Etappes D1-D61 van de Blauwe Route – van Riale in Italië naar Sospel in Zuid-Frankrijk
Hieronder volgt mijn vertaling van de tekst zoals deze op de oude website van de Via Alpina 2002 heeft gestaan.
Verklaring van de tekens*) bij de zwaarte van de etappe:
I Wandelweg (breed zonder open stukken)
II Bergweg (deels smal en onbeschermd)
III Alpiene weg (met kabels gezekerd of bijzonder onbeschermd liggend, grof mengsel van sneeuw en ijs, zeer grof bergpuin)
*) In de oude website van de Via Alpina 2002 werd de zwaarte weergegeven door één, twee rep. drie “bergschoenen” – deze zijn hier vervangen door Romeinse cijfers.
Etappe D1: Riale–Alpe Vannino
zwaarte: I wandeltijd: 3h45 afstand: 11,6 km hoogteverschil: ↑ 966m ↓ 514m
Vanaf Riale loopt men over de verharde weg naar de watervallen van Toce/Tosa, waar een steil pad uitkomt op de verharde weg naar Canza/Früttwald. Nu verloopt de weg bergop door het bos naar de stuwdam van het Vannino Stuwmeer. Links ligt de Myriam Hut en direct aan de stuwdam de Vannino-Margaroli Hut.
Een gemakkelijkere variant: vanaf Canza leidt ook een semiverharde weg naar het bergstation van de stoeltjeslift; vanaf het station loopt men dan weer verder over een wandelpad.
Het beginpunt van de Blauwe Route, Etappe D1, was tevens het eindpunt van de Etappe R92 resp. beginpunt van de Etappe R93 van de (oorspronkelijke) Rode Route. Deze etappes zijn niet teruggekeerd in de Via Alpina 2024.
Etappe D2: Alpe Vannino–Alpe Deveno
zwaarte: II wandeltijd: 3h45 afstand: 14,2 km hoogteverschil: ↑ 748m ↓ 1.299m
Vanaf de Margaroli Hut loopt men langs het Vannino Meer; men gaat bergop via een pad over uitgestrekte weidegronden naar de Scatta Minoia Pas, waar het Conti Bivak ligt. De weg gaat over puinvelden verder naar Forno Inferiore, langs het meer van Devero. Dan gaat men door een weidegebied langs Crampiolo naar de Alpe Devero.
Etappe D3: Alpe Deveno–Binn
zwaarte: III wandeltijd: 4h20 afstand: 12,6 km hoogteverschil: ↑ 616m ↓ 830m
Vanaf de Alpe Devero loopt men door open bos omhoog naar het Rossa Plateau. In een onherbergzaam gebied met vele kleine smeltwatermeertjes bereikt men de Geisspfad Pas (Passo della Rossa), de grens met Zwitserland. Men loopt verder aan de rechteroever van het Geisspfadmeer en het Mässermeer naar de Mässeralp. Door het bos afdalend bereikt men Binn, dat beroemd is wegens zijn mineralenmijn van Lengbach.
Etappe D4: Binn–Rosswald
zwaarte: I wandeltijd: 5h40 afstand: 17,2 km hoogteverschil: ↑ 1.100m ↓ 533m
Men loopt vanaf Binn het dal uit tot aan de toegang tot de tunnel van de autoweg. Hier klimt men naar de oostelijke flank van de Breithorn en loopt over de bergweg. Boven Heiligkreuz buigt men af in het Saflisch dal en klimt langzaam op naar de Saflisch Pas. Vanaf hier volgt men de bergweg tot aan Rosswald, het eindpunt van de etappe.
Lees a.u.b. het blog over het eerste gedeelte van deze Etappe van 29 september 2019.
Etappe D5: Rosswald–Simplonpass
zwaarte: II wandeltijd: 10h10 afstand: 24,1 km hoogteverschil: ↑ 1.049m ↓ 926m
Van Rosswald loopt men op gelijkblijvend niveau langs de Kapel van Stafel en de Bortelhütte om het Ganter komdal heen. Vanaf Rothwald gaat men steil omhoog naar Mäderlicke en steekt vervolgens de helling onder de Chaltwassergletsjer over naar het eindpunt van deze etappe op de Simplonpas.
Etappe D6: Simplonpass–Zwischbergen
zwaarte: I wandeltijd: 6h10 afstand: 17,9 km hoogteverschil: ↑ 1.246m ↓ 1.890m
Op de oude bergweg, ook wel de Stockalperweg genoemd, verlaat men de Simplon Pas in zuidelijke richting en passeert het Alte Hospiz. Kort na Simplon Dorf steekt men de pasweg over en loopt naar beneden naar de Kapel van Gabi. Van daaruit klimt men naar de pasovergang van de Furggau Pas. Vanaf hier gaat men over de linkerflank van het dal naar Zwischbergen, het eindpunt van de etappe.
Lees a.u.b. het blog over een gedeelte van deze Etappe van 3 oktober 2019 (van Simplon-Dorf naar de Simplon Pas – het slot van de etappe in de tegengestelde richting).
Etappe D7: Zwischbergen–Alpe il Laghetto
zwaarte: II wandeltijd: 6h afstand: 15,5 km hoogteverschil: ↑ 977m ↓ 418m
Een interessante etappe over een eenvoudige weg die door het bovenste deel van het Bognanco dal loopt. Men verlaat Zwischbegen in oostelijke richting naar de Passo di Monscera, waar men de grens met Italië oversteekt. De wegen zijn goed aangegeven en doorkruisen hoogvlakten en weiden, door een paar open bospercelen onderbroken. In de buurt van de Alpe il Laghetto Hut is de route iets moeilijker te herkennen.
Etappe D8: Alpe di Laghetto–Rifugio Andolla
zwaarte: II wandeltijd: 3h05 afstand: 7,7 km hoogteverschil: ↑ 295m ↓ 345m
Deze etappe gaat over lieflijke weiden met prachtig uitzicht, ook al is de weg op sommige stukken nogal onbeschermd, langs de grens tussen Italië en Zwitserland. Indrukwekkend zijn de alpenmeren onderweg, vooral op de Alpe Campo en de Alpe Pontimia.
Een gemakkelijkere variant: een onbeschermde en slecht aangegeven gedeelte van de route tussen de Arsago Seprio Hut en de Pas op de grens met Zwitserland.
Etappe D9: Rifugio Andolla–Antronapiana
zwaarte: I wandeltijd: 2h30 afstand: 8,5 km hoogteverschil: ↑ 0m ↓ 1.005m
Deze etappe is aangenaam en gemakkelijk, die vooral mooi is rond het Cavalli Meer. Vanaf Cheggio kan men de verharde weg vermijden door een oude bergweg te kiezen, die echter op sommige punten wat dichtgegroeid is.
Etappe D10: Antronapiana–Madonna della Gurva (Molini di Calasca)
zwaarte: II wandeltijd: 6h350 afstand: 14,6 km hoogteverschil: ↑ 886m ↓ 1.279m
Deze etappe verloopt in eerste instantie over bergwegen en semiverharde wegen. De klim naar de Alpe Colma gaat daarentegen door mooie beukenbossen, waarbij men een schitterend uitzicht heeft. Steil afdalend komt men in Porcareccia en in het dal in Molini di Calasca.
Etappe D11: Madonna della Gurva (Molini di Calasca)–Campello Monti
zwaarte: II wandeltijd: 10h30 afstand: 25,3 km hoogteverschil: ↑ 1.447m ↓ 571m
Vanaf Madonna della Gurva gaat men door bossen en over graslanden naar de Alpe Camino en verder naar de Alpe Lago. Na het passeren van de vervallen berghut loopt men verder naar de Usciolo Pas en dan bergaf naar Campello Monti.
Etappe D12: Campello Monti–Santa Maria di Fobello
zwaarte: II wandeltijd: 5h30 afstand: 14,3 km hoogteverschil: ↑ 573m ↓ 774m
Vanaf Campello Monti is de weg steil, maar begaanbaar en loopt door bossen en over graslanden. Na de Campello Monti Pas gaat men bergaf naar het plaatsje Roncaccio en over een vlakke weg, deels over kleine rotsen, door een bos van beuken en dennen. Vanaf de Alpe Res bereikt men uiteindelijk de plaats Belvedere di Fobello bij Santa Maria.
Etappe D13: Santa Maria di Fobello–Carcoforo
zwaarte: II wandeltijd: 5h afstand: 10,9 km hoogteverschil: ↑ 907m ↓ 669m
Men loopt door het Mastellone dal weer omhoog naar de Barnanca Pas en steekt over naar de Egua Pas. Bij de steile afdaling komt men langs de Boffalora Hut en langs de Egua beek tot aan het plaatsje Carcoforo.
Etappe D14: Carcoforo–Rifugio Ferioli
zwaarte: I wandeltijd: 7h50 afstand: 11,3 km hoogteverschil: ↑ 1.565m ↓ 665m
Een zeer lange etappe met aanzienlijke hoogteverschillen, die in twee etappen kan worden opgedeeld wanneer men een overnachting in Rima inlast. Vanaf Carcoforo klimt men naar de Termo Pas en daarna daalt men over vele hoogtemeters af naar Rima. Een tweede lange klim leidt naar de Mud Pas, waar de Ferioli Hut vlakbij ligt.
Etappe D15: Rifugio Ferioli–Sant’Antonio di Valvogna
zwaarte: I wandeltijd: 3h45 afstand: 10,2 km hoogteverschil: ↑ 439m ↓ 1.325m
Vanaf de Ferioli Hut daalt men steil af naar Pedemonte en gaat over uitgestrekte graslanden naar de Mud Alm; vandaaruit vervolgt men zijn weg door het bos. Vanaf Pedemonte volgt men het dal, loopt door Alagna Valsesia en komt in Riva Valdobbia aan. Na een klim door het Vogna dal bereikt men het kleine plaatsje Sant’Antonio.
Etappe D16: Sant’Antonio di Valvogna–Gressoney-Saint-Jean
zwaarte: II wandeltijd: 6h05 afstand: 12,5 km hoogteverschil: ↑ 1.592m ↓ 1.587m
Van Sant’Antonio klimt men het Vogna dal in en verlaat de waterloop om bij de Alpe Larecchio aan te komen en vandaar naar de Valdobbia Pas en de Ospizio Sottile Hut te gaan. Vanaf de Pas bereikt men het Aosta dal over een oude handelsweg. Deze weg loopt over weiden en door een beschermd gebied dat rijk is aan alpine fauna en flora, en daalt uiteindelijk af in het dal naar Gressoney-Saint-Jean.
Etappe D17: Gressoney-Saint-Jean–Piedicavallo
zwaarte: II wandeltijd: 6h55 afstand: 16,4 km hoogteverschil: ↑ 1.286m ↓ 1.626m
Deze etappe gaat over alpenweiden, door gemengd bos en oude Walser dorpen naar de Lazouneye Pas en de Mologna Grande Pas. Vanaf de pasovergang loopt men verder over semiverharde wegen en grashellingen bergaf naar de Rivetti Hut. Dan volgt nog een lange afdaling naar beduidend lagere regionen en die tot aan het dorp Piedicavallo leidt.
Etappe D18: Piedicavallo–Issime
zwaarte: II wandeltijd: 6h15 afstand: 18,1 km hoogteverschil: ↑ 2924m ↓ 2.986m
Vanaf Piedicavallo volgt men de oude verbindingsweg met de Vecchia Pas, waarover vroeger goederen tussen Piemonte en het Aostadal vervoerd werden. De afdaling wordt gevormd door een bergweg met 400 bochten. Het landschap bestaat uit dichte bossen en plekken met alpenrozen. Van betekenis is de nog altijd behouden architectuur van de Walser dorpen.
Etappe D19: Issime–Challand-Saint-Victor
zwaarte: II wandeltijd: 8h55 afstand: 16,5 km hoogteverschil: ↑ 1.129m ↓ 1.511m
Vanaf het Gessoney dal gaat de weg steil omhoog door Walser nederzettingen, bosgebieden en het moerasland van Munes tot aan de Dondeuil Pas (2.388m). Op dit punt reikt het oog van Mont-Blanc tot aan Gran Paradiso. Men daalt af het Avas dal in.
Etappe D20: Challand-Saint-Victor–Covarey
zwaarte: II wandeltijd: 5h55 afstand: 18,95 km hoogteverschil: ↑ 984m ↓ 422m
Deze etappe wordt beheerst door de Waterval van Isollaz, de Kerk van de Heilige Préjet, de middeleeuwse burcht van Villa en de imposante vesting van Verrès. De etappe eindigt in Covarey, in het hart van het Regionale Natuurpark van Mont Avic.
Etappe D21: Covarey–Rifugio Dondena
zwaarte: II wandeltijd: 8h30 afstand: 15,94 km hoogteverschil: ↑ 965m ↓ 130m
Men gaat door een dicht bos van bergdennen (pinus uncinata) in het Regionale natuurpark van Mont Avic, langs meerdere alpenmeren tot in een karige omgeving zonder begroeiing, die kenmerkend is voor rots- en puingebieden.
Etappe D22: Rifugio Dondena–Alpe Péradza
zwaarte: II wandeltijd: 5h00 afstand: 12,077 km hoogteverschil: ↑ 440m ↓ 99m
Deze etappe is op drie manieren van belang: als klassieke route waarover men vroeger de markten in het nabije Piemonte bereiken kon, als oude jachtweg die op bevel van Koning Vittorio Emanuele II. onderhouden werd en als pelgrimsweg naar een belangrijk bedevaartsoord. De weg loopt door een groen ingezonken gebied, langs een rotswand en langs twee grote meren.
Etappe D23: Alpe Péradza–Bivacco Bausano
zwaarte: II wandeltijd: 3h25 afstand: 9,8 km hoogteverschil: ↑ 239m ↓ 893m
Over de Ariettaz Pas, een van de hoogste punten van Via Alpina, komt men in Piemonte en bereikt de Bausano Hut. Dan gaat men de berghelling weer op naar de Borra Pas; daarna maakt men de laatste afdaling in de richting van Piamprato, in een lieflijke omgeving die rijk is aan landschappelijk schoon.
Etappe D24: Bivacco Bausano–Ronco Canavese
zwaarte: II wandeltijd: 4h25 afstand: 12,33 km hoogteverschil: ↑ 814m ↓ 1.901m
Als men de Rio Giassetto bereikt heeft, volgt men het dal en klimt naar de Oche Pas op deels moeilijk te herkennen paden met onbeschermde trajectstukken. Aan de kant van Tallorno gaat men aan de linkeroever van de rivier bergaf naar de Pra Alm en verder over graslanden naar Tallorno.
Etappe D25: Ronco Canavese–Talosio
zwaarte: II wandeltijd: 4h40 afstand: 13,24 km hoogteverschil: ↑ 1.263m ↓ 981m
Dit wordt een zeer lange etappe met aanzienlijke hoogteverschillen. Het verloop van de route is niet altijd duidelijk te herkennen, vooral in de hogere gebieden is goed zicht een vereiste om de richting te kunnen bepalen. Vanaf Tallorno bereikt men Ronco Canavese over de Burè Pas en de Prà Pas.
Etappe D26: Talosio–San Lorenzo
zwaarte: II wandeltijd: 6h afstand: 15,68 km hoogteverschil: ↑ 1.696m ↓ 1.874m
In het begin volgt men de verharde weg in het dal. Daarna leidt een gemakkelijk pad bergop over de alpenweiden tot aan de Crest Pas. Over steile grashellingen daalt men af naar het bedevaartsoord Prascondù. Het vlakbij gelegen Talosio kan men van hieruit over een verharde weg bereiken.
Etappe D27: San Lorenzo–Noasca
zwaarte: II wandeltijd: 4h05 afstand: 12,26 km hoogteverschil: ↑ 835m ↓ 812m
Op deze etappe bereikt men het Piantonetto dal, een zijdal van het Orco dal. De weg loopt grotendeels binnen de grenzen van het Nationale Park Gran Paradiso. Van Talosio naar San Lorenzo bereikt men bijna 2.200 meter boven zeeniveau, tijdens een aangename tocht door een typisch alpine omgeving met de karakteristieke weiden, bossen en de prachtige vergezichten.
Etappe D28: Noasca–Ceresole Reale
zwaarte: II wandeltijd: 4h00 afstand: 10,67 km hoogteverschil: ↑ 1.021m ↓ 573m
Een lange etappe die weer in het Orco dal teruggaat tot aan Ceresole Reale met het gelijknamige grote stuwmeer. Men loopt langs de zuidgrens van het Nationale Park Gran Paradiso, op een lange rij van verharde wegen, bergwegen en paden, op min of meer gelijke hoogte langs de flanken van het dal. Halverwege ligt de plaats Noasca.
Etappe D29: Ceresole Reale–Pialpetta
zwaarte: II wandeltijd: 6h05 afstand: 13,5 km hoogteverschil: ↑ 1.172m ↓ 1.612m
Over de Crocetta Pas verlaat men het Locana dal in de regio van Canavese en komt het Grande dal binnen, onderdeel van de Lanzo dalen. Deze typische etappe die twee dalen verbindt, wordt gekenmerkt door een lange klim vanaf Ceresole Reale, gevolgd door een lange afdaling tot aan Pialpetta aan de Stura rivier in het Grande dal.
Etappe D30: Pialpetta–Balme
zwaarte: II wandeltijd: 7h40 afstand: 15,9 km hoogteverschil: ↑ 1626m ↓ 1252m
Vanaf Pialpetta neemt men de route van de Grande Traversata delle Alpi die naar de Trione Pas leidt. Vanaf de pas gaat de weg bergaf langs het Meer van Vasuero en enkele bergboerderijen naar de bergweiden van Pian del Bosco, en dan verder tot een verharde weg in de diepte van het Aladal. Vandaaruit bereikt men de plaats Balme.
Etappe D31: Balme–Usseglio
zwaarte: II wandeltijd: 7h00 afstand: 12,5 km hoogteverschil: ↑ 1251m ↓ 1436m
Vanuit Balme gaat men weer de steile hellingen, die typerend zijn voor de Lanzodalen, naar boven naar de Paschietpas op 2.435 meter. Over de pas komt men van het Aladal in het Viùdal en in de diepte van het dal in het bekende toeristenoord Usseglio.
Etappe D32: Usseglio–Rifugio Riposa
zwaarte: II wandeltijd: 7h25 afstand: 23,2 km hoogteverschil: ↑ 1853m ↓ 940m
Vanuit Usseglio bereikt men over de verharde weg Margone boven in het Viù dal. Op het oude tracé van een “Decauville” smalspoorbaan komt men in Malciaussia aan het gelijknamige meer. Over de Croce di Ferro Pas loopt men het Susa dal in, blijft op gelijke hoogte en steekt het dal over tot aan de Arcella Alm en de Riposa Hut aan de voet van de Rocciamelone.
Etappe D33: Rifugio Riposa–Rifugio Stellina
zwaarte: II wandeltijd: 6h30 afstand: 12,3 km hoogteverschil: ↑ 1648m ↓ 1264m
De Route loopt langs de meest onherbergzame en moeilijke berghellingen van de Rocciamelone. Op zijn top bevindt zich het hoogstgelegen bedevaartsoord van Europa, een bekend doel van pelgrimstochten. Na Cà d’Asti loopt men over rustige zijpaden – met prachtige uitzichten – die vast en zeker minder overvol zijn dan de klim naar de top van de Rocciamelone.
Etappe D34: Rifugio Stellina–Refuge du Petit Mont Cenis
zwaarte: II wandeltijd: 5h20 afstand: 18,4 km hoogteverschil: ↑ 245m ↓ 602m
De etappe leidt door de omgeving van het Meer van Moncenisio, een prachtig landschap. Van betekenis zijn ook de talrijke overblijfselen van oorlogen die in de loop van de eeuwen zijn gevoerd rondom deze pasovergang. Na het oversteken van de bergkam die de grens tussen Frankrijk en Italië vormt komt men langs de oevers van het meer op de Franse kant in het verlaten oord Grand-Croix. Het eindpunt van deze etappe is de Petit-Mont-Cenis-Hut.
Deze etappe kan ook met de mountainbike worden afgelegd vanaf Grand-Croix aan het meer van Moncenisio tot aan de Clapier Pas.
Etappe D35: Refuge du Petit Mont Cenis–Rifugio Vaccarone
zwaarte: III wandeltijd: 3h35 afstand: 11,6 km hoogteverschil: ↑ 1190m ↓ 566m
Vlak na de Petit Mont-Cenis Hut gaat men de gelijknamige pas over. De weg buigt af naar het kleine Savine dal, een oude, traditievolle overgang die nu een beschermd Natura 2000 gebied is. Men loopt langs de oever van het Savine meer naar de Clapier pas, de grens met Italië. Men daalt langs technisch veeleisende paden met een prachtig uitzicht naar de Vaccarone Hut af.
De etappe kan men ook gedeeltelijk met de mountainbike afleggen: tot aan de Clapier Pas. Een eenvoudigere variant is: de weg van de Clapier meren op de bergkam in de richting van de Vaccarone is op enige punten gezekerd.
Etappe D36: Rifugio Vaccarone–Rifugio Levi-Molinari
zwaarte: III wandeltijd: 5h15 afstand: 15,6 km hoogteverschil: ↑ 794m ↓ 1708m
Deze etappe gaat voornamelijk bergaf naar de bodem van het Susa dal. De route is op sommige stukken veeleisend en leidt langs de “Petruso” van Colombano Romean, een oude tunnel die als waterleiding in de rotsen is gehouwen. Over de gehele route zijn de uitzichten prachtig.
Een lichtere variant: vanaf Vaccarone kan men meteen naar de Clopaca Pas op de hoogteweg door het Susa dal afdalen.
Etappe D37: Rifugio Levi-Molinari–Rifugio D. Arlaud
zwaarte: II wandeltijd: 6h20 afstand: 15,11 km hoogteverschil: ↑ 1446m ↓ 1517m
Vanaf de Levi Molinari Hut stijgt de weg naar de Chabriere Pas, van waaruit men bergaf de verharde weg bereikt, die men tot in de buurt van Eclause volgt. Bij Salbertrand steekt men de rivier de Dora over en gaat verder op de route van de Grande Traversata delle Alpi door de bossen tot aan de Arlaud Hut in het Natuurpark van de “Gran Bosco di Salbertrand”.
Etappe D38: Rifugio D. Arlaud–Usseaux
zwaarte: I wandeltijd: 4h40 afstand: 15,02 km hoogteverschil: ↑ 9878 ↓ 1192m
Vanaf de Arlaud Hut gaat men over de semiverharde weg over weiden en tussen solitaire naaldbomen naar de Tête d’Assietta. Het bergpad, breed en gemakkelijk, loopt vrijwel vlak tot aan de Assietta Pas. Van daaruit leidt een weg naar beneden, die dan weer in een bergpad overgaat waarover men eerst Balboutet bereikt en dan verder met een ontspannen wandeling in Usseaux aankomt.
Etappe D39: Usseaux–Balsiglia
zwaarte: II wandeltijd: 7h10 afstand: 19,98 km hoogteverschil: ↑ 1517m ↓ 1585m
Men verlaat Usseaux over de straat naar het Laux Meer en neemt de linkerzijde van de rivier tot aan de Albergian Pas. Nu daalt men af naar de watervallen van Pis en dan verder naar het plaatsje Clot del Mian. Men steekt de beek over en komt dan in Balsiglia aan.
Etappe D40: Balsigla–Ghigo di Prali
zwaarte: I wandeltijd: 4h30 afstand: 15,86 km hoogteverschil: ↑ 912m ↓ 829m
Vanuit Balsiglia in het Massello dal bereikt men Salza di Pinerole en klimt naar de Serrevecho Pas en gaat dan naar het Rodoretto dal tot aan het gelijknamige plaatsje. Men loopt halverwege de berghelling om de rotsen van de Selleta heen en komt aan in Ghigo, een toeristencentrum van betekenis.
Etappe D41: Ghigo di Prali–Rifugio di Lago Verde
zwaarte: I wandeltijd: 3h40 afstand: 9,3 km hoogteverschil: ↑ 1090m ↓ 0m
Vanaf Ghigo di Prali loopt men langs de Germanasca beek ophoog, passeert enkele kleine plaatsjes tot aan de graslanden van de Bout du Col. De weg gaat tussen lariksen en alpenrozen door naar de vlakte van Freiboujo en dan verder tot aan de splitsing naar de Founzèt. De laatste klim eindigt bij de Lago Verde Hut bij het gelijknamige meer.
Etappe D42: Rifugio di Lago Verde–Le Roux
zwaarte: II wandeltijd: 2h25 afstand: 9,1 km hoogteverschil: ↑ 266m ↓ 1075m
Vanaf de Lago Verde Hut gaat men over de graslanden naar beneden tot aan een bergpad dat naar de Abriès Pas (ook Col St.-Martin genaamd) leidt, de grens met Frankrijk. Langs de bergbeek van de St.-Martin Pas, overschaduwd door de 3.000 meter hoge Grand Queyron, loopt de route door het bos naar het dorpje Le Roux, het eindpunt van de etappe.
Etappe D43: Le Roux–Rifugio W. Jervis
zwaarte: II wandeltijd: 4h15 afstand: 12,44 km hoogteverschil: ↑ 845m ↓ 870m
De langeafstandsroutes Grande Randonnée nr. 58 en Grande Randonnée nr. 58B leiden vanaf Le Roux door het bos naar Clot de Besseys. Men bereikt de Italiaanse grens bij de Urine Pas, die overheerst worden door de puinhellingen van de Tête du Pelvas. Men daalt steil af over een rotsig pad het Pellice dal in en gaat langs de Barricate Hut en de Grange del Pis Hut tot aan het uitgestrekte grasplateau waar de Jervis Hut ligt.
Etappe D44: Rifugio W. Jervis–Rifugio Barbara Lowrie
zwaarte: II wandeltijd: 4h35 afstand: 12,24 km hoogteverschil: ↑ 1100m ↓ 1079m
De weg leidt vanaf de Jervis Hut langs de linkeroever van de Pellice beek tussen lariksen en rosten bergop naar de Granero Hut. Bij deze hut houdt men rechts aan naar Adret del Laus en klimt tot op de Manzol Pas, de overgang tussen het Pellice dal en het Pis dal. Onder in het dal aangekomen loopt men naar beneden tot aan de Grange del Pis en de Barbara Lowrie Hut.
Etappe D45: Rifugio Barbara Lowrie–Pian del Re
zwaarte: II wandeltijd: 5h05 afstand: 11,51 km hoogteverschil: ↑ 1302m ↓ 1041m
Vanaf de Lowrie Hut bedwingt men de noordelijke hellingen van de Rocca Bianca en loopt door het Gianna dal naar boven tot aan de gelijknamige Pas. Daar krijgt men zicht op het zeer omvangrijke bergmassief van de Monviso. Een steil pad leidt bergaf naar Cumbal des Rio, vanwaar men onder in het dal Pian Melzè bereikt. Men gaat verder over de vlakte van de Pian della Regina en weer omhoog naar de Pian del Re. Hier ontspringt de Po.
Etappe D46: Pian del Re–Refuge du Viso
zwaarte: II wandeltijd: 3h35 afstand: 8,1 km hoogteverschil: ↑ 973m ↓ 535m
Vanaf de Pian del Re Hut loopt men de route van de “Giro del Viso”. Men steekt de uitgestrekte vlakte met dezelfde naam over en klimt naar de Traversette Pas en de “Buco di Viso”. Dit is de eerste transalpine tunnel (75 meter, aangelegd in 1480) op de onherbergzame bergkam die de Monviso met de Monte Granero verbindt. Men loopt hierdoor en daalt aan de Franse kant af naar de Viso Hut.
Etappe D47: Refuge du Viso–Rifugio Savigliano
zwaarte: II wandeltijd: 4h45 afstand: 15,69 km hoogteverschil: ↑ 722m ↓ 1476m
Vanaf de Viso Hut gaat de Via Alpina verder over de route “Tour du Mont Viso” langs het Meer van Lestio. Men klimt dan door puinvelden van donker leisteen naar de Valante Pas, de grens tussen Frankrijk en Italië. Men daalt af het Valante dal in en loopt langs de gelijknamige Hut tot aan het plaatsje Castello aan de oever van het Meer van Castello. Over de linkeroever van het meer bereikt men Pontechianale.
Deze etappe kan men ook met de mountainbike afleggen vanaf de Refuge du Viso tot aan de Savigliano Hut.
Etappe D48: Rifugio Savigliano–Chiesa di Bellino
zwaarte: II wandeltijd: 3h10 afstand: 8,58 km hoogteverschil: ↑ 718m ↓ 942m
Vanaf de Savigliano Hut daalt men af naar het meer van Castello en loopt een kort stuk over de zuidelijke oever. Men gaat over de met gras begroeide bergkam, bereikt de Battagliola Pas en houdt de richting van het Varaita di Bellino dal aan, waar men in het dorp Chiesa aankomt, het eindpunt van de etappe.
Etappe D49: Chiesa di Bellino–Serre di Val d’ Elva
zwaarte: II wandeltijd: 3h50 afstand: 9,61 km hoogteverschil: ↑ 849m ↓ 626m
Vanaf Chiesa di Bellino volgt een zware klim over de bergrug die het Varaita dal van het Maira dal scheidt; men bereikt de Bicocca Pas, waar men een prachtig uitzicht heeft over beide dalen. Men daalt aan de kant van het Maira dal af tot halverwege de helling en loopt het laatste deel van de wandeling over de verharde weg naar Serre di Elva.
Etappe D50: Serre di Val d’Elva–Ussolo
zwaarte: II wandeltijd: 4h35 afstand: 17,2 km hoogteverschil: ↑ 862m ↓ 1047m
Vanaf Elva loopt men over de verharde weg tussen weiden en door bossen naar de dorpjes Dao en Chiosso. Na het oversteken van het Gias Vecchio dal bereikt men Rocca Orsieres en gaat de S. Michele Pas over. Men loopt naar beneden, enkele zijdalen passerend, tot bijna in het dal, waar men in Ussolo aankomt, het eindpunt van de etappe.
Etappe D51: Ussolo–Chiappera
zwaarte: II wandeltijd: 4h55 afstand: 15,8 km hoogteverschil: ↑ 911m ↓ 699m
De etappe gaat over de noordflank van het Maira dal, waarbij men overwegend halverwege de helling blijft lopen. Vanaf Ussolo klimt men tot bijna aan de Punta Culour, loopt hoog boven Acceglio langs en daalt weer af in de richting van het dal naar Chiappera met uitzicht op de indrukwekkende steenmassa van de Rocca Provenzale.
Chiappera was niet alleen het eindpunt van de Etappe D51 van de Blauwe Route, maar ook van Etappe R134 van de Rode Route.
N.B. Etappe 100 van de Via Alpina 2024 eindigt ook in Chiappera.
Etappe D52: Chiaperra–Larche
zwaarte: II wandeltijd: 5h10 afstand: 11,5 km hoogteverschil: ↑ 1007m ↓ 1046m
Vanaf Chiappera loopt men voor korte tijd door het Maurin dal naar beneden om vervolgens in westelijke richting de steile hellingen weer op te klimmen. Men bereikt een semiverharde weg die men uitloopt tot aan Grangia Pausa, vanwaar men verder gaat over een verharde weg. Over de uit geologisch oogpunt interessante Sautron Pas komt men Frankrijk binnen en daalt over alpenweiden af naar het dorp Larche, dat na de Tweede Wereldoorlog weer is herbouwd.
Chiaperra was niet alleen het beginpunt van de Etappe D52 van de Blauwe Route, maar ook van de Etappe R135 van de Rode Route.
N.B. Etappe 101 van de Via Alpina 2024 begint ook in Chiaperra.
Etappe D53: Larche–Bousiéyas
zwaarte: II wandeltijd: 6h35 afstand: 18,5 km hoogteverschil: ↑ 1154m ↓ 805m
Vanaf het dorp Larche gaat deze etappe dezelfde weg als de Grande Randonnée® nr. 5-56 (Tour de l’Ubaye) langs de natuurbeek Ubayette. Via het beschermde Lauzanier dal betreedt men het gebied van het Nationale Park Mercantour. Over het oude bergpad Pas de la Cavale aan de voet van de Tête d’Enchatraye bereikt men eerst de militaire overblijfselen van het Camp des Fourches en uiteindelijk het verlaten gehucht Bousiéyas, het eindpunt van deze etappe.
Etappe D54: Bousiéyas–St-Etienne-de-Tinée
zwaarte: II wandeltijd: 4h10 afstand: 1 km 4,6 hoogteverschil: ↑ 453m ↓ 1313m
Na Bousiéyas verlaat de Via Alpina het kerngebied van het Nationale Park Mercantour over de Grande Randonnée® nr. 5 naar de Colombière Pas, het hoogste punt van deze etappe. Daarna loopt men naar beneden naar het oude bosbouwdorp St-Dalmas-le-Selvage en weer naar boven naar de Anelle Pas. Het eindpunt van deze etappe is St-Etienne-de-Tinée.
Etappe D55: St-Etienne-de-Tinée–Roya
zwaarte: II wandeltijd: 4h15 afstand: 13,1 km hoogteverschil: ↑ 983m ↓ 631m
Men volgt de Grande Randonnée® nr. 5 en verlaat het middeleeuwse plaatsje St-Etienne-de-Tinée langs de rivier La Tinée. De weg gaat door het bos om het skioord Auron heen, loopt over de met gras begroeide Blainon Pas en komt dan over Clot Giordan aan in het dorpje Roya, eindpunt van de etappe.
Etappe D56: Roya–Refuge du Longon
zwaarte: II wandeltijd: 6h55 afstand: 17,8 km hoogteverschil: ↑ 1261m ↓ 864m
Men verlaat het dorpje Roya over de Grande Randonnée® nr. 5 door het smalle Sallevieille dal, dat door de Mont Mounier wordt beheerst, en bereikt de Crousette Pas en daarna de Moulines Pas, de toegangspoort tot het Nationale Park Mercantour. Daarna gaat de weg naar beneden na de Portes de Longon en de gelijknamige berghut, die het eindpunt van de etappe is.
Etappe D57: Refuge du Longon–St-Sauveur-sur-Tinée
zwaarte: II wandeltijd: 3h50 afstand: 11,2 km hoogteverschil: ↑ 10m ↓ 1398m
De Via Alpina volgt de Grande Randonnée® nr. 5 en verlaat het belangrijkste gebied van het Nationale Park Mercantour vlak na de Longon Hut. Langs het karakteristieke dorp Roure daalt men geleidelijk af tot aan St.-Sauveur-sur-Tinée, een middeleeuwse plaats met verdedigingswerken, dat het eindpunt van deze etappe is.
Etappe D58: St-Sauveur-sur-Tinée–St.-Martin-Vésubie
zwaarte: I wandeltijd: 6h05 afstand: 19 km hoogteverschil: ↑ 1234m ↓ 721m
Vanuit St-Sauveur-sur-Tinée gaat men over de Grande Randonnée® nr. 5 naar Valdeblore met zijn buurtschappen Rimplas, La Bolline, La Roche, St-Dalmas en het skigebied La Colmiane, voordat de Grande Randonnée® nr 52A kiest. Deze weg leidt naar het middeleeuwse vestingstadje St-Martin-Vésubie, de hoofdstad van het “Zwitserland van Nice” en eindpunt van deze etappe.
Etappe D59: St-Martin-Vésubie–Belvédère
zwaarte: II wandeltijd: 5h00 afstand: 16,1 km hoogteverschil: ↑ 656m ↓ 830m
De Route volgt vanaf St-Martin-Vésubie de Grande Randonnée® nr. 52A. In een langzame afdaling langs de flank van de berg leidt de weg naar Berthemont-les-Bains, sinds de 19e eeuw bekend om zijn thermaalbaden. Vandaaruit bereikt men het hooggelegen dorp Belvédère, het eindpunt van deze etappe. Hier komen het Vésubie dal en het Gordolasque dal samen.
Etappe D60: Belvédère–Col des Turini
zwaarte: II wandeltijd: 5h35 afstand: 16,0 km hoogteverschil: ↑ 1342m ↓ 539m
Vanuit het Dorp Belvédère neemt men de hooggelegen weg verder over de Grande Randonnée nr. 52A boven het nauwe Vésubie dal in de richting van het dorp La Bollène-Vésubie. Daar begint opnieuw een lange klim door het bos tot aan de Turinipas. Dit is het eindpunt van deze etappe, vlak bij de Forts de l’Authion, onderdeel van de Maginotlinie.
Etappe D61: Col des Turini–Sospel
zwaarte: II wandeltijd: 8h45 afstand: 18,9 km hoogteverschil: ↑ 725m ↓ 2007m
Deze laatste etappe van de Blauwe Route gaat door een laag gebied en volgt ook hier de Grande Randonnée® nr. 52A. Meteen na het dorp Moulinet bereikt met het hart van het Nationale Park Mercantour, dat men aan de zuidelijke kant bij de zogenaamde “Bandita de Barrins” weer verlaat. Na een stuk bergaf komt men in Sospel aan, een middeleeuwse plaats in het Bévéra dal. Hier eindigt de etappe en tevens de Blauwe Route.
Etappe R159 van de oude Rode Route eindigde en Etappe R160 begon in Sospel.
N.B. Etappe 114 van de Via Alpina 2024 eindigt ook in Sospel.
Geef een reactie