto
zwaarte: II wandeltijd: 5h05 afstand: 15,76 km hoogteverschil: ↑ 738m ↓1.000m
De Via Alpina verlaat Castérino en loopt door de omgeving van de oude kazernes van Peyrefique en van de forten van Giaure, die aan de grens met Italië aangelegd zijn. Vanaf de bergkam gaat het verder over puinhellingen en dan door het bos naar het Combe dal van de Rio Prati della Chiesa. Men komt op de verharde weg, waarlangs men snel de plaats Limonetto bereikt.
Deze etappe kan men ook met de mountainbike afleggen: van Castérino tot aan Limonetto door de laagvlakte van Peyrefique en de Tenda Pas.
Etappe R149: Limonetto–Rifugio Carelli
zwaarte: II wandeltijd: 7h30 afstand: 26,51 km hoogteverschil: ↑ 1.732m ↓ 1.069m
Een spectaculaire en historisch zeer interessante etappe, waarvan de route vanaf de Tenda Pas verder gaat over de bergkam met indrukwekkende panorama’s. Men steekt de laagvlakte van Carsene over, een belangrijk karstgebied in het Natuurpark van het bovenste deel van het Pesio en Tanaro dal. Eenmaal over de Duca Pas daalt men af naar het Marguareis dal en bereikt de Garelli Hut.
Delen van deze etappe kan men ook met de mountainbike afleggen: van Limonetto tot aan de Margantini Hut. Een alternatief bestaat uit een combinatie van de etappes R149 en R150: vanaf de Morgantini Hut rijdt men naar de Don Barbera Hut en vanaf hier gaat men bergaf naar Carnino; of men rijdt verder over de route tussen Limone-Ventimiglia tot aan Melosa.
Etappe R150: Rifugio Carelli–Rifugio Mongioie
zwaarte: II wandeltijd: 5h40 afstand: 14,4 km hoogteverschil: ↑ 912m ↓ 1339m
Vanaf de Garelli Hut klimt men langs het meer van Rataira en over de puinhellingen van de Pas Pas (!) naar de Porta Sestrera in het hogere deel van het Ellero dal. Langs de Saracco Volante Hut en de karstlandschap van Piaggia Bella bereikt men de Mastrelle Pas. Men loopt door het Carnino dal naar beneden en komt, langs de Bossi Hut en de Carnino Pas, bij de Mongioie Hut.
Etappe R151: Refugio Mongioie–Ormea
zwaarte: II wandeltijd: 7h00 afstand: 23,45 km hoogteverschil: ↑ 673m ↓ 1433m
Vanaf de Mongioie Hut loopt men naar beneden naar Viozene en vervolgt dan halverwege de helling over smalle paden en rustige wegen door het hogergelegen gedeelte van het Tanaro dal. Nadat men om de Monte Baraccone heen gelopen is, gaat men verder halverwege de hellingen naar de plaats Quarzina. Dan gaat men verder over de puinvelden van de hellingen van de Monte Castello di Quarzina. Men bereikt Chioraira en uiteindelijk Chionea en loopt door bossen bergaf naar Ormea.
Deze etappe kan men ook met de mountainbike van Viozene naar Ormea afleggen.
Etappe R152: Ormea–Garessio
zwaarte: II wandeltijd: 6h55 afstand: 22,9 km hoogteverschil: ↑ 791m ↓ 957m
Vanaf Ormea klimt men aan de linker zijde van de Rio Armetta tussen loofbossen door omhoog. De weg is op sommige stukken niet goed herkenbaar en steekt meerdere malen een landweg over die naar hoger gelegen dorpjes gaat. Aan de bergkant van Isola Lungo daalt de weg steil af in de richting van het dorp, en nadat men de Tanaro rivier overgestoken is, verloopt hij een stuk parallel aan de nationale hoofdweg van Ormea naar Garessio.
Het is mogelijk om een alternatieve route te kiezen (die men ook met de mountainbike kan afleggen) van Ormea tot aan Caprauna, zonder over Garessio te gaan.
Etappe R153: Garessio–Caprauna
zwaarte: II wandeltijd: 5h25 afstand: 18,6 km hoogteverschil: ↑ 1395m ↓ 961m
Vanuit Garessio gaat men halverwege de berghelling omhoog tot aan de San Bernardo Pas. Vanaf de pas slaat men de weg naar de voet van de Monte Galero in en gaat dan verder over de bergkam die de waterscheiding tussen Piemonte en Ligurië vormt. Een laatste, steile afdaling door de bossen leidt naar Caprauna.
Het is mogelijk om een alternatieve route te kiezen (die men ook met de mountainbike kan afleggen) van Ormea tot aan Caprauna, zonder over Garessio te gaan.
Etappe R154: Caprauna–Colla di Nava
zwaarte: I wandeltijd: 3h10 afstand: 10,8 km hoogteverschil: ↑ 372m ↓ 497m
Deze etappe is niet erg inspannend: afgezien van een klim in het begin van Caprauna naar het kapelletje voor de Madonna Guarneri loopt men over gemakkelijke wegen. In het begin ziet men een erg ruig landschap met opvallend scherpe kalksteenrotsen. Eenmaal over de Caprauna Pas wordt het landschap lieflijker, voornamelijk met weiden en graslanden. Langs de weg staan twee mooie, vrijstaande kapelletjes: de reeds genoemde Kapel van Madonna Guarneri en de Kapel van de Heilige Bernardo d’Armo.
Deze etappe kan men van Caprauna tot aan de Nava Pas ook met de mountainbike afleggen.
Etappe R155: Colla di Nava–San Bernardo di Mendatica
zwaarte: II wandeltijd: 2h45 afstand: 9,5 km hoogteverschil: ↑ 484m ↓ 163m
Deze etappe loopt over de “Alta Via dei Monti Liguri”, langs de hoofdwaterscheiding tussen Arroscia en Tanaro en voert grotendeels over paden en landwegen door bossen van naaldbomen, onderbroken door open plekken die mooie vergezichten op vooral het Arroscia dal en de Middellandse Zee bieden. Men kan de gehele etappe ook over de provinciale weg afleggen: minder hoogteverschillen, maar wel eentoniger.
Men kan deze etappe vanaf de Nava Pas tot aan San Bernardo di Mendatica ook met de mountainbike afleggen.
Etappe R156: San Bernardo di Mendatica–Colla Melosa
zwaarte: II wandeltijd: 8h30 afstand: 24 km hoogteverschil: ↑ 1262m ↓ 978m
De klim leidt over weiden naar de bergrug van de Monte Saccarello, de hoogste bergtop van Ligurië, vanwaar men een prachtig uitzicht heeft. Daarna buigt de weg naar het zuiden af, richting Middellandse Zee en loopt over de bergkam die de grens vormt tussen Italië en Frankrijk, door prachtige bossen van naaldbomen. Het is een zeer lange etappe, die men echter kan opsplitsen, door de variant te kiezen die naar beneden naar Realdo leidt.
Het is ook mogelijk om de etappe van San Bernardo van Mendatica tot aan Colla Melosa met de mountainbike af te leggen.
Etappe R157: Colla Melosa–Saorge
zwaarte: II wandeltijd: 6h40 afstand: 22,9 km hoogteverschil: ↑ 565m ↓ 1655m
Vanaf de Melosa Pas leidt de weg naar de Valetta Pas. Op de bergkam die op de grens tussen Italië en Frankrijk ligt, blijft men aan de Franse kant, afgezien van een kort ommetje door Italië bij de Mt Toraggio met zijn steile bergwanden die aan de Dolomieten doen denken. Op de monte toraggio ligurbuigt de Via Alpina definitief af naar Frankrijk. Vanaf de Muratone Pas loopt men door het bos de helling af tot aan het fraaie, hooggelegen dorp Saorge.
Etappe R158: Saorge–Breil-sur-Roya
zwaarte: II wandeltijd: 1h45 afstand: 8,5 km hoogteverschil: ↑ 317m ↓ 528m
Deze etappe start in Saorge. De tocht gaat over de hoogteweg, die boven het Roya dal loopt, naar Breil-sur-Roya, een typisch dorp van het mediterrane achterland en tevens eindpunt van deze etappe.
Etappe R159: Breil-sur-Roya–Sospel
zwaarte: II wandeltijd: 4h20 afstand: 13 km hoogteverschil: ↑ 824m ↓ 773m
Na vertrek uit Breil-sur-Roya voert de weg over Roya naar de Brouis Pas. Vervolgens gaat het bergafwaarts door het Bos van Agaisen tot aan het typische dorp Sospel, dat aan de oever van de bergbeek Bévéra is gebouwd, het eindpunt van deze etappe.
Deze etappe is de verbindingsetappe met de Blauwe Route die uit het westen komt.
Sospel ligt op de kruising van de Rode Route met de Blauwe Route (Etappe D61), die vanuit het westen komt.
De Etappes R160 (Sospel–Peillon)en R161 (Peillon–Monaco) zijn omgenummerd, maar inhoudelijk ongewijzigd overgenomen in de Via Alpina 2024 – klik a.u.b. hier!
Geef een reactie