De Via Alpina als leidraad

De hoogste berg van Provincie Utrecht ligt bij Amerongen

Om de kaart te vergroten a.u.b. op het vakje in de linkerbovenhoek klikken! De grotere kaart opent op een nieuwe pagina.

Ter info: dit reisverhaal maakt deel uit van een serie over “De hoogste bergen van de Nederlandse provincies” waaraan op de website van Bergwijzer aandacht wordt besteed. Daar worden – naar analogie met het begrip “Seven summits” voor de hoogste berg op de zeven continenten – de “Twelve summits” besproken: voor iedere provincie één “bergtop”. De hoogte van deze “bergtoppen” varieert van 8,3 meter boven de zeespiegel (de kerkheuvel van Urk in Provincie Flevoland) tot 322 meter boven de zeespiegel (de Vaalserberg in het zuiden van Provincie Limburg) – de 10 andere “summits” zitten daartussenin… Dit reisverhaal gaat over de hoogste bergtop van Provincie Utrecht: de Amerongse Berg van 69,5 meter hoog!


19 november 2021

Van de uiterwaarden bij de Amerongse Bovenpolder naar de donkere bossen in grote hoogte

De eerste keer dat ik deze tocht maakte was op zondag 10 oktober jl., een dag die wat mistig begon. Rond kwart over negen stapte ik in Arnhem op de bus in de richting van Wageningen en daarna van Amerongen. Het had een tocht met uitzicht kunnen zijn, maar helaas was het iets te mistig om van de uiterwaarden van de Neder-Rijn bij de Westerbouwing, Heveadorp te kunnen genieten… Via Wageningen kwam ik rond half 11 aan bij de halte “Amerongse Berg“. Misschien had ik een halte eerder kunnen uitstappen: nu moest ik teruglopen langs de (nu nog stille) Rijksstraatweg naar het begin van de route die ik had uitgekozen uit de verzameling wandelingen onder de noemer van Trage tochten: de gecombineerd route van de “Trage Tocht Amerongse Berg“. Het aardige van deze Trage tocht vond ik dat zij de interessante punten van de wandelingen die Staatsbosbeheer hier had uitgezet (zeven wandelingen in totaal, aangegeven met verschillende kleuren) combineerde en daarmee echt de highlights in dit gebied onder de aandacht bracht. De route wees mij eerst naar beneden, in de richting van de uiterwaarden: de Amerongse Bovenpolder. Op de helling naar beneden doemde een donker staketsel op – een kloeke loopplank op dikke pijlers die leidde tot een prachtig uitzicht over de polder met zijn watergebieden. In de ochtend was het licht natuurlijk (mooier dan wel) anders dan in de middag (toen ik op weg was naar de gezellig-ogende eetgelegenheid in het dorp, “Buitenlust“!), maar toch altijd intrigerend… Aan de onderkant van deze uitkijkpost was een bord over de Romeinse Limes bevestigd dat mijn aandacht trok: “Deze Li-mes liep vroeger strak onder Amerongen langs. Dit paneel toont een overzicht“. Er is vanuit het dorp een “Rijnwandeling naar de Limes” uitgezet van 4½ kilometer naar de Neder-Rijn en weer terug, waarbij aansluiting is gezocht bij het Romeinse Limespad, dat in deze regio door de Betuwe loopt. Ik weet dat ik het uitzicht vanuit de Betuwe (bij Eck en Wiel) op Amerongen (met de Andrieskerk) en de achterliggende Heuvelrug heel bijzonder vond, toen ik daar op de vroege zomerochtend van 3 juli jl. liep over het officiële Romeinse Limespad, Etappe 11, van Lienden naar Rijswijk (Gld.). Nu keek ik vanaf de noordelijke oever van de Neder-Rijn over de Amerongse Bovenpolder met de waterpartijen, waaronder heel in de verte, maar nauwelijks zichtbaar de Put van Schoonhoven. Daar wordt sinds 1969 zand gewonnen en er zijn al vele Romeinse vondsten gedaan, waaronder een Romeinse bronzen ruiterhelm uit de tweede eeuw na Chr. en een houten constructie die wel eens een aanlegsteiger of een stuk kade zou kunnen zijn. Staande op de uitkijkpost werd de Romeinse aanwezigheid in dit gebied wel tastbaar – en zelfs beter dan vanaf de Betuwse kant! Een vreemde gedachte dat 2000 jaar geleden de Romeinen ook zo’n uitzicht over de Rijn hadden… Dit gegeven bracht mij er toe om opnieuw naar Amerongen te gaan: op 7 november, een maand later, maakte ik een klein uitstapje naar de “Limes” van nu, de Neder-Rijn, maar daarover later meer!

20211010_104214 (2)
Amerongen: op de zuidhelling van de stuwwal is een uitkijktoren gebouwd die geïnspireerd is op een Romeinse wachtpost
20211010_104455 (2)
Amerongen: onder aan de palen van de uitkijktoren met zicht over de Amerongse Bovenpolder is een paneel bevestigd over de Amerongse aansluiting bij de Romeinse Limes
20211010_104257 (2)
Amerongen: uitzicht vanaf de uitkijktoren op de stuwwal over de Amerongse Bovenpolder met de vele afgravingen in het wat mistige ochtendlicht
20211010_134346 (2)
Amerongen: uitzicht vanaf de uitkijktoren op de stuwwal over de Amerongse Bovenpolder met de vele afgravingen in het wat bewolkte middaglicht

Na het bewonderen van het uitzicht vanaf de uitkijktoren daalde ik de steile helling af en liep een kort stukje over een pad dat aan de kant van de uiterwaarden werd begrensd door een dikke meidoornhaag. Even later zag ik een bord met een verwijzing naar de restanten van de galg die daar tot 1809 had gestaan en die in 1982 waren geconserveerd door de Heemkundige Stichting van Amerongen – het geheel wordt onderhouden in samenwerking met het Utrechts Landschap. Toen ik de vele kleine traptreden omhoog was gegaan zag ik in een met een groen hekwerk afgezet rechthoekig stuk met grind een restant van een rond metselwerk – een van de pijlers van “’t Gerecht” zoals de galg werd genoemd. Ook was er een hardstenen ronde schijf met daarop een nogal plastische tekening van de galg en de gehangene die daar echt als een ledenpop bungelde…

Weer teruggekeerd naar de voet van de stuwwal ging ik verder naar het westen in de richting van het Kasteel Amerongen. Ik had een mooi uitzicht over een weiland op de Andrieskerk waarvan de toren 55 meter hoog oprijst. De kerk had ik ook, zoals gezegd, gezien vanaf de Betuwse kant, toen ik op 3 juli jl. over de Rijnbandijk tussen Ingen en Eck en Wiel liep – een mooie herinnering!

20211010_105714 (2)
Amerongen: zicht vanaf de zuidkant op de Andrieskerk, waarvan de 55 meter hoge toren in 1527 is gebouwd
20210703_104927 (2)
Ten oosten van Eck en Wiel: zicht naar het noorden op Amerongen en de kerktoren met daarachter de bossen van de Utrechtse Heuvelrug (3 juli 2021)

Via het pad onderlangs de steile helling van de stuwwal kwam ik uit bij de oostelijke kant van het imposante Kasteel Amerongen met een brede, vierkante gracht eromheen. Het kasteel is een typisch voorbeeld van Hollands-Classicistische architectuur: een ingetogen, afstandelijke stijl die daardoor zo’n indruk maakt. Op de plek waar Kasteel Amerongen nu staat, heeft vanaf het einde van de 13e eeuw al een “huis” gestaan heeft. In de loop der eeuwen is het meerdere malen verwoest en weer opgebouwd. Sinds de 16e eeuw was het in handen van de familie Van Reede. Door vererving kwam het kasteel in handen van de diplomaat voor de 17e-eeuwse Staten-Generaal van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden Godard van Reede (1621–1691). In het Rampjaar 1672 (toen de Hollandse Oorlog begon en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd aangevallen door Engeland, Frankrijk en de bisdommen Münster en Keulen) verwoestten de Franse troepen het kasteel volledig. Het jaar daarop begon de wederopbouw onder leiding van Margaretha Turnor (1613–1700), de echtgenote van Godard van Reede. Het is tot in de 19e eeuw in de familie van Reede gebleven, waarna een neef, Godard Graaf van Aldenburg Bentinck (1857–1940), het in bezit kreeg. Vanaf 1879 heeft hij het kasteel weer tot bloei gebracht. Na zijn overlijden bleef het kasteel tot 1976 in een onverdeelde boedel van zijn erfgenamen die het in 1977 overdroegen aan de Stichting Utrechtse Kastelen, die het op haar beurt in 1982 weer overdroeg aan de Stichting Kasteel Amerongen. Het kasteel met muur en gracht zag er beide keren verstild en statig uit – ik kon ook een glimp opvangen van de lange oprijlaan tot de ophaalbrug en ook van de formele tuin vóór het kasteel met de strak in vorm gesnoeide cipressen en enkele meer dan levensgrote marmeren standbeelden. Mooi dat zo’n monumentale brok geschiedenis op deze manier behouden kon blijven…!

20211010_105954 (2)
Amerongen: zicht op de oostelijke zijde van het complex van Kasteel Amerongen, het Stalgebouw, de brug naar het Kasteel met de formele tuin
20211107_112423 (2)
Amerongen: zicht op de formele tuin van Kasteel Amerongen met in vorm gesnoeide coniferen en marmeren tuinbeelden
20211107_112610 (2)
Amerongen: in het mooie licht van een zonnige herfstdag zwemmen witte zwanen in de gracht van Kasteel Amerongen
20211010_110424 (2)
Amerongen: een doorkijkje vanaf het monumentale toegangshek op het voorterrein en de uiteindelijke toegangspoort tot het voorplein van Kasteel Amerongen

Bij de koetsierswoning die eveneens als onderdeel van het kasteel een rijksmonument is en zich aan de oostelijke kasteelmuur bevindt is aan de buitenmuur een mooi donkergroen geverfde pomp aangebracht met het jaartal 1845. Verder staat er op het plein voor de fraai vormgegeven toegangshekken van het kasteel een smeedijzeren lantaarn op een buikige zandstenen sokkel: de “Bentincklantaarn“. Ook dit straatmeubilair is een rijksmonument. De lantaarn past bij het kasteel uit de 17e eeuw, maar stamt uit 1919: zij is door de bevolking van Amerongen aangeboden aan Godard Graaf van Aldenburg Bentinck (en heer van o.a. Amerongen), toen hij op 11 juli 1919 zijn veertigjarige jubileum als kasteelheer vierde (vanaf 1879). De graaf was populair bij de bevolking, omdat hij vele agrarische projecten in en rond het dorp had opgezet. Op de sokkel staat de inscriptie: “11 JULI 1879 – 1919 – DE INGEZETENEN VAN AMERONGEN AAN GRAAF BENTINCK VAN AMERONGEN”. Het plein is vernoemd naar Margaretha Turnor, de kasteelvrouwe die in 1673 het kasteel in zijn huidige vorm heeft laten herbouwen. Omdat het plein ook dienst doet als parkeerterreinen heeft het een wat rommelige uitstraling. De Gemeente heeft – zoals op een groot billboard staat – daarom grootse plannen voor het herinrichten en verkeersluw maken van dit plein…

Het dorp Amerongen stamt uit de Middeleeuwen en wordt voor het eerst genoemd in 1126. Dat de omgeving al véél langer bewoond was, blijkt uit de vele grafheuvels (vanaf 1200 voor Chr.), waarvan ik er later nog eentje zou tegenkomen! Het is een zogenaamd “esdorp” dat op de Utrechtse Heuvelrug een “engdorp” wordt genoemd. De landbouw was vroeger belangrijk: de mest van de schapen die op de hoger gelegen heidegebieden graasden werd voor de akkers gebruikt. Toen de rivier eenmaal wat beteugeld was, konden de uiterwaarden ook gebruikt worden voor begrazing. Later kwam de tabaksteelt op vanwege de gunstige ligging van het dorp tegen de zuidhellingen van de Utrechtse Heuvelrug. Dat dit veel welvaart bracht is ook te zien in de oude dorpskern, waar mooie herenhuizen en boerderijen feitelijk een aaneenschakeling van gemeentelijke en rijksmonumenten vormen!

Eén van die rijksmonumenten is sinds 1965 de Andrieskerk uit 1450. Toen werd het aan het einde van de dertiende eeuw van tufsteen gebouwde romaanse zaalkerkje in laatgotische stijl met baksteen vergroot tot een pseudo-basiliek met twee zijbeuken, gedekt door een houten tongewelf. De vijfenvijftig meter hoge toren werd in 1527 gebouwd, in een stijl die was afgeleid van de Utrechtse Domtoren. In de loop van de tijd zijn er verschillende verbouwingen geweest, waaronder in 1883 en van 1948 tot 1953. Bij een laatste verbouwing in 2018 werd het interieur van de kerk ingrijpend gewijzigd: zo werden de kerkbanken vervangen door stoelen. Hierdoor kon het gebouw ook voor andere dan alleen kerkelijke activiteiten gebruikt worden – op de beide zondagochtenden dat ik langs de kerk kwam, kwam er blijmoedig gezang naar buiten.

Op de kerkheuvel, een uitloper van de Amerongse Berg, staat naast de kerk een gietijzeren pomp uit de 19e eeuw waar men nog steeds drinkwater kan tappen. Voor de kerk op het gras is in 1898 een Wilhelminalinde geplant ter gelegenheid van de troonsbestijging van Koningin Wilhelmina. Een fraai smeedijzeren hek met in bladgoud gevatte afbeeldingen van de vorstin en een opschrift omringt de nu al zeer grote boom.

Bij de al genoemde “Rijnwandeling naar de Limes” kwam ik ook bij de kerk uit. Deze wandeling heeft als startpunt de uitspanning “Buitenlust“, gelegen aan een zijstraat van de doorgaande verkeersweg, de Rijksstraatweg. Daar begon ik op 7 november eerst maar even met een kopje koffie, buiten op de waranda, in het voor november nog warme ochtendzonnetje. De route leidde mij door een oude straat met mooie huizen in de richting van de Andrieskerk. Eerst passeerde ik het Tabaksteeltmuseum, dat sinds 1984 gevestigd is in een authentieke en in 2009 gerestaureerde tabaksschuur. Voor een bezoekje was ik te laat: vanaf 1 november tot aan het begin van de krokusvakantie is het museum gesloten. Op dit gedeelte van de Utrechtse Heuvelrug kwam vanaf het begin van de 17e eeuw de tabaksteelt op en bracht grote welvaart in het dorp. Nog steeds zijn er vele tabaksschuren die opvallen door hun steile daken van rode dakpannen en hun zwartgeverfde “gepotdekselde” wanden, waarbij de planken horizontaal zijn bevestigd en elkaar enigszins overlappen. Daardoor kunnen zij krimpen en uitzetten zonder het gebouw te ontwrichten. De makelaars op de dakvorsten hebben hier allemaal de vorm van een (naar ik aanneem) gestileerde bloem van de tabaksplant. Ook zij steken zwart af tegen de hemel.

20211107_111815 (2)
Amerongen: in deze authentieke tabaksschuur is sinds 1984 het Tabaksteeltmuseum gevestigd

Ik vervolgde mijn weg door een smal straatje naar de Andrieskerk en verder naar het Kasteel. Officieel had ik er aan de westelijke kant langs moeten lopen, maar ik miste een afkorting in de routebeschrijving (“RD” voor rechtdoor) en nam de laan aan de oostzijde, waar ik in het mooie herfstlicht witte zwanen in de gracht statig zag ronddrijven. Op zich was ik wel blij met mijn “dwaling”, want de wandeling leidde mij voor het merendeel over de Rijnsteeg, de aanrijroute tot de veerpont naar Eck en Wiel, die zelfs op de zondag erg druk was met autoverkeer. De uitzichten over dit lage land waren toch wel erg mooi: vanaf de weg naar het veer leek de afstand tot de stuwwal héél groot. Ook kon ik ongeveer zien waar de “Romeinse” uitkijkpost op de stuwwal was! Bij de nu lege veerstoep stonden bankjes met uitzicht over de rivier en over de Amerongse Bovenpolder. Ook stond op een betonplaat een gedeelte van het alom bekende en vooral erg amusante liedje van Drs. P. (Heinz Hermann Pölzer 1919–2015) weergegeven: “Veerpont” uit 1973. Een videoclip uit 1974 van het lied is ook erg leuk om te bekijken!

20211107_115500 (2)
Amerongen: zicht vanaf de Rijnsteeg, de weg naar de veerpont van Eck en Wiel, over de uiterwaarden naar de Utrechtse Heuvelrug in het noordoosten
20211107_113916 (2)
Amerongen: zicht vanaf de Rijnsteeg op het westelijke gedeelte van de Amerongse Bovenpolder
20211107_115010 (2)
Amerongen: bij de veerstoep van de pont over de Neder-Rijn naar Eck en Wiel staat een gedeelte van het lied “Veerpont” uit 1973 van Drs. P. (Heinz H. Pölzer, 1919-2015)

Langs dezelfde weg ben ik teruggegaan naar het dorp, maar vanaf de kant van de uiterwaarden zag het landschap er weer heel anders uit dan vanaf “de hoge kant” bij de uitkijktoren. Ik bedacht mij dat ik tijdens mijn wandeling langs de Romeinse Limes van Lienden naar Rijswijk (Gld.) dit uitstapje naar de rechteroever zeker een welkome afwisseling had gevonden: van het steeds maar over de dijk te moeten lopen werd ik niet echt gelukkig! Eenmaal weer bij Amerongen aangekomen ging ik verder op de route die ik op 10 oktober ook al had gevolgd: bij de Andrieskerk liep ik weer door pittoreske straatjes met opnieuw mooie huizen in de richting van de doorgaande weg. De “Trage Wandeling” had mij toen in oostelijke richting geleid op weg naar het hoge gedeelte van de wandeling. Toen zag ik achter hoge hagen de Oude Begraafplaats van Amerongen liggen die gesticht is door de bewoners van het Kasteel. Op het oudste gedeelte staat het grafmonument van de familie Van Reede Ginkel dat uit 1829 dateert: tot aan die tijd werden de leden van de familie in de Andrieskerk begraven. Door een wetswijziging uit dat jaar was het begraven in kerken niet meer toegestaan. De familie stond grond af voor het inrichten van een algemene begraafplaats (voor iedereen dus). In 1873 werd het grafmonument werd gebouwd naar ontwerp van de uit Utrecht stammende architect Christiaan Kramm (1797–1875). Nadat Graaf van Aldenburg Bentinck in 1879 het bezit van het kasteel had overgenomen, gaf hij in 1927 grond in erfpacht om de begraafplaats uit te breiden (en er ook een grafmonument voor zijn eigen familie, een soort mausoleum, te stichten). De Algemene Begraafplaats als complex, het grafmonument van de familie Van Reede Ginkel als dat van de familie Bentinck zijn in 1998 rijksmonument geworden. Tussen de verschillende verweerde zerken van de familiegraven bloeiden in het schrale gras nog enkele hemelsblauwe Grasklokjes (Campanula rotundifolia) – een nederig en kleurig tegenwicht tegen de ernst van de grauwe grafzerken uit vervlogen tijden…

Aan de overkant van de Rijksstraatweg begon voor mij de echte “bergwandeling”. Het was een prachtig gezicht om die grote en oude beuken te zien staan aan weerszijden van de brede laan die duidelijk bergop leidde. In oktober zat het meeste blad nog groen aan de bomen, maar in november lag er al een goudbruin bladertapijt op de grond – en begon het ook een beetje te regenen. Op een akkertje ten westen van de beukenlaan stonden nog boekweitplanten, die ook al aan het verdorren waren.

20211010_112530 (2)
Amerongen: zicht vanaf de Rijksstraatweg naar het noorden over oude beukenlanen in de richting van de Amerongse Berg
20211107_124252 (2)
Amerongen: in begin november ligt er al veel dor beukenblad op de lanen naar de hogere toppen van de Utrechtse Heuvelrug
20211010_112337 (2)
Amerongen: aan de westzijde van de oude beukenlanen naar het noorden is een akker met inmiddels wat verdorde boekweitplanten

In de brede beukenlaan die naar het noorden liep, ging ik, niet geheel volgens de routebeschrijving, bij de eerste zijweg rechtsaf, die van west naar oost de Amerongse Es in tweeën splitst. Daar staan nog drie oorspronkelijke tabaksschuren. De eerste schuur vanaf de beukenlaan werd duidelijk gerestaureerd: in oktober was het houtwerk nog niet overal geverfd, maar in november wel. Zo kan het weer jaren mee! De middelste schuur die aan de Veenseweg ligt, is ingericht als Informatiecentrum over de tabaksteelt (en over het Utrechts Landschap). Op zondag gaat het pas om 13.00 uur open, zodat ik in oktober te vroeg was. In november heb ik er op de terugweg een kijkje genomen. Een tabaksschuur is een lange, schuur met een pannendak met veel ventilatie. Daarom zijn geen “dokken” gebruikt: strobosjes met dichtgebonden kop die van onderen tussen de kieren van dakpannen worden gestoken om het dak beter dicht te maken.) Om dezelfde reden zijn er ook vele luiken in de schuur aangebracht. Van binnen bevat de schuur latwerk (de zogenaamde “hangen”) waarop tabaksbladeren, aan spijlen geregen, gedroogd werden. Op een informatiebord stonden foto’s in grijstinten uit vervlogen tijden waarop te zien was hoe de bladeren geoogst, aan staken geregen en gedroogd werden. De teelt bracht erg veel handwerk mee, dat veelal binnen de familie werd verricht, waar ook kinderen moesten meehelpen.

20211010_113344 (2)
Amerongen: zicht op de zwartgeverfde korte kant van de meest oostelijke tabaksschuur op de Amerongse Es – de ventilatiemogelijkheden zijn goed zichtbaar
20211010_113604 (2)
Amerongen: op een informatiebord over de tabaksteelt in Amerongen staat een foto van de droogwijze van de tabaksbladeren

Omdat deze tabaksschuur een rijksmonument is, mocht er natuurlijk niet te veel verspijkerd worden aan het gebouw zelf: in 2011 is er naar een ontwerp van het architectenbureau VASD op kunstige wijze een soort doos in de schuur geschoven, waarin het feitelijke infocentrum is gevestigd. Door glazen openingen in de doos komt veel licht binnen en ziet men ook de tabaksbladeren aan het latwerk hangen. Aan de buitenwanden van de doos is een expositie van oude gebruiksvoorwerpen en landbouwgereedschap te zien, o.a. met messen om kool te snijden, een apparaat om appels te schillen en een snijbonenmolen… Het is duidelijk te zien dat ons dagelijkse leven sindsdien toch wel heel wat gemakkelijker is geworden…!

Hoewel tabak tegenwoordig gezien wordt als puur vergif heeft men hier toch bewust veel aandacht willen besteden aan een product dat eeuwenlang werd gekweekt, veredeld en gebruikt, en dat ook menig portemonnee heeft gespekt. Ook in de kleinere details is aandacht voor “tabak”: in de makelaars op de nokken van de tabaksschuren is de bloem van de tabaksplant verwerkt en in een grote emmer bij de ingang van het Infocentrum “de Tabaksschuur” groeit behalve een mooie lavendelplant ook een bloeiende (sier-)tabaksplant.

De Gewone Tabaksplant (Nicotiana tabacum) is een eenjarige plant die tot de Nachtschadefamilie behoort (net als tomaten en aardappelen). Zij komt oorspronkelijk uit Zuid- en Noord-Amerika – zij is door Columbus naar Europa gebracht. Bij de derde tabaksschuur aan de oostzijde van de Amerongse Es is een kleine “tabaksplantage” aangelegd: hier stond binnen een raster van wilgentenen een groot aantal tabaksplanten te groeien. Sommige planten bloeiden nog. Tussen de wilgentenen waren in het voorjaar bonen gezaaid – op een geplastificeerd bordje stond dat het plukken van de bonen verboden was: de bonen waren bedoeld om volgend jaar weer uitgezaaid te worden. Ik zag nog maar een paar nog niet afgerijpte bonen hangen…!

20211010_113218 (2)
Amerongen: bij een van de tabaksschuren op de Amerongse Es is binnen een raster van wilgentenen een tuintje met tabaksplanten ingericht
20211010_113323 (2)
Amerongen: bij een oude tabaksschuur op de Amerongse Es, ten oosten van het Informatiecentrum de Tabaksschuur, groeien tussen het raster van wilgentenen ook bonenstruiken – plukken verboden!

Niet alleen vanuit de open deuren van het Informatiecentrum “de Tabaksschuur” kan men zien hoe groot deze Amerongse Es is, maar ook vanaf de bosrand aan de noordkant van de es!

20211107_143924 (2)
Amerongen: zicht naar het westen vanaf de (middelste) Tabaksschuur op de Amerongse Es met een andere schuur bij de bosrand
20211010_115013 (2)
Amerongen: zicht naar het zuiden over de Amerongse Es op het Informatiecentrum de Tabaksschuur

Ik vond eerlijk gezegd de met meidoornhagen omzoomde weg door de Amerongse Es mooier dan het vervolg van de beukenlaan, waarbij ik daarna wel de goede afslag nam: opnieuw een beukenlaan aan de noordzijde van de es met ruim uitzicht op “de Tabaksschuur”. Het licht viel in waaiers door de in oktober nog groene beuken. Bij de weg die uiteindelijk naar de Amerongse Berg zou leiden stond een intrigerend bord: “Stiltegebied“. Op een bord eronder werd het uitgelegd: dit stiltegebied is een van de weinige gebieden in de Provincie Utrecht waar de “stilte” nog als zodanig kan worden ervaren en dat zou zo moeten blijven. In de Provinciale Milieuverordening zijn hierover bepalingen opgenomen die het mogelijk maken om bij overtreding (te veel lawaai en/of activiteiten die niet in het gebied thuishoren) een proces-verbaal uitgeschreven kan worden. Hieronder vallen onderhoudswerkzaamheden niet. Aan het einde van de lange laan bergop was het restaurant “’t Berghuis“, waar het een drukte van jewelste was én er duidelijk geluiden waren die de natuurlijke geluiden (waar het “stiltebord” op doelde) verstoorden: vrolijke kinderstemmetjes uit de speeltuin zijn tot daaraan toe, maar ronkende motoren van een motorrijdersvereniging…. Hoewel het er gezellig uit zag bij deze chaletachtige uitspanning besloot ik toch maar even geen pauze te nemen…

Wel zag ik op een open vlakte iets heuvelaf vanaf het restaurant een hardstenen gedenknaald met een ronde knop staan: dit is “de Waterloo-kolom van Lady Athlone“, een monument dat is opgericht door de kasteelvrouwe Anna Elisabeth Christina (“Annebetje”) van Tuyll van Serooskerken (1745–1819) om te vieren dat Napoleon op 18 juni 1815 bij Waterloo was verslagen en dat haar zoons veilig uit de oorlog waren teruggekeerd. Op de vierkante sokkel zijn aan drie kanten plaquettes bevestigd. De oudste dateert uit 1815 en bevat de aanleiding voor het oprichten: “Deze colom is opgerigt door A.E.C. Gravinne Douarière van Athlone ter gedachtenis van de overwinning behaald over Bonaparte en de Fransche Armée door den Kroonprins van Orange en de gecombineerde arméen onder het bevel van den Hertog van Wellington & Prins Blücher te Quatre-Bras en in den velden van Waterloo op den 18. Juni 1815“. De tweede plaquette vermeldt de restauratie van de naald door haar kinderen; de derde plaquette bevat de tekst: “In dit herdenkingsjaar is door samenwerking van de bevolking van Amerongen deze kolom heropgericht en door de erven Graaf G.J.G.C. van Aldenburg Bentinck aan de Gemeente overgedragen 3 augustus 1963“. Aan deze heroprichting was wel wat voorafgegaan: toen de kasteelbewoners in de jaren 1930 uit geldnood de Amerongse bossen moesten verkopen verdween de naald uit beeld – en letterlijk, want het bleek dat de boswachter het monument in vier delen had begraven in zijn tuin: leden van de vrijwillige brandweer hebben na de pensionering van de boswachter de brokstukken op twee meter diepte teruggevonden. Na een inzamelingsactie onder de bevolking werd de Waterloo-kolom weer gerestaureerd en op een iets andere plek weer teruggezet. Bij die gelegenheid droegen de erven van Graaf van Aldenburg Bentinck de naald over aan de gemeente. De sober vormgegeven zuil is ontworpen in de Toscaanse orde, die vanwege zijn “eenvoud en gestrengheid” vooral geschikt bevonden werd voor militaire architectuur. Op de top van de naald rust wat ik voor een knop aangezien had, maar in werkelijkheid een kogel is!

Iets ten noorden van het restaurant “’t Berghuis” ligt een replica van een grafheuvel uit rond 2200 voor Chr. Het informatiebord geeft aan dat toen een eerste graf gemaakt werd: de overledene werd op de zij gelegd met opgetrokken knieën, met het gezicht naar het westen en de voeten naar het oosten. Een beker van aardenwerk in de vorm van een klok (vandaar dat deze periode de klokbekercultuur wordt genoemd) werd in het graf geplaatst, waarschijnlijk gevuld met spijs en drank voor de reis naar het hiernamaals. Daarna werd daaroverheen een grafheuvel opgeworpen van graszoden. Zo’n vijfhonderd jaar later, tijdens de Bronstijd, werd een tweede graf gemaakt in de top van de bestaande heuvel. Toen werd de overledene begraven in een houten kist van een uitgeholde boomstam. Daaroverheen werd een nieuwe heuvel opgeworpen en het geheel afgescheiden met een rij van houten palen. in de eeuwen daarna werd nog tweemaal een urn bijgezet. In deze demo-grafheuvel was een doorgang gemaakt, zodat je kon zien hoe de heuvel was opgebouwd.

20211010_120143 (2)
Amerongen: in het bos ten noorden van restaurant ’t Berghuis ligt een replica van een grafheuvel uit 2200-1700 voor Chr.
20211010_120441 (2)
Amerongen: op een infobord bij de replica van de grafheuvel uit 2200-1700 voor Chr. staat een tekening met de doorsnede en de opbouw

Vanaf de grafheuvel begon het echte “klimmen” naar de top van de Amerongse Berg: de tocht ging door prachtige beukenlanen naar boven. Er stonden ook beuken, die in een ver verleden afgestorven waren en die half hol waren. In sommige stammen waren spookachtige “gezichten” te zien! De holtes waren natuurlijk wel een prachtige broed- en schuilplaats voor vogels en andere dieren.

Op de top van de Amerongse Berg staat een vierkante zuil op een betonnen voet met informatie over o.a. flora en fauna op de Utrechtse Heuvelrug, die zich uitstrekt vanaf de Grebbeberg bij Rhenen via o.a. de Soesterberg bij Amersfoort tot aan de Eukenberg bij Huizen. Ook wordt de tekst van het “Loflied op Amerongen” (van dichteres Jelly Verwaal) weergegeven, met als laatste strofe: “Dorp met zovéél – o kon ik met woorden – Schilderen ’t Amerongse gezicht… – Stap er op af en zie wat mij zo bekoorde: – Want ’t laat zich niet vangen in een gedicht.” Daarin kon ik mij wel vinden. Het enige wat ik daar op de “top” miste, was uitzicht: er waren alleen maar bomen om mij heen…

20211010_121543 (2)
Amerongen: de top van de Amerongse Berg wordt gemarkeerd door een zuil met informatie o.a. over de Utrechtse Heuvelrug en de biodiversiteit

Vanaf het hoogste punt zijn er verschillende mogelijkheden om verder te wandelen. Mijn Trage Tocht leidde mij een smal pad in naast een ruiterpad, de berg weer af, in noordoostelijke richting. Een volgend interessant punt was de grote leemkuil, die met een houten hekwerk was afgezet. Hoewel leemkuilen vaak een mooie biotoop vormen voor bijzondere planten, stond hier op het eerste gezicht vooral braam en heide… De zon zorgde wel voor een mooi lichteffect!

20211010_122121 (2)
Amerongen: ten noordoosten van de top van de Amerongse Berg ligt een grote, inmiddels begroeide leemkuil

Hoewel het op 10 oktober nog bijna zomers warm was, waren de eerste tekenen van de herfst toch duidelijk zichtbaar: in de vele spinnenwebben in de heidestruiken was de mist van de ochtend blijven hangen in de vorm van fijne waterdruppels. Daarachter stond een eenzame dode dennenboom tussen de jonge grove dennetjes die ongetwijfeld zijn zaailingen waren! Ook de afgestorven stompen van ooit majestueuze beuken in de laan hadden nog een functie: voor spechten om te oefenen met het hakken van gaten.

Kort daarna kwam ik bij het laagste punt van de “noordhelling” van de Amerongse Berg, maar ik kon nog verder afdalen langs een smal pad dat in november al heel herfstig was – in tegenstelling tot de dag in oktober dat ik daar ook had gelopen. De wolkenluchten waren indrukwekkend – de regen was in ieder geval opgehouden!

20211107_130013 (2)
Amerongen: zicht op de scherpe toppen van de naaldbomen op de Amerongse Berg tegen de wolkenluchten na een flinke regenbui

Met het smalle pad kwam ik uit op een van de mooie beukenlanen van het Sterrenbos dat in 1790 aan de oostkant van de Amerongse Berg is aangelegd in opdracht van de heren van Kasteel Amerongen en dat er met acht lanen als spaken van een wiel uitziet. Op de top staat “De Eenzame Eik” die vermoedelijk in 1792 is geplant. De boom staat er weliswaar in z’n eentje, maar mede door de mooie houten banken rondom de stam is het een favoriet rustpunt voor jong en oud. Het Sterrenbos was in de loop der jaren erg verwaarloosd geraakt: in 1990 is begonnen met de restauratie. In 2004 is een Douglasbos gerooid en zijn de lanen opnieuw ingeplant met beuken.

Halverwege de oostzijde van de helling is er (eindelijk) een vergezicht! Op 10 oktober was het zicht erg heiig, maar wel indrukwekkend – op 7 november viel er een vage streep zonlicht op de heuvels ten noorden van Rhenen.

20211010_125658 (2)
Amerongen: één van de weinige vergezichten in het Amerongse Bos, behalve hier naar het oosten in de richting van Elst en Rhenen, maar het zicht was niet erg goed
20211107_132421 (2)
Amerongen: het vergezicht in het Amerongse Bos ten oosten van de Eenzame Eik in de richting van Elst en Rhenen, maar nu wat dichterbij gehaald

Tijdens mijn wandeling van 7 november heb ik nog een klein uitstapje gemaakt naar het Egelmeer: daartoe moest ik in oostelijke richting lopen, de helling van het Sterrenbos af. Het Egelmeer is een ven dat al in de tijd van de Romeinen bestond. De naam heeft niets met “egels” te maken: de Romeinen noemden het meer Aegil mare dat “bloedzuigermeer” betekent, hoewel daarover de meningen verschillen: het woord “egel” schijnt een woord te zijn voor bloedzuiger, maar dat niet vaak meer wordt gebruikt! In het begin van de 19e eeuw werd het “Engel(en)meer” genoemd, waarna het rond 1890 werd verbasterd tot Egelmeer. Het is nu eigenlijk geen ven meer: in de 19e eeuw is de laag van keileem doorgestoken, waardoor het ven leegliep. Het is wel een drassig gebied gebleven omdat de waterstand van deze kom hoger ligt dan van het omringende gebied. Het meer wordt alleen door neerslag gevoed. Op het informatiebord stond ook dat het gebied rondom het Egelmeer opengemaakt is, en dat er verbindingsstroken tussen de heidevelden in de omgeving (tot aan Veenendaal toe) zijn aangelegd, om de biodiversiteit te vergroten. Toen ik er aankwam brak net de zon door. Alle bomen stonden te gloeien in hun herfstkleuren: de eiken, de lariksen, de berken – zelfs de struikheide leek nog een beetje paars!

20211107_135409 (2)
Amerongen: ten oosten van de Amerongse Berg ligt het Egelmeer met een bijzondere flora en fauna
20211107_135324 (2)
Amerongen: zicht naar het zuiden op de bossen in herfstkleuren op de heide bij het Egelmeer aan de oostkant van de Amerongse Berg

In november kwam ik alleen nog maar paddenstoelen in vele soorten tegen, maar in de stralende najaarszon van 10 oktober stonden vele fruitbomen als ook heesters met hun vruchten te pronken. Hoog boven een tuinschutting uit stak een kweeperenboom (Cydonia oblonga) zijn takken in de blauwe lucht. Hij droeg dit jaar een royale oogst van grote, heldergele kweeperen. Langs het pad onderaan de stuwwal groeide in het verborgene een grote struik van de Kardinaalsmuts (Euyonimus), met zijn framboosrode vruchten en de felgele zaaddozen. Maar ook hier geldt weer: deze plant is prachtig om te zien, maar alles ervan is giftig! Het was niet duidelijk of dit exemplaar afkomstig was van een moederstruik die als heester in een tuin was aangeplant of dat het een echte “Wilde Kardinaalsmuts” (Euyonimus europeanus): van nature komt de wilde vorm in Nederland wel langs de grote rivieren voor…

Was ik op 7 november begonnen met een kopje koffie bij de uitspanning “Buitenlust“, zo had ik op 10 oktober na mijn omzwervingen “Buitenlust” ook al op het oog gehad: het was rond kwart voor twee heus tijd voor een pauze! Zoals zovele gebouwen in de oude dorpskern van Amerongen is ook “Buitenlust” een rijksmonument (al sinds 1965), dat in het monumentenregister wordt omschreven als: “Laag huis, dak ter weerszijde in topgevels eindigend. Haaks hierop achter uitgebouwd lange boerderijvleugel; aan de voorzijde waranda, terzijde met roedenindeling. Luiken aan de ramen. 18e eeuw met 19e eeuwse toevoegingen.” Het terras en de waranda zaten al vol, maar binnen vond ik (na het checken van mijn Corona-QR-code) een plekje bij het raam. Mijn glaasje chardonnay stond snel op tafel, maar op mijn “Wit vloerbrood met beenham en huisgemaakte honingmosterdsaus” moest ik even wachten. Dat was niet erg, want de sfeer binnen was gezellig: de meeste gasten hadden een mooie wandeling of fietstocht in de omgeving achter de rug.

20211107_111158 (2)
Amerongen: zicht op de uitspanning “Buitenlust” , gevestigd in een monumentaal herenhuis uit de 18e eeuw
20211010_141343 (2)
Amerongen: bij de uitspanning Buitenlust staat “Wit vloerbrood met beenham en huisgemaakte honingmosterdsaus” op de lunchkaart

Na dit smakelijke uitrustmoment liep ik terug naar de bushalte om naar Zeist te gaan, waar een neef en zijn vrouw wonen. Dat weekend hielden zij in het kader van de Kunstroute Zeist open huis, waar zijzelf ook exposeerde. Het was grappig om te zien hoe zij in hun achtertuin, midden tussen de huizen uit de 1930er jaren, een heuse bostuin hadden gecreëerd, met als blikvanger een grote grove den! Ongeveer gelijktijdig met mij kwamen ook nog mijn twee andere neven even kijken – zo werd het onverwacht een kleine familiereünie! De terugtocht met bus en trein verliep vlot en rond 18.00 uur was ik weer terug in Arnhem, terwijl de zon nog warm scheen. Het was een mooie dag geweest.

Ook deze twee tochten naar “de hoogste berg van Provincie Utrecht” hebben mij nieuwe inzichten gegeven en vele mooie wandelmomenten!

3 reacties

  1. Inma

    De foto’s hebben prachtige herfstkleuren ! Je bent er niet alleen een goede schrijver maar ook een goede fotograaf!.

  2. Driekus

    Leuk verhaal en prachtige foto s.

  3. Erik

    Niet alleen het verhaal over de hoogste toppen, maar ook over het prachtige kasteel en de historie van Amerongen. Mooi om te lezen, en weer geven de foto’s een prachtig beeld van de tocht.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

© 2024 Wandelen in de bergen

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑