Om de kaart te vergroten a.u.b. op het vakje in de linkerbovenhoek klikken! De grotere kaart opent op een nieuwe pagina.


12 juni 2019

Hoog water en lekkere taart

Vanochtend was het weer slecht – het was zwaar bewolkt, maar nog wel droog. Dat zou niet lang zo blijven… Ik had de afgelopen avonden en nachten, toen er weinig verkeerslawaai was, het water in de rivier de Landquart die aan de zuidzijde van het hier smalle dal stroomt, al luid horen “grommen”. Dus besloot ik na een bezoek aan de plaatselijke grootgrutter toch even te gaan kijken naar het water. Het normaal blauwachtige water was nu grauwbruin en raasde met hoog tempo onder de brug door, van alles meesleurend, van takken tot hele boomstammen…

Gefascineerd ben ik verder gelopen langs de voortsnellende Landquart. Aan de westzijde van het dorp kwam ik bij een groot informatiebord. Daarop stond dat hier in het najaar van 2017 een groot project was uitgevoerd: de revitalisering van het ooibos van Dalvazza, de “Aue Dalvazza“. Het Dalvazza Ooibos behoort tot het type van de Weichholzauen, het ooibos met zachte houtsoorten als wilgen, populieren en elzen, dat veel voorkomt in alpine gebieden. Daartoe werd een groot deel van de bomen aan de zuidoever gekapt om een ooilandschap te creëren, en op deze manier een betere biotoop te maken voor o.a. het ijsvogeltje, amfibieën en libellen. Bovendien was het gebied totaal overwoekerd geraakt met de Japanse duizendknoop (Fallopia japonica) – ja, hier dus ook! Door diep uit te baggeren zijn de meeste worteluitlopers verwijderd. De hierdoor ontstane voren hadden als voordeel dat er een goede habitat ontstond voor amfibieën. Wel moesten er natuurlijk maatregelen genomen worden om het industrieterrein van Küblis tegen overstromingen te beschermen: daarom zijn er aan de noordoever damwanden opgericht. Eén van de kenmerken van een ooibos is de steeds wisselende waterstand – dat was nu goed te zien – en te horen! Vanaf de hoger gelegen weg had ik een mooi overzicht over het resultaat van de inspanningen. Op het informatiebord stonden ook twee foto’s: eentje van vóór en eentje van na de ingrepen.

Küblis: het water van de rivier de Landquart stroomt snel door het ooilandschap

Nadat ik het ooibos en de koeien achter me gelaten had, liep ik nog verder, want ik wilde naar het volgende dorp, Fideris – daar kon ik dan de bus nemen terug naar Küblis. De weg daalde een beetje tot vlak bij de rivier: hier kon ik goed zien wat de Landquart zoal meevoerde… Het water spatte hoog tegen de pijler van de verkeersbrug aan!

Küblis: een boomstam wordt meegevoerd in het snelstromende water van de rivier de Landquart

Küblis: het water van de rivier de Landquart raast onder de verkeersbrug door

Nadat ik onder de verkeersbrug door was gelopen ging de zijweg naar Fideris steil omhoog langs de Arieschbach beek, die ook veel water toevoegde aan de Landquart. Inmiddels was het echt hard gaan regenen… Als je met de trein door het dal reist en het station van Fideris passeert, waar maar een paar huizen en een houthandel zijn, heb je eigenlijk geen idee dat er op de bergschouder op 900 meter hoogte een dorp ligt met prachtig onderhouden herenhuizen uit de 15e eeuw. Dit dorp en het naburige Jenaz zijn als enige plaatsen in dit deel van het Prättigau gespaard gebleven voor de verwoestingen door de Oostenrijkse legers in 1622. Het dorp wordt voor het eerst in een officieel document genoemd in 1379. Het gebied was al heel lang bewoond: men heeft bij het dorp een lanspunt gevonden uit de late Bronstijd (1300–800 v. Chr.). Vroeger liep de weg van Landquart naar Küblis over de bergschouder langs Fideris: er was in het dal een te groot risico op overstromingen – dat leek me gezien de hoeveelheid water die ik in de Landquart had zien stromen wel duidelijk! Ik heb even geschuild in een garage waarvan de deuren openstonden, om te checken hoe laat de volgende bus zou vertrekken – ik had nog een uurtje. Op het huis met het door weer en wind donker verkleurde houtwerk stond een mooie spreuk: “Geh ohne Gruss und Gottes Wort nie aus deinem Hause fort” (Ga nooit van huis zonder groet of Gods woord). Ik vervolgde mijn weg naar het centrum van het dorp. De school ging net uit en een meisje kwam me tegemoet: “Hoi!” – “Hoi!“.

Op de Dorfplatz vond ik een restaurant dat open was, Restaurant Ritterhof, in een mooi oud gebouw. Op het terras stonden houten tafels met zitbanken die duidelijk nieuw waren: ze staken erg geel af tegen het donkere en oude houtwerk van de gebouwen in de omgeving en de donkergroene en natte bossen op de hellingen. Binnen was het warm en gezellig. Ik installeerde mij aan een tafeltje en bestelde koffie en “Haben Sie auch Kuchen?” Er stond een etagère op tafel met o.a. Fideriser Torte, een specialiteit van het dorp. De koek was gemaakt van deeg met bloem en gemalen hazelnoten en gevuld met frambozenjam – deze variatie op de Linzertorte is wel erg lekker!! Deze Fideriser Torte heeft een lange geschiedenis: al in de 15e eeuw kwamen mensen uit de hele wereld naar Fideris en omgeving vanwege het mineraalwater dat in Bad Fideris aan de oever van de Arieschbach beek uit de berg kwam. De bakkers uit het dorp zorgden niet alleen voor brood, maar ook voor koek en taart, waaronder deze Torte. De meesterbakker Gujan uit Fideris bakt nu al in de vierde generatie als enige deze lekkernij. Van het Bad Fideris is niets meer over: nadat het in 1937 gesloten was, heeft een aardverschuiving in 1967 het eens zo beroemde bad verwoest en de bron bedolven…

In het restaurant stak de eigenaar-kok voor de gezelligheid de open haard aan, die aldra een weldadige warmte verspreidde. Hij was alleen vergeten om de afzuiginstallatie aan te zetten: hierdoor stond de ruimte binnen no-time blauw van de rook. Dit leidde tot de hilarische situatie dat hij en zijn vrouw alle ramen en deuren tegen elkaar open zetten en dat niet alleen de rook, maar ook de warmte naar buiten verdween! We moesten er allemaal hartelijk om lachen. Het was desondanks een aangenaam verblijf voordat ik weer met de bus terugging naar Küblis.

Pas laat in de middag klaarde het weer op, maar ik kon wel terugkijken op een interessante dag met veel water in allerlei vormen! Morgen ga ik met de trein naar Davos en van daaruit met de historische trein, getrokken door de “Krokodil” locomotief, verder naar Filisur om uiteindelijk in Scuol aan te komen voor het laatste deel van de reis. Dan zal ik ook vertellen over het Kirchner Museum, dat ik gisteren heb bezocht!